For a long time, there was me, and my body. Me was composed of stories, of cravings, of strivings, of desires of the future. Me was trying not to be an outcome of my violent past, but the separation that had already occurred between me and my body was a pretty significant outcome. Me was always trying to become something, somebody. Me only existed in the trying. My body was often in the way.
Voor een lange tijd had je 'ik' en 'mijn lichaam'. 'Ik' bestond uit verhalen, verlangens, inspanningen... ...en wensen voor de toekomst. 'Ik' probeerde om geen resultaat van mijn gewelddadige verleden te zijn, maar de afscheiding die al had plaatsgevonden tussen mij en mijn lichaam was best een belangrijk resultaat hiervan. 'Ik' probeerde altijd iets te worden, iemand te worden. 'Ik' bestond alleen in het proberen. Mijn lichaam zat vaak in de weg.
Me was a floating head. For years, I actually only wore hats. It was a way of keeping my head attached. It was a way of locating myself. I worried that [if] I took my hat off I wouldn't be here anymore. I actually had a therapist who once said to me, "Eve, you've been coming here for two years, and, to be honest, it never occurred to me that you had a body." All this time I lived in the city because, to be honest, I was afraid of trees. I never had babies because heads cannot give birth. Babies actually don't come out of your mouth.
Ik was een zwevend hoofd. Ik heb jarenlang alleen hoeden gedragen. Het was een manier om mijn hoofd bij me te houden. Een manier om mezelf te lokaliseren. Ik was bang dat wanneer ik mijn hoed af zou zetten... ...ik er niet meer zou zijn. Ik had zelfs een therapeut die tegen me zei: "Eve, je komt hier nu twee jaar, en om eerlijk te zijn was het nooit bij me opgekomen dat je een lichaam hebt." Ik woonde al die tijd in de stad, omdat, om eerlijk te zijn, ik bang was voor bomen. Ik had geen kinderen want hoofden kunnen niet bevallen. Baby's komen niet uit je mond.
As I had no reference point for my body, I began to ask other women about their bodies -- in particular, their vaginas, because I thought vaginas were kind of important. This led to me writing "The Vagina Monologues," which led to me obsessively and incessantly talking about vaginas everywhere I could. I did this in front of many strangers. One night on stage, I actually entered my vagina. It was an ecstatic experience. It scared me, it energized me, and then I became a driven person, a driven vagina.
Omdat ik geen uitgangspunt had voor mijn eigen lichaam... begon ik andere vrouwen naar hun lichaam te vragen; in het bijzonder naar hun vagina's, omdat ik vagina's belangrijk vond. Dit zette me ertoe om "De Vagina Monologen" te schrijven... ...wat me er toe leidde om obsessief en onophoudelijk over vagina's te praten waar ik maar kon. Ik deed dit zelfs waar vreemden bij waren. Een avond op het podium ben ik daadwerkelijk mijn vagina ingegaan. Het was een betoverende ervaring. Het maakte me bang, het gaf me energie, en toen werd ik een gedreven persoon, een gedreven vagina.
I began to see my body like a thing, a thing that could move fast, like a thing that could accomplish other things, many things, all at once. I began to see my body like an iPad or a car. I would drive it and demand things from it. It had no limits. It was invincible. It was to be conquered and mastered like the Earth herself. I didn't heed it; no, I organized it and I directed it. I didn't have patience for my body; I snapped it into shape. I was greedy. I took more than my body had to offer. If I was tired, I drank more espressos. If I was afraid, I went to more dangerous places.
Ik begon mijn lichaam als een ding te zien, een ding dat snel kon bewegen, als een ding dat ook andere dingen kon bereiken, een heleboel dingen tegelijk. Ik begon mijn lichaam als een iPad of auto te beschouwen. Ik zou het besturen en er dingen van verlangen. Het had geen grenzen. Het was onverslaanbaar. Het zou overwonnen en beheerst worden als de Aarde zelf. Ik gaf het geen aandacht; nee, ik organiseerde en bestuurde het. Ik had geen geduld voor mijn lichaam; ik dwong het in vorm te zijn. Ik was gierig. Ik nam meer dan mijn lichaam mij kon geven. Als ik moe was dan dronk ik meer espresso's. Als ik bang was ging ik naar gevaarlijkere plaatsen.
Oh sure, sure, I had moments of appreciation of my body, the way an abusive parent can sometimes have a moment of kindness. My father was really kind to me on my 16th birthday, for example. I heard people murmur from time to time that I should love my body, so I learned how to do this. I was a vegetarian, I was sober, I didn't smoke. But all that was just a more sophisticated way to manipulate my body -- a further disassociation, like planting a vegetable field on a freeway.
Oh, natuurlijk, natuurlijk had ik momenten dat ik mijn lichaam op prijs stelde, op de manier waarop een mishandelende ouder soms een aardig moment kan hebben. Mijn vader was heel aardig voor me, bijvoorbeeld op mijn zestiende verjaardag. Ik hoorde mensen van tijd tot tijd mompelen dat ik van mijn lichaam moest houden, dus leerde ik mezelf dit te doen. Ik was vegetariër, ik was nuchter, ik rookte niet. Maar dat was allemaal een verfijnde manier om mijn lichaam te manipuleren -- een grotere afstandneming, alsof je een moestuin plant op de autoweg.
As a result of me talking so much about my vagina, many women started to tell me about theirs -- their stories about their bodies. Actually, these stories compelled me around the world, and I've been to over 60 countries. I heard thousands of stories, and I have to tell you, there was always this moment where the women shared with me that particular moment when she separated from her body -- when she left home. I heard about women being molested in their beds, flogged in their burqas, left for dead in parking lots, acid burned in their kitchens. Some women became quiet and disappeared. Other women became mad, driven machines like me.
Omdat ik zoveel over mijn vagina praatte, begonnen veel vrouwen me over die van hen te vertellen -- hun verhalen over hun lichamen. Die verhalen dwongen mij de wereld over, en ik ben in meer dan 60 landen geweest. Ik heb duizenden verhalen gehoord. En ik moet zeggen, er was altijd zo'n moment waarop vrouwen precies konden uitleggen op welk moment ze niet verenigd waren met hun lichaam -- wanneer ze niet thuis waren. Ik hoorde over vrouwen die in hun bed zijn aangerand, gegeseld in hun burka's, voor dood zijn achtergelaten in parkeerplaatsen, met zuur verbrand in hun keukens. Sommige vrouwen werden stil en verdwenen. Sommigen werden boze, gedreven machines als ikzelf.
In the middle of my traveling, I turned 40 and I began to hate my body, which was actually progress, because at least my body existed enough to hate it. Well my stomach -- it was my stomach I hated. It was proof that I had not measured up, that I was old and not fabulous and not perfect or able to fit into the predetermined corporate image in shape. My stomach was proof that I had failed, that it had failed me, that it was broken. My life became about getting rid of it and obsessing about getting rid of it. In fact, it became so extreme I wrote a play about it. But the more I talked about it, the more objectified and fragmented my body became. It became entertainment; it became a new kind of commodity, something I was selling.
Gedurende het reizen werd ik 40 en begon ik mijn lichaam te haten, wat eigenlijk vooruitgang was, want mijn lichaam bestond tenminste genoeg om het te kunnen haten. Althans, mijn buik -- ik haatte mijn buik. Hij was het bewijs dat ik niet goed genoeg was. Dat ik oud en niet grandioos en niet perfect was. Of dat ik niet paste in het vooraf vastgestelde bedrijfsbeeld. Mijn buik was bewijs dat ik had gefaald, dat hij me had laten vallen, dat ik kapot was. Mijn leven draaide om het kwijtraken ervan en de obsessie hierover. Het werd zelfs zo extreem dat ik er een toneelstuk over schreef. Maar hoe meer ik erover praatte, hoe verdeelder en ontzielder mijn lichaam werd. Het werd entertainment; het werd een nieuw soort product, iets wat ik verkocht.
Then I went somewhere else. I went outside what I thought I knew. I went to the Democratic Republic of Congo. And I heard stories that shattered all the other stories. I heard stories that got inside my body. I heard about a little girl who couldn't stop peeing on herself because so many grown soldiers had shoved themselves inside her. I heard an 80-year-old woman whose legs were broken and pulled out of her sockets and twisted up on her head as the soldiers raped her like that. There are thousands of these stories, and many of the women had holes in their bodies -- holes, fistula -- that were the violation of war -- holes in the fabric of their souls. These stories saturated my cells and nerves, and to be honest, I stopped sleeping for three years.
Toen ging ik ergens anders heen. Ik stapte uit datgene dat ik dacht te kennen. Ik ging naar de democratische republiek Congo. En ik hoorde verhalen die alle andere verhalen deden verdwijnen. Ik hoorde verhalen die in mijn lichaam drongen. Ik hoorde over een klein meisje dat niet kon ophouden zichzelf onder te plassen omdat zoveel volwassen soldaten bij haar naar binnen waren gedrongen. Ik hoorde van een tachtig jaar oude vrouw wiens benen waren gebroken en uit hun gewrichten waren getrokken en achter haar hoofd werden gedraaid terwijl de soldaten haar zo verkrachtten. Er zijn duizenden van zulke verhalen. En veel van die vrouwen hadden gaten in hun lichaam -- gaten, openingen -- gevormd door die oorlogsmisdaden -- gaten in de kern van hun zielen. Deze verhalen verzadigden mijn cellen en zenuwen. En om eerlijk te zijn heb ik drie jaar niet kunnen slapen.
All the stories began to bleed together. The raping of the Earth, the pillaging of minerals, the destruction of vaginas -- none of these were separate anymore from each other or me. Militias were raping six-month-old babies so that countries far away could get access to gold and coltan for their iPhones and computers. My body had not only become a driven machine, but it was responsible now for destroying other women's bodies in its mad quest to make more machines to support the speed and efficiency of my machine.
Alle verhalen begonnen samen te smelten. Het verkrachten van de Aarde, het plunderen van mineralen, het vernietigen van vagina's -- niets hiervan was in mijn ogen nog langer een losstaande zaak. Milities verkrachtten zes maanden oude baby's zodat landen ver weg toegang kregen tot goud en coltan voor hun iPhones en computers. Mijn lichaam was niet alleen meer een gedreven machine, maar het was nu ook verantwoordelijk voor het vernietigen van de lichamen van die vrouwen door de drang om meer machines te maken om de snelheid en efficiëntie van mijn machine te ondersteunen.
Then I got cancer -- or I found out I had cancer. It arrived like a speeding bird smashing into a windowpane. Suddenly, I had a body, a body that was pricked and poked and punctured, a body that was cut wide open, a body that had organs removed and transported and rearranged and reconstructed, a body that was scanned and had tubes shoved down it, a body that was burning from chemicals. Cancer exploded the wall of my disconnection. I suddenly understood that the crisis in my body was the crisis in the world, and it wasn't happening later, it was happening now.
Toen kreeg ik kanker -- of ik kwam erachter dat ik kanker had. Dat kwam aan als een snelvliegende vogel die tegen een raamkozijn aanknalt. Plotseling had ik een lichaam, een lichaam dat geprikt werd en gepord en doorboord, een lichaam dat helemaal open werd gesneden, een lichaam waar organen uit zijn gehaald en vervoerd en herschikt en opnieuw gemonteerd, een lichaam dat gescand werd en waar buisjes in werden geschoven, een lichaam dat brandde van de chemische stoffen. Kanker blies de muur op die tussen mij en mijn lichaam stond. Ik begreep ineens dat de crisis in mijn lichaam de crisis in de wereld was, en dat het niet later gebeurde, maar dat het nu aan het gebeuren was.
Suddenly, my cancer was a cancer that was everywhere, the cancer of cruelty, the cancer of greed, the cancer that gets inside people who live down the streets from chemical plants -- and they're usually poor -- the cancer inside the coal miner's lungs, the cancer of stress for not achieving enough, the cancer of buried trauma, the cancer in caged chickens and polluted fish, the cancer in women's uteruses from being raped, the cancer that is everywhere from our carelessness.
Opeens was mijn kanker een kanker die overal was, de kanker van wreedheid, de kanker van hebzucht, de kanker die in mensen kruipt die vlakbij kerncentrales wonen -- en die zijn meestal arm -- de kanker die in de longen van koolmijnwerkers komt, de kanker van de stress omdat je niet goed genoeg presteert, de kanker van begraven trauma, de kanker in opgehokte kippen en vervuilde vis, de kanker in baarmoeders van verkrachte vrouwen; de kanker die overal zit door onze laksheid.
In his new and visionary book, "New Self, New World," the writer Philip Shepherd says, "If you are divided from your body, you are also divided from the body of the world, which then appears to be other than you or separate from you, rather than the living continuum to which you belong." Before cancer, the world was something other. It was as if I was living in a stagnant pool and cancer dynamited the boulder that was separating me from the larger sea. Now I am swimming in it. Now I lay down in the grass and I rub my body in it, and I love the mud on my legs and feet. Now I make a daily pilgrimage to visit a particular weeping willow by the Seine, and I hunger for the green fields in the bush outside Bukavu. And when it rains hard rain, I scream and I run in circles.
In zijn nieuwe en visionaire boek "Nieuw Zelf, Nieuwe Wereld" zegt schrijver Philip Shepherd: "Als je gescheiden bent van je lichaam, ben je ook gescheiden van het lichaam van de wereld, dat dan anders lijkt te zijn dan jou, of los van jou staat, in plaats van het levende continuüm waar jij deel van uitmaakt. Voor de kanker was de wereld iets anders. Het was alsof ik in een stilstaande poel leefde en kanker blies de steen op die me scheidde van de grotere zee. Nu zwem ik erin. Nu lig ik in het gras en wrijf ik mijn lichaam erin, en ik hou van de modder op mijn benen en voeten. Nu maak ik een dagelijkse pelgrimstocht om een bepaalde treurwilg bij de Seine te bezoeken, en ik honger naar de groene velden in het woud vlak buiten Bukavu. En als het hard regent, dan gil ik en ren in rondjes.
I know that everything is connected, and the scar that runs the length of my torso is the markings of the earthquake. And I am there with the three million in the streets of Port-au-Prince. And the fire that burned in me on day three through six of chemo is the fire that is burning in the forests of the world. I know that the abscess that grew around my wound after the operation, the 16 ounces of puss, is the contaminated Gulf of Mexico, and there were oil-drenched pelicans inside me and dead floating fish. And the catheters they shoved into me without proper medication made me scream out the way the Earth cries out from the drilling.
Ik weet dat alles is verbonden, en het litteken dat in de lengte over mijn romp loopt is daar getekend door de aardbeving. En ik ben daar met drie miljoen mensen in de straten van Port-au-Prince. Het vuur dat in mij brandt op de derde dag van de zes dagen chemo is het vuur dat brandt in de bossen op de wereld. Ik weet dat het abces dat rond mijn wond groeide na de operatie, die 47 centiliter pus, de vervuilde Golf van Mexico is, en er waren in olie gedrenkte pelikanen in mij en dode drijvende vissen. De katheters die zonder de juiste medicatie in mij werden geschoven, deden me uitschreeuwen zoals de Aarde het uitschreeuwt bij het boren.
In my second chemo, my mother got very sick and I went to see her. And in the name of connectedness, the only thing she wanted before she died was to be brought home by her beloved Gulf of Mexico. So we brought her home, and I prayed that the oil wouldn't wash up on her beach before she died. And gratefully, it didn't. And she died quietly in her favorite place.
Tijdens mijn tweede chemokuur werd mijn moeder heel erg ziek en ging ik naar haar toe. En in de naam van verbondenheid: Het enige dat ze wilde voordat ze stierf... was thuisgebracht worden naar haar geliefde Golf van Mexico. Dus we brachten haar naar huis, en ik bad dat de olie niet op haar strand zou aanspoelen voordat ze stierf. Gelukkig gebeurde dat ook niet. Ze stierf rustig op haar favoriete plaats.
And a few weeks later, I was in New Orleans, and this beautiful, spiritual friend told me she wanted to do a healing for me. And I was honored. And I went to her house, and it was morning, and the morning New Orleans sun was filtering through the curtains. And my friend was preparing this big bowl, and I said, "What is it?" And she said, "It's for you. The flowers make it beautiful, and the honey makes it sweet." And I said, "But what's the water part?" And in the name of connectedness, she said, "Oh, it's the Gulf of Mexico." And I said, "Of course it is." And the other women arrived and they sat in a circle, and Michaela bathed my head with the sacred water. And she sang -- I mean her whole body sang. And the other women sang and they prayed for me and my mother.
Een paar weken later was ik in New Orleans en deze prachtige, spirituele vriendin vertelde me dat ze een genezing voor me wilde doen. Ik was vereerd. Ik ging naar haar huis in de ochtend. en de New Orleans - ochtendzon flikkerde door de gordijnen. Mijn vriendin maakte deze grote schaal klaar, en ik vroeg: "Wat is dat?" En ze zei: "Het is voor jou. De bloemen maken het mooi, de honing maakt het zoet." Ik vroeg: "Maar wat is het watergedeelte?" In de naam van verbondenheid zei ze: "Oh, dat is de Golf van Mexico." En ik zei: "Natuurlijk." De andere vrouwen arriveerden en ze zaten in een kring, en Michaela baadde mijn hoofd met het heilige water. Ze zong -- haar hele lichaam zong. De andere vrouwen zongen en ze baden voor mij en mijn moeder.
And as the warm Gulf washed over my naked head, I realized that it held the best and the worst of us. It was the greed and recklessness that led to the drilling explosion. It was all the lies that got told before and after. It was the honey in the water that made it sweet, it was the oil that made it sick. It was my head that was bald -- and comfortable now without a hat. It was my whole self melting into Michaela's lap. It was the tears that were indistinguishable from the Gulf that were falling down my cheek. It was finally being in my body. It was the sorrow that's taken so long. It was finding my place and the huge responsibility that comes with connection. It was the continuing devastating war in the Congo and the indifference of the world. It was the Congolese women who are now rising up. It was my mother leaving, just at the moment that I was being born. It was the realization that I had come very close to dying -- in the same way that the Earth, our mother, is barely holding on, in the same way that 75 percent of the planet are hardly scraping by, in the same way that there is a recipe for survival.
En terwijl de warme Golf over mijn naakte hoofd spoelde, realiseerde ik me dat dit het beste en het slechtste van ons bevatte. Het was de hebzucht en roekeloosheid die tot de boorexplosie leidde. Het waren al de leugens die daarvoor en daarna werden verteld. Het was de honing in het water die het zoet maakte, het was de olie die het ziek maakte. Het was mijn hoofd dat nu kaal was en op haar gemak was zonder hoed. Ik was mijn complete zelf die in Michaela's schoot wegzakte. Het waren de tranen die niet te onderscheiden waren van de Golf die langs mijn wangen omlaag liepen. Het was de langverwachte verbinding met mijn lichaam. Het was het verdriet dat zo lang had geduurd. Het was mijn plek vinden en de gigantische verantwoordelijkheid die met verbondenheid meekomt. Het was de voortdurende verwoestende oorlog in Congo en de onverschilligheid van de wereld. Het waren de Congolese vrouwen die nu in opstand komen. Het was het vertrek van mijn moeder, net op het moment dat ik geboren werd. Het was de realisatie dat ik heel dicht bij de dood ben geweest -- op dezelfde manier dat de Aarde, onze moeder, het amper volhoudt, op dezelfde manier dat 75% van de bevolking van deze planeet nog maar net de eindjes aan elkaar knopen, op dezelfde manier dat er een recept voor overleven is.
What I learned is it has to do with attention and resources that everybody deserves. It was advocating friends and a doting sister. It was wise doctors and advanced medicine and surgeons who knew what to do with their hands. It was underpaid and really loving nurses. It was magic healers and aromatic oils. It was people who came with spells and rituals. It was having a vision of the future and something to fight for, because I know this struggle isn't my own. It was a million prayers. It was a thousand hallelujahs and a million oms. It was a lot of anger, insane humor, a lot of attention, outrage. It was energy, love and joy. It was all these things. It was all these things. It was all these things in the water, in the world, in my body.
Wat ik heb geleerd is dat het te maken heeft met aandacht en hulpbronnen die iedereen verdient. Het waren pleitende vrienden en een betuttelende zus. Het waren wijze doktoren en geavanceerde geneeskunde en chirurgen die weten wat ze met hun handen moeten doen. Het waren onderbetaalde en liefhebbende verpleegsters. Het waren magische genezers en aromatische oliën. Het waren mensen die met spreuken en rituelen kwamen. Het was het hebben van een visioen van de toekomst en iets om voor te vechten, omdat ik weet dat dit niet mijn strijd is. Het waren een miljoen gebeden. Het waren duizend halleluja's en een miljoen oms. Het was een heleboel woede, krankzinnige humor, een heleboel aandacht, verontwaardiging. Het was energie, liefde en vreugde. Het was al deze dingen. Het was al deze dingen. Het was al deze dingen in het water, in de wereld, in mijn lichaam.
(Applause)
(Applaus)