Compassion: what does it look like? Come with me to 915 South Bloodworth Street in Raleigh, North Carolina, where I grew up. If you come in you will see us: evening time, at table -- set for ten but not always all seats filled -- at the point when dinner is ready to be served. Since mom had eight kids, sometimes she said she couldn't tell who was who and where they were. Before we could eat, she would ask, "Are all the children in?" And if someone happened to be missing, we would have to, we say, "Fix a plate" for that person, put it in the oven, then we could say grace, and we could eat.
Compassie. Hoe ziet dat eruit? Ik neem jullie mee naar South Bloodworthstraat 915 in Raleigh, North Carolina. Hier groeide ik op. Als je binnenkomt rond etenstijd zie je ons aan tafel zitten, die voor tien man gedekt is maar waarvan niet altijd alle plaatsen bezet waren. Op een bepaald moment, wanneer het eten klaar was om opgediend te worden, zei mijn moeder soms dat ze niet wist wie wie was of waar iedereen was – ze had immers acht kinderen. Voordat we gingen eten, vroeg ze altijd: “Zijn alle kinderen er?” En als er iemand niet was, moesten we, ‘een bord klaarmaken’ zoals wij dat zeggen, voor degene die er niet was, en het in de oven zetten, vervolgens konden we bidden en beginnen met eten.
Also, while we were at the table, there was a ritual in our family: when something significant had happened for any one of us -- whether mom had just been elected as the president of the PTA, or whether dad had gotten an assignment at the college of our denomination, or whether someone had won the jabberwocky contest for talent -- the ritual at the family was, once the announcement is made, we must take five, ten minutes to do what we call "make over" that person -- that is, to make a fuss over the one who had been honored in some way. For when one is honored, all are honored.
Als we aan tafel zaten was er ook het ritueel in ons gezin dat wanneer er voor iemand van ons iets belangrijks gebeurd was, variërend van mijn moeder die net gekozen was tot president van de PTA (Parent Teacher Association), tot mijn vader die benoemd was in het bestuur van ons kerkgenootschap, of dat iemand een of andere rare talentenjacht had gewonnen, het ritueel in ons gezin was dat zodra dit bekend gemaakt was, we die persoon vijf à tien minuten lang zoals wij dat noemden moesten ‘vermaken’ wat wil zeggen dat we overdreven veel ophef maakten over degene die op de een of andere manier geëerd was, want wanneer één iemand geëerd is, is iedereen geëerd.
Also, we had to make a report on our extended "visited" members, that is, extended members of the family, sick and elderly, shut in. My task was, at least once a week, to visit Mother Lassiter who lived on East Street, Mother Williamson who lived on Bledsoe Avenue, and Mother Lathers who lived on Oberlin Road. Why? Because they were old and infirm, and we needed to go by to see if they needed anything. For mom said, "To be family, is to care and share and to look out for one another. They are our family."
We moesten ook rapporteren over het bezoek aan leden van onze 'uitgebreide familie' zoals zieken en ouderen. Het was mijn taak om op zijn minst een keer per week Moeder Lassiter te bezoeken, die in de Eaststraat woonde, Moeder Williamson die aan de Bledsoelaan woonde en Moeder Lathers die in de Oberlinweg woonde. Waarom? Omdat ze oud en zwak waren. En we moesten er langs gaan om te zien of ze iets nodig hadden. Omdat mijn moeder zei: “Familie zijn betekent zorgdragen, delen met elkaar en naar elkaar omkijken. Zij horen bij onze familie.”
And, of course, sometimes there was a bonus for going. They would offer sweets or money. Mom says, "If they ask you what it costs to either go shopping for them, you must always say, 'Nothing.' And if they insist, say, 'Whatever you mind to give me.'" This was the nature of being at that table. In fact, she indicated that if we would do that, not only would we have the joy of receiving the gratitude from the members of the extended family, but she said, "Even God will smile, and when God smiles, there is peace, and justice, and joy."
En soms zat er natuurlijk een extraatje aan vast. Als ze me snoepjes of geld gaven. Mijn moeder zei altijd: “Als ze je vragen wat het kost om voor ze te gaan winkelen, moet je altijd zeggen dat het niets kost. En als ze blijven aandringen, zeg je ‘alles wat u geeft is goed.’” Zo ging het er aan toe aan die tafel. Ze wees er eigenlijk op dat als we dat deden, we niet alleen blij zouden zijn door de dankbaarheid van die andere familieleden, maar zei ze dan: “Zelfs God zal lachen en wanneer God lacht, is er vrede, gerechtigheid en vreugde.”
So, at the table at 915, I learned something about compassion. Of course, it was a minister's family, so we had to add God into it. And so, I came to think that mama eternal, mama eternal, is always wondering: Are all the children in? And if we had been faithful in caring and sharing, we had the sense that justice and peace would have a chance in the world.
Aan die keukentafel van nummer 915 heb ik dus iets geleerd over compassie. Het was natuurlijk het gezin van een predikant, dus we moesten God erbij betrekken. En dus begon ik te denken dat de eeuwige moeder, de ‘Eeuwige Moeder’, zich altijd afvraagt: Zijn alle kinderen er? En als we maar trouw zouden blijven aan het zorgen voor elkaar en met elkaar delen, dan hadden we het gevoel dat gerechtigheid en vrede een kans zou maken in de wereld.
Now, it was not always wonderful at that table. Let me explain a point at which we did not rise to the occasion. It was Christmas, and at our family, oh, what a morning. Christmas morning, where we open up our gifts, where we have special prayers, and where we get to the old upright piano and we would sing carols. It was a very intimate moment. In fact, you could come down to the tree to get your gifts and get ready to sing, and then get ready for breakfast without even taking a bath or getting dressed, except that daddy messed it up.
Maar het was niet altijd feest aan die eettafel. Ik zal vertellen van die keer dat we niet tegen de situatie opgewassen waren. Het was Kerstmis en in onze familie is dat een geweldige ochtend. Kerstochtend, waarin we onze cadeautjes uitpakken, speciale gebeden opzeggen en we ons rond de oude piano scharen om kerstliedjes te zingen. Het was een heel intiem moment. Je kon zelfs naar beneden komen om je cadeautjes uit te pakken en te zingen, en vervolgens te ontbijten zonder je ook maar gedoucht of aangekleed te hebben, maar deze keer verpestte vader het.
There was a member of his staff who did not have any place on that particular Christmas to celebrate. And daddy brought Elder Revels to the Christmas family celebration. We thought he must be out of his mind. This is our time. This is intimate time. This is when we can just be who we are, and now we have this stuffy brother with his shirt and tie on, while we are still in our PJs. Why would daddy bring Elder Revels? Any other time, but not to the Christmas celebration.
Er was een personeelslid van hem die geen plek had om kerstmis te vieren. Dus bracht vader Ouderling Revels mee naar de kerstviering van ons gezin. We dachten dat hij zijn verstand verloren had. Dit is onze tijd. Dit is ons intiem samenzijn. Dit is de tijd dat we gewoon onszelf kunnen zijn, en nu is hier die saaie broeder, met zijn jasje en zijn dasje terwijl wij nog steeds in onze pyjama's zitten. Waarom zou vader Ouderling Revels meegenomen hebben? Elk ander tijdstip was prima geweest, maar niet tijdens de kerstviering.
And mom overheard us and said, "Well, you know what? If you really understand the nature of this celebration, it is that this is a time where you extend the circle of love. That's what the celebration is all about. It's time to make space, to share the enjoyment of life in a beloved community." So, we sucked up. (Laughter)
Moeder hoorde ons toevallig en zei: "Weet je, als je echt de aard van deze viering begrijpt, weet je dat dit de tijd is om de 'cirkel van liefde' uit te breiden. Daar draait de viering allemaal om. Het is de tijd om ruimte te scheppen, om de vreugde van het leven in een liefdevolle gemeenschap met elkaar te delen. Dus gingen we toch maar met hem aanpappen. (Gelach)
But growing up at 915, compassion was not a word to be debated; it was a sensibility to how we are together. We are sisters and brothers united together. And, like Chief Seattle said, "We did not spin the web of life. We're all strands in it. And whatever we do to the web, we do to ourselves." Now that's compassion.
Maar voor iemand die op nummer 915 opgroeide, was compassie niet een woord waarover gediscussieerd werd, het was je bewust zijn van hoe we met elkaar om moeten gaan. We zijn zussen en broers die met elkaar verenigd zijn. Zoals Opperhoofd Seattle zei: "Wij hebben niet het web van het leven gespind. We zijn allen draden erin. En al wat we het web aandoen, doen we onszelf aan." Dat is nu compassie.
So, let me tell you, I kind of look at the world this way. I see pictures, and something says, "Now, that's compassion." A harvested field of grain, with some grain in the corners, reminding me of the Hebrew tradition that you may indeed harvest, but you must always leave some on the edges, just in case there's someone who has not had the share necessary for good nurture. Talk about a picture of compassion.
Ik zal jullie vertellen hoe ik ongeveer tegen de wereld aankijk. Ik zie beelden voor me en iets in me zegt: "Dat is nu compassie." Een geoogst graanveld waar nog wat graan in de hoeken van het veld staat wat me herinnert aan de joodse traditie dat je mag oogsten maar altijd wat over moet laten aan de randen voor het geval er iemand is die niet genoeg heeft om zich goed te voeden. Als we spreken over een beeld dat compassie laat zien,
I see -- always, it stirs my heart -- a picture of Dr. Martin Luther King, Jr. walking arm in arm with Andy Young and Rabbi Heschel and maybe Thich Nhat Hanh and some of the other saints assembled, walking across the bridge and going into Selma. Just a photograph. Arm in arm for struggle. Suffering together in a common hope that we can be brothers and sisters without the accidents of our birth or our ethnicity robbing us of a sense of unity of being.
zie ik --het beroert telkens mijn hart -- een afbeelding van Dr. Martin Luther King Jr. die arm in arm loopt met Andy Young en Rabbi Heschel en misschien Thich Nhat Hanh, en wat andere 'heiligen' die daar verzameld waren, en die over de brug liepen op weg naar Selma. Alleen maar een foto. Arm in arm voor de strijd. Samen lijdend in een gedeelde hoop dat we broers en zussen kunnen zijn zonder dat toevalligheden als onze geboorte of onze etniciteit ons beroven van een gevoel van één zijn met elkaar.
So, there's another picture. Here, this one. I really do like this picture. When Dr. Martin Luther King, Jr. was assassinated, that day, everybody in my community was upset. You heard about riots all across the land. Bobby Kennedy was scheduled to bring an inner city message in Indianapolis. This is the picture. They said, "It's going to be too volatile for you to go." He insisted, "I must go."
Er is nog een andere beeld waar ik erg van houd. Op de dag dat Dr. Martin Luther King Jr. vermoord was, was iedereen in mijn gemeenschap ontdaan. In het hele land waren er rellen. Er stond een campagnetoespraak van Bobby Kennedy gepland in de binnenstad van Indianapolis. Het ging als volgt, ze zeiden: "De sfeer zal te explosief zijn om ernaar toe te gaan." "Ik moet ernaar toe," bleef Kennedy aandringen.
So, sitting on a flatbed truck, the elders of the community are there, and Bobby stands up and says to the people, "I have bad news for you. Some of you may not have heard that Dr. King has been assassinated. I know that you are angry, and I know that you would almost wish to have the opportunity to enter now into activities of revenge. But," he said, "what I really want you to know is that I know how you feel. Because I had someone dear to me snatched away. I know how you feel." And he said, "I hope that you will have the strength to do what I did. I allowed my anger, my bitterness, my grief to simmer a while, and then I made up my mind that I was going to make a different world, and we can do that together." That's a picture. Compassion? I think I see it.
Dus, achterop een vrachtwagen met de ouderen van de gemeenschap, Bobby staat op en zegt tegen de mensen: "Ik heb slecht nieuws voor jullie." Sommigen van jullie zullen misschien niet gehoord hebben dat Dr. King vermoord is en ik weet dat jullie boos zijn, en ik weet dat jullie bijna zouden willen dat jullie de mogelijkheid hadden om nu wraakacties te plegen, maar," zei hij, "wat ik echt wil dat jullie moeten weten, is dat ik weet hoe jullie je voelen. Omdat ook bij mij iemand weggerukt is die me heel dierbaar was. Ik weet hoe jullie je voelen." En hij zei: "Ik hoop dat jullie de kracht hebben om te doen wat ik ook deed. Ik liet mijn woede, mijn verbittering, mijn bedroefdheid toe om een tijdje zachtjes te sudderen en vervolgens besloot ik om de wereld te gaan veranderen en dat kunnen we samen doen." Dat is een duidelijk beeld. Compassie? Dacht van wel.
I saw it when the Dalai Lama came to the Riverside Church while I was a pastor, and he invited representatives of faith traditions from all around the world. He asked them to give a message, and they each read in their own language a central affirmation, and that was some version of the golden rule: "As you would that others would do unto you, do also unto them." Twelve in their ecclesiastical or cultural or tribal attire affirming one message. We are so connected that we must treat each other as if an action toward you is an action toward myself.
Ik zag het ook toen de Dalai Lamai de Riverside Kerk bezocht waar ik predikant was, en hij vertegenwoordigers van verschillende geloofstradities uit de hele wereld uitgenodigd had. Hij vroeg ze om een boodschap, en ze lazen allemaal in hun eigen taal een plechtige verklaring voor, die een interpretatie was van de gouden regel: "Wat jij zou willen dat anderen voor jou zouden doen, doe dat ook voor hen." Twaalf mensen uitgedost in de klederdracht van hun kerk, cultuur of stam die één boodschap bekrachtigen. We zijn zo verbonden, dat we elkaar moeten behandelen alsof een daad richting jou een daad richting mezelf is.
One more picture while I'm stinking and thinking about the Riverside Church: 9/11. Last night at Chagrin Fall, a newspaperman and a television guy said, "That evening, when a service was held at the Riverside Church, we carried it on our station in this city. It was," he said, "one of the most powerful moments of life together. We were all suffering. But you invited representatives of all of the traditions to come, and you invited them. 'Find out what it is in your tradition that tells us what to do when we have been humiliated, when we have been despised and rejected.' And they all spoke out of their own traditions, a word about the healing power of solidarity, one with the other."
Ik zie nog een beeld voor me wanneer ik aan de Riverside Kerk denk. 9/11. Op de avond van het verdriet om de aanslagen zeiden een krantenman en een televisieman, die avond, toen er een dienst werd gehouden in de Riverside Kerk, zonden we die uit op ons kanaal in deze stad. "Het was," zei hij, "Een van de krachtigste momenten van samenleven." We leden allemaal, maar jij nodigde vertegenwoordigers van alle geloofstradities uit om erbij te zijn. Om erachter te komen wat elke geloofstraditie zegt over wat we moeten doen op momenten dat we vernederd zijn, wanneer we veracht en afgewezen zijn. En ze spraken allemaal vanuit hun eigen geloofstraditie over de helende werking van solidariteit.
I developed a sense of compassion sort of as second nature, but I became a preacher. Now, as a preacher, I got a job. I got to preach the stuff, but I got to do it too. Or, as Father Divine in Harlem used to say to folks, "Some people preach the Gospel. I have to tangibilitate the Gospel." So, the real issue is: How do you tangibilitate compassion? How do you make it real?
Goed, ik heb een soort gevoel voor compassie ontwikkeld als tweede natuur, want ik ben predikant geworden. Als predikant had ik een taak. Ik moest erover preken, maar ik moest het ook zelf dóen. Of zoals Father Divine in Harlem altijd tegen de mensen zei: "Sommige mensen verkondigen het Evangelie. Ik moet het Evangelie tastbaar maken." De echte vraag is dus: "Hoe maak je compassie tastbaar?" Hoe pas je het toe in je leven van alledag?
My faith has constantly lifted up the ideal, and challenged me when I fell beneath it. In my tradition, there is a gift that we have made to other traditions -- to everybody around the world who knows the story of the "Good Samaritan." Many people think of it primarily in terms of charity, random acts of kindness. But for those who really study that text a little more thoroughly, you will discover that a question has been raised that leads to this parable.
Mijn geloof heeft continu het ideaal verheven, en me uitgedaagd wanneer ik tekort schoot. In mijn geloofstraditie is er een geschenk dat we aan andere religies geschonken hebben, namelijk het verhaal van de barmhartige samaritaan, dat iedereen in de hele wereld kent. Veel mensen denken dat het met name gaat over naastenliefde, over willekeurige goede daden. Maar diegenen die de tekst wat beter bestuderen, zullen ontdekken dat er een vraag vooraf ging die leidde tot deze parabel.
The question was: "What is the greatest commandment?" And, according to Jesus, the word comes forth, "You must love yourself, you must love the Lord your God with all your heart, mind and soul, and your neighbor as yourself."
De vraag was: Wat is het belangrijkste gebod? En, volgens Jezus, was het: "Je moet jezelf liefhebben, je moet de Heer uw God met heel je hart, je ziel en je verstand liefhebben, en je naaste net zoveel liefhebben als jezelf."
And then the person asked, "Well, what do you mean, 'neighbor?'"
En de man vroeg: "Wat bedoel je met 'naaste'?
And he answered it by telling the story of the man who fell among thieves, and how religious authorities went the other way, and how their supporters in the congregation went the other way; but an unsuspecting, despised person came along, saw the man in need, provided oil and wine for his wounds, put him on his own transportation, and took him to the inn and asked the innkeeper, "Take care of him." And he said, "Here, this is the initial investment, but if needs continue, make sure that you provide them. And whatever else is needed, I will provide it and pay for it when I return."
En hij antwoordde met het verhaal van de man die door rovers overvallen werd onderweg, en hoe kerkvaders die voorbij kwamen hem links lieten liggen, en hoe tempeldienaren die passeerden hetzelfde deden, maar toen kwam er een nietsvermoedende persoon voorbij die de man in nood zag, zijn wonden met olie en wijn verzorgde, hem op zijn ezel tilde en hem naar de herberg bracht en tegen de herbergier zei: "Zorg goed voor hem." En hij zei: "Hier heb je alvast geld, en mocht hij andere dingen nodig hebben, zorg daar dan voor. En wat er ook verder nodig is, ik zal ervoor zorgen en er voor betalen wanneer ik terug kom."
This always seemed to me to be a deepening of the sense of what it means to be a Good Samaritan. A Good Samaritan is not simply one whose heart is touched in an immediate act of care and charity, but one who provides a system of sustained care -- I like that, 'a system of sustained care ' -- in the inn, take care. I think maybe it's one time when the Bible talks about a healthcare system and a commitment to do whatever is necessary -- that all God's children would have their needs cared for, so that we could answer when mommy eternal asks, "In regards to health, are all the children in?" And we could say yes.
Voor mij was dit altijd een voorbeeld van verdieping van het begrip 'een barmhartige samaritaan zijn'. Een barmhartige samaritaan is niet simpelweg iemand wiens hart geraakt is, en onmiddellijk zorgt voor zorg en naastenliefde, maar iemand die een langdurig zorgsysteem opzet -- daar hou ik van -- een langdurig zorgsysteem in de herberg. Ik denk dat het misschien de enige keer is dat er in de Bijbel gesproken wordt over een gezondheidsstelsel en een verplichting om al het noodzakelijke te doen, zodat alle kinderen van God voorzien worden in hun behoeften, dat wanneer de Eeuwige Moeder zou vragen: "Zijn alle kinderen er, met betrekking tot gezondheid?" wij 'ja' zouden kunnen antwoorden.
Oh, what a joy it has been to be a person seeking to tangibilitate compassion. I recall that my work as a pastor has always involved caring for their spiritual needs; being concerned for housing, for healthcare, for the prisoners, for the infirm, for children -- even the foster care children for whom no one can even keep a record where they started off, where they are going. To be a pastor is to care for these individual needs.
Wat deed het me deugd om iemand te zijn die op zoek was naar manieren om compassie tastbaar te maken. Ik herinner jullie eraan dat mijn werk als predikant altijd bestaan heeft uit het verzorgen van spirituele behoeftes, me te bekommeren om huisvesting, om gezondheid, voor gevangenen, zwakkeren, kinderen, zelfs voor weeskinderen van wie niemand ook maar kon bijhouden wanneer ze weggingen of waar ze naartoe gingen. Predikant zijn betekent je bekommeren om deze individuele behoeften.
But now, to be a Good Samaritan -- and I always say, and to be a good American -- for me, is not simply to congratulate myself for the individual acts of care. Compassion takes on a corporate dynamic. I believe that whatever we did around that table at Bloodworth Street must be done around tables and rituals of faith until we become that family, that family together that understands the nature of our unity. We are one people together.
Maar een barmhartige samaritaan zijn, zeg ik altijd, en een goede Amerikaan zijn, betekent voor mij niet simpelweg mezelf feliciteren met de individuele zorg die ik verleen, compassie vraagt om een gezamenlijke aanpak. Ik geloof dat wat we deden aan die eettafel in de Bloodworthstraat, aan alle tafels en in alle geloofsrituelen gedaan moet worden, tot we die familie worden, die gezamenlijke familie, die begrijpt dat we allemaal één zijn. We zijn één volk samen.
So, let me explain to you what I mean when I think about compassion, and why I think it is so important that right at this point in history. We would decide to establish this charter of compassion. The reason it's important is because this is a very special time in history. It is the time that, biblically, we would speak of as the day, or the year, of God's favor. This is a season of grace. Unusual things are beginning to happen. Please pardon me, as a black man, for celebrating that the election of Obama was an unusual sign of the fact that it is a year of favor. And yet, there is so much more that needs to be done. We need to bring health and food and education and respect for all God's citizens, all God's children, remembering mama eternal.
Ik zal jullie uitleggen wat ik bedoel wanneer ik aan compassie denk, en waarom ik denk dat het zo belangrijk is om precies op dit moment in de geschiedenis we besluiten om een Handvest voor Compassie op te stellen. Het is belangrijk omdat we op een heel speciaal moment in de geschiedenis leven. Het is de periode die we volgens de bijbel zouden kunnen bestempelen als de dag, of het jaar, van God's gunst. Het is een tijd van genade. Er staan bijzondere dingen te gebeuren. Vergeef me alsjeblieft, als zwarte man, voor het vieren dat de verkiezing van Obama een ongewoon teken was van het feit dat het een gunstig jaar was, en desondanks zijn er nog zo veel dingen die moeten gebeuren. We moeten zorgen voor gezondheid, voedsel en onderwijs en respect voor al God's burgers, al God's kinderen, de Eeuwige Moeder indachtig.
Now, let me close my comments by telling you that whenever I feel something very deeply, it usually takes the form of verse. And so I want to close with a little song. I close with this song -- it's a children's song -- because we are all children at the table of mama eternal. And if mama eternal has taught us correctly, this song will make sense, not only to those of us who are a part of this gathering, but to all who sign the charter for compassion. And this is why we do it.
Ik sluit mijn pleidooi af door te zeggen dat wanneer ik iets heel diep binnen in me voel, het meestal de vorm aanneemt van een gedicht. Dus wil ik afsluiten met een kort liedje. Ik sluit hiermee af -- het is een kinderliedje -- omdat we allemaal kinderen zijn aan de tafel van de Eeuwige Moeder. En als de Eeuwige Moeder het ons goed geleerd heeft, zal dit liedje zinvol zijn, niet alleen voor diegenen die hier vandaag bijeen zijn, maar voor iedereen die het Handvest voor Compassie ondertekent. Dat is waar we het voor doen.
The song says, ♫ "I made heaven so happy today, ♫ ♫ Receiving God's love and giving it away ♫ ♫ When I looked up, heaven smiled at me ♫ ♫ Now, I'm so happy. Can't you see? ♫ ♫ I'm happy. Look at me. I'm happy. Can't you see? ♫ ♫ Sharing makes me happy, makes heaven happy too ♫ ♫ I'm happy. Look at me. I'm happy. Can't you see? ♫ ♫ Let me share my happy loving smile with you. ♫
Het liedje gaat als volgt: ♫ "Ik heb de hemel zo blij gemaakt vandaag, ♫ ♫ God's liefde ontvangen en weggegeven ♫ ♫ Toen ik omhoog keek, lachte de hemel naar me ♫ ♫ Nu ben ik zo blij. Kun je het zien? ♫ ♫ Ik ben blij. Kijk naar me. Ik ben blij. Kun je het zien? ♫ ♫ Delen maakt me blij, en de hemel ook ♫ ♫ Ik ben blij. Kijk naar me. Ik ben blij. Kun je het zien? ♫ ♫ Laat me deze blije, liefdevolle lach met je delen ♫
That's compassion. (Applause)
Dat is compassie.