Can I say how delighted I am to be away from the calm of Westminster and Whitehall? (Laughter)
Mag ik zeggen hoe opgetogen ik ben om weg te zijn van de rust van Westminster en Whitehall?
This is Kim, a nine-year-old Vietnam girl, her back ruined by napalm, and she awakened the conscience of the nation of America to begin to end the Vietnam War. This is Birhan, who was the Ethiopian girl who launched Live Aid in the 1980s, 15 minutes away from death when she was rescued, and that picture of her being rescued is one that went round the world. This is Tiananmen Square. A man before a tank became a picture that became a symbol for the whole world of resistance. This next is the Sudanese girl, a few moments from death, a vulture hovering in the background, a picture that went round the world and shocked people into action on poverty. This is Neda, the Iranian girl who was shot while at a demonstration with her father in Iran only a few weeks ago, and she is now the focus, rightly so, of the YouTube generation.
Dit is Kim, een negenjarig Vietnamees meisje, haar rug verwoest door napalm, ze maakte het geweten van de Amerikaanse natie wakker om te beginnen met de beëindiging van de Vietnamoorlog. Dit is Birhan, het meisje uit Ethiopië waar Live Aid in de jaren ’80 mee begon, 15 minuten verwijderd van de dood op het moment dat ze gered werd, en die foto van haar redding ging de hele wereld over. Dit is het Plein van de Hemelse Vrede. Een man voor een tank werd een beeld dat over de hele wereld een symbool van verzet werd. Deze volgende foto is het Sudanese meisje, zo goed als dood, een gier loert op de achtergrond, een foto die de wereld rond ging en mensen wakker schudde om actie te ondernemen tegen armoede. Dit is Neda, het Iraanse meisje dat neergeschoten werd op een betoging in Iran waar ze was met haar vader slechts enkele weken geleden, en ze is nu, terecht, het middelpunt van de aandacht van de YouTube-generatie.
And what do all these pictures and events have in common? What they have in common is what we see unlocks what we cannot see. What we see unlocks the invisible ties and bonds of sympathy that bring us together to become a human community. What these pictures demonstrate is that we do feel the pain of others, however distantly. What I think these pictures demonstrate is that we do believe in something bigger than ourselves. What these pictures demonstrate is that there is a moral sense across all religions, across all faiths, across all continents -- a moral sense that not only do we share the pain of others, and believe in something bigger than ourselves but we have a duty to act when we see things that are wrong that need righted, see injuries that need to be corrected, see problems that need to be rectified.
En wat hebben al deze foto’s en gebeurtenissen met elkaar gemeen? Wat ze gemeen hebben is wat we geopenbaard zien én wat wij niet kunnen zien. Wat we onthuld zien: de onzichtbare verbondenheid en sympathie die ons verbindt tot een menselijke gemeenschap. Wat deze foto’s aantonen is dat we echt het leed van anderen voelen, ongeacht de afstand. Ik denk dat deze foto’s laten zien dat we in iets groters dan onszelf geloven. Wat deze foto’s laten zien is dat er een moreel bewustzijn is dat alle religies, alle overtuigingen en alle continenten overbrugt – een moreel bewustzijn dat ons niet alleen het leed van anderen doet delen, en ons in iets groters dan onszelf laat geloven, maar ons ook verplicht te reageren wanneer we misstanden en onrecht zien dat rechtgezet moet worden, en problemen die opgelost moeten worden.
There is a story about Olof Palme, the Swedish Prime Minister, going to see Ronald Reagan in America in the 1980s. Before he arrived Ronald Reagan said -- and he was the Swedish Social Democratic Prime Minister -- "Isn’t this man a communist?" The reply was, "No, Mr President, he’s an anti-communist." And Ronald Reagan said, "I don’t care what kind of communist he is!" (Laughter) Ronald Reagan asked Olof Palme, the Social Democratic Prime Minister of Sweden, "Well, what do you believe in? Do you want to abolish the rich?" He said, "No, I want to abolish the poor." Our responsibility is to let everyone have the chance to realize their potential to the full.
Er is een verhaal over Olof Palme, de Zweedse premier, die Ronald Reagan ging bezoeken in het Amerika van de jaren tachtig. Voordat hij aankwam zei Ronald Reagan – over de Zweedse Sociaal Democratische premier – “Is deze man geen communist?" Het antwoord was: “Nee, Mr. President, hij is een anti-communist.” Waarop Ronald Reagan zei: “Het maakt me niet uit wat voor soort communist hij is!” (Gelach) Ronald Reagan vroeg aan Olof Palme, de Sociaal Democratische premier van Zweden, “Waar gelooft u in? Wilt u de rijken afschaffen?” Hij zei: “Nee, ik wil de armen afschaffen.” Onze verantwoordelijkheid is het om iedereen de kans te bieden zijn of haar potentieel volledig te verwezenlijken.
I believe there is a moral sense and a global ethic that commands attention from people of every religion and every faith, and people of no faith. But I think what's new is that we now have the capacity to communicate instantaneously across frontiers right across the world. We now have the capacity to find common ground with people who we will never meet, but who we will meet through the Internet and through all the modern means of communication; that we now have the capacity to organize and take collective action together to deal with the problem or an injustice that we want to deal with; and I believe that this makes this a unique age in human history, and it is the start of what I would call the creation of a truly global society.
Ik geloof dat er een moreel bewustzijn en een universele ethiek is die de aandacht trekt van mensen van elke religie en elke overtuiging, en ook niet-gelovigen. Maar nieuw is, denk ik, dat we nu de mogelijkheid hebben om ogenblikkelijk en grensoverstijgend te communiceren, waar dan ook ter wereld. We hebben nu de mogelijkheid om gemeenschappelijke interesses te hebben met mensen die we nooit zullen ontmoeten anders dan via het Internet of via andere moderne communicatiemiddelen. We hebben nu de mogelijkheid ons te organiseren en samen te werken aan het verhelpen van problemen of onrecht, dat we wensen aan te pakken. En ik geloof dat dit onze tijd uniek maakt in de menselijke geschiedenis, en dat dit het begin is van wat ik zie als de schepping van een echt globale samenleving.¾
Go back 200 years when the slave trade was under pressure from William Wilberforce and all the protesters. They protested across Britain. They won public opinion over a long period of time. But it took 24 years for the campaign to be successful. What could they have done with the pictures that they could have shown if they were able to use the modern means of communication to win people’s hearts and minds?
Ga 200 jaar terug in de tijd, toen de slavenhandel onder druk kwam te staan door acties van Wilberforce en andere betogers. Ze protesteerden in heel Groot-Brittannië. Mettertijd kregen ze de publieke opinie aan hun zijde. Maar het duurde 24 jaar voordat hun campagne succesvol was. Wat hadden ze wel niet in gang kunnen zetten met beelden als ze de beschikking hadden gehad over moderne communicatiemiddelen om mensen hun hart en ziel te winnen?
Or if you take Eglantyne Jebb, the woman who created Save the Children 90 years ago. She was so appalled by what was happening in Austria as a result of the First World War and what was happening to children who were part of the defeated families of Austria, that in Britain she wanted to take action, but she had to go house to house, leaflet to leaflet, to get people to attend a rally in the Royal Albert Hall that eventually gave birth to Save the Children, an international organization that is now fully recognized as one of the great institutions in our land and in the world. But what more could she have done if she’d had the modern means of communications available to her to create a sense that the injustice that people saw had to be acted upon immediately?
Of neem Eglantyne Jebb, de vrouw die 90 jaar geleden Save the Children oprichtte. Zij werd zo getroffen door wat er in Oostenrijk gebeurde als gevolg van de Eerste Wereldoorlog en wat er met kinderen gebeurde die deel uitmaakten van de verslagen Oostenrijkse families, dat ze in Groot-Brittanië actie wilde ondernemen, maar ze moest van deur tot deur, folder voor folder, om mensen naar een bijeenkomst te krijgen in de Royal Albert Hall, wat uiteindelijk zou leiden tot de oprichting van Save the Children, een internationale organisatie die op dit moment alom erkend wordt als een van de meest vooraanstaande instellingen van ons land en wereldwijd. Maar hoeveel meer had ze kunnen doen als ze onze moderne communicatiemiddelen tot haar beschikking had gehad om het inzicht te creëren dat het onrecht dat mensen zagen onmiddellijke actie vereiste?
Now look at what’s happened in the last 10 years. In Philippines in 2001, President Estrada -- a million people texted each other about the corruption of that regime, eventually brought it down and it was, of course, called the "coup de text." (Laughter) Then you have in Zimbabwe the first election under Robert Mugabe a year ago. Because people were able to take mobile phone photographs of what was happening at the polling stations, it was impossible for that Premier to fix that election in the way that he wanted to do. Or take Burma and the monks that were blogging out, a country that nobody knew anything about that was happening, until these blogs told the world that there was a repression, meaning that lives were being lost and people were being persecuted and Aung San Suu Kyi, who is one of the great prisoners of conscience of the world, had to be listened to. Then take Iran itself, and what people are doing today: following what happened to Neda, people who are preventing the security services of Iran finding those people who are blogging out of Iran, any by everybody who is blogging, changing their address to Tehran, Iran, and making it difficult for the security services.
En kijk naar wat er gebeurd is de afgelopen 10 jaar, op de Filipijnen in 2001, met President Estrada – een miljoen mensen sms’ten elkaar over de corruptie van het regime, en brachten het uiteindelijk ten val. Natuurlijk werd het de ‘Coup de text’ genoemd. En dan was er in Zimbabwe de eerste verkiezing onder het regime van Robert Mugabe vorig jaar. Omdat mensen foto’s op hun mobiele telefoon konden maken van wat er allemaal gebeurde in de stembureaus, was het onmogelijk voor Mugabe om de verkiezingen te manipuleren op de manier zoals hij dat wou. Of neem Myanmar en de monniken met hun weblogs. Een land waarvan niemand wist dat er iets aan de hand was tot deze blogs de wereld vertelden dat er onderdrukking heerste, dat er mensen omkwamen en anderen vervolgd werden. En dat er naar Aung San Suu Kyi, één van de bekendste politiek gevangenen ter wereld, geluisterd moest worden. En neem Iran zelf, en wat mensen vandaag doen, naar aanleiding van wat Neda overkomen is, mensen helpen voorkomen dat de veiligheidsdiensten van Iran de mensen kunnen vinden die bloggen vanuit Iran, door hun eigen computeradressen te veranderen in Teheran, Iran, en het zo de Iraanse geheime dienst moeilijk maken.
Take, therefore, what modern technology is capable of: the power of our moral sense allied to the power of communications and our ability to organize internationally.
Dit is tot wat moderne technologie in staat is: de kracht van ons moreel bewustzijn verenigd met de kracht van communicatie en ons vermogen ons internationaal te organiseren.
That, in my view, gives us the first opportunity as a community to fundamentally change the world. Foreign policy can never be the same again. It cannot be run by elites; it’s got to be run by listening to the public opinions of peoples who are blogging, who are communicating with each other around the world. 200 years ago the problem we had to solve was slavery. 150 years ago I suppose the main problem in a country like ours was how young people, children, had the right to education. 100 years ago in most countries in Europe, the pressure was for the right to vote. 50 years ago the pressure was for the right to social security and welfare. In the last 50-60 years we have seen fascism, anti-Semitism, racism, apartheid, discrimination on the basis of sex and gender and sexuality; all these have come under pressure because of the campaigns that have been run by people to change the world.
Dit geeft ons, in mijn ogen, voor het eerst de mogelijkheid om als gemeenschap de wereld fundamenteel te veranderen. Buitenlands beleid zal nooit meer hetzelfde zijn. Het kan niet door de elites gemaakt worden; het moet gemaakt worden door te luisteren naar de publieke opinie van bloggers die over de hele wereld met elkaar communiceren. 200 jaar geleden was slavernij het probleem dat we moesten oplossen. 150 jaar geleden was denk ik het belangrijkste probleem in een land als het onze het recht op onderwijs voor jonge mensen en kinderen. 100 jaar geleden was er in de meeste Europese landen de strijd om kiesrecht. 50 jaar geleden was er de strijd om de invoering van de sociale zekerheid en de welvaartsstaat. In de afgelopen 50/60 jaar zagen we fascisme, anti-semitisme, racisme, apartheid, discriminatie op basis van geslacht en geaardheid gezien; al deze zaken werden onder vuur genomen door de acties van mensen die de wereld wilden veranderen.
I was with Nelson Mandela a year ago, when he was in London. I was at a concert that he was attending to mark his birthday and for the creation of new resources for his foundation. I was sitting next to Nelson Mandela -- I was very privileged to do so -- when Amy Winehouse came onto the stage. (Laughter) And Nelson Mandela was quite surprised at the appearance of the singer and I was explaining to him at the time who she was. Amy Winehouse said, "Nelson Mandela and I have a lot in common. My husband too has spent a long time in prison." (Laughter) Nelson Mandela then went down to the stage and he summarized the challenge for us all. He said in his lifetime he had climbed a great mountain, the mountain of challenging and then defeating racial oppression and defeating apartheid. He said that there was a greater challenge ahead, the challenge of poverty, of climate change -- global challenges that needed global solutions and needed the creation of a truly global society.
Een jaar geleden was ik bij Nelson Mandela toen hij in London was. Ik was op het concert dat hij bijwoonde ter ere van zijn verjaardag en voor het inzamelen van nieuwe middelen voor zijn stichting. Ik zat naast Nelson Mandela – wat ik een groot voorrecht vond – toen Amy Winehouse het podium betrad. Nelson Mandela was nogal verrast door het voorkomen van de zangeres en ik legde hem uit wie ze was. Amy Winehouse zei: “Nelson Mandela en ik hebben veel gemeen. Ook mijn man heeft lange tijd in de gevangenis doorgebracht.” (Gelach) Nelson Mandela ging toen naar het podium en daar vatte hij de uitdaging samen die ons allen te wachten staat. Hij zei dat hij in zijn leven een grote berg had beklommen, de berg van het uitdagen en later overwinnen van raciale onderdrukking en apartheid. Hij zei dat er een nog grotere uitdaging te wachten staat, de uitdaging van armoede, van klimaatverandering, wereldwijde uitdagingen die wereldwijde oplossingen vereisen en waarbij de creatie van een werkelijk globale samenleving nodig is.
We are the first generation which is in a position to do this. Combine the power of a global ethic with the power of our ability to communicate and organize globally, with the challenges that we now face, most of which are global in their nature. Climate change cannot be solved in one country, but has got to be solved by the world working together. A financial crisis, just as we have seen, could not be solved by America alone or Europe alone; it needed the world to work together. Take the problems of security and terrorism and, equally, the problem of human rights and development: they cannot be solved by Africa alone; they cannot be solved by America or Europe alone. We cannot solve these problems unless we work together.
Wij zijn de eerste generatie die in een positie is om dit te doen. Combineer de kracht van een universele ethiek met ons vermogen om wereldwijd met elkaar te communiceren en ons te organiseren voor de uitdagingen die voor ons liggen, die bijna allemaal van globale aard zijn. Het klimaatprobleem kan niet door één land opgelost worden, maar alleen door een wereld die met elkaar samenwerkt. Een financiële crisis kan, zoals we pas gezien hebben, niet door Amerika of Europa alleen opgelost worden; er was een wereldwijde samenwerking nodig. Neem de problemen op het gebied van veiligheid en terrorisme en evenzo het mensenrechten- en ontwikkelingsprobleem: ze kunnen niet door Afrika alleen opgelost worden; ze kunnen niet door Amerika of Europa alleen opgelost worden. We kunnen deze problemen niet oplossen tenzij we samenwerken.
So the great project of our generation, it seems to me, is to build for the first time, out of a global ethic and our global ability to communicate and organize together, a truly global society, built on that ethic but with institutions that can serve that global society and make for a different future. We have now, and are the first generation with, the power to do this. Take climate change. Is it not absolutely scandalous that we have a situation where we know that there is a climate change problem, where we know also that that will mean we have to give more resources to the poorest countries to deal with that, when we want to create a global carbon market, but there is no global institution that people have been able to agree upon to deal with this problem? One of the things that has got to come out of Copenhagen in the next few months is an agreement that there will be a global environmental institution that is able to deal with the problems of persuading the whole of the world to move along a climate-change agenda.
Het grote project van onze generatie is in mijn ogen om voor het eerst uit een universele ethiek en ons vermogen om ons wereldwijd te organiseren en met elkaar te communiceren, een werkelijk globale samenleving op te bouwen, op die ethiek gestoeld maar met organisaties die die globale samenleving ten dienst zullen zijn teneinde het verschil te maken in de toekomst. Wij hebben nu, en zijn de eerste generatie daarmee, de macht om dit te doen. Neem de klimaatverandering. Is het niet absoluut schandalig dat we in een situatie zitten waarvan we weten dat er een klimaatprobleem is, waarvan we ook weten dat dat betekent dat we meer middelen aan de armste landen moeten geven om hier mee om te kunnen gaan, wanneer we een globale kooldioxide markt willen creëren, maar er is geen mondiale organisatie waar mensen het over eens kunnen worden zijn om dit probleem te bestrijden? Eén van de uitkomsten van Kopenhagen in de volgende maanden zal een overeenkomst moeten zijn dat er een mondiale milieubeheerorganisatie komt die in staat zal zijn om de hele wereld te overtuigen mee te doen aan een klimaatveranderingsprogramma.
(Applause)
(Applaus)
One of the reasons why an institution is not in itself enough is that we have got to persuade people around the world to change their behavior as well, so you need that global ethic of fairness and responsibility across the generations. Take the financial crisis. If people in poorer countries can be hit by a crisis that starts in New York or starts in the sub-prime market of the United States of America. If people can find that that sub-prime product has been transferred across nations many, many times until it ends up in banks in Iceland or the rest in Britain, and people's ordinary savings are affected by it, then you cannot rely on a system of national supervision. You need in the long run for stability, for economic growth, for jobs, as well as for financial stability, global economic institutions that make sure that growth to be sustained has to be shared, and are built on the principle that the prosperity of this world is indivisible.
Een van de redenen waarom zo’n organisatie op zich niet genoeg is, is dat we mensen over de hele wereld moeten overtuigen om ook hun gedrag te veranderen, dus je hebt die universele ethiek van rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid nodig, tussen alle generaties. Neem de financiële crisis. Mensen in armere landen kunnen getroffen worden door een crisis die in New York begint of die begint op de sub-prime markt van de Verenigde Staten. Als een sub-prime product heel vaak en via verschillende landen verplaatst wordt totdat het strandt bij een bank in IJsland of de rest in Groot-Brittannië, en het gewone spaargeld van mensen erdoor aangetast wordt, dan kun je niet vertrouwen op een nationaal controlesysteem. Om op lange termijn stabiliteit te bekomen, nodig voor economische groei, voor banen en ook voor financiële stabiliteit, hebben we mondiale economische instellingen nodig die zorgen dat langdurige groei gedeeld wordt, en die gebouwd zijn op het principe dat de welvaart van deze wereld ondeelbaar is.
So another challenge for our generation is to create global institutions that reflect our ideas of fairness and responsibility, not the ideas that were the basis of the last stage of financial development over these recent years. Then take development and take the partnership we need between our countries and the rest of the world, the poorest part of the world. We do not have the basis of a proper partnership for the future, and yet, out of people’s desire for a global ethic and a global society that can be done.
Een andere uitdaging voor onze generatie is dus om mondiale instellingen te creëren die onze ideeën over rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid weergeven, niet de ideeën die aan de basis lagen van het laatste stadium van de financiële ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Neem ontwikkelingsbeleid en de samenwerking die nodig is tussen onze landen en de rest van de wereld, het armste gedeelte van de wereld. We hebben nog geen basis voor een goede samenwerking in de toekomst, maar toch, door het verlangen van mensen naar een universele ethiek en een mondiale samenleving, zou die wel kunnen ontstaan.
I have just been talking to the President of Sierra Leone. This is a country of six and a half million people, but it has only 80 doctors; it has 200 nurses; it has 120 midwives. You cannot begin to build a healthcare system for six million people with such limited resources.
Ik heb onlangs met de president van Sierra Leone gesproken. Dat is een land met zes-en-een-half miljoen inwoners maar er zijn slechts 80 dokters, 200 verpleegkundigen en 120 vroedvrouwen. Je kunt geen gezondheidsstelsel voor zes miljoen mensen beginnen op te bouwen met zulke beperkte middelen.
Or take the girl I met when I was in Tanzania, a girl called Miriam. She was 11 years old; her parents had both died from AIDS, her mother and then her father. She was an AIDS orphan being handed across different extended families to be cared for. She herself was suffering from HIV; she was suffering from tuberculosis. I met her in a field, she was ragged, she had no shoes. When you looked in her eyes, any girl at the age of eleven is looking forward to the future, but there was an unreachable sadness in that girl’s eyes and if I could have translated that to the rest of the world for that moment, I believe that all the work that it had done for the global HIV/AIDS fund would be rewarded by people being prepared to make donations.
Of neem het meisje dat ik in Tanzania ontmoette, ze heet Miriam. Ze was 11 jaar, haar ouders waren allebei aan AIDS gestorven, eerst haar moeder en vervolgens haar vader. Ze was een AIDS-wees die aan verschillende pleeggezinnen overgedragen werd voor verzorging. Ze leed zelf aan HIV en leed aan tuberculose. Ik ontmoette haar op een veld, ze was gekleed in lompen en ze had geen schoenen. Kijk je eender welk meisje van haar leeftijd in de ogen, dan zie je dat ze uitkijkt naar de toekomst. Maar als je in haar ogen keek, zag je een eindeloze treurigheid. Als ik dat beeld aan de rest van de wereld had kunnen laten zien op dat moment, geloof ik dat al het gedane werk voor het wereldwijde HIV/AIDS fonds beloond zou worden door mensen die bereid waren financieel te steunen.
We must then build a proper relationship between the richest and the poorest countries based on our desire that they are able to fend for themselves with the investment that is necessary in their agriculture, so that Africa is not a net importer of food, but an exporter of food.
We moeten dus een goede relatie opbouwen tussen de rijkste en de armste landen, gebaseerd op ons verlangen dat zij in staat zijn voor zichzelf te zorgen met de noodzakelijke investeringen in hun landbouw, zodat Afrika niet een netto-importeur van voedsel is maar voedsel exporteert.
Take the problems of human rights and the problems of security in so many countries around the world. Burma is in chains, Zimbabwe is a human tragedy, in Sudan thousands of people have died unnecessarily for wars that we could prevent. In the Rwanda Children's Museum, there is a photograph of a 10-year-old boy and the Children's Museum is commemorating the lives that were lost in the Rwandan genocide where a million people died.
Neem de mensenrechtenproblemen en de veiligheidsproblemen in zoveel landen op de wereld. Myanmar ligt aan de ketting, Zimbabwe is een menselijke tragedie, in Soedan zijn duizenden mensen onnodig gestorven in oorlogen die we hadden kunnen voorkomen. In het Kindermuseum van Rwanda hangt een foto van een 10-jaar oude jongen – het Kindermuseum herdenkt de miljoen mensen die het leven lieten in de Rwandese genocide.
There is a photograph of a boy called David. Beside that photograph there is the information about his life. It said "David, age 10." David: ambition to be a doctor. Favorite sport: football. What did he enjoy most? Making people laugh. How did he die? Tortured to death. Last words said to his mother who was also tortured to death: "Don't worry. The United Nations are coming." And we never did.
De jongen op die foto heet David. Naast de foto lees je over het leven van de jongen. “David, 10 jaar. Ambitie: dokter worden. Favoriete sport: voetbal. Wat vond hij het leukst? Mensen aan het lachen maken. Hoe kwam hij om het leven? Doodgemarteld. Laatste woorden aan zijn moeder, die ook doodgemarteld werd: “Maak je geen zorgen. De Verenigde Naties komen eraan.” En we zijn nooit gekomen.
And that young boy believed our promises that we would help people in difficulty in Rwanda, and we never did.
Die jongen geloofde onze beloftes dat we mensen in nood zouden helpen in Rwanda, en we deden het niet.
So we have got to create in this world also institutions for peacekeeping and humanitarian aid, but also for reconstruction and security for some of the conflict-ridden states of the world. So my argument today is basically this. We have the means by which we could create a truly global society. The institutions of this global society can be created by our endeavors. That global ethic can infuse the fairness and responsibility that is necessary for these institutions to work, but we should not lose the chance in this generation, in this decade in particular, with President Obama in America, with other people working with us around the world, to create global institutions for the environment, and for finance, and for security and for development, that make sense of our responsibility to other peoples, our desire to bind the world together, and our need to tackle problems that everybody knows exist.
Dus we moeten ook organisaties voor vredeshandhaving en humanitaire hulp oprichten, maar ook voor wederopbouw en veiligheid voor de conflictstaten op deze wereld. Mijn punt vandaag komt dus vooral hierop neer: We hebben de middelen om een werkelijk globale samenleving te creëren. De organisaties van deze globale samenleving kunnen worden opgericht door onze inspanningen. Die universele ethiek kan de eerlijkheid en verantwoordelijkheid die nodig is om deze organisaties te laten functioneren, bezielen. Maar we mogen deze kans niet laten verloren gaan in deze generatie, zeker niet in dit tijdperk, met president Obama in Amerika, met andere mensen die over de hele wereld met ons samenwerken, om mondiale instellingen voor het milieu, voor financieel beheer, voor veiligheid en voor ontwikkelingswerk op te richten, instellingen die zinvol zijn in het licht van onze verantwoordelijkheid naar andere volken toe, ons verlangen om de wereld samen te brengen, en onze behoefte om problemen op te lossen waarvan iedereen weet dat ze bestaan.
It is said that in Ancient Rome that when Cicero spoke to his audiences, people used to turn to each other and say about Cicero, "Great speech." But it is said that in Ancient Greece when Demosthenes spoke to his audiences, people turned to each other and didn’t say "Great speech." They said, "Let's march." We should be marching towards a global society. Thank you.
Ze zeggen dat in het Oude Rome wanneer Cicero een toespraak hield, mensen elkaar aanspraken en over Cicero zeiden: “Goede speech.” Maar ze zeggen dat in het Oude Griekenland wanneer Demosthenes sprak, mensen elkaar aanspraken maar niet zeiden “Goede speech”. Ze zeiden: “Laat ons er aan beginnen.” Wij zouden moeten beginnen aan een mondiale samenleving. Dank u wel.
(Applause)
(Applaus)