I'm going to share with you a paradigm-shifting perspective on the issues of gender violence: sexual assault, domestic violence, relationship abuse, sexual harassment, sexual abuse of children. That whole range of issues that I'll refer to in shorthand as "gender violence issues," they've been seen as women's issues that some good men help out with, but I have a problem with that frame and I don't accept it. I don't see these as women's issues that some good men help out with. In fact, I'm going to argue that these are men's issues, first and foremost. Now obviously --
Ik wil het met jullie hebben over de veranderende zienswijze ten opzichte van sekse-gerelateerd geweld. Seksueel en huiselijk geweld, relationeel misbruik, seksuele intimidatie, kindermisbruik. Al die problemen, die ik kortweg zal laten vallen onder 'sekse-gerelateerd geweld', zijn altijd gezien als een probleem van vrouwen, waar wat goedwillende mannen ze in bijstaan, maar daar ben ik het niet mee eens. Voor mij zijn het geen vrouwenproblemen, waar wat goedwillende mannen ze in bijstaan. Sterker nog, ik beweer dat het hier gaat om mannenproblemen. Sterker nog, ik beweer dat het hier gaat om mannenproblemen. (Applaus)
(Applause)
Obviously, they're also women's issues, so I appreciate that, but calling gender violence a women's issue is part of the problem, for a number of reasons.
Natuurlijk zijn het ook vrouwenproblemen, dat geef ik toe, maar om meerdere redenen is deze redenering deel van het probleem. maar om meerdere redenen is deze redenering deel van het probleem.
The first is that it gives men an excuse not to pay attention, right? A lot of men hear the term "women's issues" and we tend to tune it out, and we think, "I'm a guy; that's for the girls," or "that's for the women." And a lot of men literally don't get beyond the first sentence as a result. It's almost like a chip in our brain is activated, and the neural pathways take our attention in a different direction when we hear the term "women's issues." This is also true, by the way, of the word "gender," because a lot of people hear the word "gender" and they think it means "women." So they think that gender issues is synonymous with women's issues. There's some confusion about the term gender.
Ten eerste geeft het mannen een excuus om het te negeren...toch? Veel mannen zijn geneigd om bij de term 'vrouwenproblemen' de andere kant op te kijken. We denken: ja...maar ik ben een vent. Dat is voor de meisjes en de vrouwen. Het gevolg is, dat veel mannen letterlijk niet verder dan de eerste zin komen. Bijna alsof er een chip in ons brein wordt geactiveerd en de zenuwbanen onze aandacht ergens anders heenleiden, bij het horen van de term 'vrouwenproblemen'. Dit geldt overigens ook voor het woord 'sekse. Veel mensen denken bij het woord 'sekse' dat het 'vrouwen' betekent. Daarom denken ze dat sekse-problemen synoniem zijn met vrouwenproblemen. Er is wat verwarring over de term sekse.
And let me illustrate that confusion by way of analogy. So let's talk for a moment about race. In the US, when we hear the word "race," a lot of people think that means African-American, Latino, Asian-American, Native American, South Asian, Pacific Islander, on and on. A lot of people, when they hear the word "sexual orientation" think it means gay, lesbian, bisexual. And a lot of people, when they hear the word "gender," think it means women. In each case, the dominant group doesn't get paid attention to. As if white people don't have some sort of racial identity or belong to some racial category or construct, as if heterosexual people don't have a sexual orientation, as if men don't have a gender. This is one of the ways that dominant systems maintain and reproduce themselves, which is to say the dominant group is rarely challenged to even think about its dominance, because that's one of the key characteristics of power and privilege, the ability to go unexamined, lacking introspection, in fact being rendered invisible, in large measure, in the discourse about issues that are primarily about us. And this is amazing how this works in domestic and sexual violence, how men have been largely erased from so much of the conversation about a subject that is centrally about men.
Ik zal dat illustreren door een analoog voorbeeld. Laten we het eens hebben over 'ras'. In de V.S. denken veel mensen bij het horen van het woord 'ras', dat er Afro-Amerikaans mee bedoeld wordt. Of Latijns-Amerikaans, Aziatisch-Amerikaans, Indiaans, Zuid-Aziatisch, Oceanisch enzovoort. Veel mensen denken bij de term 'seksuele gerichtheid' aan homoseksueel, lesbisch, biseksueel. En veel mensen denken bij het woord 'sekse', dat het over vrouwen gaat. In ieder van de gevallen wordt de dominante groep genegeerd...toch? Alsof blanke mensen geen raciale identiteit hebben, of tot een raciale categorie of samenstelling behoren. Alsof heteroseksuelen geen seksuele gerichtheid hebben. Alsof mannen niet tot een sekse behoren. Dit is een van de wijzen waarop dominante systemen zich handhaven en reproduceren. Dat wil zeggen; de dominante groep hoeft zelden na te denken over zijn dominantie. Een van de hoofdkenmerken van macht en privilege is namelijk: het niet beoordeeld worden, het gebrek aan introspectie, in feite het grotendeels onzichtbaar zijn in de discussie over zaken die in de eerste plaats over ons gaan. Het is ongelooflijk hoe dat werkt bij huiselijk en seksueel geweld. Hoe mannen zo massaal buiten een gesprek zijn gehouden, waar zij nu juist voornamelijk het onderwerp van zijn.
And I'm going to illustrate what I'm talking about by using the old tech. I'm old school on some fundamental regards. I make films and I work with high tech, but I'm still old school as an educator, and I want to share with you this exercise that illustrates on the sentence-structure level how the way that we think, literally the way that we use language, conspires to keep our attention off of men. This is about domestic violence in particular, but you can plug in other analogues. This comes from the work of the feminist linguist Julia Penelope.
waar zij nu juist voornamelijk het onderwerp van zijn. Ik zal een oude methode gebruiken om mijn verhaal te illustreren. In sommige fundamentele opzichten ben ik nogal ouderwets. Ik maak films en werk met hightech, maar als docent ben ik nog van de oude stempel. Ik wil met jullie een oefening doen, die op het terrein van zinsbouw laat zien hoe ons denkpatroon, letterlijk ons taalgebruik, ervoor zorgt dat mannen buitenspel blijven. Het gaat hier specifiek om huiselijk geweld, maar je kunt ook een ander voorbeeld nemen. Dit komt uit het werk van de feministische taalkundige Julia Penelope.
It starts with a very basic English sentence: "John beat Mary." That's a good English sentence. John is the subject, beat is the verb, Mary is the object, good sentence. Now we're going to move to the second sentence, which says the same thing in the passive voice. "Mary was beaten by John." And now a whole lot has happened in one sentence. We've gone from "John beat Mary" to "Mary was beaten by John." We've shifted our focus in one sentence from John to Mary, and you can see John is very close to the end of the sentence, well, close to dropping off the map of our psychic plain. The third sentence, John is dropped, and we have, "Mary was beaten," and now it's all about Mary. We're not even thinking about John, it's totally focused on Mary. Over the past generation, the term we've used synonymous with "beaten" is "battered," so we have "Mary was battered." And the final sentence in this sequence, flowing from the others, is, "Mary is a battered woman." So now Mary's very identity -- Mary is a battered woman -- is what was done to her by John in the first instance. But we've demonstrated that John has long ago left the conversation.
Het begint met een gewone zin: 'John mishandelde Mary'. Dat is een goede zin. 'John' is het onderwerp, 'mishandelde' is het werkwoord, 'Mary' is het lijdend voorwerp. Een goede zin... Nu gaan we naar de tweede zin. Die zegt hetzelfde, maar dan in de passieve vorm: 'Mary werd mishandeld door John'. In één zin is nu een hele hoop gebeurd. We zijn van 'John mishandelde Mary' naar 'Mary werd mishandeld door John' gegaan. In één zin is onze focus verlegd van John naar Mary. Je ziet dat John aan het eind van de zin zit, zelfs bijna van onze psychische kaart is geveegd. In de derde zin is John verdwenen en staat er: 'Mary werd mishandeld'. Nu gaat het alleen over Mary. Aan John denken we niet eens meer. De focus is totaal op Mary. Vroeger zei men 'geslagen'. Die term is synoniem met 'mishandeld'. Dus krijgen we: 'Mary werd geslagen'. Daaruit volgt de laatste zin in deze rij: Daaruit volgt de laatste zin in deze rij: 'Mary is een vrouw die wordt geslagen'. Mary's identiteit wordt nu dus bepaald door wat John haar in eerste instantie heeft aangedaan. Maar over John wordt al lang niet meer gesproken.
Those of us who work in the domestic and sexual violence field know that victim-blaming is pervasive in this realm, which is to say, blaming the person to whom something was done rather than the person who did it. And we say: why do they go out with these men? Why are they attracted to them? Why do they keep going back? What was she wearing at that party? What a stupid thing to do. Why was she drinking with those guys in that hotel room? This is victim blaming, and there are many reasons for it, but one is that our cognitive structure is set up to blame victims. This is all unconscious. Our whole cognitive structure is set up to ask questions about women and women's choices and what they're doing, thinking, wearing. And I'm not going to shout down people who ask questions about women. It's a legitimate thing to ask. But's let's be clear: Asking questions about Mary is not going to get us anywhere in terms of preventing violence.
Degenen die in hun werk te maken hebben met huiselijk en seksueel geweld, weten dat slachtoffers meestal de schuld krijgen. De persoon die iets is aangedaan, krijgt de schuld, in plaats van degene die het deed. We zeggen: 'Waarom gaan die vrouwen uit met zulke mannen? Wat trekt ze aan in die mannen? Waarom gaan ze steeds weer terug? Wat had ze aan op dat feest? Wat stom van haar. Waarom was ze met die kerels aan het drinken in die hotelkamer?'. Het slachtoffer krijgt de schuld om meerdere redenen. Eén daarvan is dat onze cognitieve structuur zo in elkaar zit, dat we slachtoffers onbewust de schuld geven. Vanuit die structuur stellen we vragen over vrouwen en over de keuzes die ze maken, wat ze doen, denken en hoe ze zich kleden. Ik zeg niet dat je geen vragen over vrouwen mag stellen. Dat is ieders goed recht, maar laat dit duidelijk zijn: vragen stellen over Mary brengt ons niet dichter bij het voorkomen van geweld.
We have to ask a different set of questions. The questions are not about Mary, they're about John. They include things like, why does John beat Mary? Why is domestic violence still a big problem in the US and all over the world? What's going on? Why do so many men abuse physically, emotionally, verbally, and other ways, the women and girls, and the men and boys, that they claim to love? What's going on with men? Why do so many adult men sexually abuse little girls and boys? Why is that a common problem in our society and all over the world today? Why do we hear over and over again about new scandals erupting in major institutions like the Catholic Church or the Penn State football program or the Boy Scouts of America, on and on and on? And then local communities all over the country and all over the world. We hear about it all the time. The sexual abuse of children. What's going on with men? Why do so many men rape women in our society and around the world? Why do so many men rape other men? What is going on with men? And then what is the role of the various institutions in our society that are helping to produce abusive men at pandemic rates?
We moeten andere vragen stellen. Je snapt waar ik naartoe wil...toch? De vragen moeten niet over Mary gaan, maar over John. Vragen moeten gaan over waarom John Mary heeft mishandeld. Waarom huiselijk geweld nog steeds een groot probleem is, zowel in de Verenigde Staten als in de rest van de wereld. Wat is er aan de hand? Waarom misbruiken zoveel mannen - emotioneel, verbaal en anderszins - de vrouwen, meisjes, mannen en jongens, waarvan ze zeggen te houden? Wat is er aan de hand met mannen? Waarom zijn er zoveel volwassen mannen die kinderen seksueel misbruiken? Waarom is dat tegenwoordig over de hele wereld zo'n probleem? Waarom is dat tegenwoordig over de hele wereld zo'n probleem? Waarom komen er steeds weer nieuwe schandalen boven water in gevestigde instituties als de katholieke kerk, of de Penn State footballopleiding, of de Amerikaanse scouting en ga zo maar door? En dan de lokale gemeenschappen overal in het land en overal ter wereld...toch? Steeds weer horen we over het seksueel misbruik van kinderen. Wat is er aan de hand met mannen? Waarom zijn er overal in de wereld zoveel mannen die vrouwen verkrachten? Waarom zijn er zoveel mannen die andere mannen verkrachten? Wat is er aan de hand met mannen? En wat is dan de rol van de verschillende maatschappelijke instituten, die op grote schaal gelegenheid voor misbruik scheppen.
Because this isn't about individual perpetrators. That's a naive way to understanding what is a much deeper and more systematic social problem. The perpetrators aren't these monsters who crawl out of the swamp and come into town and do their nasty business and then retreat into the darkness. That's a very naive notion, right? Perpetrators are much more normal than that, and everyday than that. So the question is, what are we doing here in our society and in the world? What are the roles of various institutions in helping to produce abusive men? What's the role of religious belief systems, the sports culture, the pornography culture, the family structure, economics, and how that intersects, and race and ethnicity and how that intersects? How does all this work?
die op grote schaal gelegenheid voor misbruik scheppen. Want het gaat hier niet om individuele daders. Het zou naïef zijn om dit veel diepgaander en systematischer sociale probleem zo te bezien. De daders zijn geen monsters die uit het moeras kruipen, naar de stad komen om zich te misdragen en zich dan weer in de duisternis terugtrekken. Dat is een heel naïeve opvatting...toch? Daders zijn veel normaler en alledaagser dan dat. De vraag is dus: wat speelt er in onze samenleving en in de wereld? De vraag is dus: wat speelt er in onze samenleving en in de wereld? Wat is de rol van de verschillende instituten die gelegenheid scheppen voor misbruik? Wat is de rol van religieuze geloofssystemen, de sportcultuur, de pornografische cultuur, de familiestructuur, de economie, ras en etniciteit en de wisselwerking daartussen? Hoe werkt dat allemaal?
And then, once we start making those kinds of connections and asking those important and big questions, then we can talk about how we can be transformative, in other words, how can we do something differently? How can we change the practices? How can we change the socialization of boys and the definitions of manhood that lead to these current outcomes? These are the kind of questions that we need to be asking and the kind of work that we need to be doing, but if we're endlessly focused on what women are doing and thinking in relationships or elsewhere, we're not going to get to that piece.
Als we dan de verbanden gaan leggen en de belangrijke, grote vragen gaan stellen, dan kunnen we bekijken hoe we transformatief kunnen worden. Oftewel... hoe kunnen we iets veranderen? Hoe kunnen we de praktijk veranderen, het socialisatieproces van jongens en de definities van mannelijkheid die leiden tot de huidige resultaten? Dit soort vragen moeten we stellen en dit soort werk moeten we doen, maar als we voortdurend gefocust blijven op wat vrouwen binnen en buiten relaties doen, komen we daar niet aan toe.
I understand that a lot of women who have been trying to speak out about these issues, today and yesterday and for years and years, often get shouted down for their efforts. They get called nasty names like "male-basher" and "man-hater," and the disgusting and offensive "feminazi", right? And you know what all this is about? It's called kill the messenger. It's because the women who are standing up and speaking out for themselves and for other women as well as for men and boys, it's a statement to them to sit down and shut up, keep the current system in place, because we don't like it when people rock the boat. We don't like it when people challenge our power. You'd better sit down and shut up, basically. And thank goodness that women haven't done that. Thank goodness that we live in a world where there's so much women's leadership that can counteract that.
Ik heb begrepen dat veel vrouwen die al jarenlang proberen deze zaken bespreekbaar te maken, vaak in hun pogingen worden overschreeuwd. Ze worden 'mannenhaters' genoemd en het walgelijk-beledigende 'feminazi's'. En dat allemaal, om de overbrenger van het slechte nieuws te straffen. En dat allemaal, om de overbrenger van het slechte nieuws te straffen. Het is gericht aan de vrouwen die zich durven uitspreken. Zowel voor zichzelf en andere vrouwen, als voor mannen en jongens. Ze moeten zich gedeisd houden, het bestaande systeem intact laten, want we houden niet van onruststokers. We houden er niet van als aan onze macht wordt getornd. Je moet gewoon gaan zitten en je koest houden. Godzijdank hebben vrouwen dat niet gedaan en leven we in een wereld met veel vrouwelijk leiderschap als tegenwicht. Maar de kracht van mannen ligt wel in het feit
But one of the powerful roles that men can play in this work is that we can say some things that sometimes women can't say, or, better yet, we can be heard saying some things that women often can't be heard saying. Now, I appreciate that that's a problem, it's sexism, but it's the truth. So one of the things that I say to men, and my colleagues and I always say this, is we need more men who have the courage and the strength to start standing up and saying some of this stuff, and standing with women and not against them and pretending that somehow this is a battle between the sexes and other kinds of nonsense. We live in the world together.
dat we soms dingen kunnen zeggen die vrouwen niet kunnen zeggen. Of, beter gezegd, we kunnen dingen in het openbaar zeggen, die vrouwen vaak niet kunnen zeggen. Ik geef toe, dat is een probleem. Het is seksisme. Maar wel waar. Dus is een van de dingen die mijn collega's en ik altijd tegen mannen zeggen: er moeten meer mannen komen die de moed en de kracht hebben om zich hierover uit te spreken. Die voor vrouwen opkomen en niet tegenwerken, door net te doen alsof het hier gaat om een 'strijd tussen de seksen' en meer van die onzin. We leven allemaal samen in deze wereld. Overigens, er is iets wat me vreselijk stoort
And by the way, one of the things that really bothers me about some of the rhetoric against feminists and others who have built the battered women's and rape crisis movements around the world is that somehow, like I said, that they're anti-male. What about all the boys who are profoundly affected in a negative way by what some adult man is doing against their mother, themselves, their sisters? What about all those boys? What about all the young men and boys who have been traumatized by adult men's violence? You know what? The same system that produces men who abuse women, produces men who abuse other men. And if we want to talk about male victims, let's talk about male victims. Most male victims of violence are the victims of other men's violence. So that's something that both women and men have in common. We are both victims of men's violence. So we have it in our direct self-interest, not to mention the fact that most men that I know have women and girls that we care deeply about, in our families and our friendship circles and every other way. So there's so many reasons why we need men to speak out. It seems obvious saying it out loud, doesn't it? Now, the nature of the work that I do and my colleagues do in the sports culture and the US military, in schools, we pioneered this approach called the bystander approach to gender-violence prevention.
in sommige retoriek tegen feministen en anderen die wereldwijd crisisopvang hebben opgezet voor mishandelde en verkrachte vrouwen. die wereldwijd crisisopvang hebben opgezet voor mishandelde en verkrachte vrouwen. Dat is de bewering dat ze tegen mannen zouden zijn. En al die jongens dan, die diepgaand negatief beïnvloed worden door wat een volwassen man hun moeder, henzelf, hun zusjes aandoet? Wat moeten we met die jongens? Al die jonge mannen en jongens die getraumatiseerd zijn door het geweld van volwassen mannen? Weet je hoe het zit? Hetzelfde systeem dat mannen produceert die vrouwen misbruiken, produceert ook mannen die mannen misbruiken. Laten we het daar ook maar eens over hebben. Bij geweld tegen mannen is de dader meestal een man. Dat hebben vrouwen en mannen dus gemeen. We zijn beiden het slachtoffer van mannelijk geweld. Het gaat dus om ons eigen belang, nog los van het feit dat de meeste mannen die ik ken, zeer dierbare vrouwen en vriendinnen hebben. In onze familie- en vriendenkring en ook daarbuiten. Er zijn dus zoveel redenen voor mannen om zich uit te spreken. Lijkt het niet logisch om het hardop te zeggen? Het werk dat mijn collega's en ik doen in de sportcultuur, het Amerikaanse leger en in scholen, bestaat uit een nieuwe benadering van seksueel-geweldspreventie: de omstander-benadering.
And I just want to give you the highlights of the bystander approach, because it's a big thematic shift, although there's lots of particulars, but the heart of it is, instead of seeing men as perpetrators and women as victims, or women as perpetrators, men as victims, or any combination in there. I'm using the gender binary. I know there's more than men and women, there's more than male and female. And there are women who are perpetrators, and of course there are men who are victims. There's a whole spectrum. But instead of seeing it in the binary fashion, we focus on all of us as what we call bystanders, and a bystander is defined as anybody who is not a perpetrator or a victim in a given situation, so in other words friends, teammates, colleagues, coworkers, family members, those of us who are not directly involved in a dyad of abuse, but we are embedded in social, family, work, school, and other peer culture relationships with people who might be in that situation. What do we do? How do we speak up? How do we challenge our friends? How do we support our friends? But how do we not remain silent in the face of abuse?
Ik zal de voornaamste punten daarvan noemen. Het is namelijk een grote thematische verschuiving, hoewel er veel uitzonderingen zijn. De kern van de zaak is, om mannen niet meer als dader en vrouwen niet meer als slachtoffer te zien, of vrouwen als dader en mannen als slachtoffer, of iedere combinatie daarvan, Ik heb het hier over de 2 sekses, maar ik weet dat er meer is dan alleen mannen en vrouwen, mannelijk en vrouwelijk. Er zijn vrouwelijke daders en natuurlijk ook mannelijke slachtoffers. Er is een heel spectrum. Maar in plaats van uit te gaan van de 2 sekses, concentreren we ons op onszelf, op de omstanders. Een omstander is iedereen die in een gegeven situatie geen dader of slachtoffer is. Dat zijn dus vrienden, teamgenoten, collega's, medewerkers, familieleden, iedereen... die niet een van de 2 direct-betrokkenen in een misbruiksituatie is, maar wel via sociale omgeving, familie, werk, school, enzovoort relaties hebben met mensen die zich in een dergelijke situatie zouden kunnen bevinden. Wat moeten we doen? Hoe laten we ons horen? Hoe spreken we onze vrienden aan? Hoe ondersteunen we onze vrienden? En hoe laten we ons horen bij het constateren van misbruik?
Now, when it comes to men and male culture, the goal is to get men who are not abusive to challenge men who are. And when I say abusive, I don't mean just men who are beating women. We're not just saying a man whose friend is abusing his girlfriend needs to stop the guy at the moment of attack. That's a naive way of creating a social change. It's along a continuum, we're trying to get men to interrupt each other. So, for example, if you're a guy and you're in a group of guys playing poker, talking, hanging out, no women present, and another guy says something sexist or degrading or harassing about women, instead of laughing along or pretending you didn't hear it, we need men to say, "Hey, that's not funny. that could be my sister you're talking about, and could you joke about something else? Or could you talk about something else? I don't appreciate that kind of talk." Just like if you're a white person and another white person makes a racist comment, you'd hope, I hope, that white people would interrupt that racist enactment by a fellow white person. Just like with heterosexism, if you're a heterosexual person and you yourself don't enact harassing or abusive behaviors towards people of varying sexual orientations, if you don't say something in the face of other heterosexual people doing that, then, in a sense, isn't your silence a form of consent and complicity?
Als het gaat om mannen en mannencultuur, moeten mannen die schuldig zijn aan misbruik, worden aangesproken door mannen die dat niet zijn. En als ik zeg misbruik, dan bedoel ik niet alleen mannen die vrouwen slaan. Als je vriend zijn vriendin mishandelt, hoef je als man niet op het moment zelf tussenbeide te komen. Dat is een naïeve manier om sociale verandering te creëren. We willen dat mannen elkaar doorlopend ter verantwoording roepen. Bijvoorbeeld, als je als man met een groep andere mannen pokert, praat en met elkaar uitgaat zonder vrouwen erbij, en iemand zegt iets seksistisch, neerbuigends of intimiderends over vrouwen, dan moet je niet meelachen of doen alsof je het niet gehoord hebt. Je moet zeggen: 'Hé, dat is niet grappig. Weet jij veel, misschien heb je het wel over mijn zus. Kun je een grap over iets anders verzinnen?' Of: 'Kun je het ergens anders over hebben? Ik hou niet van dat soort praat.' Net zoals je mag hopen dat een blank persoon die een racistische opmerking maakt, daarop wordt aangesproken door een ander blank persoon. Zo is het ook met heteroseksisme. Als je als heteroseksueel niet optreedt tegen intimiderend of beledigend gedrag tegen mensen van een andere seksuele gerichtheid, als je niets zegt wanneer andere heteroseksuelen dat doen, is jouw stilzwijgen dan geen vorm van toestemming en medeplichtigheid?
Well, the bystander approach is trying to give people tools to interrupt that process and to speak up and to create a peer culture climate where the abusive behavior will be seen as unacceptable, not just because it's illegal, but because it's wrong and unacceptable in the peer culture. And if we can get to the place where men who act out in sexist ways will lose status, young men and boys who act out in sexist and harassing ways towards girls and women, as well as towards other boys and men, will lose status as a result of it, guess what? We'll see a radical diminution of the abuse. Because the typical perpetrator is not sick and twisted. He's a normal guy in every other way, isn't he?
De omstander-benadering geeft mensen gereedschap om in te grijpen in dat proces. Om zich uit te spreken en een cultuur van gelijkgestemden te scheppen, waarin mishandeling onacceptabel is. Niet alleen omdat het strafbaar is, maar omdat het verkeerd is en onacceptabel binnen de eigen cultuur. We moeten toe naar een situatie, waarin mannen die zich seksistisch gedragen, status verliezen. Wat gebeurt er als jonge mannen en jongens zich tegenover wie dan ook seksistisch en intimiderend uitlaten zich tegenover wie dan ook seksistisch en intimiderend uitlaten en als gevolg daarvan status verliezen? Dan zul je zien dat het misbruik radicaal vermindert. Want de gemiddelde dader is niet ziek of gestoord. Het is toch in ieder ander opzicht een gewone vent?
Now, among the many great things that Martin Luther King said in his short life was, "In the end, what will hurt the most is not the words of our enemies but the silence of our friends." In the end, what will hurt the most is not the words of our enemies but the silence of our friends. There's been an awful lot of silence in male culture about this ongoing tragedy of men's violence against women and children, hasn't there? There's been an awful lot of silence. And all I'm saying is that we need to break that silence, and we need more men to do that.
Een van de vele geweldige dingen die Martin Luther King in zijn korte leven heeft gezegd, is: 'Wat uiteindelijk het meeste pijn doet zijn niet de woorden van onze vijanden, maar is het zwijgen van onze vrienden'. Wat uiteindelijk het meeste pijn doet, zijn niet de woorden van onze vijanden, maar is het zwijgen van onze vrienden. Is er door mannen niet verschrikkelijk hard gezwegen in deze voortdurende tragedie van mannelijk geweld tegen vrouwen en kinderen? Er is verschrikkelijk hard gezwegen. Ik wil alleen maar zeggen, dat we dat zwijgen moeten doorbreken en dat we daar meer mannen voor nodig hebben.
Now, it's easier said than done, because I'm saying it now, but I'm telling you it's not easy in male culture for guys to challenge each other, which is one of the reasons why part of the paradigm shift that has to happen is not just understanding these issues as men's issues, but they're also leadership issues for men. Because ultimately, the responsibility for taking a stand on these issues should not fall on the shoulders of little boys or teenage boys in high school or college men. It should be on adult men with power. Adult men with power are the ones we need to be holding accountable for being leaders on these issues, because when somebody speaks up in a peer culture and challenges and interrupts, he or she is being a leader, really. But on a big scale, we need more adult men with power to start prioritizing these issues, and we haven't seen that yet, have we?
Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan, want ik zeg dat nu wel, maar ik zal je vertellen dat het voor mannen moeilijk is om elkaar ergens op aan te spreken. Dat is een van de redenen waarom een deel van de noodzakelijke verschuiving van opvattingen niet alleen bestaat uit het accepteren dat het hier om mannenproblemen gaat. Het bestaat ook uit aandacht voor leiderschap bij mannen. Want uiteindelijk moet de verantwoordelijkheid voor deze problemen niet liggen bij kleine jongens, tienerjongens of studenten. Die moet liggen bij volwassen mannen met macht. Volwassen mannen met macht zijn degenen die in staat moeten zijn om leiding te geven bij deze problemen. Want de hij of zij die zich binnen een groep uitspreekt, mensen aanspreekt en corrigeert, is eigenlijk een leider. We hebben op grote schaal volwassen mannen met macht nodig die deze problemen prioriteit geven, maar daar hebben we nog niets van gezien, of wel? Enkele jaren geleden was ik op een diner
Now, I was at a dinner a number of years ago, and I work extensively with the US military, all the services. And I was at this dinner and this woman said to me -- I think she thought she was a little clever -- she said, "So how long have you been doing sensitivity training with the Marines?"
- ik werk binnen alle afdelingen van het Amerikaanse leger - en op dat diner zei een vrouw tegen mij: - ze vond zichzelf nogal slim, denk ik - 'Hoe lang geeft u nu al sensitivitytraining bij de marine?' 'Hoe lang geeft u nu al sensitivitytraining bij de marine?'
And I said, "With all due respect, I don't do sensitivity training with the Marines. I run a leadership program in the Marine Corps."
Ik zei: 'Met alle respect, maar ik doe geen sensitivitytraining bij de marine. Ik doe een leiderschapsprogramma bij het Korps Mariniers.'
Now, I know it's a bit pompous, my response, but it's an important distinction, because I don't believe that what we need is sensitivity training. We need leadership training, because, for example, when a professional coach or a manager of a baseball team or a football team -- and I work extensively in that realm as well -- makes a sexist comment, makes a homophobic statement, makes a racist comment, there will be discussions on the sports blogs and in sports talk radio. And some people will say, "He needs sensitivity training." Other people will say, "Well, get off it. That's political correctness run amok, he made a stupid statement, move on." My argument is, he doesn't need sensitivity training. He needs leadership training, because he's being a bad leader, because in a society with gender diversity and sexual diversity --
Ik weet dat mijn reactie een beetje pompeus was, maar er is een belangrijk onderscheid. Ik geloof namelijk niet dat we behoefte hebben aan sensitivitytraining. We hebben leiderschapstraining nodig. Neem bijvoorbeeld een coach of manager van een honkbalteam of voetbalteam - ik werk ook veel binnen die wereld - als die een seksistische, homofobische of racistische opmerking maakt, zullen er discussies komen op sportblogs en in sportuitzendingen. Sommigen zullen zeggen: 'Hij moet op sensitivitytraining.' En anderen zullen zeggen: 'Hoe kom je erbij? Dat is allemaal politiek correcte stampij. Hij heeft gewoon iets stoms gezegd. Laat toch zitten.' Mijn mening is, dat hij geen sensitivitytraining nodig heeft, maar leiderschapstraining. Hij is namelijk een slechte leider, want als je in een samenleving met seksuele diversiteit,
(Applause)
- Applaus -
and racial and ethnic diversity, you make those kind of comments, you're failing at your leadership. If we can make this point that I'm making to powerful men and women in our society at all levels of institutional authority and power, it's going to change the paradigm of people's thinking.
met raciale en etnische diversiteit, dit soort dingen zegt, faal je in je leiderschap. Als we dit duidelijk kunnen maken aan mannen en vrouwen die een machtspositie hebben binnen alle niveaus van geïnstitutionaliseerde autoriteit, dan gaat er verandering komen in de grondhouding van mensen.
You know, for example, I work a lot in college and university athletics throughout North America. We know so much about how to prevent domestic and sexual violence, right? There's no excuse for a college or university to not have domestic and sexual violence prevention training mandated for all student athletes, coaches, administrators, as part of their educational process. We know enough to know that we can easily do that. But you know what's missing? The leadership. But it's not the leadership of student athletes. It's the leadership of the athletic director, the president of the university, the people in charge who make decisions about resources and who make decisions about priorities in the institutional settings. That's a failure, in most cases, of men's leadership.
Ik werk bijvoorbeeld veel op atletiekopleidingen van scholen en universiteiten door heel Noord-Amerika. We weten toch zoveel over de preventie van huiselijk en seksueel geweld? Dan zouden scholen en universiteiten een verplicht trainingsprogramma moeten hebben op het gebied van preventie van huiselijk en seksueel geweld, voor alle studenten, coaches en bestuurders, als onderdeel van het opvoedkundig proces. We weten dat we dat makkelijk kunnen realiseren. Maar waar ontbreekt het aan? Aan leiderschap. Niet het leiderschap van studenten, maar het leiderschap van de directeur, de rector, de mensen die de leiding hebben, die beslissingen nemen over hulpmiddelen en over prioriteiten binnen de verschillende instituten. In de meeste gevallen schiet het mannelijk leiderschap tekort.
Look at Penn State. Penn State is the mother of all teachable moments for the bystander approach. You had so many situations in that realm where men in powerful positions failed to act to protect children, in this case, boys. It's unbelievable, really. But when you get into it, you realize there are pressures on men. There are constraints within peer cultures on men, which is why we need to encourage men to break through those pressures.
Kijk maar naar Penn State, de 'moeder aller leermomenten' op het gebied van de omstander-benadering. Er waren in die omgeving zoveel situaties waarbij mannen in machtsposities in gebreke bleven bij het beschermen van kinderen, in dit geval jongens. Het is echt niet te geloven, maar als je je erin verdiept besef je dat er druk ligt op mannen. Er zijn beperkingen binnen de mannencultuur. Daarom moeten we mannen aanmoedigen om zich aan die druk te ontworstelen.
And one of the ways to do that is to say there's an awful lot of men who care deeply about these issues. I know this, I work with men, and I've been working with tens of thousands, hundreds of thousands of men for many decades now. It's scary, when you think about it, how many years. But there's so many men who care deeply about these issues, but caring deeply is not enough. We need more men with the guts, with the courage, with the strength, with the moral integrity to break our complicit silence and challenge each other and stand with women and not against them.
Een manier om dat te doen, is ze te vertellen dat er heel veel mannen zijn, die zich hier grote zorgen over maken. Ik weet dat. Ik heb gewerkt met tienduizenden, honderdduizenden mannen, gedurende vele tientallen jaren. Beangstigend lang, als je erover nadenkt. Maar al maken veel mannen zich grote zorgen, dat alleen is niet genoeg. We hebben meer mannen nodig met het lef, de moed, kracht en morele integriteit om ons medeplichtig zwijgen te doorbreken, elkaar aan te spreken en vrouwen terzijde te staan in plaats van ze te bestrijden.
By the way, we owe it to women. There's no question about it. But we also owe it to our sons. We also owe it to young men who are growing up all over the world in situations where they didn't make the choice to be a man in a culture that tells them that manhood is a certain way. They didn't make the choice. We that have a choice, have an opportunity and a responsibility to them as well.
We zijn het vrouwen overigens verplicht, daarover is geen twijfel. Maar we zijn het ook aan onze zonen verplicht en aan de jonge mannen die overal ter wereld opgroeien in situaties waar ze er niet voor kozen om een man te zijn in een cultuur die ze verplicht om een bepaald soort man te zijn. Hun keus was het niet. Wij hebben die keus wel en kunnen dus onze verantwoordelijkheid ten opzichte van hen nemen.
I hope that, going forward, men and women, working together, can begin the change and the transformation that will happen so that future generations won't have the level of tragedy that we deal with on a daily basis.
Ik hoop dat de voorwaartse samenwerking tussen mannen en vrouwen het begin van een toekomstige transformatie zal zijn, het begin van een toekomstige transformatie zal zijn, zodat volgende generaties niet meer hoeven te lijden onder de hoeveelheid tragedie die ons dagelijks ten deel valt.
I know we can do it, we can do better.
Het kan beter en ik weet dat we het kunnen.
Thank you very much.
Dankjewel. (Applaus)