We do not invest in victims, we invest in survivors. And in ways both big and small, the narrative of the victim shapes the way we see women. You can't count what you don't see. And we don't invest in what's invisible to us. But this is the face of resilience.
We investeren niet in slachtoffers, we investeren in overlevers. Zowel in het groot als in het klein beïnvloedt het slachtofferverhaal onze kijk op vrouwen. Je kan niet tellen wat je niet ziet. Wij investeren niet in wat onzichtbaar is voor ons. Zo ziet veerkracht er uit.
Six years ago, I started writing about women entrepreneurs during and after conflict. I set out to write a compelling economic story, one that had great characters, that no one else was telling, and one that I thought mattered. And that turned out to be women.
Zes jaar geleden begon ik te schrijven over vrouwelijke ondernemers tijdens en na conflicten. Ik schreef een boeiend economisch verhaal met grote figuren, waarover niemand anders vertelde en waarvan ik vond dat het ertoe deed. Het ging over vrouwen.
I had left ABC news and a career I loved at the age of 30 for business school, a path I knew almost nothing about. None of the women I had grown up with in Maryland had graduated from college, let alone considered business school. But they had hustled to feed their kids and pay their rent. And I saw from a young age that having a decent job and earning a good living made the biggest difference for families who were struggling.
Op mijn 30e gaf ik ABC news en een carrière waarvan ik hield op en ging economie studeren, iets waarvan ik zo goed als niets afwist. Geen van de vrouwen waarmee ik ben opgegroeid in Maryland was afgestudeerd aan de universiteit, laat staan dat ze businessschool hadden gevolgd. Maar zij hadden gezwoegd om hun kinderen te eten te geven en hun huur te betalen. Ik zag al op jonge leeftijd dat een goede baan en een goede boterham verdienen het grootste verschil maakte voor gezinnen die het moeilijk hadden.
So if you're going to talk about jobs, then you have to talk about entrepreneurs. And if you're talking about entrepreneurs in conflict and post-conflict settings, then you must talk about women, because they are the population you have left. Rwanda in the immediate aftermath of the genocide was 77 percent female. I want to introduce you to some of those entrepreneurs I've met and share with you some of what they've taught me over the years.
Als je gaat praten over banen, dan moet je het hebben over ondernemers. Als je het hebt over ondernemers in oorlogs- en naoorlogse omstandigheden, dan moet je het hebben over vrouwen, want dat is de bevolking die je nog overhoudt. In Rwanda was vlak na de genocide 77 procent vrouw. Ik wil je voorstellen aan een aantal van die ondernemers die ik heb ontmoet. en met jullie delen wat ze me hebben geleerd.
I went to Afghanistan in 2005 to work on a Financial Times piece, and there I met Kamila, a young women who told me she had just turned down a job with the international community that would have paid her nearly $2,000 a month -- an astronomical sum in that context. And she had turned it down, she said, because she was going to start her next business, an entrepreneurship consultancy that would teach business skills to men and women all around Afghanistan. Business, she said, was critical to her country's future. Because long after this round of internationals left, business would help keep her country peaceful and secure. And she said business was even more important for women because earning an income earned respect and money was power for women.
Ik ging in 2005 naar Afghanistan voor een artikel voor de Financial Times. Daar ontmoette ik Kamila, een jonge vrouw die me vertelde dat ze net een baan bij de internationale gemeenschap had afgewezen. Het zou haar bijna $2.000 per maand hebben opgebracht - een astronomisch bedrag in die context. Ze had het afgewezen, zei ze, om haar volgende bedrijf te starten, een consultancybureau om Afghaanse mannen en vrouwen zakelijke vaardigheden bij te brengen. Business, zei ze, was essentieel voor de toekomst van haar land. Omdat lang nadat de buitenlanders weg zouden zijn, zakendoen haar land weer rustig en veilig zou maken. Zakendoen was voor vrouwen nog belangrijker omdat een inkomen waardigheid verschaft en geld voor vrouwen macht betekent.
So I was amazed. I mean here was a girl who had never lived in peace time who somehow had come to sound like a candidate from "The Apprentice." (Laughter) So I asked her, "How in the world do you know this much about business? Why are you so passionate?" She said, "Oh Gayle, this is actually my third business. My first business was a dressmaking business I started under the Taliban. And that was actually an excellent business, because we provided jobs for women all around our neighborhood. And that's really how I became an entrepreneur."
Ik was verbaasd. Hier was een meisje dat nooit vrede had gekend en praatte als een kandidaat uit ‘The Apprentice’ (‘Trumps troonopvolger’). (Gelach) Ik vroeg haar: "Hoe weet jij zoveel over het bedrijfsleven? Waarom ben je zo gepassioneerd?" Ze zei: "Gayle, dit is mijn derde zaak al. Mijn eerste was een kleermakerij die ik begon tijdens het Talibanbewind. Een uitstekende business. We verschaften er hier heel wat vrouwen werk mee. Daardoor werd ik ondernemer."
Think about this: Here were girls who braved danger to become breadwinners during years in which they couldn't even be on their streets. And at a time of economic collapse when people sold baby dolls and shoe laces and windows and doors just to survive, these girls made the difference between survival and starvation for so many. I couldn't leave the story, and I couldn't leave the topic either, because everywhere I went I met more of these women who no one seemed to know about, or even wish to.
Denk hier eens over na: hier waren meisjes die gevaar trotseerden om kostwinners te worden tijdens de jaren waarin ze nog niet eens op straat konden komen. Tijdens de economische ineenstorting toen mensen poppen, veters, ramen en deuren verkochten om te overleven, maakten deze meisjes voor zo velen het verschil tussen overleven en hongersnood. Ik kon het verhaal niet laten liggen. Het onderwerp dook telkens weer opnieuw op. Overal ontmoette ik meer en meer van deze vrouwen waarvan niemand scheen te weten of wilde weten.
I went on to Bosnia, and early on in my interviews I met with an IMF official who said, "You know, Gayle, I don't think we actually have women in business in Bosnia, but there is a lady selling cheese nearby on the side of the road. So maybe you could interview her." So I went out reporting and within a day I met Narcisa Kavazovic who at that point was opening a new factory on the war's former front lines in Sarajevo. She had started her business squatting in an abandoned garage, sewing sheets and pillow cases she would take to markets all around the city so that she could support the 12 or 13 family members who were counting on her for survival. By the time we met, she had 20 employees, most of them women, who were sending their boys and their girls to school. And she was just the start. I met women running essential oils businesses, wineries and even the country's largest advertising agency.
Ik ging naar Bosnië, en had een ontmoeting met een IMF-functionaris die zei: "Weet je, Gayle, ik denk niet dat er in Bosnië vrouwen in het bedrijfsleven zijn, maar hier in de buurt is er een dame die langs de weg kaas verkoopt. Misschien kun je die wel interviewen." Ik ging op rapportage en binnen een dag ontmoette ik Narcisa Kavazovic die net een nieuwe fabriek opende op de voormalige frontlinies in Sarajevo. Ze was haar bedrijf begonnen met in een verlaten garage lakens en slopen te naaien. Die nam ze mee naar markten over de hele stad om de 12 of 13 familieleden die haar nodig hadden om te overleven te onderhouden. Toen we elkaar ontmoetten, had ze 20 werknemers, overwegend vrouwen, die hun kinderen naar school konden sturen. Dat was nog maar het begin. Ik ontmoette vrouwen die etherische oliën produceerden, wijn maakten en zelfs 's lands grootste reclamebureau runden.
So these stories together became the Herald Tribune business cover. And when this story posted, I ran to my computer to send it to the IMF official. And I said, "Just in case you're looking for entrepreneurs to feature at your next investment conference, here are a couple of women."
Deze verhalen vormden bij elkaar het hoofdartikel van de Herald Tribune. Zodra dit verhaal was geplaatst, rende ik naar mijn computer om het door te sturen naar de IMF-ambtenaar. Ik zei: "Voor het geval jullie op zoek zijn naar ondernemers voor jullie volgende investeringsconferentie zijn hier een paar vrouwen."
(Applause)
(Applaus)
But think about this. The IMF official is hardly the only person to automatically file women under micro. The biases, whether intentional or otherwise, are pervasive, and so are the misleading mental images. If you see the word "microfinance," what comes to mind? Most people say women. And if you see the word "entrepreneur," most people think men. Why is that? Because we aim low and we think small when it comes to women.
Maar denk hier eens over. De IMF-ambtenaar is niet de enige die vrouwen automatisch onder 'micro' rangschikt. De vooroordelen, hetzij met opzet of anderszins, vind je overal en zo ook de misleidende mentale beelden. Als jullie het woord 'microfinanciering' horen, waar denken jullie dan aan? De meeste mensen zeggen 'vrouwen'. Als je het woord 'ondernemer' hoort, denken de meeste mensen aan mannen. Hoe komt dat? Omdat we geen hoge verwachtingen hebben als het om vrouwen gaat.
Microfinance is an incredibly powerful tool that leads to self-sufficiency and self-respect, but we must move beyond micro-hopes and micro-ambitions for women, because they have so much greater hopes for themselves. They want to move from micro to medium and beyond. And in many places, they're there. In the U.S., women-owned businesses will create five and a half million new jobs by 2018. In South Korea and Indonesia, women own nearly half a million firms. China, women run 20 percent of all small businesses. And in the developing world overall, That figure is 40 to 50 percent.
Microfinanciering is een ongelooflijk krachtige tool die leidt tot zelfredzaamheid en zelfrespect, maar we moeten verder gaan dan micro-hoop en micro-ambities voor vrouwen, omdat ze zoveel meer verwachten voor zichzelf. Ze willen van 'micro' naar 'medium' gaan en nog verder. Op vele plaatsen is het zover. In de VS zullen door vrouwen geleide bedrijven tot vijf en een half miljoen nieuwe banen opleveren in 2018. In Zuid-Korea en Indonesië bezitten vrouwen bijna een half miljoen bedrijven. In China leiden vrouwen 20 procent van alle kleine bedrijven. In de derde wereld is dat cijfer over het algemeen 40 tot 50 procent.
Nearly everywhere I go, I meet incredibly interesting entrepreneurs who are seeking access to finance, access to markets and established business networks. They are often ignored because they're harder to help. It is much riskier to give a 50,000 dollar loan than it is to give a 500 dollar loan. And as the World Bank recently noted, women are stuck in a productivity trap. Those in small businesses can't get the capital they need to expand and those in microbusiness can't grow out of them.
Bijna overal waar ik kom, ontmoet ik ontzettend interessante ondernemers die financiering zoeken, toegang tot markten en bestaande netwerken van bedrijven. Ze worden vaak genegeerd omdat ze moeilijker te helpen zijn. Het is veel riskanter om een lening van 50.000 dollar toe te staan dan een van 500 dollar. Zoals de Wereldbank onlangs opmerkte, zitten vrouwen vast in een productiviteitsval. Die in kleine bedrijven kunnen het kapitaal dat ze nodig hebben om uit te breiden, niet krijgen en die in microbedrijven kunnen er niet uit weg groeien.
Recently I was at the State Department in Washington and I met an incredibly passionate entrepreneur from Ghana. She sells chocolates. And she had come to Washington, not seeking a handout and not seeking a microloan. She had come seeking serious investment dollars so that she could build the factory and buy the equipment she needs to export her chocolates to Africa, Europe, the Middle East and far beyond -- capital that would help her to employ more than the 20 people that she already has working for her, and capital that would fuel her own country's economic climb.
Onlangs was ik bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington en ik ontmoette er een ongelooflijk gepassioneerde onderneemster uit Ghana. Ze verkoopt chocolade. Ze was naar Washington gekomen, niet op zoek naar wat geld of een microkrediet. Ze wilde een serieuze investering om een fabriek te bouwen en de nodige apparatuur te kopen om haar chocolade te exporteren naar Afrika, Europa, het Midden-Oosten en ver daarbuiten - kapitaal dat haar zou helpen om meer mensen dan de 20 die ze al aan het werk had in dienst te nemen. Dat kapitaal zou de economische opbloei van haar eigen land ten goede komen.
The great news is we already know what works. Theory and empirical evidence Have already taught us. We don't need to invent solutions because we have them -- cash flow loans based in income rather than assets, loans that use secure contracts rather than collateral, because women often don't own land. And Kiva.org, the microlender, is actually now experimenting with crowdsourcing small and medium sized loans. And that's just to start.
Het goede nieuws is dat we al weten wat werkt. Theorie en empirisch bewijs hebben ons dat al geleerd. We hoeven geen oplossingen te bedenken, want we hebben ze: cash-flow leningen op basis van het inkomen in plaats van activa, leningen die veilige contracten gebruiken in plaats van onderpanden, omdat vrouwen vaak geen eigen land bezitten. De microlener Kiva.org experimenteert nu met crowdsourcen van kleine en middelgrote leningen. Dat is nog maar het begin.
Recently it has become very much in fashion to call women "the emerging market of the emerging market." I think that is terrific. You know why? Because -- and I say this as somebody who worked in finance -- 500 billion dollars at least has gone into the emerging markets in the past decade. Because investors saw the potential for return at a time of slowing economic growth, and so they created financial products and financial innovation tailored to the emerging markets.
Sinds kort is het heel erg trendy geworden om vrouwen 'de opkomende markt van de opkomende markt' te noemen. Ik vind dat geweldig. Weet je waarom? Ik zeg dat als iemand die in de financiële sector werkte - op zijn minst 500 miljard dollar is in het afgelopen decennium naar de opkomende markten gegaan. Omdat de beleggers kans op winst zagen in een tijd van afnemende economische groei creëerden ze financiële producten en financiële innovatie afgestemd op de opkomende markten.
How wonderful would it be if we were prepared to replace all of our lofty words with our wallets and invest 500 billion dollars unleashing women's economic potential? Just think of the benefits when it comes to jobs, productivity, employment, child nutrition, maternal mortality, literacy and much, much more. Because, as the World Economic Forum noted, smaller gender gaps are directly correlated with increased economic competitiveness. And not one country in all the world has eliminated its economic participation gap -- not one.
Hoe geweldig zou het zijn als we al die verheven woorden zouden vervangen door onze portemonnee en 500 miljard dollar zouden investeren om het economisch potentieel van vrouwen te ontketenen? Denk maar aan de voordelen als het gaat om banen, productiviteit, werkgelegenheid, kindervoeding, moedersterfte, lezen en schrijven en nog veel meer. Omdat, zoals het Wereld Economisch Forum opmerkte, kleinere genderkloven direct zijn gecorreleerd aan een verhoogd economisch concurrentievermogen. Geen enkel land ter wereld heeft de economische participatiekloof weggenomen - niet één.
So the great news is this is an incredible opportunity. We have so much room to grow. So you see, this is not about doing good, this is about global growth and global employment. It is about how we invest and it's about how we see women. And women can no longer be both half the population and a special interest group.
Het goede nieuws is dat dit een geweldige kans is. We hebben zoveel ruimte om te groeien. Zo zie je maar, dit gaat niet over goeddoen, dit gaat over wereldwijde groei en wereldwijde werkgelegenheid. Het gaat om hoe we investeren en over de manier waarop we vrouwen zien. Vrouwen kunnen niet langer zowel helft van de bevolking als 'speciale gevallen' zijn.
(Applause)
(Applaus)
Oftentimes I get into very interesting discussions with reporters who say to me, "Gayle, these are great stories, but you're really writing about the exceptions." Now that makes me pause for just a couple reasons. First of all, for exceptions, there are a lot of them and they're important. Secondly, when we talk about men who are succeeding, we rightly consider them icons or pioneers or innovators to be emulated. And when we talk about women, they are either exceptions to be dismissed or aberrations to be ignored. And finally, there is no society anywhere in all the world that is not changed except by its most exceptional. So why wouldn't we celebrate and elevate these change makers and job creators rather than overlook them?
Vaak heb ik zeer interessante gesprekken met verslaggevers die me zeggen: "Gayle, dit zijn prachtige verhalen, maar eigenlijk schrijf je over uitzonderingen." Daar moet ik om een paar redenen toch even bij stilstaan. Allereerst, als het uitzonderingen zijn, dan zijn het er toch erg veel en erg belangrijke. Ten tweede, als we het hebben over mannen die slagen, dan beschouwen we hen terecht als iconen, pioniers, vernieuwers. Na te volgen voorbeelden. Als het gaat over vrouwen, dan zijn het te verwaarlozen uitzonderingen of te negeren afwijkingen. Tenslotte wordt elke samenleving waar ook ter wereld alleen maar veranderd door de meest uitzonderlijke individuen. Waarom zouden we dan deze vernieuwers en banenscheppers niet vieren en eren in plaats van ze over het hoofd te zien?
This topic of resilience is very personal to me and in many ways has shaped my life. My mom was a single mom who worked at the phone company during the day and sold Tupperware at night so that I could have every opportunity possible. We shopped double coupons and layaway and consignment stores, and when she got sick with stage four breast cancer and could no longer work, we even applied for food stamps. And when I would feel sorry for myself as nine or 10 year-old girls do, she would say to me, "My dear, on a scale of major world tragedies, yours is not a three."
Dit onderwerp van veerkracht ligt me zeer na aan het hart en gaf in vele opzichten vorm aan mijn leven. Mijn moeder was een alleenstaande moeder die overdag bij de telefoonmaatschappij werkte en 's avonds Tupperware verkocht om mij alle kansen te bieden. We zochten naar koopjes en kochten in tweedehandswinkels. Toen ze ziek viel met vierdegraadsborstkanker en niet meer kon werken, hebben we zelfs voedselbonnen aangevraagd. Als ik medelijden had met mezelf, zoals 9 of 10 jaar oude meisjes wel eens plegen te doen, zegde ze tegen mij: "Liefje, op een schaal van de grote wereldtragedies is jouw geval nog niet eens een drie."
(Laughter)
(Gelach)
And when I was applying to business school and felt certain I couldn't do it and nobody I knew had done it, I went to my aunt who survived years of beatings at the hand of her husband and escaped a marriage of abuse with only her dignity intact. And she told me, "Never import other people's limitations."
Toen ik me inschreef aan de businessschool en er zeker van was dat ik het niet aankon en niemand kende die het had gedaan, ging ik naar mijn tante die jaren door haar man was mishandeld en ontsnapt was aan een huwelijk vol geweld met alleen haar waardigheid intact. Ze vertelde me: "Importeer nooit de beperkingen van andere mensen."
And when I complained to my grandmother, a World War II veteran who worked in film for 50 years and who supported me from the age of 13, that I was terrified that if I turned down a plum assignment at ABC for a fellowship overseas, I would never ever, ever find another job, she said, "Kiddo, I'm going to tell you two things. First of all, no one turns down a Fulbright, and secondly, McDonald's is always hiring." (Laughter) "You will find a job. Take the leap."
Ooit ging ik klagen bij mijn grootmoeder, een Tweede-Wereldoorlogveteraan die 50 jaar lang voor de film werkte en me steunde van toen ik 13 was. Ik zei dat ik bang was dat als ik een droomjob bij ABC zou afslaan voor een beurs in het buitenland, ik nooit meer een andere baan zou vinden. Ze zei: "Kindje, ik ga je twee dingen vertellen. Ten eerste, niemand scheept een Fulbright af en ten tweede, McDonald's werft altijd aan." (Gelach) "Je vindt wel een baan. Riskeer het maar."
The women in my family are not exceptions. The women in this room and watching in L.A. and all around the world are not exceptions. We are not a special interest group. We are the majority. And for far too long, we have underestimated ourselves and been undervalued by others. It is time for us to aim higher when it comes to women, to invest more and to deploy our dollars to benefit women all around the world.
De vrouwen in mijn familie zijn geen uitzonderingen. De vrouwen in deze kamer en toekijkend in L.A. en in de rest van de wereld zijn geen uitzonderingen. Wij zijn geen 'speciale gevallen'. Wij zijn de meerderheid. Veel te lang hebben we onszelf onderschat en werden we door anderen ondergewaardeerd. Het wordt tijd om hoger te mikken als het gaat om vrouwen, om meer te investeren en om onze dollars in te zetten voor vrouwen over de hele wereld.
We can make a difference, and make a difference, not just for women, but for a global economy that desperately needs their contributions. Together we can make certain that the so-called exceptions begin to rule. When we change the way we see ourselves, others will follow. And it is time for all of us to think bigger.
We kunnen een verschil maken, en een verschil maken, niet alleen voor vrouwen, maar voor een mondiale economie die dringend behoefte heeft aan hun bijdragen. Samen kunnen we er voor zorgen dat de zogenaamde uitzonderingen de regel worden. Als we onze kijk op onszelf veranderen, zullen anderen volgen. Het is voor ons allemaal tijd om het groter te zien.
Thank you very much.
Heel hartelijk bedankt.
(Applause)
(Applaus)