So, why does good sex so often fade, even for couples who continue to love each other as much as ever? And why does good intimacy not guarantee good sex, contrary to popular belief? Or, the next question would be, can we want what we already have? That's the million-dollar question, right? And why is the forbidden so erotic? What is it about transgression that makes desire so potent? And why does sex make babies, and babies spell erotic disaster in couples?
Waarom vervaagt goede seks zo vaak, zelfs voor stellen die evenveel van elkaar blijven houden? En waarom is goede intimiteit geen garantie voor goede seks, in tegenstelling tot wat we graag geloven? Of, the volgende vraag zou zijn; kunnen we verlangen naar wat we al hebben? Dat is de vraag van 1 miljoen, toch? En waarom is het verbodene zo erotisch? Hoe komt het dat grensoverschrijding verlangen zo versterkt? En waarom maakt seks baby's, terwijl die een ramp zijn voor de erotiek bij koppels?
(Laughter)
Het is min of meer de fatale klap voor erotiek.
It's kind of the fatal erotic blow, isn't it? And when you love, how does it feel? And when you desire, how is it different?
Als je verliefd bent, hoe voelt dat? Als je verlangt, hoe anders is dat dan?
These are some of the questions that are at the center of my exploration on the nature of erotic desire and its concomitant dilemmas in modern love. So I travel the globe, and what I'm noticing is that everywhere where romanticism has entered, there seems to be a crisis of desire. A crisis of desire, as in owning the wanting -- desire as an expression of our individuality, of our free choice, of our preferences, of our identity -- desire that has become a central concept as part of modern love and individualistic societies.
Dit zijn een aantal vragen die centraal staan in mijn zoektocht naar de aard van erotisch verlangen en de dilemma's die ermee gepaard gaan in moderne liefde. Daarvoor reis ik de wereld af. Het valt me op dat overal waar de romantiek haar intrede heeft gedaan, er een verlangenscrisis lijkt te bestaan. Een verlangenscrisis, als in het bezitten van het verlangen -- verlangen als uitdrukking van onze individualiteit, van onze vrije keuze, van onze voorkeuren, van onze identiteit - verlangen dat een centraal concept is geworden als deel van de moderne liefde en van de individualistische samenleving.
You know, this is the first time in the history of humankind where we are trying to experience sexuality in the long term not because we want 14 children, for which we need to have even more because many of them won't make it, and not because it is exclusively a woman's marital duty. This is the first time that we want sex over time about pleasure and connection that is rooted in desire.
Dit is de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid dat we seksualiteit proberen te ervaren op lange termijn, niet omdat we 14 kinderen willen, of zelfs méér, omdat velen van hen het niet zullen halen, en niet alleen omdat het de huwelijkse plicht van de vrouw alleen is. Dit is de eerste keer dat we seks over een langere periode willen om plezier en verbondenheid die in verlangen zijn geworteld.
So what sustains desire, and why is it so difficult? And at the heart of sustaining desire in a committed relationship, I think, is the reconciliation of two fundamental human needs. On the one hand, our need for security, for predictability, for safety, for dependability, for reliability, for permanence. All these anchoring, grounding experiences of our lives that we call home. But we also have an equally strong need -- men and women -- for adventure, for novelty, for mystery, for risk, for danger, for the unknown, for the unexpected, surprise -- you get the gist. For journey, for travel.
Dus wat maakt verlangen duurzaam en waarom is het zo moeilijk? Aan de basis van duurzaam verlangen in een vaste relatie ligt volgens mij de afstemming van twee fundamentele menselijke behoeftes. Aan de ene kant, onze behoefte aan zekerheid, voorspelbaarheid, veiligheid, betrouwbaarheid, degelijkheid, duurzaamheid -- al deze verankerende basiservaringen van ons leven die we ons thuis noemen. Maar we hebben een even sterke behoefte -- zowel mannen als vrouwen -- aan avontuur, nieuwe dingen, mysterie, risico, gevaar, het onbekende, het onverwachte, verrassing -- je snapt het al -- aan rondreizen, rondtrekken.
So reconciling our need for security and our need for adventure into one relationship, or what we today like to call a passionate marriage, used to be a contradiction in terms. Marriage was an economic institution in which you were given a partnership for life in terms of children and social status and succession and companionship. But now we want our partner to still give us all these things, but in addition I want you to be my best friend and my trusted confidant and my passionate lover to boot, and we live twice as long.
Dus onze behoefte aan veiligheid en onze behoefte aan avontuur verzoenen binnen één relatie, of zoals we nu zo graag zeggen 'een huwelijk met passie', was vroeger contradictio in terminis. Het huwelijk was een economisch instituut waarin je een levenslang partnerschap kreeg met kinderen en sociale status en opvolging en gezelschap. Maar nu willen we dat onze partners ons nog steeds deze dingen geven, maar daar bovenop wil ik ook nog dat je mijn beste vriend en mijn vertrouweling en passionele geliefde bent. En we leven twee keer zo lang.
(Laughter)
(Gelach)
So we come to one person, and we basically are asking them to give us what once an entire village used to provide. Give me belonging, give me identity, give me continuity, but give me transcendence and mystery and awe all in one. Give me comfort, give me edge. Give me novelty, give me familiarity. Give me predictability, give me surprise. And we think it's a given, and toys and lingerie are going to save us with that.
Dus nu komen we bij één persoon en vragen in principe om ons te voorzien van wat we vroeger van een volledig dorp kregen: laat me erbij horen, geef me een identiteit, geef me continuïteit, maar geef me ook zelfoverstijging en mysterie en ontzag, allemaal in één. Geef me troost, geef me snedigheid, geef me nieuwheid, geef me vertrouwdheid. Geef me voorspelbaarheid, geef me verrassing. We denken dat dat een gegeven is en dat speeltjes en lingerie ons erbij zullen helpen.
(Laughter)
(Applaus)
(Applause)
Dus nu komen we bij de existentiële realiteit van het verhaal.
So now we get to the existential reality of the story, right? Because I think, in some way -- and I'll come back to that -- but the crisis of desire is often a crisis of the imagination.
Want ik denk, in zekere zin -- ik kom er nog op terug -- dat de verlangenscrisis vaak een crisis van de verbeelding is.
So why does good sex so often fade? What is the relationship between love and desire? How do they relate, and how do they conflict? Because therein lies the mystery of eroticism.
Dus waarom vervaagt goede seks zo vaak? Wat is de relatie tussen liefde en verlangen? Hoe verhouden ze zich tot elkaar en hoe zijn ze tegenstrijdig? Want daarin ligt het mysterie van erotiek.
So if there is a verb, for me, that comes with love, it's "to have." And if there is a verb that comes with desire, it is "to want." In love, we want to have, we want to know the beloved. We want to minimize the distance. We want to contract that gap. We want to neutralize the tensions. We want closeness. But in desire, we tend to not really want to go back to the places we've already gone. Forgone conclusion does not keep our interest. In desire, we want an Other, somebody on the other side that we can go visit, that we can go spend some time with, that we can go see what goes on in their red-light district. You know? In desire, we want a bridge to cross. Or in other words, I sometimes say, fire needs air. Desire needs space. And when it's said like that, it's often quite abstract.
Als er een werkwoord is dat past bij liefde, is dat 'hebben'. En als er een werkwoord past bij verlangen, is dat 'willen'. In liefde willen we hebben, we willen de geliefde kennen. We willen de afstand zo klein mogelijk maken. We willen de kloof verkleinen. We willen de spanningen neutraliseren. We willen nabijheid. Maar in verlangen willen we meestal niet terug naar bekende plaatsen. Als we de uitkomst vooraf kennen, interesseert het ons niet. In verlangen willen we een ander, iemand aan de andere kant, die we kunnen bezoeken, waar we wat tijd mee door kunnen brengen, zodat we kunnen zien wat er in hun hoerenbuurt gebeurt. In verlangen willen we over de brug komen. Of, zoals ik het soms zeg, vuur heeft lucht nodig. Verlangen heeft ruimte nodig. Als het zo gezegd wordt, is dat vaak behoorlijk abstract.
But then I took a question with me. And I've gone to more than 20 countries in the last few years with "Mating in Captivity," and I asked people, when do you find yourself most drawn to your partner? Not attracted sexually, per Se, but most drawn. And across culture, across religion, and across gender -- except for one -- there are a few answers that just keep coming back.
Maar toen nam ik een vraag met me mee. Ik ben in meer dan 20 landen geweest in de laatste paar jaar met 'Paren in gevangenschap'. Ik vroeg de mensen: wanneer voel je je het meest aangetrokken tot je partner? Niet per se seksueel, maar het meest aangetrokken. Over alle culturen heen, over alle religies en over geslacht -- behalve een -- zijn er een paar antwoorden die terug blijven komen.
So the first group is: I am most drawn to my partner when she is away, when we are apart, when we reunite. Basically, when I get back in touch with my ability to imagine myself with my partner, when my imagination comes back in the picture, and when I can root it in absence and in longing, which is a major component of desire.
De eerste groep is: ik voel me het meest aangetrokken tot mijn partner als ze weg is, als we niet bij elkaar zijn, als we terug bij elkaar komen. Kort gezegd, als ik terug het vermogen krijg om mezelf te verbeelden met mijn partner, als mijn verbeelding terug in beeld komt en als ik het kan baseren op afwezigheid en heimwee, die een belangrijke component is van verlangen.
But then the second group is even more interesting. I am most drawn to my partner when I see him in the studio, when she is onstage, when he is in his element, when she's doing something she's passionate about, when I see him at a party and other people are really drawn to him, when I see her hold court. Basically, when I look at my partner radiant and confident. Probably the biggest turn-on across the board. Radiant, as in self-sustaining. I look at this person -- by the way, in desire people rarely talk about it, when we are blended into one, five centimeters from each other. I don't know in inches how much that is.
Maar de tweede groep is nog interessanter: ik ben het meest aangetrokken tot mijn partner als ik hem zie in de studio, als ze op het podium is, als hij in z'n element is, als ze iets doet waarvoor ze een passie heeft, als ik hem op een feestje zie en andere mensen echt tot hem zijn aangetrokken als ik haar hof zie houden. Samengevat: als ik naar mijn partner kijk die straalt van zelfvertrouwen, waarschijnlijk de grootste opwinder over de hele lijn. Stralend, zelfvoorzienend. Ik kijk naar deze persoon -- trouwens, in verlangen praten mensen er zelden over, als we samengesmolten zijn, vijf centimeter van elkaar. Ik weet niet hoeveel dat is in inches. Maar het is ook niet als de andere persoon zo ver weg is
But it's also not when the other person is that far apart that you no longer see them. It's when I'm looking at my partner from a comfortable distance, where this person that is already so familiar, so known, is momentarily once again somewhat mysterious, somewhat elusive. And in this space between me and the other lies the erotic élan, lies that movement toward the other. Because sometimes, as Proust says, mystery is not about traveling to new places, but it's about looking with new eyes. And so, when I see my partner on his own or her own, doing something in which they are enveloped, I look at this person and I momentarily get a shift in perception, and I stay open to the mysteries that are living right next to me.
dat je hem niet meer ziet. Het is als ik naar m'n partner kijk vanaf een comfortabele afstand, vanwaar deze persoon die al zo vertrouwd, zo bekend is, tijdelijk opnieuw een beetje mysterieus is, op een bepaalde manier moeilijk te bereiken. En in deze ruimte tussen mij en de ander ligt het erotische élan, ligt die beweging naar de ander. Want soms, om het met Proust te zeggen, gaat mysterie niet over reizen naar nieuwe plaatsen, maar over kijken met nieuwe ogen. En dus, als ik mijn partner iets alleen zie doen waarin hij of zij helemaal opgaat, dan kijk ik tijdelijk naar deze persoon vanuit een ander perspectief, en ik blijf open voor de mysteries die zo dicht bij me zijn.
And then, more importantly, in this description about the other or myself -- it's the same -- what is most interesting is that there is no neediness in desire. Nobody needs anybody. There is no caretaking in desire. Caretaking is mightily loving. It's a powerful anti-aphrodisiac.
En dan, nog belangrijker, in deze omschrijving van de ander of mezelf -- dat is hetzelfde -- is het interessantste dat er geen behoeftigheid zit in verlangen. Niemand heeft iemand anders nodig. Er zit geen 'zorgen voor' in verlangen. Voor iemand zorgen is geweldig liefdevol. Maar het is een krachtig anti-aphrodisiac
(Laughter)
I have yet to see somebody who is so turned on by somebody who needs them. Wanting them is one thing. Needing them is a shot down and women have known that forever, because anything that will bring up parenthood will usually decrease the erotic charge.
Ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die opgewonden raakt van iemand die hem nodig heeft. Naar hen verlangen is een ding. Hen nodig hebben is een afknapper, en vrouwen weten dat al eeuwen, want al wat ouderschap bevordert, zal meestal de erotische lading doen afnemen.
(Laughter)
Om goede redenen.
For good reasons, right?
And then the third group of answers usually would be: when I'm surprised, when we laugh together, as somebody said to me in the office today, when he's in his tux, so I said, you know, it's either the tux or the cowboy boots. But basically it's when there is novelty. But novelty isn't about new positions. It isn't a repertoire of techniques. Novelty is, what parts of you do you bring out? What parts of you are just being seen?
De derde groep antwoorden was meestal: als ik verrast ben, als we samen lachen, zoals vandaag iemand op kantoor tegen me zei, als hij in zijn pak zit, dus ik zei: het is of het pak of de cowboylaarzen. Maar in principe gaat het om iets nieuws. Maar nieuwigheid gaat niet over nieuwe posities. Het is geen repertoire aan technieken. Nieuwigheid is: welk gedeelte van jezelf laat je uitblinken? Welk gedeelte van jou wordt gewoon gezien?
Because in some way one could say sex isn't something you do, eh? Sex is a place you go. It's a space you enter inside yourself and with another, or others. So where do you go in sex? What parts of you do you connect to? What do you seek to express there? Is it a place for transcendence and spiritual union? Is it a place for naughtiness and is it a place to be safely aggressive? Is it a place where you can finally surrender and not have to take responsibility for everything? Is it a place where you can express your infantile wishes? What comes out there? It's a language. It isn't just a behavior. And it's the poetic of that language that I'm interested in, which is why I began to explore this concept of erotic intelligence.
Want op een bepaalde manier zou je kunnen zeggen: seks is niet iets dat je doet, hè? Seks is een plek waar je heengaat. een ruimte die je betreedt binnen in jezelf en met een ander, of anderen. Dus, waar ga je heen in seks? Met welke delen van jezelf maak je verbinding? Wat wil je daar uitdrukken? Is het een plaats voor meditatie en spirituele vereniging? Is het een plaats voor ondeugendheid en om veilig agressief te zijn? Is het een plaats waar je je eindelijk kunt overgeven en geen verantwoordelijkheid voor alles hoeft te nemen? Is het een plaats waar je kinderlijke wensen tot uitdrukking komen? Wat komt daaruit? Het is een taal. Het is niet alleen gedrag. En het is het poëtische van die taal dat me interesseert. dat is waarom ik het concept 'erotische intelligentie' ging verkennen.
You know, animals have sex. It's the pivot, it's biology, it's the natural instinct. We are the only ones who have an erotic life, which means that it's sexuality transformed by the human imagination. We are the only ones who can make love for hours, have a blissful time, multiple orgasms, and touch nobody, just because we can imagine it. We can hint at it. We don't even have to do it. We can experience that powerful thing called anticipation, which is a mortar to desire. The ability to imagine it, as if it's happening, to experience it as if it's happening, while nothing is happening and everything is happening, at the same time.
Dieren hebben seks. Het is de spil, het is biologie, het is het natuurlijke instinct. Wij zijn de enigen die een erotisch leven hebben, dat is seksualiteit getransformeerd door de menselijke verbeelding. Wij zijn de enigen die urenlang de liefde kunnen bedrijven, een zalige tijd, meerdere orgasmes, en niemand aanraken, gewoon omdat we het ons kunnen voorstellen. We kunnen hints geven, we hoeven het niet eens te doen. We kunnen dat krachtige ding dat we anticipatie noemen, beleven, die de mortel van het verlangen is, de mogelijkheid om het zich te verbeelden, alsof het gebeurt, om het te ervaren alsof het gebeurt, terwijl er niets gebeurt en tegelijk alles gebeurt.
So when I began to think about eroticism, I began to think about the poetics of sex. And if I look at it as an intelligence, then it's something that you cultivate. What are the ingredients? Imagination, playfulness, novelty, curiosity, mystery. But the central agent is really that piece called the imagination.
Dus toen ik begon te denken over erotiek, begon ik te denken over de poëtica van seks. Als ik ernaar kijk als een intelligentie dan is het iets dat je kan cultiveren. Wat zijn de ingrediënten? Fantasie, speelsheid, nieuwheid, nieuwsgierigheid, mysterie. Maar de centrale factor is echt de verbeelding.
But more importantly, for me to begin to understand who are the couples who have an erotic spark, what sustains desire, I had to go back to the original definition of eroticism, the mystical definition, and I went through it through a bifurcation by looking, actually, at trauma, which is the other side. And I looked at it, looking at the community that I had grown up in, which was a community in Belgium, all Holocaust survivors, and in my community, there were two groups: those who didn't die, and those who came back to life. And those who didn't die lived often very tethered to the ground, could not experience pleasure, could not trust, because when you're vigilant, worried, anxious, and insecure, you can't lift your head to go and take off in space and be playful and safe and imaginative. Those who came back to life were those who understood the erotic as an antidote to death. They knew how to keep themselves alive. And when I began to listen to the sexlessness of the couples that I work with, I sometimes would hear people say, "I want more sex," but generally, people want better sex, and better is to reconnect with that quality of aliveness, of vibrancy, of renewal, of vitality, of Eros, of energy that sex used to afford them, or that they've hoped it would afford them.
Nog belangrijker: om te kunnen begrijpen bij welke koppels er een erotische vonk is, wat het verlangen levend houdt, moest ik teruggaan naar de oorspronkelijke definitie van erotiek, de mystieke definitie. Ik benaderde die via een tweesprong, door te kijken naar trauma, wat de andere kant is, via de gemeenschap waarin ik ben opgegroeid, een gemeenschap in België, allen overlevenden van de Holocaust. In mijn gemeenschap waren er twee groepen: degenen die niet gestorven waren en degenen die weer tot leven kwamen. Diegenen die niet stierven, leefden vaak aan de grond genageld, konden geen genoegen beleven, geen vertrouwen, want als je waakzaam bent, bezorgd, angstig en onzeker, kan je je hoofd niet optillen om op te stijgen in de ruimte en speels veilig en fantasierijk te zijn. Degenen die weer tot leven kwamen, begrepen het erotische als een tegengif tegen dood. Zij wisten hoe ze zichzelf in leven moesten houden. Toen ik ging luisteren naar de seksloosheid van de koppels met wie ik werkte, hoorde ik mensen zeggen: "Ik wil meer seks." Maar meestal willen mensen betere seks, door weer aan te knopen met die kwaliteit van levendig zijn, levendigheid, vernieuwing, vitaliteit, eros, energie die seks hen kon geven - of die ze hoopten ervan te krijgen.
And so I began to ask a different question. "I shut myself off when ..." began to be the question. "I turn off my desires when ..." Which is not the same question as, "What turns me off is ..." and "You turn me off when ..." And people began to say, "I turn myself off when I feel dead inside, when I don't like my body, when I feel old, when I haven't had time for myself, when I haven't had a chance to even check in with you, when I don't perform well at work, when I feel low self esteem, when I don't have a sense of self-worth, when I don't feel like I have a right to want, to take, to receive pleasure."
Dus ging ik een andere vraag stellen. "Ik sluit me af als..." werd de vraag. "Ik onderdruk mijn verlangen als...", wat niet hetzelfde is is als "Wat ik niet opwindend vind, is..." en "Ik knap af op jou als..." Mensen zeiden: "Ik word niet opgewonden als het dood voelt vanbinnen, als ik niet van mijn lichaam houd, als ik me oud voel, als ik geen tijd voor mezelf heb gehad, als ik niet eens de kans kreeg om te vragen hoe het met je gaat, als ik niet goed presteer op het werk, als ik me onzeker voel, als ik een lage eigenwaarde heb, als ik het gevoel heb dat ik geen recht heb op willen, op nemen, op genot ontvangen."
And then I began to ask the reverse question. "I turn myself on when ..." Because most of the time, people like to ask the question, "You turn me on, what turns me on," and I'm out of the question, you know? Now, if you are dead inside, the other person can do a lot of things for Valentine's. It won't make a dent. There is nobody at the reception desk.
Toen ging ik de omgekeerde vraag stellen: "Ik wind mezelf op als ik..." Want meestal vragen mensen graag: "Jij maakt me opgewonden, wat mij opgewonden maakt..." en ik kom niet ter sprake. Dus als je je dood voelt vanbinnen, kan de ander zich uitsloven voor Valentijnsdag, het zal niets uitmaken, want er zit toch niemand aan de receptie. (Gelach)
(Laughter)
So I turn myself on when, I turn on my desires, I wake up when ...
Dus "ik wind mezelf op als ik", "ik verlang", "ik word wakker als..."
Now, in this paradox between love and desire, what seems to be so puzzling is that the very ingredients that nurture love -- mutuality, reciprocity, protection, worry, responsibility for the other -- are sometimes the very ingredients that stifle desire. Because desire comes with a host of feelings that are not always such favorites of love: jealousy, possessiveness, aggression, power, dominance, naughtiness, mischief. Basically most of us will get turned on at night by the very same things that we will demonstrate against during the day. You know, the erotic mind is not very politically correct. If everybody was fantasizing on a bed of roses, we wouldn't be having such interesting talks about this.
In deze paradox tussen liefde en verlangen lijkt het vreemde, dat juist deze ingrediënten die liefde voeden -- wederkerigheid, veiligheid, zorg, verantwoordelijkheid voor de ander -- soms de ingrediënten zijn die verlangen verstikken. Want verlangen gaat vaak gepaard met gevoelens die niet altijd de liefde ten goede komen: jaloezie, bezitsdrang, agressie, macht, dominantie, ondeugendheid, onheil. In principe zullen de meesten van ons 's nachts opgewonden raken door dezelfde zaken waar we overdag tegen demonstreren. De erotische geest is niet erg politiek correct. Als iedereen fantaseerde op een rozenbed, zouden we hier niet zulke interessante gesprekken over hebben.
(Laughter)
Maar nee, in ons hoofd daarboven
But no, in our mind up there are a host of things going on that we don't always know how to bring to the person that we love, because we think love comes with selflessness and in fact desire comes with a certain amount of selfishness in the best sense of the word: the ability to stay connected to one's self in the presence of another.
zijn een heleboel dingen gaande die we niet altijd weten te brengen aan de persoon die we liefhebben omdat we denken dat bij liefde onzelfzuchtigheid hoort maar bij verlangen hoort een portie egoïsme, in de beste zin van het woord: het vermogen om verbonden te blijven met jezelf in aanwezigheid van een ander.
So I want to draw that little image for you, because this need to reconcile these two sets of needs, we are born with that. Our need for connection, our need for separateness, or our need for security and adventure, or our need for togetherness and for autonomy, and if you think about the little kid who sits on your lap and who is cozily nested here and very secure and comfortable, and at some point all of us need to go out into the world to discover and to explore. That's the beginning of desire, that exploratory need, curiosity, discovery. And then at some point they turn around and they look at you. And if you tell them, "Hey kiddo, the world's a great place. Go for it. There's so much fun out there," then they can turn away and they can experience connection and separateness at the same time. They can go off in their imagination, off in their body, off in their playfulness, all the while knowing that there's somebody when they come back.
Daarom wil ik dit kleine plaatje voor jullie schetsen, want de behoefte om deze twee behoeftes te verzoenen, daar zijn we mee geboren. Onze behoefte aan verbondenheid, onze behoefte aan gescheidenheid of onze behoefte aan veiligheid en avontuur, of onze behoefte aan harmonie en aan autonomie. Denk aan het kleine kind dat op je schoot zit, dat daar gezellig genesteld is, veilig en comfortabel. Op een gegeven moment hebben we allemaal de behoefte om de wereld in te gaan, om te ontdekken en te verkennen. Dat is het begin van verlangen, die verkenning heeft nieuwsgierigheid en ontdekking nodig. Op een gegeven moment draaien ze zich om en kijken naar je, en als je dan zegt; "Mijn kind, de wereld is een geweldige plek. Ga er voor! Er is zoveel plezier daarbuiten," dan kunnen ze zich afwenden en verbondenheid en gescheidenheid ervaren, op het zelfde moment. Ze kunnen zich laten leiden door hun fantasie, in hun lichaam in hun speelsheid, wetende dat er altijd iemand zal zijn als ze terugkomen.
But if on this side there is somebody who says, "I'm worried. I'm anxious. I'm depressed. My partner hasn't taken care of me in so long. What's so good out there? Don't we have everything you need together, you and I?" then there are a few little reactions that all of us can pretty much recognize. Some of us will come back, came back a long time ago, and that little child who comes back is the child who will forgo a part of himself in order not to lose the other. I will lose my freedom in order not to lose connection. And I will learn to love in a certain way that will become burdened with extra worry and extra responsibility and extra protection, and I won't know how to leave you in order to go play, in order to go experience pleasure, in order to discover, to enter inside myself.
Maar als er aan deze kant iemand zegt: "Ik maak me zorgen, ik ben ongerust, ik ben depressief. Mijn partner heeft al zo lang niet voor mij gezorgd. Wat is er zo leuk daarbuiten? Hebben we niet alles dat we nodig hebben, samen, jij en ik?", dan zijn er een paar kleine reacties die we allemaal min of meer herkennen. Sommigen van ons zullen terugkomen, zijn al lang terug, en dat kleine kind dat terugkomt is het kind dat afstand zal doen van een deel van zichzelf om de ander niet te verliezen. Ik zal mijn vrijheid opgeven om te voorkomen dat ik verbondenheid verlies. Ik zal leren liefhebben op een manier die met extra zorg beladen zal worden, met extra verantwoordelijkheid en extra bescherming en ik zal niet weten hoe je te verlaten om te kunnen spelen, om plezier te ervaren, om te ontdekken, om in mezelf te gaan.
Translate this into adult language. It starts very young. It continues into our sex lives up to the end. Child number two comes back but looks like that over their shoulder all the time. "Are you going to be there? Are you going to curse me, scold me? Are you going to be angry with me?" And they may be gone, but they're never really away. And those are often the people that will tell you, "In the beginning, it was super hot." Because in the beginning, the growing intimacy wasn't yet so strong that it actually led to the decrease of desire. The more connected I became, the more responsible I felt, the less I was able to let go in your presence. The third child doesn't really come back.
Vertaal dit in volwassen taal. Het begint heel jong. Het houdt stand in ons seksleven tot het einde. Kind nummer twee komt terug maar kijkt de hele tijd over zijn schouder. "Ga je er zijn voor mij? Ga je me vervloeken? Ga je me uitschelden? Ga je boos op me zijn?" Ze kunnen er dan vandoor zijn, maar ze zijn nooit echt weg. Dat zijn vaak de mensen die je zullen vertellen: "in het begin wat het superopwindend." Want in het begin was de groeiende intimiteit nog niet zo sterk dat ze daadwerkelijk leidde tot de daling van verlangen. Hoe meer verbonden ik werd, hoe meer verantwoordelijkheid ik voelde, hoe minder ik mezelf kon laten gaan in jouw aanwezigheid. Het derde kind komt eigenlijk niet echt terug.
So what happens, if you want to sustain desire, it's that real dialectic piece. On the one hand you want the security in order to be able to go. On the other hand if you can't go, you can't have pleasure, you can't culminate, you don't have an orgasm, you don't get excited because you spend your time in the body and the head of the other and not in your own.
Dus als je verlangen duurzaam wil maken, dan is er dat hele dialectische stukje. Aan de ene kant wil je veiligheid om te kunnen gaan. Maar als je niet kan gaan, kan je geen plezier hebben je kan geen hoogtepunt bereiken, je kan geen orgasme hebben, je wordt niet opgewonden want je spendeert je tijd in het lichaam en het hoofd van de ander en niet van jezelf.
So in this dilemma about reconciling these two sets of fundamental needs, there are a few things that I've come to understand erotic couples do. One, they have a lot of sexual privacy. They understand that there is an erotic space that belongs to each of them. They also understand that foreplay is not something you do five minutes before the real thing. Foreplay pretty much starts at the end of the previous orgasm. They also understand that an erotic space isn't about, you begin to stroke the other. It's about you create a space where you leave Management Inc., maybe where you leave the Agile program --
Dus in dit dilemma over verzoening tussen twee fundamentele behoeften zijn er een aantal dingen die erotische koppels doen, zo heb ik begrepen. Eén: ze hebben een heleboel seksuele privacy. Ze begrijpen dat er een erotische ruimte is die van elk van hen is. Ze begrijpen ook dat voorspel niet iets is wat je doet vijf minuten voor het echte ding. Voorspel begint meer aan het einde van het vorige orgasme. Ze begrijpen ook dat een erotische ruimte niet over elkaar strelen gaat. Het gaat over een ruimte creëren waar je 'Management Inc.' achterlaat misschien het 'agile'- programma achterlaat,
(Laughter)
(Gelach)
And you actually just enter that place where you stop being the good citizen who is taking care of things and being responsible.
en je echt alleen die plaats betreedt waar je ophoudt een goede burger te zijn
Responsibility and desire just butt heads. They don't really do well together. Erotic couples also understand that passion waxes and wanes. It's pretty much like the moon. It has intermittent eclipses. But what they know is they know how to resurrect it. They know how to bring it back. And they know how to bring it back because they have demystified one big myth, which is the myth of spontaneity, which is that it's just going to fall from heaven while you're folding the laundry like a deus ex machina, and in fact they understood that whatever is going to just happen in a long-term relationship, already has.
die zorgt voor dingen en verantwoordelijk is. Verantwoordelijkheid en verlangen botsen gewoon met elkaar. Ze gaan niet zo goed samen. Erotische koppels begrijpen ook dat passie toe- en afneemt. Het is als de maan, met af en toe een eclips. Maar ze weten hoe ze die kunnen doen herleven Ze weten ze terug te brengen, Ze weten ze terug te brengen, want ze hebben één grote mythe doorbroken: de mythe van spontaneïteit, die zegt dat het gewoon uit de lucht komt vallen als je de was aan het vouwen bent als een 'deus ex machina', en in feite begrepen ze dat wat er ook gaat gebeuren, al bestaat in een langetermijnrelatie.
Committed sex is premeditated sex. It's willful. It's intentional. It's focus and presence.
Toegewijde seks is seks met voorbedachte rade. Het is bewust. Het is opzettelijk. Het is aandacht en aanwezigheid.
Merry Valentine's.
Fijne Valentijnsdag.
(Applause)
(Applaus)