So here it is. You can check: I am short, I'm French, I have a pretty strong French accent, so that's going to be clear in a moment.
Zoals jullie kunnen zien ben ik klein en Française, met een nogal sterk Frans accent, dat zal jullie dadelijk wel duidelijk worden.
Maybe a sobering thought and something you all know about. And I suspect many of you gave something to the people of Haiti this year. And there is something else I believe in the back of your mind you also know. That is, every day, 25,000 children die of entirely preventable causes. That's a Haiti earthquake every eight days. And I suspect many of you probably gave something towards that problem as well, but somehow it doesn't happen with the same intensity.
Hier komt een ontnuchterende gedachte en iets dat jullie allemaal weten. Ik vermoed dat velen onder jullie dit jaar iets aan de mensen van Haïti hebben gegeven. Maar er is ook nog iets anders waarvan je je, ergens in je achterhoofd, bewust bent namelijk dat elke dag, er 25.000 kinderen doodgaan door helemaal te voorkomen oorzaken. Dat betekent om de acht dagen een Haïti-aardbeving. En ik vermoed dat jullie waarschijnlijk daaraan ook al wat hebben gegeven, maar om de een of andere reden gebeurt dat niet met dezelfde gedrevenheid.
So why is that? Well, here is a thought experiment for you. Imagine you have a few million dollars that you've raised -- maybe you're a politician in a developing country and you have a budget to spend. You want to spend it on the poor: How do you go about it? Do you believe the people who tell you that all we need to do is to spend money? That we know how to eradicate poverty, we just need to do more? Or do you believe the people who tell you that aid is not going to help, on the contrary it might hurt, it might exacerbate corruption, dependence, etc.? Or maybe you turn to the past. After all, we have spent billions of dollars on aid. Maybe you look at the past and see. Has it done any good?
Waarom? Hier is een gedachte-experiment voor jullie: Denk je even in dat je enkele miljoenen dollar hebt gekregen. En je bent politicus in een ontwikkelingsland en je wil dat budget uitgeven aan de armen. Hoe doe je dat? Geloof je de mensen die je zeggen dat het enige dat je moet doen is geld uitgeven, dat we weten hoe we de armoede kunnen uitroeien, dat we alleen maar meer moeten doen? Of ga je diegenen geloven die je zeggen dat hulp niet zal baten, integendeel dat ze zou kunnen schaden, doordat ze de corruptie zal verergeren, meer afhankelijkheid zal brengen, enz.? Of misschien kijk je naar het verleden. We hebben toch miljarden dollars aan hulp uitgegeven. Misschien kijk je naar het verleden om te zien of het iets heeft uitgehaald.
And, sadly, we don't know. And worst of all, we will never know. And the reason is that -- take Africa for example. Africans have already got a lot of aid. These are the blue bars. And the GDP in Africa is not making much progress. Okay, fine. How do you know what would have happened without the aid? Maybe it would have been much worse, or maybe it would have been better. We have no idea. We don't know what the counterfactual is. There's only one Africa.
En, spijtig genoeg, we weten het niet. En erger nog, we zullen het nooit weten. En de reden is - neem nu Afrika - Afrikanen hebben hopen hulp gekregen. Hier zie de grafiek. Het BNP in Afrika gaat niet erg vooruit. OK. Hoe kan je weten wat er gebeurd zou zijn zonder de hulp? Misschien zou het dan veel erger geweest zijn. Maar misschien ook veel beter. We weten het niet. We weten niet wat er zonder hulp zou gebeurd zijn. En er is maar één Afrika.
So what do you do? To give the aid, and hope and pray that something comes out of it? Or do you focus on your everyday life and let the earthquake every eight days continue to happen? The thing is, if we don't know whether we are doing any good, we are not any better than the Medieval doctors and their leeches. Sometimes the patient gets better, sometimes the patient dies. Is it the leeches? Is it something else? We don't know.
Wat doe je dan? Geven en hopen en bidden dat er iets goeds uit voortkomt? Of ga je gewoon door met je leven en laat je elke acht dagen een aardbeving gebeuren. Als we niet weten of we goed of slecht doen dan zijn we niet beter dan die Middeleeuwse dokters met hun bloedzuigers. Soms genas de patiënt, soms ging hij dood. Kwam het door de bloedzuigers? Of door iets anders? We weten het niet.
So here are some other questions. They're smaller questions, but they are not that small. Immunization, that's the cheapest way to save a child's life. And the world has spent a lot of money on it: The GAVI and the Gates Foundations are each pledging a lot of money towards it, and developing countries themselves have been doing a lot of effort. And yet, every year at least 25 million children do not get the immunization they should get. So this is what you call a "last mile problem." The technology is there, the infrastructure is there, and yet it doesn't happen. So you have your million. How do you use your million to solve this last mile problem?
Dus hier nog enkele andere vragen. Kleinere vragen, maar ook weer niet zo klein. Vaccinatie is de goedkoopste manier om een kinderleven te redden. En we hebben er een hoop geld aan uitgegeven. De GAVI en de Gates-stichtingen geven er hopen geld aan uit. Ook de ontwikkelingslanden zelf hebben grote inspanningen geleverd. En toch krijgen elk jaar zeker 25 miljoen kinderen niet de nodige inentingen. Dit is wat je een "laatste-mijl probleem" zou kunnen noemen. De technologie is er. De infrastructuur is er. En toch gebeurt het niet. Je hebt je miljoen dollar. Hoe gebruik je het om dit laatste-mijl probleem op te lossen?
And here's another question: Malaria. Malaria kills almost 900,000 people every year, most of them in Sub-Saharan Africa, most of them under five. In fact, that is the leading cause of under-five mortality. We already know how to kill malaria, but some people come to you and say, "You have your millions. How about bed nets?" Bed nets are very cheap. For 10 dollars, you can manufacture and ship an insecticide treated bed net and you can teach someone to use them. And, not only do they protect the people who sleep under them, but they have these great contagion benefits. If half of a community sleeps under a net, the other half also benefits because the contagion of the disease spread. And yet, only a quarter of kids at risk sleep under a net. Societies should be willing to go out and subsidize the net, give them for free, or, for that matter, pay people to use them because of those contagion benefits. "Not so fast," say other people. "If you give the nets for free, people are not going to value them. They're not going to use them, or at least they're not going to use them as bed nets, maybe as fishing nets." So, what do you do? Do you give the nets for free to maximize coverage, or do you make people pay in order to make sure that they really value them? How do you know?
En hier nog een vraag: Malaria. Malaria doodt bijna 900.000 mensen per jaar, de meesten in het Afrika bezuiden de Sahara, de meesten nog geen 5 jaar oud. Het is de hoofdoorzaak van de sterfte onder de 5 jaar. We weten hoe we malaria kunnen bestrijden, maar sommige mensen komen je vertellen: "Je hebt je miljoenen. Wat denk je van muskietennetten?" Muskietennetten zijn erg goedkoop. Voor tien dollar kan je een met insecticide behandeld muskietennet maken en verzenden. En kan je iemand leren hoe het te gebruiken. En ze beschermen niet alleen de mensen die eronder slapen maar ze helpen ook besmetting te voorkomen. Als de halve gemeenschap onder een muskietennet slaapt dan profiteert de andere helft daar ook van. Omdat je dan minder kans op besmetting hebt. En toch slaapt maar één vierde van de kinderen onder zo'n net. Gemeenschappen zouden zulke netten moeten subsidiëren, ze gratis uitdelen, of de mensen zelfs betalen om ze te gebruiken net omwille van de kleinere kans op besmetting. "Niet zo vlug van stapel lopen," zeggen anderen. "Als je ze gratis geeft gaan de mensen ze niet waarderen. Ze gaan ze niet gebruiken, of misschien gaan ze ze niet als muskietennet, maar als visnet gebruiken." Wat doe je dan? De netten gratis geven voor maximale beschutting? Of laat je de mensen ervoor betalen zodat ze ze echt waarderen? Hoe kan je zoiets weten?
And a third question: Education. Maybe that's the solution, maybe we should send kids to school. But how do you do that? Do you hire teachers? Do you build more schools? Do you provide school lunch? How do you know?
En een derde vraag: Onderwijs. Misschien is dat de oplossing. Misschien moeten we de kinderen naar school sturen? Maar hoe doe je dat? Stel je leraren aan? Bouw je meer scholen? Geef je op school gratis eten? Hoe weet je dat?
So here is the thing. I cannot answer the big question, whether aid did any good or not. But these three questions, I can answer them. It's not the Middle Ages anymore, it's the 21st century. And in the 20th century, randomized, controlled trials have revolutionized medicine by allowing us to distinguish between drugs that work and drugs that don't work. And you can do the same randomized, controlled trial for social policy. You can put social innovation to the same rigorous, scientific tests that we use for drugs. And in this way, you can take the guesswork out of policy-making by knowing what works, what doesn't work and why. And I'll give you some examples with those three questions.
Het zit zo: Op de grote vraag heb ik geen antwoord, of hulp nu goed of kwaad heeft gedaan, maar op de laatste drie vragen heb ik wel een antwoord. We leven niet meer in de middeleeuwen. Het is de 21ste eeuw. In de loop van de 20ste eeuw hebben gerandomiseerde, gecontroleerde tests voor de geneeskunde een revolutie betekend door ons toe te laten een onderscheid te maken tussen geneesmiddelen die werken en geneesmiddelen die dat niet doen. En je kan hetzelfde doen met een gerandomiseerde, gecontroleerde sociale studie. Je kan sociale vernieuwing aan dezelfde rigoureuze, wetenschappelijke tests onderwerpen als diegene die we gebruiken voor medicijnen. En op die manier kunnen we het nattevingerwerk in het sociale beleid laten verdwijnen door te weten wat werkt, wat niet, en waarom. Ik zal jullie enkele voorbeelden voor deze drie vragen geven.
So I start with immunization. Here's Udaipur District, Rajasthan. Beautiful. Well, when I started working there, about one percent of children were fully immunized. That's bad, but there are places like that. Now, it's not because the vaccines are not there -- they are there and they are free -- and it's not because parents do not care about their kids. The same child that is not immunized against measles, if they do get measles, parents will spend thousands of rupees to help them. So you get these empty village subcenters and crowded hospitals. So what is the problem? Well, part of the problem, surely, is people do not fully understand. After all, in this country as well, all sorts of myths and misconceptions go around immunization. So if that's the case, that's difficult, because persuasion is really difficult. But maybe there is another problem as well. It's going from intention to action. Imagine you are a mother in Udaipur District, Rajasthan. You have to walk a few kilometers to get your kids immunized. And maybe when you get there, what you find is this: The subcenter is closed. Ao you have to come back, and you are so busy and you have so many other things to do, you will always tend to postpone and postpone, and eventually it gets too late. Well, if that's the problem, then that's much easier. Because A, we can make it easy, and B, we can maybe give people a reason to act today, rather than wait till tomorrow.
Ik begin met vaccinatie. Hier is het Udaipurdistrict in Rajasthan. Mooi. Toen ik daar begon te werken was daar één procent van de kinderen volledig geïmmuniseerd. Dat is erg maar zo zijn er meer plaatsen. En het is niet omdat de vaccins er niet zijn. Ze zijn er en ze zijn nog gratis ook. En het is ook niet omdat de ouders niets om hun kinderen geven. Als een niet-geïmmuniseerd kind de mazelen krijgt, zullen de ouders duizenden roepies uitgeven om het te helpen. Daardoor heb je lege dorpsdispensaria en overbezette ziekenhuizen. Wat is het probleem? Een deel van het probleem is dat mensen het niet helemaal begrijpen. Ook hier in de Verenigde Staten doen allerlei mythes en misvattingen over vaccinatie de ronde. Als dat het geval is dan is het moeilijk omdat mensen overtuigen zo moeilijk is. Maar misschien is er ook nog wel een ander probleem. Het gaat over goede bedoelingen en hun uitvoering. Stel je bent een moeder in het Udaipurdistrict in Rajasthan. Je moet enkele kilometers lopen om je kinderen te laten immuniseren. En als je aankomt vind je dit. Het dispensarium is gesloten zodat je nog eens moet terugkomen. Maar je hebt het zo druk en zoveel te doen dat je het maar blijft uitstellen totdat het uiteindelijk te laat is. Wel, als dat het probleem is, dan is dat makkelijk op te lossen omdat we het, A, gemakkelijk kunnen maken, en, B, we mensen misschien een reden kunnen geven om vandaag te handelen in plaats van het uit te stellen tot morgen.
So these are simple ideas, but we didn't know. So let's try them. So what we did is we did a randomized, controlled trial in 134 villages in Udaipur Districts. So the blue dots are selected randomly. We made it easy -- I'll tell you how in a moment. In the red dots, we made it easy and gave people a reason to act now. The white dots are comparisons, nothing changed. So we make it easy by organizing this monthly camp where people can get their kids immunized. And then you make it easy and give a reason to act now by adding a kilo of lentils for each immunization. Now, a kilo of lentils is tiny. It's never going to convince anybody to do something that they don't want to do. On the other hand, if your problem is you tend to postpone, then it might give you a reason to act today rather than later.
Dit zijn simpele ideeën, maar weten we of ze werken? We hebben ze uitgeprobeerd. We voerden een gerandomiseerde, gecontroleerde test in 134 dorpen van het Udaipurdistrict uit. De blauwe stippen zijn willekeurig gekozen. Daar hebben we het alleen gemakkelijk gemaakt. Ik zeg straks hoe. Op de rode stippen hebben we het gemakkelijk gemaakt en de mensen een reden gegeven om direct te handelen. De witte stippen zijn blanco's, daar bleef alles bij het oude. We hebben het gemakkelijk gemaakt door elke maand een kamp te organiseren waar de mensen hun kinderen konden laten inenten. Het werd dus gemakkelijk gemaakt en er werd een reden gegeven om dadelijk te komen door bij elke vaccinatie een kilo linzen uit te delen. Nu, één kilo linzen is niet veel. Daar ga je niemand zover mee krijgen dat hij iets doet wat hij niet wil doen. Maar aan de andere kant is het zo dat als je genegen bent iets uit te stellen je dat een reden kan geven om er vandaag iets aan te doen.
So what do we find? Well, beforehand, everything is the same. That's the beauty of randomization. Afterwards, the camp -- just having the camp -- increases immunization from six percent to 17 percent. That's full immunization. That's not bad, that's a good improvement. Add the lentils and you reach to 38 percent. So here you've got your answer. Make it easy and give a kilo of lentils, you multiply immunization rate by six. Now, you might say, "Well, but it's not sustainable. We cannot keep giving lentils to people." Well, it turns out it's wrong economics, because it is cheaper to give lentils than not to give them. Since you have to pay for the nurse anyway, the cost per immunization ends up being cheaper if you give incentives than if you don't.
Wat waren onze bevindingen? Wel eerst was alles hetzelfde. Dat is juist het mooie van randomiseren. Naderhand verhoogde het kamp, alleen maar het kamp, de vaccinatie van 6 naar 17 percent. Voor de volledige vaccinatie. Da's niet slecht. Een hele verbetering. Maar met de linzen erbij kom je aan 38 percent. Daar heb je je antwoord. Maak het gemakkelijk en deel een kilo linzen uit en je vermenigvuldigt je immuniseringsgraad met 6. Nu kan je wel zeggen: "Dat is niet vol te houden. We kunnen niet blijven doorgaan met linzen uit te delen aan de mensen." Dan heb je verkeerd gedacht want het is goedkoper linzen uit te delen dan om het niet te doen. Omdat je de verpleegster toch moet betalen is de kost per vaccinatie uiteindelijk goedkoper als je stimulansen biedt dan wanneer je dat niet doet.
How about bed nets? Should you give them for free, or should you ask people to pay for them? So the answer hinges on the answer to three simple questions. One is: If people must pay for a bed net, are they going to purchase them? The second one is: If I give bed nets for free, are people going to use them? And the third one is: Do free bed nets discourage future purchase? The third one is important because if we think people get used to handouts, it might destroy markets to distribute free bed nets. Now this is a debate that has generated a lot of emotion and angry rhetoric. It's more ideological than practical, but it turns out it's an easy question. We can know the answer to this question. We can just run an experiment. And many experiments have been run, and they all have the same results, so I'm just going to talk to you about one.
En wat dan met muskietennetten? Moet je ze gratis aanbieden of moet je ze laten betalen? Het antwoord hangt af van het antwoord op drie simpele vragen. Ten eerste: Als mensen er moeten voor betalen, gaan ze ze dan kopen? Ten tweede: Als ik ze gratis uitdeel gaan ze ze dan gebruiken? En ten derde: Zullen gratis muskietennetten latere aankopen ontmoedigen? Het derde punt is belangrijk omdat als mensen de gratis bedeling normaal gaan vinden dan kan dat de latere verkoop gaan hinderen. Dit debat heeft aanleiding gegeven tot een hoop emotie en woedende retoriek. Het gaat meer om ideologie dan om praktijk maar het geeft een antwoord op een makkelijke vraag. We kunnen het antwoord op die vraag vinden. We hoeven slechts een experiment uit te voeren. Zo zijn er vele en ze geven allemaal hetzelfde resutaat, ik zal me dus beperken tot dat ene geval.
And this one that was in Kenya, they went around and distributed to people vouchers, discount vouchers. So people with their voucher could get the bed net in the local pharmacy. And some people get 100 percent discount, and some people get 20 percent discounts, and some people get 50 percent discount, etc. And now we can see what happens. So, how about the purchasing? Well, what you can see is that when people have to pay for their bed nets, the coverage rate really falls down a lot. So even with partial subsidy, three dollars is still not the full cost of a bed net, and now you only have 20 percent of the people with the bed nets, you lose the health immunity, that's not great. Second thing is, how about the use? Well, the good news is, people, if they have the bed nets, will use the bed nets regardless of how they got it. If they get it for free, they use it. If they have to pay for it, they use it. How about the long term? In the long term, people who got the free bed nets, one year later, were offered the option to purchase a bed net at two dollars. And people who got the free one were actually more likely to purchase the second one than people who didn't get a free one. So people do not get used to handouts; they get used to nets. Maybe we need to give them a little bit more credit.
Dit gebeurde in Kenia. Daar werden aan de bevolking kortingsbonnen uitgedeeld. Mensen konden met zo'n bon naar de lokale apotheek gaan om zo'n net af te halen. De ene kreeg 100% korting, de andere 20 % en sommigen 50% enz. Zo konden we zien wat er gebeurde. Wat gebeurde er met het aankopen? Je kon zien dat wanneer mensen voor hun netten moesten betalen er maar weinigen zich een aanschaften. Dus zelfs met een gedeeltelijke subsidie - drie dollar is nog niet de hele kost voor een net. En als maar 20 procent zich muskietennetten aanschaft dan verlies je het besmettingsvoordeel. Da's niet leuk. Een tweede punt: hoe zit het met het gebruik? Wel, mensen, het goede nieuws is dat als ze de netten hebben ze ze ook gebruiken ongeacht de manier waarop ze ze kregen. Als ze ze gratis kregen werden ze gebruikt. Ook als ze ervoor moesten betalen werden ze gebruikt. En wat op de lange termijn? Op de lange termijn werd aan de mensen die ze gratis hadden gekregen een jaar later de optie aangeboden om er een aan te schaffen voor 2 dollar. En mensen die er eerst een gratis hadden gekregen waren in feite meer geneigd om zich een tweede exemplaar aan te schaffen dan de mensen die ervoor hadden moeten betalen. Mensen worden dus niet gewoon aan gratis bedeling; ze worden gewoon aan muskietennetten. Misschien moeten we hen wat meer krediet geven.
So, that's for bed nets. So you will think, "That's great. You know how to immunize kids, you know how to give bed nets." But what politicians need is a range of options. They need to know: Out of all the things I could do, what is the best way to achieve my goals? So suppose your goal is to get kids into school. There are so many things you could do. You could pay for uniforms, you could eliminate fees, you could build latrines, you could give girls sanitary pads, etc., etc. So what's the best? Well, at some level, we think all of these things should work. So, is that sufficient? If we think they should work intuitively, should we go for them? Well, in business, that's certainly not the way we would go about it.
Voor zover de muskietennetten. Misschien denk je: "Da's geweldig. Je weet hoe je kan immuniseren en hoe je bednetten moet verdelen." Maar politici hebben meerdere opties nodig. Ze moeten weten: "Van alles wat ik zou kunnen doen, wat is de beste manier om mijn doel te bereiken?" Veronderstel dat je kinderen naar school wil krijgen. Je zou zoveel kunnen doen. Je zou hun uniformen kunnen betalen, je zou geen schoolgeld kunnen vragen, je zou latrines kunnen bouwen, je zou aan de meisjes maandverband kunnen uitdelen enz. enz. Wat is dan het beste? We zouden kunnen denken dat dat allemaal zou kunnen helpen. Maar is het genoeg dat als we intuïtief denken dat ze werken we er ook voor zouden moeten gaan? In de zakenwereld zouden we het zo zeker niet aanpakken.
Consider for example transporting goods. Before the canals were invented in Britain before the Industrial Revolution, goods used to go on horse carts. And then canals were built, and with the same horseman and the same horse, you could carry ten times as much cargo. So should they have continued to carry the goods on the horse carts, on the ground, that they would eventually get there? Well, if that had been the case, there would have been no Industrial Revolution. So why shouldn't we do the same with social policy? In technology, we spend so much time experimenting, fine-tuning, getting the absolute cheapest way to do something, so why aren't we doing that with social policy?
Neem bijvoorbeeld het goederenvervoer. Voordat er kanalen waren werden in het Groot Brittannië van voor de Industriële Revolutie goederen per paardenkar vervoerd. Toen de kanalen er waren kon je met dezelfde menner en hetzelfde paard tien keer meer vracht vervoeren. Waren ze blijven doorgaan met het goederenvervoer met paardenkarren hoever zouden ze het dan hebben gebracht? Wel als dat het geval was geweest dan zou er geen Industriële Revolutie hebben plaatsgevonden. Waarom zouden we niet hetzelfde doen met het sociale beleid? Bij technologische ontwikkeling steken we zoveel tijd in het experimenteren, het op maat maken, het zoeken naar de goedkoopste manier om iets te doen, waarom doen we dat dan niet met ons sociale beleid?
Well, with experiments, what you can do is answer a simple question. Suppose you have 100 dollars to spend on various interventions. How many extra years of education do you get for your hundred dollars? Now I'm going to show you what we get with various education interventions. So the first ones are if you want the usual suspects, hire teachers, school meals, school uniforms, scholarships. And that's not bad. For your hundred dollars, you get between one and three extra years of education. Things that don't work so well is bribing parents, just because so many kids are already going to school that you end up spending a lot of money. And here are the most surprising results. Tell people the benefits of education, that's very cheap to do. So for every hundred dollars you spend doing that, you get 40 extra years of education. And, in places where there are worms, intestinal worms, cure the kids of their worms. And for every hundred dollars, you get almost 30 extra years of education. So this is not your intuition, this is not what people would have gone for, and yet, these are the programs that work. We need that kind of information, we need more of it, and then we need to guide policy.
Met experimenten kan je antwoorden vinden op eenvoudige vragen. Veronderstel dat je 100 dollar hebt te vergeven aan allerlei tussenkomsten. Hoeveel extra jaren opleiding krijg je voor 100 dollar? Nu ga ik jullie aantonen wat je kan bereiken met verschillende educatieve tussenkomsten. De eersten zijn de voor de hand liggende methodes, zoals leraren aanstellen, schoolmaaltijden, school uniformen, studiebeurzen. En dat is allemaal OK. Voor je 100 dollar koop je 1 à 3 jaar opleiding. Wat niet zo goed werkt is ouders omkopen, juist omdat er al zoveel kinderen school lopen eindig je met pakken geld uit te geven. En hier zijn de meest verrassende resultaten: Vertel de mensen gewoon de voordelen van een opleiding. Da's nog goedkoop ook. Door daar 100 dollar aan te spenderen krijg je 40 jaar extra opleiding. En, daar waar je wormen, ingewandswormen, vindt genees daar de kinderen van hun wormen. Als je daar 100 dollar aan uitgeeft, levert je dat bijna 30 jaar extra opleiding op. Met intuïtie alleen raak je dus niet ver. Hiervoor zouden mensen zich niet zijn warm gelopen en toch zijn dit de programma's die werken. We hebben behoefte aan dat soort informatie. Meer en meer. En we moeten het beleid sturen.
So now, I started from the big problem, and I couldn't answer it. And I cut it into smaller questions, and I have the answer to these smaller questions. And they are good, scientific, robust answers.
Ik begon dus met het grote probleem en kon er geen antwoord voor vinden. Maar door in te gaan op de kleinere vragen kon ik er antwoorden voor vinden. En het zijn degelijke, wetenschappelijke, robuuste antwoorden.
So let's go back to Haiti for a moment. In Haiti, about 200,000 people died -- actually, a bit more by the latest estimate. And the response of the world was great: Two billion dollars got pledged just last month, so that's about 10,000 dollars per death. That doesn't sound like that much when you think about it. But if we were willing to spend 10,000 dollars for every child under five who dies, that would be 90 billion per year just for that problem. And yet it doesn't happen. So, why is that? Well, I think what part of the problem is that, in Haiti, although the problem is huge, somehow we understand it, it's localized. You give your money to Doctors Without Borders, you give your money to Partners In Health, and they'll send in the doctors, and they'll send in the lumber, and they'll helicopter things out and in. And the problem of poverty is not like that. So, first, it's mostly invisible; second, it's huge; and third, we don't know whether we are doing the right thing. There's no silver bullet. You cannot helicopter people out of poverty. And that's very frustrating.
Laat ons even voor een ogenblik terugkeren naar Haïti. Daar gingen ongeveer 200.000 mensen dood. Eigenlijk nog wat meer volgens de laatste schattingen. En het antwoord van de wereld was grootmoedig. Alleen al de laatste maand werd er twee miljard dollar beloofd. Dat komt neer op 10.000 dollar per dode. Dat lijkt niet zo heel veel als je erover nadenkt. Maar als we dat bedrag zouden willen spenderen aan elk kind onder de vijf jaar dat sterft, dan zou dat neerkomen op 90 miljard per jaar voor dat probleem alleen. En toch gebeurt het niet. Waarom niet? Wel ik denk dat dat deels komt doordat in Haïti, al is het probleem daar groot, we het op de een of andere manier kunnen bevatten, het is gelokaliseerd. Je geeft geld aan Dokters Zonder Grenzen, je geeft geld aan Partners in Health en ze sturen dokters en ze sturen timmerhout, en ze vervoeren zaken per helikopter. Maar het probleem met armoede is anders. Het is om te beginnen, onzichtbaar. Daarbij is het reusachtig. En ten derde weten we niet eens of we wel juist handelen. Er bestaat geen wondermiddel. Je kan mensen niet uit de armoede "weghelikopteren". En dat werkt frustrerend.
But look what we just did today. I gave you three simple answers to three questions: Give lentils to immunize people, provide free bed nets, deworm children. With immunization or bed nets, you can save a life for 300 dollars per life saved. With deworming, you can get an extra year of education for three dollars. So we cannot eradicate poverty just yet, but we can get started. And maybe we can get started small with things that we know are effective.
Maar kijk eens naar wat we vandaag hebben gedaan. Ik gaf jullie drie eenvoudige antwoorden op drie eenvoudige vragen. Geef linzen om mensen te immuniseren, deel gratis muskietennetten uit, ontworm kinderen. Met immuniseren of muskietennetten kan je voor 300 dollar een leven redden. Door te ontwormen kan je voor 3 dollar een extra jaar opleiding kopen. We kunnen armoede niet eensklaps uitroeien maar we kunnen eraan beginnen. En misschien moeten we kleinschalig beginnen met zaken waarvan we weten dat ze werken.
Here's an example of how this can be powerful. Deworming. Worms have a little bit of a problem grabbing the headlines. They are not beautiful and don't kill anybody. And yet, when the young global leader in Davos showed the numbers I gave you, they started Deworm the World. And thanks to Deworm the World, and the effort of many country governments and foundations, 20 million school-aged children got dewormed in 2009. So this evidence is powerful. It can prompt action.
Hier zie je een voorbeeld hoe effectief dit kan zijn. Ontwormen. Wormen halen niet makkelijk de voorpagina. Mooi zijn ze niet en ze zijn ook niet dodelijk. Maar, toe de wereldjongereneleider in Davos deze aantallen, die ik jullie liet zien, aan het publiek toonde startten ze daar de "Deworm the World" actie. En dankzij "Deworm the World", en door de inspanningen van vele regeringen en stichtingen, werden in 2009 20 miljoen kinderen van schoolgaande leeftijd ontwormd. Dit is dus krachtig bewijsmateriaal. Het kan aanzetten tot actie.
So we should get started now. It's not going to be easy. It's a very slow process. You have to keep experimenting, and sometimes ideology has to be trumped by practicality. And sometimes what works somewhere doesn't work elsewhere. So it's a slow process, but there is no other way. These economics I'm proposing, it's like 20th century medicine. It's a slow, deliberative process of discovery. There is no miracle cure, but modern medicine is saving millions of lives every year, and we can do the same thing.
We zouden er dus nu aan moeten beginnen. Het zal niet gemakkelijk gaan. Het is een langzaam proces. Je moet blijven experimenteren en soms zal ideologie moeten wijken voor de praktijk. En wat op de ene plaats effectief is hoeft dat daarom ergens anders nog niet te zijn. Het is een traag proces, maar we hebben geen andere keuze. De economie die ik voorstel is als de twintigste eeuwse geneeskunde. Het is een traag, geleidelijk proces van ontdekking. Er bestaat geen mirakelremedie, maar moderne geneeskunde redt miljoenen levens per jaar. En wij kunnen hetzelfde doen.
And now, maybe, we can go back to the bigger question that I started with at the beginning. I cannot tell you whether the aid we have spent in the past has made a difference, but can we come back here in 30 years and say, "What we have done, it really prompted a change for the better." I believe we can and I hope we will.
En nu kunnen we misschien terugkeren naar de grotere vraag waarmee ik begonnen ben. Ik kan jullie niet zeggen of de hulp die we in het verleden hebben verstrekt een verschil heeft gemaakt, maar we kunnen over 30 jaar terugkomen en zeggen : Dat wat we hebben gedaan heeft echt verbetering gebracht." Ik geloof dat we dat kunnen, en ik hoop dat we het zullen doen.
Thank you.
Ik dank u.
(Applause)
(Applaus)