Growth is not dead.
Het einde van de groei is niet bereikt.
(Applause)
(Applaus)
Let's start the story 120 years ago, when American factories began to electrify their operations, igniting the Second Industrial Revolution. The amazing thing is that productivity did not increase in those factories for 30 years. Thirty years. That's long enough for a generation of managers to retire. You see, the first wave of managers simply replaced their steam engines with electric motors, but they didn't redesign the factories to take advantage of electricity's flexibility. It fell to the next generation to invent new work processes, and then productivity soared, often doubling or even tripling in those factories.
Laten we 120 jaar geleden beginnen, toen Amerikaanse fabrieken overgingen op elektriciteit en hiermee de Tweede Industriële Revolutie ontketenden. Het bijzondere is dat de productiviteit van deze fabrieken dertig jaar lang niet toenam. Dertig jaar. Dat is lang genoeg voor een generatie managers om met pensioen te gaan. Deze eerste groep managers verving simpelweg hun stoommachines door elektrische motoren maar pasten hun fabrieken niet aan om de flexibiliteit van elektriciteit te benutten. Het was aan de volgende generatie om nieuwe werkprocessen te ontwikkelen en toen steeg de productiviteit in deze fabrieken vaak met een factor twee of zelfs drie.
Electricity is an example of a general purpose technology, like the steam engine before it. General purpose technologies drive most economic growth, because they unleash cascades of complementary innovations, like lightbulbs and, yes, factory redesign. Is there a general purpose technology of our era? Sure. It's the computer. But technology alone is not enough. Technology is not destiny. We shape our destiny, and just as the earlier generations of managers needed to redesign their factories, we're going to need to reinvent our organizations and even our whole economic system. We're not doing as well at that job as we should be. As we'll see in a moment, productivity is actually doing all right, but it has become decoupled from jobs, and the income of the typical worker is stagnating. These troubles are sometimes misdiagnosed as the end of innovation, but they are actually the growing pains of what Andrew McAfee and I call the new machine age.
Elektriciteit is een voorbeeld van een algemeen toepasbare technologie, zoals daarvoor de stoommachine. Algemeen toepasbare technologieën zijn de grootste drijvende kracht achter economische groei, omdat ze een opeenstapeling van aanvullende innovaties veroorzaken zoals gloeilampen en ja, herontwerp van fabrieken. Kent de huidige tijd zijn algemeen toepasbare technologie? Natuurlijk. Dat is de computer. Maar met alleen technologie ben je er niet. De technologie is niet het lot. Wij scheppen ons lot en net zoals de vorige generaties van managers hun fabrieken moesten herontwerpen, moeten wij onze organisaties en zelfs onze hele economie opnieuw uitvinden. Dat doen we niet zo goed als zou moeten. Zoals we zo zullen merken, is de productiviteit eigenlijk oké, maar is die losgekoppeld van banen en is het inkomen van de gemiddelde werknemer gestagneerd. Soms wordt ten onrechte gedacht dat deze problemen het einde betekenen van innovatie, maar het zijn eigenlijk de groeipijnen van het 'tijdperk van de nieuwe machine', zoals Andrew McAfee en ik deze noemen.
Let's look at some data. So here's GDP per person in America. There's some bumps along the way, but the big story is you could practically fit a ruler to it. This is a log scale, so what looks like steady growth is actually an acceleration in real terms. And here's productivity. You can see a little bit of a slowdown there in the mid-'70s, but it matches up pretty well with the Second Industrial Revolution, when factories were learning how to electrify their operations. After a lag, productivity accelerated again. So maybe "history doesn't repeat itself, but sometimes it rhymes." Today, productivity is at an all-time high, and despite the Great Recession, it grew faster in the 2000s than it did in the 1990s, the roaring 1990s, and that was faster than the '70s or '80s. It's growing faster than it did during the Second Industrial Revolution. And that's just the United States. The global news is even better. Worldwide incomes have grown at a faster rate in the past decade than ever in history.
Laten we wat gegevens bekijken. Hier zie je het BNP van Amerika per persoon. Er zitten wat hobbels in, maar het mooie is dat je er haast een liniaal naast kunt leggen. Dit is een logaritmische schaal, dus wat een gelijkmatige groei lijkt is in feite een versnelling van de groei. Dit is de productiviteit. Je ziet een kleine vertraging in het midden van de jaren zeventig, toch volgt het redelijk dezelfde lijn als die van de Tweede Industriële Revolutie, toen fabrieken omschakelden naar elektriciteit. Na een vertraging ging de productiviteit weer versneld omhoog. Dus misschien 'herhaalt de geschiedenis zich niet, maar rijmt die soms'. Op dit moment is de productiviteit het hoogste ooit, en ondanks de Grote Recessie, is ze harder gegroeid in de jaren 2000 dan in de jaren negentig, de woelige jaren negentig, waarin de groei sneller was dan in de jaren 70 en 80. De productiviteit groeit sneller dan tijdens de Tweede Industriële Revolutie. En dat is alleen nog maar in de VS. Het mondiale nieuws is nog beter. De inkomens zijn wereldwijd in het laatste decennium sneller gestegen dan ooit.
If anything, all these numbers actually understate our progress, because the new machine age is more about knowledge creation than just physical production. It's mind not matter, brain not brawn, ideas not things. That creates a problem for standard metrics, because we're getting more and more stuff for free, like Wikipedia, Google, Skype, and if they post it on the web, even this TED Talk. Now getting stuff for free is a good thing, right? Sure, of course it is. But that's not how economists measure GDP. Zero price means zero weight in the GDP statistics. According to the numbers, the music industry is half the size that it was 10 years ago, but I'm listening to more and better music than ever. You know, I bet you are too. In total, my research estimates that the GDP numbers miss over 300 billion dollars per year in free goods and services on the Internet. Now let's look to the future. There are some super smart people who are arguing that we've reached the end of growth, but to understand the future of growth, we need to make predictions about the underlying drivers of growth. I'm optimistic, because the new machine age is digital, exponential and combinatorial.
Eigenlijk doen deze cijfers onze vooruitgang tekort, omdat het nieuwe machinetijdperk niet slechts gaat over fysieke productie, maar nog meer over het scheppen van kennis. Het is de geest en niet de materie, de hersenen en niet de spierkracht, de ideeën en niet de dingen. Standaardmetingen gaan hier op stuk, want we krijgen steeds meer dingen gratis, zoals Wikipedia, Google, Skype, en als ze haar op internet zetten zelfs deze TED-lezing. Het is toch mooi om iets gratis te krijgen, niet? Natuurlijk, zeker. Alleen zo meten de economen het BNP niet. Geen prijs betekent geen invloed op de BNP statistieken. Als je kijkt naar de cijfers dan is de muziekindustrie gehalveerd ten opzichte van tien jaar geleden, maar ik beluister meer en betere muziek dan ooit. En jij vast ook. In mijn onderzoek schat ik dat er jaarlijks 300 miljard dollar aan gratis goederen en diensten via internet niet opgenomen worden in het cijfer van het BNP. Laten we eens naar de toekomst kijken. Sommige hele slimme mensen stellen dat we het einde van de groei hebben bereikt, maar om de toekomst van de groei te begrijpen, moeten we voorspellingen doen over de onderliggende oorzaken van de groei. Ik ben optimistisch, omdat het nieuwe machinetijdperk digitaal, exponentieel en combinatorisch is.
When goods are digital, they can be replicated with perfect quality at nearly zero cost, and they can be delivered almost instantaneously. Welcome to the economics of abundance. But there's a subtler benefit to the digitization of the world. Measurement is the lifeblood of science and progress. In the age of big data, we can measure the world in ways we never could before.
Als goederen digitaal zijn, kunnen ze worden gerepliceerd, perfect van kwaliteit tegen bijna geen kosten en ze kunnen vrijwel onmiddellijk worden geleverd. Welkom in de economie van overvloed. Er is echter een subtieler voordeel van de digitalisering van de wereld. Meten is de levensader van de wetenschap en de vooruitgang. In het tijdperk van 'big data' kunnen we de wereld meten op andere manieren dan vroeger.
Secondly, the new machine age is exponential. Computers get better faster than anything else ever. A child's Playstation today is more powerful than a military supercomputer from 1996. But our brains are wired for a linear world. As a result, exponential trends take us by surprise. I used to teach my students that there are some things, you know, computers just aren't good at, like driving a car through traffic. (Laughter) That's right, here's Andy and me grinning like madmen because we just rode down Route 101 in, yes, a driverless car.
Ten tweede is het nieuwe machinetijdperk exponentieel. Computers verbeteren sneller dan ooit iets anders. De Playstation van een kind nu is krachtiger dan een militaire supercomputer uit 1996. Maar onze hersenen zijn uitgerust voor een lineaire wereld. Exponentiële verwachtingen verrassen ons daarom. Ik leerde mijn studenten altijd dat computers in sommige dingen gewoon niet goed waren, zoals autorijden door het verkeer. (Gelach) Klopt, hier grijnzen Andy en ik als een stel idioten, omdat we net Route 101 hadden afgereden in, ja, een onbemande auto.
Thirdly, the new machine age is combinatorial. The stagnationist view is that ideas get used up, like low-hanging fruit, but the reality is that each innovation creates building blocks for even more innovations. Here's an example. In just a matter of a few weeks, an undergraduate student of mine built an app that ultimately reached 1.3 million users. He was able to do that so easily because he built it on top of Facebook, and Facebook was built on top of the web, and that was built on top of the Internet, and so on and so forth.
Ten derde is het nieuwe machinetijdperk combinatorisch. Uitgaande van stilstand zijn ideeën eindig, zoals laaghangend fruit, maar in werkelijkheid creëert elke innovatie bouwstenen voor zelfs nog meer innovaties. Hier komt een voorbeeld. In slechts enkele weken bouwde een student van me een applicatie die uiteindelijk 1,3 miljoen gebruikers kreeg. Dat ging zo makkelijk, omdat hij het bouwde op Facebook, en Facebook was gebouwd op het web en dat was gebouwd op het internet, enzovoort enzovoort.
Now individually, digital, exponential and combinatorial would each be game-changers. Put them together, and we're seeing a wave of astonishing breakthroughs, like robots that do factory work or run as fast as a cheetah or leap tall buildings in a single bound. You know, robots are even revolutionizing cat transportation.
Elk afzonderlijk zouden ze digitaal, exponentieel en combinatorisch het verschil maken. Elk afzonderlijk zouden ze digitaal, exponentieel en combinatorisch het verschil maken. Gecombineerd brengen ze een golf van verbazingwekkende doorbraken teweeg, zoals robots die in fabrieken werken, of zo hard als een cheetah lopen, of in één keer van een hoog gebouw naar beneden springen. Robots brengen zelfs een revolutie teweeg in het vervoer van katten. Robots brengen zelfs een revolutie teweeg in het vervoer van katten.
(Laughter)
(Gelach)
But perhaps the most important invention, the most important invention is machine learning. Consider one project: IBM's Watson. These little dots here, those are all the champions on the quiz show "Jeopardy." At first, Watson wasn't very good, but it improved at a rate faster than any human could, and shortly after Dave Ferrucci showed this chart to my class at MIT, Watson beat the world "Jeopardy" champion. At age seven, Watson is still kind of in its childhood. Recently, its teachers let it surf the Internet unsupervised. The next day, it started answering questions with profanities. Damn. (Laughter)
Misschien wel de meest belangrijke uitvinding, is het leren door machines. Beschouw één project: Watson van IBM. Deze kleine stippen zijn alle winnaars van het quizprogramma 'Jeopardy'. In het begin was Watson niet zo goed, maar het verbeterde sneller dan een mens dit zou kunnen en vlak nadat Dave Ferrucci deze grafiek aan mijn klas op het MIT liet zien, versloeg Watson de wereldkampioen 'Jeopardy'. Op zevenjarige leeftijd zit Watson nog in zijn kindertijd. Pas geleden lieten zijn docenten het zonder toezicht op internet surfen. De volgende dag begon het vragen met scheldwoorden te beantwoorden. Verdomme. (Gelach)
But you know, Watson is growing up fast. It's being tested for jobs in call centers, and it's getting them. It's applying for legal, banking and medical jobs, and getting some of them. Isn't it ironic that at the very moment we are building intelligent machines, perhaps the most important invention in human history, some people are arguing that innovation is stagnating? Like the first two industrial revolutions, the full implications of the new machine age are going to take at least a century to fully play out, but they are staggering.
Maar weet je, Watson groeit snel. Hij solliciteerde voor banen in call centers en kreeg ze. Hij solliciteert voor juridische, bancaire en medische banen, en krijgt sommige. Is het niet ironisch dat precies op het moment dat we intelligente machines aan het bouwen zijn, misschien wel de meest belangrijke uitvinding in de geschiedenis van de mensheid, sommige mensen stellen dat de innovatie stagneert? Net als in de eerste twee industriële revoluties, zullen de volledige implicaties van het nieuwe machinetijdperk minstens een eeuw kosten voor ze volledig duidelijk zijn, maar ze zijn duizelingwekkend.
So does that mean we have nothing to worry about? No. Technology is not destiny. Productivity is at an all time high, but fewer people now have jobs. We have created more wealth in the past decade than ever, but for a majority of Americans, their income has fallen. This is the great decoupling of productivity from employment, of wealth from work. You know, it's not surprising that millions of people have become disillusioned by the great decoupling, but like too many others, they misunderstand its basic causes. Technology is racing ahead, but it's leaving more and more people behind. Today, we can take a routine job, codify it in a set of machine-readable instructions, and then replicate it a million times.
Betekent dit dat we ons nergens zorgen over hoeven maken? Nee. De technologie is niet het lot. De productiviteit is op haar hoogst, maar minder mensen hebben een baan. We hebben in het afgelopen decennium meer welvaart dan ooit gecreëerd, maar het inkomen van de meerderheid van de Amerikanen is gedaald. Dit is de grote ontkoppeling van de productiviteit -- van de werkgelegenheid, van rijkdom -- van werk. Het is niet verrassend dat miljoenen mensen gedesillusioneerd zijn over de grote ontkoppeling maar zoals zoveel anderen begrijpen ze de ware oorzaken niet. Technologie snelt vooruit, maar het laat steeds meer mensen achter. Vandaag de dag zetten we een routineklus om in instructies, in code die een machine kan lezen en repliceren ze dan een miljoen keer.
You know, I recently overheard a conversation that epitomizes these new economics. This guy says, "Nah, I don't use H&R Block anymore. TurboTax does everything that my tax preparer did, but it's faster, cheaper and more accurate." How can a skilled worker compete with a $39 piece of software? She can't. Today, millions of Americans do have faster, cheaper, more accurate tax preparation, and the founders of Intuit have done very well for themselves. But 17 percent of tax preparers no longer have jobs. That is a microcosm of what's happening, not just in software and services, but in media and music, in finance and manufacturing, in retailing and trade -- in short, in every industry. People are racing against the machine, and many of them are losing that race.
Ik hoorde laatst een gesprek dat deze nieuwe economie kernachtig duidelijk maakt. Deze man zegt: 'Neh, ik gebruik H&R Block niet meer. TurboTax doet hetzelfde als mijn belastingadviseur, maar het is sneller, goedkoper en nauwkeuriger.' Hoe kan een vakman concurreren met een computerprogramma van 39 dollar? Dat kan hij niet. Vandaag hebben miljoenen Amerikanen een snellere, goedkopere, nauwkeuriger belastingaangifte, en de oprichters van Intuit doen goede zaken. Maar 17% van de belastingadviseurs verloor zijn baan. Dat is een microkosmos van wat er niet alleen in software en diensten gebeurt, maar ook in de media en in de muziek, in de financiële en productiebranche, in de detailhandel en de handel -- kortom, in elke industrie. Mensen zijn in een race tegen de machine en velen van hen verliezen die race.
What can we do to create shared prosperity? The answer is not to try to slow down technology. Instead of racing against the machine, we need to learn to race with the machine. That is our grand challenge.
Wat kunnen we doen om tot een gedeelde welvaart te komen? Het antwoord is niet het vertragen van de technologie. In plaats tegen de machine te racen, moeten we leren te racen mét de machine. Dat is onze grote uitdaging.
The new machine age can be dated to a day 15 years ago when Garry Kasparov, the world chess champion, played Deep Blue, a supercomputer. The machine won that day, and today, a chess program running on a cell phone can beat a human grandmaster. It got so bad that, when he was asked what strategy he would use against a computer, Jan Donner, the Dutch grandmaster, replied, "I'd bring a hammer."
Het nieuwe machinetijdperk is 15 jaar geleden begonnen toen de wereldkampioen schaken Gary Kasparov tegen Deep Blue, een supercomputer, speelde. De machine won die dag, en vandaag kan een schaakprogramma op een mobiele telefoon een menselijke grootmeester verslaan. Het ging zo ver dat toen Jan Donner, de Nederlandse grootmeester, werd gevraagd welke strategie hij tegen een computer zou gebruiken, hij antwoordde: 'Ik zou een hamer meebrengen.'
(Laughter)
(Gelach)
But today a computer is no longer the world chess champion. Neither is a human, because Kasparov organized a freestyle tournament where teams of humans and computers could work together, and the winning team had no grandmaster, and it had no supercomputer. What they had was better teamwork, and they showed that a team of humans and computers, working together, could beat any computer or any human working alone. Racing with the machine beats racing against the machine. Technology is not destiny. We shape our destiny.
Tegenwoordig is een computer niet meer de wereldkampioen schaken. En een mens ook niet, omdat Kasparov een freestyle wedstrijd organiseerde waar teams van mensen en computers samen konden werken. Het winnende team had geen grootmeester en ook geen supercomputer. Zij hadden beter teamwerk en lieten zien dat een team van mensen en computers dat samenwerkt, elke computer kan verslaan, of elk alleen werkende mens. Racen met de machine verslaat racen tegen de machine. De technologie is niet het lot. Wij maken ons lot.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)