I have had the distinct pleasure of living inside two biospheres. Of course we all here in this room live in Biosphere 1. I've also lived in Biosphere 2. And the wonderful thing about that is that I get to compare biospheres. And hopefully from that I get to learn something.
Ik had de eer om te leven in 2 biosferen. Natuurlijk leeft iedereen in deze zaal in Biosfeer 1. Ik heb ook geleefd in Biosfeer 2. En het mooie daarvan is dat ik deze 2 biosferen kan vergelijken. En hopelijk kan ik hiervan iets leren.
So what did I learn? Well, here I am inside Biosphere 2, making a pizza. So I am harvesting the wheat, in order to make the dough. And then of course I have to milk the goats and feed the goats in order to make the cheese. It took me four months in Biosphere 2 to make a pizza. Here in Biosphere 1, well it takes me about two minutes, because I pick up the phone and I call and say, "Hey, can you deliver the pizza?"
Dus wat heb ik geleerd? Hier zit ik in Biosfeer 2, een pizza te maken. Dus ik oogst het tarwe, zodat ik het deeg kan maken. En dan moet ik natuurlijk de geiten melken en voeren zodat ik kaas kan maken. Het duurde 4 maanden in Biosfeer 2 om een pizza te maken. Hier in Biosfeer 1, duurt het me amper 2 minuten. Ik neem de telefoon, bel en zeg: "Hey, kun je een pizza bezorgen?"
So Biosphere 2 was essentially a three-acre, entirely sealed, miniature world that I lived in for two years and 20 minutes. (Laughter) Over the top it was sealed with steel and glass, underneath it was sealed with a pan of steel -- essentially entirely sealed. So we had our own miniature rainforest, a private beach with a coral reef. We had a savanna, a marsh, a desert. We had our own half-acre farm that we had to grow everything. And of course we had our human habitat, where we lived.
Dus Biosfeer 2 was in essentie een 3 are verzegelde miniwereld waar ik twee jaar en 20 minuten in leefde. (Gelach) Aan de bovenkant is het afschermd door staal en glas. Aan de onderkant is het geheel afgesloten door een stalen pan. Hermetisch afgesloten dus. We hadden ons eigen miniatuur regenwoud, een privéstrand met een koraalrif. We hadden ook een savanne, een moeras, een woestijn. We hadden onze eigen boerderij met een halve are grond waar we alles op verbouwde. En natuurlijk hadden we onze menselijke omgeving, waar we woonde.
Back in the mid-'80s when we were designing Biosphere 2, we had to ask ourselves some pretty basic questions. I mean, what is a biosphere? Back then, yes, I guess we all know now that it is essentially the sphere of life around the Earth, right? Well, you have to get a little more specific than that if you're going to build one. And so we decided that what it really is is that it is entirely materially closed -- that is, nothing goes in or out at all, no material -- and energetically open, which is essentially what planet Earth is.
In het midden van de jaren 80 toen we Biosfeer 2 aan het ontwikkelen waren, moesten we onszelf enkele basisvragen stellen. Ik bedoel, wat is een biosfeer? Ik gok dat we toen allemaal dachten dat het een bol van leven was rond de aarde, ja toch? Je zal een beetje specifieker moeten zijn als je er zelf een wilt bouwen. En dus besloten we dat het eigenlijk een volledig materialistisch gesloten omgeving is, dit wil zeggen, niets komt naar binnen of buiten, geen materiaal, en open voor energie. Dit is eigenlijk onze planeet aarde.
This is a chamber that was 1/400th the size of Biosphere 2 that we called our Test Module. And the very first day that this fellow, John Allen, walked in, to spend a couple of days in there with all the plants and animals and bacteria that we'd put in there to hopefully keep him alive, the doctors were incredibly concerned that he was going to succumb to some dreadful toxin, or that his lungs were going to get choked with bacteria or something, fungus. But of course none of that happened.
Dit is een kamer 1/400e de grootte van Biosfeer 2 dat we onze test module genoemd hadden. En de allereerste dag dat ons collega, John Allen, erin stapte om er enkele dagen in door te brengen, met al de planten, dieren en bacteriën die we erin geplaatst hadden die hem hopelijk in leven zouden houden. De artsen waren ongelooflijk bezorgd dat hij zou bezwijken aan een dodelijk stof, of dat zijn longen zouden stikken in bacteriën of dergelijke, schimmels. Maar natuurlijk gebeurde dit niet.
And over the ensuing few years, there were great sagas about designing Biosphere 2. But by 1991 we finally had this thing built. And it was time for us to go in and give it a go. We needed to know, is life this malleable? Can you take this biosphere, that has evolved on a planetary scale, and jam it into a little bottle, and will it survive? Big questions. And we wanted to know this both for being able to go somewhere else in the universe -- if we were going to go to Mars, for instance, would we take a biosphere with us, to live in it? We also wanted to know so we can understand more about the Earth that we all live in. Well, in 1991 it was finally time for us to go in and try out this baby. Let's take it on a maiden voyage. Will it work? Or will something happen that we can't understand and we can't fix, thereby negating the concept of man-made biospheres?
En gedurende de volgende paar jaar, kwamen er prachtige verhalen over het ontwerp van Biosfeer 2. Maar in 1991 hadden we eindelijk dit ding kunnen bouwen. And het was tijd voor ons om erin te trekken en het te proberen. We moesten het weten, is leven zo kneedbaar? Kan je deze biosfeer nemen, dat zich ontwikkeld heeft op een planetaire schaal, en dat in een kleine fles proppen, en zal het overleven? Vele en moeilijke vragen. En we wilde dit weten om ons in staat te stellen te weten of we elders in het universum, als we bijvoorbeeld naar Mars zouden gaan, en onze biosfeer zouden meenemen, erin konden leven? We wilden dit ook weten zodat we meer zouden begrijpen van de aarde waarop we leven. In 1991 was het eindelijk zover voor ons, dus we stapten erin en probeerden het uit. Laten we onze eerste reis maken. Zal het werken? Of zal er iets gebeuren dat we niet begrijpen of niet kunnen repareren? En dan dus het concept laten vallen van door de mens gemaakte biosferen.
So eight of us went in: four men and four women. More on that later. (Laughter) And this is the world that we lived in. So, on the top, we had these beautiful rainforests and an ocean, and underneath we had all this technosphere, we called it, which is where all the pumps and the valves and the water tanks and the air handlers, and all of that. One of the Biospherians called it "garden of Eden on top of an aircraft carrier." And then also we had the human habitat of course, with the laboratories, and all of that. This is the agriculture. It was essentially an organic farm.
Acht van ons gingen erin. Vier mannen en vier vrouwen. Daarover later meer. (Gelach) En dit is de wereld waarin we leefden. Dus, aan de bovenkant hadden we dit prachtige regenwoud en een oceaan. En onderaan hadden we deze technosfeer, zoals we het noemden. Dit is waar al de pompen en kleppen en de watertanks en de luchtfilters zich bevonden. Een van de inwoners van de biosfeer noemde het "De hof van Eden bovenop een vliegdekschip." En dan hadden we natuurlijk ook onze woonplaatsen, met onder andere de laboratoria en dergelijke. Dit is de landbouw. Het was een organische boerderij.
The day I walked into Biosphere 2, I was, for the first time, breathing a completely different atmosphere than everybody else in the world, except seven other people. At that moment I became part of that biosphere. And I don't mean that in an abstract sense; I mean it rather literally. When I breathed out, my CO2 fed the sweet potatoes that I was growing. And we ate an awful lot of the sweet potatoes. (Laughter) And those sweet potatoes became part of me. In fact, we ate so many sweet potatoes I became orange with sweet potato. I literally was eating the same carbon over and over again. I was eating myself in some strange sort of bizarre way.
De dag dat ik Biosfeer 2 binnenstapte, was ik voor de eerste keer een volledig andere atmosfeer aan het inademen in vergelijking met elk ander mens in de wereld buiten zeven andere mensen. Op dat moment werd ik deel van de biosfeer. En dat bedoel ik niet op een abstracte wijze. Ik bedoel dit letterlijk. Wanneer ik uitademde, dan voedde mijn CO2 de aardappelen die ik aan het verbouwen was. En we hebben heel veel van deze aardappelen gegeten. (Gelach) En deze lekkere aardappalen werden een deel van mij. In feite aten we zoveel aardappelen, dat ik groen werd van aardappelen. Ik was letterlijk dezelfde koolstof aan het eten, opnieuw en opnieuw. Ik was mezelf aan het opeten in een bizarre manier.
When it came to our atmosphere, however, it wasn't that much of a joke over the long term, because it turned out that we were losing oxygen, quite a lot of oxygen. And we knew that we were losing CO2. And so we were working to sequester carbon. Good lord -- we know that term now. We were growing plants like crazy. We were taking their biomass, storing them in the basement, growing plants, going around, around, around, trying to take all of that carbon out of the atmosphere. We were trying to stop carbon from going into the atmosphere. We stopped irrigating our soil, as much as we could. We stopped tilling, so that we could prevent greenhouse gasses from going into the air. But our oxygen was going down faster than our CO2 was going up, which was quite unexpected, because we had seen them going in tandem in the test module. And it was like playing atomic hide-and-seek. We had lost seven tons of oxygen. And we had no clue where it was.
Echter, als het op onze atmosfeer aankwam was dat geen lachertje op de lange termijn. Omdat het bleek dat we zuurstof verloren, veel zuurstof. En we wisten dat we CO2 verloren. En dus waren we aan het werken om koolstof af te zonderen. God. We kennen die term nu. We waren als gekken planten aan het verbouwen. We namen hun biomassa, bewaarde ze in de kelder, lieten planten groeien, en zo verder, om zo te proberen alle koolstof uit onze atmosfeer te krijgen. We probeerden te voorkomen dat koolstof in onze atmosfeer terecht kwam. We stopten zoveel mogelijk met het irrigeren van onze grond. We stopte met ploegen, zodat we zouden voorkomen dat er broeikasgassen in onze lucht kwamen. Maar onze zuurstof nam nog sneller af dan onze CO2 toenam, wat we niet echt verwacht hadden. Omdat we hen in correlatie hadden zien bewegen in de testmodule. En het was alsof we verstoppertje speelden op atomisch niveau. We hadden zeven ton zuurstof verloren. En we hadden absoluut geen idee waar het was.
And I tell you, when you lose a lot of oxygen -- and our oxygen went down quite far; it went from 21 percent down to 14.2 percent -- my goodness, do you feel dreadful. I mean we were dragging ourselves around the Biosphere. And we had sleep apnea at night. So you'd wake up gasping with breath, because your blood chemistry has changed. And that you literally do that. You stop breathing and then you -- (Gasps) -- take a breath and it wakes you up. And it's very irritating. And everybody outside thought we were dying. I mean, the media was making it sound like were were dying. And I had to call up my mother every other day saying, "No, Mum, it's fine, fine. We're not dead. We're fine. We're fine." And the doctor was, in fact, checking us to make sure we were, in fact, fine. But in fact he was the person who was most susceptible to the oxygen. And one day he couldn't add up a line of figures. And it was time for us to put oxygen in. And you might think, well, "Boy, your life support system was failing you. Wasn't that dreadful?" Yes. In a sense it was terrifying. Except that I knew I could walk out the airlock door at any time, if it really got bad, though who was going to say, "I can't take it anymore!"? Not me, that was for sure.
En ik kan je vertellen, als je zoveel zuurstof verliest -- en onze zuurstof verdween zeer snel, het ging van 21 procent naar 14.2 procent -- mijn god dan voel je je belabberd. Ik bedoel we sleepte ons voort door de biosfeer. En we hadden slaap apnees gedurende de nacht. Dus werden we wakker, snakkend naar adem. Omdat de chemie in je bloed veranderd. En dat je dit letterlijk doet. Je stopt met ademen en dan -- (hapt naar adem) -- adem je in en wordt je wakker. En dat is heel irritant. En iedereen die buiten was dacht dat we zouden sterven. Ik bedoel, de media deed alsof we stervende waren. Ik moest mijn moeder elke dag bellen om te zeggen: "Nee moeder, alles is in orde. We zijn niet dood, We maken het goed." De dokter onderzocht ons om er zeker van te zijn dat we in orde waren. Maar in feite was dat de persoon die het meest kwetsbaar was voor zuurstof. En op een dag kon hij geen nummers meer optellen En toen was het tijd voor ons om zuurstof toe te voegen. En nu denk je waarschijnlijk, wel, "Het systeem dat je in leven houdt faalde. Was dat niet verschrikkelijk?" Ja. Op een bepaalde manier was het angstaanjagend. Buiten dat ik wist dat ik op elke moment door de luchtdichte deur kon stappen als het echt niet meer ging. Maar wie ging nou zeggen: "Ik kan er niet meer tegen!"? Ik niet in elk geval.
But on the other hand, it was the scientific gold of the project, because we could really crank this baby up, as a scientific tool, and see if we could, in fact, find where those seven tons of oxygen had gone. And we did indeed find it. And we found it in the concrete. Essentially it had done something very simple. We had put too much carbon in the soil in the form of compost. It broke down; it took oxygen out of the air; it put CO2 into the air; and it went into the concrete. Pretty straightforward really.
Maar aan de andere kant was dat het wetenschappelijke goud van dit project. Omdat we echt tot het uiterste konden gaan, als een wetenschappelijk hulpmiddel, en we konden proberen om uit te zoeken waar onze zeven ton zuurstof naartoe was gegaan. En we hebben het inderdaad gevonden. En we vonden het in het beton. Eigenlijk was het iets heel simpels. We hadden teveel koolstof in de grond gestopt in de vorm van compost. Het brak af en nam zuurstof op uit de lucht. En verspreidde CO2 in de lucht en daarna in het beton. Heel logisch eigenlijk.
So at the end of the two years when we came out, we were elated, because, in fact, although you might say we had discovered something that was quite "uhh," when your oxygen is going down, stopped working, essentially, in your life support system, that's a very bad failure. Except that we knew what it was. And we knew how to fix it. And nothing else emerged that really was as serious as that. And we proved the concept, more or less. People, on the other hand, was a different subject. We were -- yeah I don't know that we were fixable. We all went quite nuts, I will say.
Dus aan het einde van twee jaar toen we eruit kwamen, waren we opgetogen. Omdat in feite, ondanks wat je zou kunnen zeggen, hadden we iets hadden ontdekt waarvan je denkt: "uhh" wanneer je zuurstofgehalte naar beneden gaat, dat je lichaam stopt met werken, en dat is niet goed. Buiten dat we wisten wat het gebeurde. En we wisten hoe we het konden oplossen. En niets anders kwam naar boven dat zo erg was als dat. En we bewezen het concept, min of meer. Mensen aan de andere hand, dat is een ander verhaal. We waren --- I weet niet of we herstelbaar waren. We werden allemaal gek.
And the day I came out of Biosphere 2, I was thrilled I was going to see all my family and my friends. For two years I'd been seeing people through the glass. And everybody ran up to me. And I recoiled. They stank! People stink! We stink of hairspray and underarm deodorant, and all kinds of stuff. Now we had stuff inside Biosphere to keep ourselves clean, but nothing with perfume. And boy do we stink out here. Not only that, but I lost touch of where my food came from. I had been growing all my own food. I had no idea what was in my food, where it came from. I didn't even recognize half the names in most of the food that I was eating. In fact, I would stand for hours in the aisles of shops, reading all the names on all of the things. People must have thought I was nuts. It was really quite astonishing. And I slowly lost track of where I was in this big biosphere, in this big biosphere that we all live in. In Biosphere 2 I totally understood that I had a huge impact on my biosphere, everyday, and it had an impact on me, very viscerally, very literally.
En de dag dat ik uit Biosfeer 2 kwam was ik echt enthousiast om mijn familie en vrienden terug te zien. Twee jaar lang had ik ze enkel gezien door het glas. En iedereen kwam naar me toe. En ik trok me terug. Ze stonken! Mensen stinken! We stinken naar haarlak en deodorant onder onze armen, en dat soort dingen. We hadden wel dingen in de biosfeer om ons schoon te houden. Maar niets met een geurtje. En jongens, stinken dat we hier doen. Dat niet alleen, ik vergat waar het eten vandaan kwam. Ik had een hele tijd zelf eten verbouwd. Ik had geen idee wat er in mijn voeding zat, waar het vandaan kwam. Ik herkende zelfs de helft van de namen in onze voeding niet. Ik stond zelfs uren in de winkels, al de namen aan het lezen van die dingen. De mensen moeten gedacht hebben dat ik gek was. Het was eigenlijk heel verbazingwekkend. En ik verloor langzaam het inzicht van mijn plaats in onze biosfeer, de biosfeer waarin we leven. In Biosfeer 2 begreep ik volledig dat ik een enorme inpact had op mijn biosfeer, elke dag, en het ook een impact had op mij, heel letterlijk.
So I went about my business: Paragon Space Development Corporation, a little firm I started with people while I was in the Biosphere, because I had nothing else to do. And one of the things we did was try to figure out: how small can you make these biospheres, and what can you do with them? And so we sent one onto the Mir Space Station. We had one on the shuttle and one on the International Space Station, for 16 months, where we managed to produce the first organisms to go through complete multiple life cycles in space -- really pushing the envelope of understanding how malleable our life systems are.
Dus ging ik verder met mijn zaken. Paragon Space Development Corporation, een klein bedrijf dat ik startte met de mensen tijdens men verblijf in de biosfeer, omdat ik niets anders te doen had. En een van de dingen die we deden was proberen uit te zoeken hoe klein we deze biosferen zouden kunnen maken. En wat je ermee kan doen. En dus zijn we naar het Muir Space Station gegaan. We hadden er een op de shuttle en een op het internationale ruimtestation, voor 16 maanden. Daar waren we erin geslaagd om onze eerste organismes te produceren die door meerdere stadia van leven gingen in de ruimte. We gingen tot het uiterste om te begrijpen hoe kneedbaar ons system wel niet is.
And I'm also proud to announce that you're getting a sneak preview -- on Friday we're going to announce that we're actually forming a team to develop a system to grow plants on the Moon, which is going to be pretty fun. And the legacy of that is a system that we were designing: an entirely sealed system to grow plants to grow on Mars. And part of that is that we had to model very rapid circulation of CO2 and oxygen and water through this plant system.
En ik ben trost om te mogen aankondigen dat je nu een preview krijgt -- op vrijdag gaan we aankondigen dat we een team gaan samenstellen om een systeem te ontwikkelen op planten te verbouwen op de maan. Wat erg leuk gaat worden. En de erfenis is dat een systeem dat we gaan ontwikkelen. Een volledig afgeschermd systeem om planten te verbouwen op Mars. En een deel van dat is dat we een simulatie moesten maken van het snel circuleren van CO2 en zuurstof en water, door dit plantensysteem.
As a result of that modeling I ended up in all places, in Eritrea, in the Horn of Africa. Eritrea, formerly part of Ethiopia, is one of those places that is astonishingly beautiful, incredibly stark, and I have no understanding of how people eke out a living there. It is so dry. This is what I saw. But this is also what I saw. I saw a company that had taken seawater and sand, and they were growing a kind of crop that will grow on pure salt water without having to treat it. And it will produce a food crop. In this case it was oilseed. It was astonishing. They were also producing mangroves in a plantation. And the mangroves were providing wood and honey and leaves for the animals, so that they could produce milk and whatnot, like we had in the Biosphere.
Als een resultaat van deze simulaties kwam ik op allerlei plaatsen, in Eritrea, aan de hoorn van Africa. Eritrea, vroeger bekent als Ethiopië, op een van deze ongelooflijk mooi plaatsen, ongelooflijk afgelegen, en ik heb geen idee hoe mensen daar kunnen overleven. Het was zo droog. Dit is wat is zag. Maar dit is ook wat is zag. Ik zag een bedrijf dat zeewater had genomen en zand, en ze waren een gewas aan het laten groeien met puur zoutwater zonder het te behandelen. En het produceerde eetbaare producten. In dit geval was het oliezaad. Ik was verbaasd. Ze waren ook mangroves aan het creeëren in een plantage. En deze mangroves gaven hout en honing en bladeren voor de dieren, zodat ze melk en nog andere dingen kon produceren, zoals wij dat hadden in onze biosfeer.
And all of it was coming from this: shrimp farms. Shrimp farms are a scourge on the earth, frankly, from an environmental point of view. They pour huge amounts of pollutants into the ocean. They also pollute their next-door neighbors. So they're all shitting each other's ponds, quite literally. And what this project was doing was taking the effluent of these, and turning them into all of this food. They were literally turning pollution into abundance for a desert people. They had created an industrial ecosystem, of a sense.
En dit alles komt van deze garnaal boederij. Garnaal boederijen zijn de plaag van de aarde, om eerlijk te zijn, vanuit een milieu standpunt. Ze dumpen grote hoeveelheden vervuiling in de oceaan. Ze vervuilen ook hun buren. Dus ze bevuilen allemaal elkaars vijver. Letterlijk. En wat dit project aan het doen was, was het afval nemen van deze dingen en het veranderen in voedsel. Ze waren letterlijk vervuiling aan het veranderen in overvloed voor de mensen in de woestijn. Ze hadden op een manier een industrieel ecosysteem gecreeërd .
I was there because I was actually modeling the mangrove portion for a carbon credit program, under the U.N. Kyoto Protocol system. And as I was modeling this mangrove swamp, I was thinking to myself, "How do you put a box around this?" When I'm modeling a plant in a box, literally, I know where to draw the boundary. In a mangrove forest like this I have no idea. Well, of course you have to draw the boundary around the whole of the Earth. And understand its interactions with the entire Earth. And put your project in that context.
Ik was eigenlijk daar om een model te maken van de mangroves voor een koolstof programma voor de VN. Kyoto Protocol system. En terwijl ik het mangrove moeras aan het modelleren was, zat ik bij mezelf te denken: "Hoe zet je hier een doos omheen?" Wanneer ik een plant in een doos modelleer, letterlijk, dan weet ik waar de grenzen liggen. In een mangrove als dit heb ik echt geen idee. Natuurlijk moet je de grenzen tekenen rond de hele aarde. En de interacties begrijpen met de hele aarde. En dan plaats je je project in die context.
Around the world today we're seeing an incredible transformation, from what I would call a biocidal species, one that -- whether we intentionally or unintentionally -- have designed our systems to kill life, a lot of the time. This is in fact, this beautiful photograph, is in fact over the Amazon. And here the light green are areas of massive deforestation. And those beautiful wispy clouds are, in fact, fires, human-made fires. We're in the process of transforming from this, to what I would call a biophilic society, one where we learn to nurture society. Now it may not seem like it, but we are. It is happening all across the world, in every kind of walk of life, and every kind of career and industry that you can think of. And I think often times people get lost in that. They go, "But how can I possibly find my way in that? It's such a huge subject." And I would say that the small stuff counts. It really does.
Overal ter wereld zien we tegenwoordig een ongelooflijke transformatie. Van wat ik noem een biocidale soort, die per ongeluk of expres onze systemen hebben gebouwd om leven te doden, heel vaak. Dit is, deze mooie foto, boven de Amazone. En hier het lichtgroene gedeelte is massale ontbossing. En deze mooie wolken zijn in feite door de mens aangestoken vuren. We zijn bezig dit alles te veranderen, naar wat ik noem een biovriendelijke samenleving, één waarin we leren onze natuur te onderhouden. Het lijkt misschien niet zo, maar het is wel zo. Het gebeurt overal ter wereld, op elke mogelijke manier, in elke soort sector en industrie die we kunnen bedenken. En ik denk vaak dat mensen hierin verloren raken. Ze zeggen: "Maar hoe kan ik hier nu mijn weg in vinden? Het is zo'n groot onderwerp." En ik zou zeggen dat de kleine dingen het verschil maken. Echt waar.
This is the story of a rake in my backyard. This was my backyard, very early on, when I bought my property. And in Arizona, of course, everybody puts gravel down. And they like to keep everything beautifully raked. And they keep all the leaves away. And on Sunday morning the neighbors leaf blower comes out, and I want to throttle them. It's a certain type of aesthetic. We're very uncomfortable with untidiness. And I threw away my rake. And I let all of the leaves fall from the trees that I have on my property. And over time, essentially what have I been doing? I've been building topsoil. And so now all the birds come in. And I have hawks. And I have an oasis. This is what happens every spring. For six weeks, six to eight weeks, I have this flush of green oasis. This is actually in a riparian area. And all of Tucson could be like this if everybody would just revolt and throw away the rake. The small stuff counts.
Dit is het verhaal van de hark in mijn tuin. Dit is mijn tuin, heel vroeg, toen ik het kocht. En in Arizona, legt iedereen steentjes neer. En ze houden alles mooi geharkt. En ze doen de bladeren weg. En op zondagmorgen komt de bladerenblazer van de buren, en ik wil ze verstikken. Het is een soort esthetiek. We voelen ons niet gemakkelijk bij wanorde. En ik gooide mijn hark weg. En ik liet al de bladeren vallen van de bomen op mijn grond. En met de tijd, wat was ik eigenlijk aan het doen? Ik was een vruchtbare laag aan het bouwen. En nu komen dus alle vogels. En ik heb haviken. En ik heb een oase. Dit gebeurt er elke lente. Gedurende zes weken, zes tot acht weken, heb ik een groene oase. Dit gebied is eigenlijk aan een oever gelegen. En heel Tuscon zou zo kunnen zijn als iedereen zou rebeleren en zijn hark zou weggooien. De kleine dingen maken het verschil.
The Industrial Revolution -- and Prometheus -- has given us this, the ability to light up the world. It has also given us this, the ability to look at the world from the outside. Now we may not all have another biosphere that we can run to, and compare it to this biosphere. But we can look at the world, and try to understand where we are in its context, and how we choose to interact with it.
De industriële revolutie, en Prometheus, gaven ons dit, de gave om de wereld te verlichten. Het gaf ons ook dit, de mogelijkheid om van buitenaf naar onze wereld te kijken. Nu we hebben niet allemaal de mogelijkheid om naar een andere biosfeer te lopen en die te vergelijken met de deze. Maar we kunnen naar de wereld kijken en proberen te begrijpen waar we staan in de context en hoe we kiezen ermee om te gaan.
And if you lose where you are in your biosphere, or are perhaps having a difficulty connecting with where you are in the biosphere, I would say to you, take a deep breath. The yogis had it right. Breath does, in fact, connect us all in a very literal way. Take a breath now. And as you breathe, think about what is in your breath. There perhaps is the CO2 from the person sitting next-door to you. Maybe there is a little bit of oxygen from some algae on the beach not far from here. It also connects us in time. There may be some carbon in your breath from the dinosaurs. There could also be carbon that you are exhaling now that will be in the breath of your great-great-great-grandchildren. Thank you. (Applause)
En als je je plaats verliest in deze biosfeer en wanneer je moeite hebt om je te verbinden met wat je bent in de biosfeer, dan zou ik zeggen, neem een diepe zucht. De beoefenaars van yoga hadden gelijk. Adem verbindt ons allemaal op een letterlijke manier. Neem nu een ademteug. En terwijl je ademt, denk dan wat er in jouw adem zit. Dit is misschien de CO2 van de persoon die naast je zit. Misschien is er een klein beetje zuurstof van een alge op het strand hier niet zo ver vandaan. Het verbindt ons ook in tijd. Er kan zelfs een beetje koolstof in je adem zitten van de dinosaurussen. Als je nu uitademt zit er misschien koolstof in dat ingeademd zal worden door jouw achter achter achter kleinkinderen. Dank u.