I've been spending a lot of time traveling around the world these days, talking to groups of students and professionals, and everywhere I'm finding that I hear similar themes. On the one hand, people say, "The time for change is now." They want to be part of it. They talk about wanting lives of purpose and greater meaning. But on the other hand, I hear people talking about fear, a sense of risk-aversion. They say, "I really want to follow a life of purpose, but I don't know where to start. I don't want to disappoint my family or friends." I work in global poverty. And they say, "I want to work in global poverty, but what will it mean about my career? Will I be marginalized? Will I not make enough money? Will I never get married or have children?" And as a woman who didn't get married until I was a lot older -- and I'm glad I waited -- (Laughter) -- and has no children, I look at these young people and I say, "Your job is not to be perfect. Your job is only to be human. And nothing important happens in life without a cost." These conversations really reflect what's happening at the national and international level. Our leaders and ourselves want everything, but we don't talk about the costs. We don't talk about the sacrifice.
Ik heb veel tijd doorgebracht met de wereld af te reizen en voordrachten te houden voor groepen van studenten en professionals. Overal duiken dezelfde thema's weer op. Aan de ene kant zeggen mensen: "Nu is de tijd voor verandering." Ze willen er deel van uitmaken. Ze willen een leven met een doel en meer betekenis. Maar aan de andere kant hoor ik mensen praten over angst, een afkeer van het nemen van risico's. Ze zeggen: "Ik wil echt streven naar een zinvol leven, maar ik weet niet hoe te beginnen. Ik wil mijn familie of vrienden niet teleurstellen." Ik werk in de wereldwijde armoede. Ze zeggen: "Ik wil werken in de wereldwijde armoede, maar wat houdt dat in voor mijn carrière? Zal ik gemarginaliseerd geraken? Zal ik niet genoeg geld verdienen? Zal ik nooit trouwen of kinderen krijgen?" Ik trouwde pas op latere leeftijd - ik ben blij dat ik heb gewacht - (Gelach) en heb geen kinderen. Ik kijk naar deze jongeren en ik zeg: "Je hoeft niet perfect te zijn. Jouw taak bestaat erin mens te zijn. In het leven gebeurt niets belangrijks zonder kosten." Deze gesprekken geven echt weer wat er gebeurt op nationaal en internationaal niveau. Onze leiders en wijzelf willen alles, maar we praten niet over de kosten, we praten niet over het offer.
One of my favorite quotes from literature was written by Tillie Olsen, the great American writer from the South. In a short story called "Oh Yes," she talks about a white woman in the 1950s who has a daughter who befriends a little African American girl, and she looks at her child with a sense of pride, but she also wonders, what price will she pay? "Better immersion than to live untouched." But the real question is, what is the cost of not daring? What is the cost of not trying?
Een van mijn favoriete citaten uit de literatuur werd geschreven door Tillie Olsen, de grote Amerikaanse schrijfster uit het Zuiden. In een kortverhaal genaamd "Oh Yes", vertelt ze over een blanke vrouw in de jaren '50 die een dochter heeft die bevriend raakt met een klein Afrikaans-Amerikaans meisje. Ze kijkt naar haar kind met een gevoel van trots, maar ze vraagt zich ook af: welke prijs zal ze daarvoor betalen? "Diepgang is beter dan onaangeroerd te leven." Maar de echte vraag is: wat zijn de kosten van het niet-durven? Wat zijn de kosten van het niet-proberen?
I've been so privileged in my life to know extraordinary leaders who have chosen to live lives of immersion. One woman I knew who was a fellow at a program that I ran at the Rockefeller Foundation was named Ingrid Washinawatok. She was a leader of the Menominee tribe, a Native American peoples. And when we would gather as fellows, she would push us to think about how the elders in Native American culture make decisions. And she said they would literally visualize the faces of children for seven generations into the future, looking at them from the Earth, and they would look at them, holding them as stewards for that future. Ingrid understood that we are connected to each other, not only as human beings, but to every living thing on the planet.
Ik ben al zo bevoorrecht geweest in mijn leven. Ik heb buitengewone leiders gekend die ervoor kozen om een leven van diepgang te leiden. Ik had een vrouwelijke collega bij een programma dat ik leidde aan de Rockefeller Foundation. Ze heette Ingrid Washinawatok. Ze was een leider van de Menomineestam, een Amerikaanse indianenstam. Als we elkaar ontmoetten, drong ze erop aan dat we ons zouden spiegelen aan de manier waarop de oudsten in de Indiaanse cultuur beslissingen nemen. Ze zei dat ze zich letterlijk de gezichten van de kinderen voor zeven generaties in de toekomst voor de geest brachten. Door naar hen te kijken vanuit de Aarde. Ze zagen deze kinderen als stadhouders van die toekomst. Ingrid begreep dat alles elkaar verbonden was, niet alleen de mensen, maar ook alle levende wezens op de planeet.
And tragically, in 1999, when she was in Colombia working with the U'wa people, focused on preserving their culture and language, she and two colleagues were abducted and tortured and killed by the FARC. And whenever we would gather the fellows after that, we would leave a chair empty for her spirit. And more than a decade later, when I talk to NGO fellows, whether in Trenton, New Jersey or the office of the White House, and we talk about Ingrid, they all say that they're trying to integrate her wisdom and her spirit and really build on the unfulfilled work of her life's mission. And when we think about legacy, I can think of no more powerful one, despite how short her life was.
In 1999 werkte ze in Colombia, bij de U'Wa stam, aan het behoud van hun cultuur en taal. Op tragische manier werd ze samen met twee collega's ontvoerd, gemarteld en gedood door de FARC. Telkens wanneer we nu vergaderen met de collega's, houden we een stoel vrij voor haar geest. Meer dan een decennium later hebben mensen van de NGO's - of het nu in Trenton, New Jersey of het kantoor van het Witte Huis is - het nog vaak over Ingrid. We bouwen voort op haar wijsheid en haar geest en proberen zo haar levensmissie verder te vervullen. Haar nalatenschap is van diepgaande betekenis, hoe kort haar leven ook was.
And I've been touched by Cambodian women -- beautiful women, women who held the tradition of the classical dance in Cambodia. And I met them in the early '90s. In the 1970s, under the Pol Pot regime, the Khmer Rouge killed over a million people, and they focused and targeted the elites and the intellectuals, the artists, the dancers. And at the end of the war, there were only 30 of these classical dancers still living. And the women, who I was so privileged to meet when there were three survivors, told these stories about lying in their cots in the refugee camps. They said they would try so hard to remember the fragments of the dance, hoping that others were alive and doing the same.
Ik ben geroerd door de mooie Cambodjaanse vrouwen, die de traditie van de klassieke dans in ere hielden. Ik ontmoette hen in de vroege jaren '90. In de jaren 1970, onder het regime van Pol Pot, doodde de Rode Khmer meer dan een miljoen mensen. Ze richtten zich vooral op de elite en de intellectuelen, de kunstenaars, de dansers. Aan het einde van de oorlog, waren er nog slechts 30 van deze klassieke dansers in leven. Ik had het voorrecht drie van die overlevenden te ontmoeten. Ze vertelden hoe ze in hun bedden in de vluchtelingenkampen die kennis doorgaven. Ze zeiden dat ze zo hard probeerden om zich de fragmenten van de dans te herinneren, in de hoop dat anderen in leven waren en hetzelfde zouden doen.
And one woman stood there with this perfect carriage, her hands at her side, and she talked about the reunion of the 30 after the war and how extraordinary it was. And these big tears fell down her face, but she never lifted her hands to move them. And the women decided that they would train not the next generation of girls, because they had grown too old already, but the next generation. And I sat there in the studio watching these women clapping their hands -- beautiful rhythms -- as these little fairy pixies were dancing around them, wearing these beautiful silk colors. And I thought, after all this atrocity, this is how human beings really pray. Because they're focused on honoring what is most beautiful about our past and building it into the promise of our future. And what these women understood is sometimes the most important things that we do and that we spend our time on are those things that we cannot measure.
Een vrouw stond daar in deze perfecte pose, haar handen in haar zijde, en zij sprak over de reünie van de 30 na de oorlog. Hoe bijzonder dat was. Dikke tranen liepen over haar gezicht, maar ze veegde ze niet af. Die vrouwen besloten niet de volgende generatie meisjes op te leiden - die waren al te oud geworden - maar de daarop volgende generatie. Ik zat daar in de studio te kijken naar hoe deze vrouwen in hun handen klapten - prachtige ritmes - terwijl deze kleine elfjes om hen heen dansten, in mooi gekleurde zijden kleren. Ik dacht: na al deze gruweldaden, is dit manier waarop mensen echt bidden. Omdat ze erop gericht zijn om het mooiste uit ons verleden een plaats te geven in de belofte van onze toekomst. Wat deze vrouwen begrepen, was dat de belangrijkste dingen die we doen en waar we onze tijd aan besteden, die dingen zijn die we niet kunnen meten.
I also have been touched by the dark side of power and leadership. And I have learned that power, particularly in its absolute form, is an equal opportunity provider. In 1986, I moved to Rwanda, and I worked with a very small group of Rwandan women to start that country's first microfinance bank. And one of the women was Agnes -- there on your extreme left -- she was one of the first three women parliamentarians in Rwanda, and her legacy should have been to be one of the mothers of Rwanda. We built this institution based on social justice, gender equity, this idea of empowering women.
Ik heb ook de donkere kant van macht en leiderschap ervaren. Ik heb geleerd dat macht, vooral in zijn absolute vorm, gelijke kansen biedt. In 1986 verhuisde ik naar Rwanda, om te werken met een kleine groep vrouwen. We wilden in dat land een microkredietbank opstarten. Een van die vrouwen was Agnes - daar helemaal links. Ze was een van de eerste drie vrouwelijke parlementsleden in Rwanda. en haar bijdrage had er moeten in bestaan een van de moeders van Rwanda te zijn. Onze instelling was gebaseerd op sociale rechtvaardigheid, gendergelijkheid, meer zelfstandigheid voor vrouwen.
But Agnes cared more about the trappings of power than she did principle at the end. And though she had been part of building a liberal party, a political party that was focused on diversity and tolerance, about three months before the genocide, she switched parties and joined the extremist party, Hutu Power, and she became the Minister of Justice under the genocide regime and was known for inciting men to kill faster and stop behaving like women. She was convicted of category one crimes of genocide. And I would visit her in the prisons, sitting side-by-side, knees touching, and I would have to admit to myself that monsters exist in all of us, but that maybe it's not monsters so much, but the broken parts of ourselves, sadnesses, secret shame, and that ultimately it's easy for demagogues to prey on those parts, those fragments, if you will, and to make us look at other beings, human beings, as lesser than ourselves -- and in the extreme, to do terrible things.
Maar Agnes bleek uiteindelijk meer geïnteresseerd in de attributen van de macht dan in haar principes. Ze had deelgenomen aan het uitbouwen van een liberale partij, een politieke partij die stond voor diversiteit en tolerantie. Toch verwisselde ze ongeveer drie maanden voor de genocide van kant en werd lid van de extremistische partij, Hutu Power. Ze werd minister van justitie onder het genocide-regime. Ze stond erom bekend dat ze mannen aanzette tot sneller moorden: ze moesten ophouden met zich te gedragen als vrouwen. Ze werd veroordeeld tot de hoogste categorie van genocidemisdaden. Ik heb haar in de gevangenis bezocht, zat vlak bij haar, knieën tegen elkaar, en moest mezelf toegeven dat we allemaal monsters in ons hebben. Maar misschien zijn het niet zozeer monsters als wel onze eigen tekortkomingen, depressies, geheime schaamte. Voor demagogen is het gemakkelijk in te spelen op die delen, die fragmenten van ons. Daardoor gaan we andere wezens, mensen nochtans, zien als inferieur aan onszelf - en doen we in extreme gevallen verschrikkelijke dingen.
And there is no group more vulnerable to those kinds of manipulations than young men. I've heard it said that the most dangerous animal on the planet is the adolescent male. And so in a gathering where we're focused on women, while it is so critical that we invest in our girls and we even the playing field and we find ways to honor them, we have to remember that the girls and the women are most isolated and violated and victimized and made invisible in those very societies where our men and our boys feel disempowered, unable to provide. And that, when they sit on those street corners and all they can think of in the future is no job, no education, no possibility, well then it's easy to understand how the greatest source of status can come from a uniform and a gun.
Geen enkele groep is voor dit soort manipulaties kwetsbaarder dan jonge mannen. Ik heb horen zeggen dat het gevaarlijkste beest op deze planeet de adolescente man is. Op deze vergadering gaat de aandacht naar vrouwen, Het is cruciaal dat we investeren in onze meisjes en we het hen makkelijker maken om vooruit te komen. Toch mogen we niet vergeten dat net meisjes en vrouwen het meest geïsoleerd en onderdrukt zijn, en tot onzichtbare slachtoffers worden gemaakt in precies die maatschappijen waarin onze mannen en jongens zich machteloos voelen niet in staat om in onderhoud te voorzien. Ze hangen daar rond op die straathoek en alles wat ze voor zich zien is een toekomst zonder werk, zonder onderwijs, zonder mogelijkheden. Nou, dan is het gemakkelijk te begrijpen dat de verleiding groot is om status te zoeken door uniformen en geweren.
Sometimes very small investments can release enormous, infinite potential that exists in all of us. One of the Acumen Fund fellows at my organization, Suraj Sudhakar, has what we call moral imagination -- the ability to put yourself in another person's shoes and lead from that perspective. And he's been working with this young group of men who come from the largest slum in the world, Kibera. And they're incredible guys. And together they started a book club for a hundred people in the slums, and they're reading many TED authors and liking it. And then they created a business plan competition. Then they decided that they would do TEDx's.
Soms kunnen kleine investeringen de enorme mogelijkheden die in ieder van ons besloten liggen, vrijmaken. Een van de medewerkers van Acumen Fund, mijn organisatie, Suraj Sudhakar, heeft wat we morele verbeelding noemen - het vermogen in andermans schoenen te gaan staan en vanuit dat perspectief leiding te geven. Hij werkt met een groep jonge mannen afkomstig uit de grootste sloppenwijk ter wereld, Kibera. Het zijn ongelooflijke jongens. Ze startten een boekenclub voor een honderdtal mensen in de sloppenwijken. Nu lezen ze vele auteurs van TED en ze zijn er weg van. Ze organiseerden een businessplan-competitie. Ze besloten TEDx'en te houden.
And I have learned so much from Chris and Kevin and Alex and Herbert and all of these young men. Alex, in some ways, said it best. He said, "We used to feel like nobodies, but now we feel like somebodies." And I think we have it all wrong when we think that income is the link. What we really yearn for as human beings is to be visible to each other. And the reason these young guys told me that they're doing these TEDx's is because they were sick and tired of the only workshops coming to the slums being those workshops focused on HIV, or at best, microfinance. And they wanted to celebrate what's beautiful about Kibera and Mathare -- the photojournalists and the creatives, the graffiti artists, the teachers and the entrepreneurs. And they're doing it. And my hat's off to you in Kibera.
Ik leerde zoveel van Chris, Kevin, Alex, Herbert en al die jonge mannen. Alex drukte het het beste uit. Hij zei: "We voelden ons minderwaardig. Maar nu zijn we iemand." Ik denk dat we allemaal verkeerd zitten wanneer we denken dat het inkomen de oorzaak is. Wat we echt verlangen, is als mens zichtbaar te zijn voor elkaar. Deze jongens vertelden me dat ze TEDx organiseerden omdat ze het beu waren dat de enige workshops die in de sloppenwijken georganiseerd werden, gingen over HIV, of op zijn best, over microfinanciering. Zij wilden laten zien wat er mooi is aan Kibera en Mathare: de fotojournalisten, de creatieven, de graffiti-artiesten, de docenten en de ondernemers. En het lukt ze. Chapeau voor Kibera!
My own work focuses on making philanthropy more effective and capitalism more inclusive. At Acumen Fund, we take philanthropic resources and we invest what we call patient capital -- money that will invest in entrepreneurs who see the poor not as passive recipients of charity, but as full-bodied agents of change who want to solve their own problems and make their own decisions. We leave our money for 10 to 15 years, and when we get it back, we invest in other innovations that focus on change. I know it works. We've invested more than 50 million dollars in 50 companies, and those companies have brought another 200 million dollars into these forgotten markets. This year alone, they've delivered 40 million services like maternal health care and housing, emergency services, solar energy, so that people can have more dignity in solving their problems.
Mijn eigen werk richt zich op een meer effectieve filantropie en een meer inclusief kapitalisme. Bij Acumen Fund gebruiken we filantropische middelen en investeren we wat we 'geduldig kapitaal' noemen - geld dat geïnvesteerd wordt in ondernemers die de armen niet zien als passieve ontvangers van liefdadigheid, maar als volwaardige bezielers van verandering, die hun eigen problemen willen oplossen en hun eigen beslissingen willen nemen. We laten ons geld daar voor 10 tot 15 jaar. Als we het terugkrijgen, investeren we in andere innovaties die op verandering gericht zijn. Ik weet dat dat werkt. We hebben meer dan 50 miljoen dollar in 50 bedrijven geïnvesteerd. Die bedrijven investeerden nog eens 200 miljoen dollar in deze vergeten markten. Alleen al dit jaar leverden ze 40 miljoen diensten, zoals gezondheidszorg voor moeders, huisvesting, hulpdiensten en zonne-energie. Zo kunnen deze mensen op een menswaardige manier hun problemen oplossen.
Patient capital is uncomfortable for people searching for simple solutions, easy categories, because we don't see profit as a blunt instrument. But we find those entrepreneurs who put people and the planet before profit. And ultimately, we want to be part of a movement that is about measuring impact, measuring what is most important to us. And my dream is we'll have a world one day where we don't just honor those who take money and make more money from it, but we find those individuals who take our resources and convert it into changing the world in the most positive ways. And it's only when we honor them and celebrate them and give them status that the world will really change.
Geduldig kapitaal ligt niet lekker bij mensen die zoeken naar eenvoudige oplossingen, en eenvoudige categorieën. Want wij zien winst niet als een bot instrument. Wij zoeken ondernemers die mensen en de planeet boven de winst stellen. We willen deel uitmaken van een beweging die effecten gaat meten, die meet wat het meest belangrijk is voor ons. Mijn droom is dat we ooit een wereld zullen hebben waar we niet alleen maar diegenen vereren die steeds meer geld weten binnen te rijven, maar dat onze helden die mensen worden die met geld de wereld op de meest positieve manier weten te veranderen. Alleen door hén op een voetstuk te plaatsen, zullen we de wereld echt veranderen.
Last May I had this extraordinary 24-hour period where I saw two visions of the world living side-by-side -- one based on violence and the other on transcendence. I happened to be in Lahore, Pakistan on the day that two mosques were attacked by suicide bombers. And the reason these mosques were attacked is because the people praying inside were from a particular sect of Islam who fundamentalists don't believe are fully Muslim. And not only did those suicide bombers take a hundred lives, but they did more, because they created more hatred, more rage, more fear and certainly despair.
Afgelopen mei maakte ik deze buitengewone dag mee waar ik twee visies op de wereld naast elkaar aan het werk zag - een op basis van geweld en de andere op basis van zichzelf overstijgen. Ik was toevallig in Lahore, Pakistan op de dag dat twee moskeeën werden aangevallen door zelfmoordterroristen. Deze moskeeën werden aangevallen omdat de mensen die binnen aan het bidden waren behoorden tot een bepaalde sekte van de islam die volgens fundamentalisten geen volwaardige moslims zijn. Niet alleen hebben die zelfmoordterroristen honderd mensen vermoord, maar ze deden nog meer omdat ze meer haat, meer woede, meer angst en zeker wanhoop creëerden.
But less than 24 hours, I was 13 miles away from those mosques, visiting one of our Acumen investees, an incredible man, Jawad Aslam, who dares to live a life of immersion. Born and raised in Baltimore, he studied real estate, worked in commercial real estate, and after 9/11 decided he was going to Pakistan to make a difference. For two years, he hardly made any money, a tiny stipend, but he apprenticed with this incredible housing developer named Tasneem Saddiqui. And he had a dream that he would build a housing community on this barren piece of land using patient capital, but he continued to pay a price. He stood on moral ground and refused to pay bribes. It took almost two years just to register the land. But I saw how the level of moral standard can rise from one person's action.
Dezelfde dag, was ik op 20 km afstand van die moskeeën, op bezoek bij een van onze Acumen-ondernemingen, een ongelooflijke man, Jawad Aslam, die een leven van diepgang durft te leven. Geboren en getogen in Baltimore, studeerde hij vastgoed, werkte in commercieel vastgoed, en besloot na 9/11 naar Pakistan te gaan om het verschil te maken. Twee jaar lang verdiende hij nauwelijks geld, slechts een kleine toelage. Hij ging in de leer bij een ongelooflijke vastgoedontwikkelaar, Tasneem Saddiqui. Hij had de droom op dit kale stuk grond een woongemeenschap op te richten. Hij wilde dat doen met behulp van geduldig kapitaal, maar tegen een prijs. Hij nam een principeel standpunt in en weigerde steekpenningen te betalen. Het duurde bijna twee jaar om de grond beschreven te krijgen. Ik zag hoe door het toedoen van één persoon het niveau van de morele standaard kan gaan stijgen.
Today, 2,000 people live in 300 houses in this beautiful community. And there's schools and clinics and shops. But there's only one mosque. And so I asked Jawad, "How do you guys navigate? This is a really diverse community. Who gets to use the mosque on Fridays?" He said, "Long story. It was hard, it was a difficult road, but ultimately the leaders of the community came together, realizing we only have each other. And we decided that we would elect the three most respected imams, and those imams would take turns, they would rotate who would say Friday prayer. But the whole community, all the different sects, including Shi'a and Sunni, would sit together and pray."
Vandaag wonen 2.000 mensen in 300 woningen in deze prachtige gemeenschap. Er zijn scholen, klinieken en winkels. Maar slechts één moskee. Ik vroeg Jawad: "Hoe leggen jullie dat aan boord? Dit is een echt diverse gemeenschap. Wie mag op vrijdag de moskee gebruiken? " Hij zei: "Het is een lang verhaal. Het was niet gemakkelijk. Uiteindelijk beseften de leiders van de gemeenschap dat we alleen elkaar hadden. We besloten de drie meest gerespecteerde imams te laten verkiezen. Die imams zouden om beurt voorgaan in het vrijdaggebed. Maar de hele gemeenschap, alle verschillende sekten, met inbegrip van de sjiieten en de soennieten, zou samen bidden."
We need that kind of moral leadership and courage in our worlds. We face huge issues as a world -- the financial crisis, global warming and this growing sense of fear and otherness. And every day we have a choice. We can take the easier road, the more cynical road, which is a road based on sometimes dreams of a past that never really was, a fear of each other, distancing and blame. Or we can take the much more difficult path of transformation, transcendence, compassion and love, but also accountability and justice.
Dat soort moreel leiderschap en moed hebben we nodig. Wij worden geconfronteerd met enorme problemen in de wereld - de financiële crisis, de opwarming van de aarde en dit groeiend gevoel van angst en anders-zijn. Elke dag hebben we de keuze. We kunnen de makkelijker weg, de meer cynische weg kiezen. Een weg gebaseerd op een droom van een verleden dat nooit echt heeft bestaan. Angst voor elkaar, afstand en verwijt. Of we kunnen gaan voor de veel moeilijker weg van transformatie, zichzelf overstijgen, mededogen en liefde, maar ook verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid.
I had the great honor of working with the child psychologist Dr. Robert Coles, who stood up for change during the Civil Rights movement in the United States. And he tells this incredible story about working with a little six-year-old girl named Ruby Bridges, the first child to desegregate schools in the South -- in this case, New Orleans. And he said that every day this six-year-old, dressed in her beautiful dress, would walk with real grace through a phalanx of white people screaming angrily, calling her a monster, threatening to poison her -- distorted faces. And every day he would watch her, and it looked like she was talking to the people. And he would say, "Ruby, what are you saying?" And she'd say, "I'm not talking." And finally he said, "Ruby, I see that you're talking. What are you saying?" And she said, "Dr. Coles, I am not talking; I'm praying." And he said, "Well, what are you praying?" And she said, "I'm praying, 'Father, forgive them, for they know not what they are doing.'" At age six, this child was living a life of immersion, and her family paid a price for it. But she became part of history and opened up this idea that all of us should have access to education.
Ik had de grote eer te werken met de kinderpsycholoog dr. Robert Coles. Hij zette zich in voor verandering tijdens de Burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Hij vertelt dit ongelooflijke verhaal over een klein meisje van zes jaar, Ruby Bridges, het eerste kind dat naar een niet-gescheiden school ging in het Zuiden, in dit geval in New Orleans. Hij zei dat dit zes jaar oude meisje elke dag, in haar mooie jurkje, gracieus langs een rij blanken liep. Die schreeuwden boos, noemden haar een monster, dreigden haar te vergiftigen -- verwrongen gezichten. Elke dag keek hij haar na. Het leek alsof ze praatte met die mensen. Hij vroeg haar: "Ruby, wat zeg je tegen hen?" Ze zei: "Ik ben niet aan het praten." Ten slotte zei hij: "Ruby, ik zie dat je praat. Wat zeg je?" Ze antwoordde: "Dr Coles, ik praat niet. Ik bid." Hij zei: "Nou, wat bid je dan?" Ze zei: "Ik bid: Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat ze doen." Dit kind was zes jaar en leefde een leven van diepgang. Haar familie betaalde er een prijs voor. Maar ze werd deel van de geschiedenis en zorgde voor de doorbraak van het idee dat wij allen recht hebben op onderwijs.
My final story is about a young, beautiful man named Josephat Byaruhanga, who was another Acumen Fund fellow, who hails from Uganda, a farming community. And we placed him in a company in Western Kenya, just 200 miles away. And he said to me at the end of his year, "Jacqueline, it was so humbling, because I thought as a farmer and as an African I would understand how to transcend culture. But especially when I was talking to the African women, I sometimes made these mistakes -- it was so hard for me to learn how to listen." And he said, "So I conclude that, in many ways, leadership is like a panicle of rice. Because at the height of the season, at the height of its powers, it's beautiful, it's green, it nourishes the world, it reaches to the heavens." And he said, "But right before the harvest, it bends over with great gratitude and humility to touch the earth from where it came."
Mijn laatste verhaal gaat over een jonge, mooie man, Josephat Byaruhanga, een andere collega van Acumen Fund, uit Oeganda, uit een agrarische gemeenschap. We stelden hem tewerk in een bedrijf in West-Kenia, slechts een 300 kilometer ver. Hij zei me op het eind van zijn jaar: "Jacqueline, het was zo'n nederigmakende ervaring. Ik dacht dat ik als boer en als Afrikaan zou weten hoe de cultuur te overstijgen. Maar in gesprek met die Afrikaanse vrouwen ging ik vaak in de fout. Het was zo moeilijk om te leren luisteren." Hij zei: "Ik concludeerde dat leiderschap te vergelijken is met een rijst-pluim. Op het hoogtepunt van het seizoen, op het hoogtepunt van haar kunnen, is ze mooi, groen, ze voedt de wereld, ze reikt tot aan de hemel. Maar vlak voor de oogst neigt ze met grote dankbaarheid en nederigheid omlaag om de aarde te beroeren waar ze vandaan kwam."
We need leaders. We ourselves need to lead from a place that has the audacity to believe we can, ourselves, extend the fundamental assumption that all men are created equal to every man, woman and child on this planet. And we need to have the humility to recognize that we cannot do it alone. Robert Kennedy once said that "few of us have the greatness to bend history itself, but each of us can work to change a small portion of events." And it is in the total of all those acts that the history of this generation will be written. Our lives are so short, and our time on this planet is so precious, and all we have is each other. So may each of you live lives of immersion. They won't necessarily be easy lives, but in the end, it is all that will sustain us.
We hebben leiders nodig. Wijzelf moeten leiding geven vanuit de moed om te geloven in ons vermogen om de fundamentele veronderstelling dat alle mensen gelijk zijn geschapen, uit te breiden tot elke man, vrouw en kind op deze planeet." We moeten ook de nederigheid hebben om te erkennen dat we dat niet alleen kunnen doen. Robert Kennedy zei ooit: "Weinigen zijn groot genoeg om de koers van de geschiedenis te veranderen, maar ieder van ons kan een klein steentje bijdragen. Het is het totaal van al die handelingen dat de geschiedenis van deze generatie zal uitmaken." Onze levens zijn zo kort en onze tijd op deze planeet is zo kostbaar. Alles wat we hebben is elkaar. Ik wens eenieder van jullie een leven van diepgang toe. Het zal misschien geen gemakkelijk leven zijn, maar uiteindelijk is het dat wat ons in leven zal houden.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)