This story begins in 1985, when at age 22, I became the World Chess Champion after beating Anatoly Karpov. Earlier that year, I played what is called simultaneous exhibition against 32 of the world's best chess-playing machines in Hamburg, Germany. I won all the games, and then it was not considered much of a surprise that I could beat 32 computers at the same time. To me, that was the golden age.
Dit verhaal begint in 1985 toen ik als 22-jarige wereldkampioen schaken werd, na Anatoly Karpov te hebben verslagen. Eerder dat jaar speelde ik simultaan tegen 32 van 's werelds beste schaakmachines in Hamburg, Duitsland. Ik won alle partijen, en destijds verbaasde het niemand dat ik 32 computers tegelijk kon verslaan. Voor mij was dat de gouden eeuw.
(Laughter)
(Gelach)
Machines were weak, and my hair was strong.
Machines waren zwak, en mijn haar was sterk.
(Laughter)
(Gelach)
Just 12 years later, I was fighting for my life against just one computer in a match called by the cover of "Newsweek" "The Brain's Last Stand." No pressure.
Maar slechts 12 jaar later vocht ik voor mijn leven tegen slechts één computer in een wedstrijd die Newsweek op zijn cover betitelde als: ‘De Ultieme Strijd van het Brein’. Geen druk.
(Laughter)
(Gelach)
From mythology to science fiction, human versus machine has been often portrayed as a matter of life and death. John Henry, called the steel-driving man in the 19th century African American folk legend, was pitted in a race against a steam-powered hammer bashing a tunnel through mountain rock. John Henry's legend is a part of a long historical narrative pitting humanity versus technology. And this competitive rhetoric is standard now. We are in a race against the machines, in a fight or even in a war. Jobs are being killed off. People are being replaced as if they had vanished from the Earth. It's enough to think that the movies like "The Terminator" or "The Matrix" are nonfiction.
In de mythologie en in science fiction werd mens-tegen-machine vaak afgeschilderd als een zaak van leven of dood. John Henry, de 'stalen man' genoemd in de 19e eeuwse Afro-Amerikaanse volkslegende, moest een wedstrijd aangaan tegen een stoomaangedreven hamer om een tunnel door een berg te hakken. John Henry's legende is een deel van een lang historisch verhaal van strijd tussen mens en technologie. Deze competitieve retoriek is nu standaard. We zitten in een race tegen de machines in een gevecht of zelfs een oorlog. Jobs vallen weg. Mensen worden vervangen alsof ze van de aarde zijn verdwenen. Je zou bijna gaan denken dat films als ‘The Terminator’ of ‘The Matrix’ non-fictie zijn.
There are very few instances of an arena where the human body and mind can compete on equal terms with a computer or a robot. Actually, I wish there were a few more. Instead, it was my blessing and my curse to literally become the proverbial man in the man versus machine competition that everybody is still talking about. In the most famous human-machine competition since John Henry, I played two matches against the IBM supercomputer, Deep Blue. Nobody remembers that I won the first match --
Er zijn zeer weinig gevallen van een arena waarbij de mens lichamelijk en geestelijk op gelijke voorwaarden kan concurreren met een computer of een robot. Eigenlijk wou ik dat er wat meer waren. In plaats daarvan was het mijn zegen en mijn vloek om letterlijk uit te groeien tot de spreekwoordelijke man in de mens-versus-machinecompetitie waar iedereen nog steeds over praat. In de meest bekende mens-machinecompetitie sinds John Henry speelde ik twee wedstrijden tegen de IBM-supercomputer Deep Blue. Niemand herinnert zich dat ik de eerste wedstrijd won --
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
In Philadelphia, before losing the rematch the following year in New York. But I guess that's fair. There is no day in history, special calendar entry for all the people who failed to climb Mt. Everest before Sir Edmund Hillary and Tenzing Norgay made it to the top. And in 1997, I was still the world champion when chess computers finally came of age. I was Mt. Everest, and Deep Blue reached the summit. I should say of course, not that Deep Blue did it, but its human creators -- Anantharaman, Campbell, Hoane, Hsu. Hats off to them. As always, machine's triumph was a human triumph, something we tend to forget when humans are surpassed by our own creations.
in Philadelphia voordat ik de terugmatch het jaar daarop in New York verloor. Maar ik denk dat het eerlijk is. Er is geen bijzondere herdenkingsdag voor iedereen die de top van de Everest niet haalde voordat Sir Edmund Hillary en Tenzing Norgay de top bereikten. En in 1997 was ik nog steeds de wereldkampioen toen de schaakcomputers eindelijk volwassen werden. Ik was de Everest en Deep Blue bereikte de top. Ik moet natuurlijk zeggen dat niet Deep Blue het deed, maar wel zijn menselijke makers -- Anantharaman, Campbell, Hoane, Hsu. Petje af voor hen. Zoals altijd was de triomf van de machine een menselijke triomf, iets wat we wel eens vergeten wanneer onze eigen creaties ons overtreffen.
Deep Blue was victorious, but was it intelligent? No, no it wasn't, at least not in the way Alan Turing and other founders of computer science had hoped. It turned out that chess could be crunched by brute force, once hardware got fast enough and algorithms got smart enough. Although by the definition of the output, grandmaster-level chess, Deep Blue was intelligent. But even at the incredible speed, 200 million positions per second, Deep Blue's method provided little of the dreamed-of insight into the mysteries of human intelligence.
Deep Blue heeft gezegevierd, maar was hij intelligent? Nee, nee, hij was het niet, althans niet op de manier waarop Alan Turing en andere grondleggers van de informatica het hadden gehoopt. Het bleek dat schaken kon worden gekraakt door brute kracht, zodra de hardware snel genoeg werd en de algoritmen slim genoeg. Maar naar de definitie van het resultaat, schaken op grootmeesterniveau, was Deep Blue intelligent. Maar ondanks de ongelooflijke snelheid van 200 miljoen posities per seconde, verschafte Deep Blue's methode weinig van het gedroomde inzicht in de mysteries van de menselijke intelligentie.
Soon, machines will be taxi drivers and doctors and professors, but will they be "intelligent?" I would rather leave these definitions to the philosophers and to the dictionary. What really matters is how we humans feel about living and working with these machines.
Spoedig zullen machines taxichauffeurs, artsen en professoren zijn, maar zullen ze ‘intelligent’ zijn? Ik zou deze definities liever overlaten aan filosofen en woordenboeken. Wat echt belangrijk is, is hoe wij mensen ons voelen over leven en werken met deze machines.
When I first met Deep Blue in 1996 in February, I had been the world champion for more than 10 years, and I had played 182 world championship games and hundreds of games against other top players in other competitions. I knew what to expect from my opponents and what to expect from myself. I was used to measure their moves and to gauge their emotional state by watching their body language and looking into their eyes.
Toen ik voor het eerst Deep Blue in februari 1996 ontmoette, was ik al meer dan 10 jaar wereldkampioen, en had ik 182 WK-partijen gespeeld en honderden partijen tegen andere topspelers in andere wedstrijden. Ik wist wat te verwachten van mijn tegenstanders en wat te verwachten van mezelf. Ik was gewend om hun zetten in te schatten en hun emotionele toestand te peilen door te kijken naar hun lichaamstaal en hun ogen.
And then I sat across the chessboard from Deep Blue. I immediately sensed something new, something unsettling. You might experience a similar feeling the first time you ride in a driverless car or the first time your new computer manager issues an order at work. But when I sat at that first game, I couldn't be sure what is this thing capable of. Technology can advance in leaps, and IBM had invested heavily. I lost that game. And I couldn't help wondering, might it be invincible? Was my beloved game of chess over? These were human doubts, human fears, and the only thing I knew for sure was that my opponent Deep Blue had no such worries at all.
Maar toen zat ik aan het schaakbord tegenover Deep Blue. Ik voelde meteen iets nieuws, iets verontrustends. Een soortgelijk gevoel zal je misschien ervaren de eerste keer dat je rijdt in een zelfrijdende auto of de eerste keer dat je nieuwe computer-manager je iets beveelt op het werk. Maar bij dat eerste spel wist ik niet zeker waartoe dit ding in staat was. Technologie kan sprongsgewijs vooruitgaan en IBM had er zwaar in geïnvesteerd. Ik verloor die wedstrijd. En ik kon niet anders dan me afvragen of hij onklopbaar kon zijn. Was mijn geliefde schaakspel om zeep? Dit waren menselijke twijfels, menselijke angsten, en het enige wat ik zeker wist, was dat mijn tegenstander Deep Blue
(Laughter)
zich daar helemaal geen zorgen over maakte.
(Gelach)
I fought back after this devastating blow to win the first match, but the writing was on the wall. I eventually lost to the machine but I didn't suffer the fate of John Henry who won but died with his hammer in his hand. [John Henry Died with a Hammer in His Hand Palmer C. Hayden] [The Museum of African American Art, Los Angeles] It turned out that the world of chess still wanted to have a human chess champion. And even today, when a free chess app on the latest mobile phone is stronger than Deep Blue, people are still playing chess, even more than ever before. Doomsayers predicted that nobody would touch the game that could be conquered by the machine, and they were wrong, proven wrong, but doomsaying has always been a popular pastime when it comes to technology.
Ik vocht terug na deze verwoestende klap om de eerste wedstrijd te winnen, maar het was een teken aan de wand. Uiteindelijk verloor ik van de machine maar ik onderging niet het lot van John Henry die won, maar stierf met zijn hamer in de hand. Het bleek dat de schaakwereld nog steeds een menselijke schaakkampioen wilde hebben. En zelfs vandaag, nu een gratis schaak-app op de nieuwste mobiele telefoon sterker is dan Deep Blue, zijn mensen nog steeds aan het schaken, zelfs meer dan ooit tevoren. Doemdenkers voorspelden dat niemand het spel zou willen spelen dat door een machine bedwongen kon worden maar ze bleken het fout te hebben, maar doemdenken was altijd al een populair tijdverdrijf als het over technologie gaat.
What I learned from my own experience is that we must face our fears if we want to get the most out of our technology, and we must conquer those fears if we want to get the best out of our humanity. While licking my wounds, I got a lot of inspiration from my battles against Deep Blue. As the old Russian saying goes, if you can't beat them, join them. Then I thought, what if I could play with a computer -- together with a computer at my side, combining our strengths, human intuition plus machine's calculation, human strategy, machine tactics, human experience, machine's memory. Could it be the perfect game ever played?
Wat ik van mijn eigen ervaring leerde, is dat we onze angsten onder ogen moeten zien als we het maximale uit onze technologie willen halen, en we moeten die angsten overwinnen als we het beste uit onze menselijkheid willen halen. Terwijl ik mijn wonden likte, kreeg ik heel wat inspiratie door mijn gevechten tegen Deep Blue. Zoals het oude Russische gezegde gaat: als je ze niet kunt verslaan, sluit je dan bij hen aan. Toen dacht ik: wat als ik samen met een computer kon spelen -- met een computer aan mijn zijde onze krachten kon bundelen: menselijke intuïtie plus machineberekening, menselijk strategie, machinetactiek, menselijke ervaring, machinegeheugen. Zou dat het meest perfecte spel ooit kunnen zijn?
My idea came to life in 1998 under the name of Advanced Chess when I played this human-plus-machine competition against another elite player. But in this first experiment, we both failed to combine human and machine skills effectively. Advanced Chess found its home on the internet, and in 2005, a so-called freestyle chess tournament produced a revelation. A team of grandmasters and top machines participated, but the winners were not grandmasters, not a supercomputer. The winners were a pair of amateur American chess players operating three ordinary PCs at the same time. Their skill of coaching their machines effectively counteracted the superior chess knowledge of their grandmaster opponents and much greater computational power of others. And I reached this formulation. A weak human player plus a machine plus a better process is superior to a very powerful machine alone, but more remarkably, is superior to a strong human player plus machine and an inferior process. This convinced me that we would need better interfaces to help us coach our machines towards more useful intelligence.
Mijn idee kwam tot leven in 1998 onder de naam Geavanceerd Schaken toen ik een mens-plus-machinewedstrijd speelde tegen een andere topspeler. Maar in dit eerste experiment, slaagden we er allebei niet in om mens- en machinevaardigheden effectief te combineren. Geavanceerd Schaken vond zijn thuis op het internet en in 2005 zorgde een zogenaamd freestyle schaaktoernooi voor een openbaring. Een team van grootmeesters en topmachines nam deel, maar de winnaars waren noch de grootmeesters noch de supercomputer. De winnaars waren een paar Amerikaanse schaakamateurs die drie gewone pc's tegelijk bedienden. Hun vaardigheid in het coachen van hun machines counterde effectief de superieure schaakkennis van hun grootmeester-tegenstanders en de grotere rekenkracht van anderen. Ik kwam tot deze formulering: een zwakke menselijke speler met een computer en een betere procesbeheersing is superieur aan een zeer krachtige machine alleen, maar, nog opmerkelijker, is superieur aan een sterke menselijke speler met machine en... een inferieure procesbeheersing. Dit overtuigde me ervan dat we betere interfaces nodig zouden hebben om ons te helpen bij het coachen van onze machines richting een nuttiger intelligentie.
Human plus machine isn't the future, it's the present. Everybody that's used online translation to get the gist of a news article from a foreign newspaper, knowing its far from perfect. Then we use our human experience to make sense out of that, and then the machine learns from our corrections. This model is spreading and investing in medical diagnosis, security analysis. The machine crunches data, calculates probabilities, gets 80 percent of the way, 90 percent, making it easier for analysis and decision-making of the human party. But you are not going to send your kids to school in a self-driving car with 90 percent accuracy, even with 99 percent. So we need a leap forward to add a few more crucial decimal places.
Mens plus machine is niet de toekomst, het is er al. Iedereen die ooit onlinevertaling gebruikte om iets van een nieuwsartikel van een buitenlandse krant te snappen, weet dat ze verre van perfect is. Dan gebruiken we onze menselijke ervaring om er iets zinvols uit te distilleren, waarna de machine leert van onze correcties. Dit model verspreidt zich en wordt toegepast bij medische diagnose en veiligheidsanalyse. De machine verwerkt data, berekent waarschijnlijkheden, legt 80-90% van het traject af, waardoor analyse en besluitvorming makkelijker wordt voor de menselijke partij. Maar je stuurt je kinderen niet naar school in een zelfrijdende auto met 90% nauwkeurigheid, zelfs niet met 99%. Voor de sprong voorwaarts moeten er nog wat cruciale decimalen bijkomen.
Twenty years after my match with Deep Blue, second match, this sensational "The Brain's Last Stand" headline has become commonplace as intelligent machines move in every sector, seemingly every day. But unlike in the past, when machines replaced farm animals, manual labor, now they are coming after people with college degrees and political influence. And as someone who fought machines and lost, I am here to tell you this is excellent, excellent news. Eventually, every profession will have to feel these pressures or else it will mean humanity has ceased to make progress. We don't get to choose when and where technological progress stops. We cannot slow down. In fact, we have to speed up. Our technology excels at removing difficulties and uncertainties from our lives, and so we must seek out ever more difficult, ever more uncertain challenges. Machines have calculations. We have understanding. Machines have instructions. We have purpose. Machines have objectivity. We have passion. We should not worry about what our machines can do today. Instead, we should worry about what they still cannot do today, because we will need the help of the new, intelligent machines to turn our grandest dreams into reality. And if we fail, if we fail, it's not because our machines are too intelligent, or not intelligent enough. If we fail, it's because we grew complacent and limited our ambitions. Our humanity is not defined by any skill, like swinging a hammer or even playing chess.
Twintig jaar na mijn match met Deep Blue, na de tweede wedstrijd, is de sensationele kop: ‘De Ultieme Strijd van het Brein’ gemeengoed geworden, nu intelligente machines hun intrede doen in elke sector, bijna dagelijks. Maar in tegenstelling tot het verleden, toen machines boerderijdieren en handenarbeid vervingen, gaan ze dat nu doen met mensen met academische graden en politieke invloed. Als iemand die met machines vocht en verloor, vertel ik jullie dat dit geweldig nieuws is. Uiteindelijk zal elk beroep deze druk moeten ondergaan of anders zou het betekenen dat de mensheid ophoudt met vooruitgang boeken. We zullen niet kunnen kiezen wanneer en waar de technologische vooruitgang stopt. We kunnen niet vertragen. Eigenlijk moeten we versnellen. Onze technologie blinkt uit in het wegnemen van moeilijkheden en onzekerheden uit ons leven, en dus moeten we op zoek gaan naar steeds moeilijker, steeds onzekerder uitdagingen. Machines hebben berekeningen. Wij hebben begrip. Machines hebben instructies. Wij hebben doel. Machines hebben objectiviteit. Wij hebben passie. We moeten ons geen zorgen maken over wat onze machines vandaag kunnen. In plaats daarvan moeten we ons zorgen maken over wat ze vandaag nog steeds niet kunnen, omdat we de hulp van de nieuwe, intelligente machines nodig hebben om onze grootste dromen om te zetten in realiteit. En als we falen, als we falen, is het niet omdat onze machines te intelligent of niet intelligent genoeg zijn. Als we falen, dan is dat omdat we zelfgenoegzaam werden en onze ambities inperkten. Onze menselijkheid wordt niet bepaald door vaardigheden als met een hamer zwiepen of zelfs als schaken.
There's one thing only a human can do. That's dream. So let us dream big.
Er is één ding dat alleen maar een mens kan doen. Dat is dromen. Laten we dus groots dromen.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)