So I'm a woman with chronic schizophrenia. I've spent hundreds of days in psychiatric hospitals. I might have ended up spending most of my life on the back ward of a hospital, but that isn't how my life turned out. In fact, I've managed to stay clear of hospitals for almost three decades, perhaps my proudest accomplishment. That's not to say that I've remained clear of all psychiatric struggles. After I graduated from the Yale Law School and got my first law job, my New Haven analyst, Dr. White, announced to me that he was going to close his practice in three months, several years before I had planned to leave New Haven. White had been enormously helpful to me, and the thought of his leaving shattered me.
Ik ben een vrouw met chronische schizofrenie. Ik heb honderden dagen doorgebracht in psychiatrische ziekenhuizen. Ik zou het grootste deel van mijn leven in een gesloten afdeling hebben kunnen zitten, maar mijn leven draaide anders uit. Ik heb de ziekenhuizen kunnen ontlopen gedurende bijna drie decennia, wellicht mijn strafste exploot. Dat betekent niet dat ik vrij gebleven ben van elke psychiatrische strijd. Nadat ik was afgestudeerd van de Rechtenfaculteit van Yale en was beginnen werken, kondigde mijn psychiater uit New Haven, Dr. White, aan dat hij zijn praktijk drie maanden later zou sluiten, meerdere jaren voor de datum van mijn geplande vertrek uit New Haven. White had mij enorm geholpen. De gedachte aan zijn vertrek maakte me kapot.
My best friend Steve, sensing that something was terribly wrong, flew out to New Haven to be with me. Now I'm going to quote from some of my writings: "I opened the door to my studio apartment. Steve would later tell me that, for all the times he had seen me psychotic, nothing could have prepared him for what he saw that day. For a week or more, I had barely eaten. I was gaunt. I walked as though my legs were wooden. My face looked and felt like a mask. I had closed all the curtains in the apartment, so in the middle of the day the apartment was in near total darkness. The air was fetid, the room a shambles. Steve, both a lawyer and a psychologist, has treated many patients with severe mental illness, and to this day he'll say I was as bad as any he had ever seen. 'Hi,' I said, and then I returned to the couch, where I sat in silence for several moments. 'Thank you for coming, Steve. Crumbling world, word, voice. Tell the clocks to stop. Time is. Time has come.' 'White is leaving,' Steve said somberly. 'I'm being pushed into a grave. The situation is grave,' I moan. 'Gravity is pulling me down. I'm scared. Tell them to get away.'"
Mijn beste vriend Steve, die aanvoelde dat het helemaal fout ging, vloog naar New Haven om me bij te staan. Ik ga nu citeren uit mijn geschriften: Ik opende de deur van mijn studio. Steve zou me later vertellen dat van alle keren dat hij me psychotisch had gezien, geen enkele hem had kunnen voorbereiden op wat hij toen zag. Ik had al meer dan een week nauwelijks gegeten. Ik was graatmager. Ik liep alsof mijn benen van hout waren. Mijn gezicht zag eruit en voelde als een masker. Ik had alle gordijnen van het appartement gesloten. Midden op de dag was het bijna volledig donker in het appartement. De kamer stonk en was een puinhoop. Steve, die advocaat en psycholoog is, heeft vele patiënten met ernstige geestesziekte behandeld. Tot op vandaag zegt hij dat hij nooit zoiets ergs heeft gezien. "Dag", zei ik, en ik ging terug naar de sofa, waar ik lange tijd in stilte zat. "Bedankt om te komen, Steve. Wereld, woord, stem stort in. Zeg dat de klokken stoppen. Tijd is. Tijd is gekomen." "White vertrekt", zei Steve somber. "Ik word de dood in geduwd. De situatie is doodernstig", zucht ik. "Zwaartekracht trekt me de dieperik in. Ik ben bang. Stuur ze weg."
As a young woman, I was in a psychiatric hospital on three different occasions for lengthy periods. My doctors diagnosed me with chronic schizophrenia, and gave me a prognosis of "grave." That is, at best, I was expected to live in a board and care, and work at menial jobs. Fortunately, I did not actually enact that grave prognosis. Instead, I'm a chaired Professor of Law, Psychology and Psychiatry at the USC Gould School of Law, I have many close friends and I have a beloved husband, Will, who's here with us today.
Als jonge vrouw was ik in de psychiatrie opgenomen, tot drie keer toe, voor lange periodes. Mijn dokters stelden de diagnose van chronische schizofrenie, met de prognose "ernstig". De verwachting was dat ik in het beste geval in een gesloten inrichting zou zitten en klussen zou doen. Gelukkig heb ik die ernstige prognose niet uitgevoerd. Integendeel. Ik ben hoogleraar Rechten, Psychologie en Psychiatrie aan de USC Gould School of Law, ik heb vele goede vrienden en een dierbare echtgenoot, Will, die hier vandaag bij ons is.
(Applause) Thank you. He's definitely the star of my show.
(Applaus) Dankuwel. Hij is beslist de ster van mijn show.
I'd like to share with you how that happened, and also describe my experience of being psychotic. I hasten to add that it's my experience, because everyone becomes psychotic in his or her own way.
Ik wil graag met jullie delen hoe dat gebeurde en mijn ervaring als psychotische patiënt beschrijven. Ik zeg er graag bij dat het mijn ervaring is, want iedereen wordt op zijn eigen manier psychotisch.
Let's start with the definition of schizophrenia. Schizophrenia is a brain disease. Its defining feature is psychosis, or being out of touch with reality. Delusions and hallucinations are hallmarks of the illness. Delusions are fixed and false beliefs that aren't responsive to evidence, and hallucinations are false sensory experiences. For example, when I'm psychotic I often have the delusion that I've killed hundreds of thousands of people with my thoughts. I sometimes have the idea that nuclear explosions are about to be set off in my brain. Occasionally, I have hallucinations, like one time I turned around and saw a man with a raised knife. Imagine having a nightmare while you're awake.
Laten we beginnen met de definitie van schizofrenie. Schizofrenie is een hersenziekte. Het belangrijkste kenmerk is psychose, ofwel de band met de realiteit kwijt zijn. Wanen en hallucinaties zijn typisch voor de ziekte. Een waan is een vast en fout geloof dat niet vatbaar is voor bewijs. Een hallucinatie is een valse zintuiglijke ervaring. Als ik psychotisch ben, leef ik bijvoorbeeld vaak in de waan dat ik honderdduizenden mensen heb gedood met mijn gedachten. Soms heb ik het idee dat er kernexplosies op til zijn in mijn brein. Af en toe heb ik hallucinaties, zoals die keer toen ik me omdraaide en een man zag met een getrokken mes. Beeld je in dat je een nachtmerrie hebt terwijl je wakker bent.
Often, speech and thinking become disorganized to the point of incoherence. Loose associations involves putting together words that may sound a lot alike but don't make sense, and if the words get jumbled up enough, it's called "word salad." Contrary to what many people think, schizophrenia is not the same as multiple personality disorder or split personality. The schizophrenic mind is not split, but shattered.
Praten en denken geraken in de war tot ze onsamenhangend worden. Bij losse associaties combineer je woorden die misschien hetzelfde klinken, maar die geen zin hebben. Als de woorden helemaal dooreengehaspeld zijn, heet dat "woordensla". In tegenstelling tot wat velen denken, is schizofrenie niet gelijk aan meervoudige persoonlijkheidsstoornis of gespleten persoonlijkheid. Het schizofrene brein is niet gespleten, het is verbrijzeld.
Everyone has seen a street person, unkempt, probably ill-fed, standing outside of an office building muttering to himself or shouting. This person is likely to have some form of schizophrenia. But schizophrenia presents itself across a wide array of socioeconomic status, and there are people with the illness who are full-time professionals with major responsibilities. Several years ago, I decided to write down my experiences and my personal journey, and I want to share some more of that story with you today to convey the inside view.
Iedereen heeft al eens iemand op straat gezien die onverzorgd is, waarschijnlijk slecht gevoed en die voor een kantoorgebouw in zichzelf staat te mompelen of te schreeuwen. Deze persoon heeft waarschijnlijk een soort schizofrenie. Maar schizofrenie komt voor in een het hele spectrum van socio-economische statussen. Er zijn mensen met de ziekte die voltijds aan de slag zijn en grote verantwoordelijkheid dragen. Meerdere jaren geleden besloot ik om mijn ervaringen en mijn persoonlijke tocht op te schrijven. Ik wil vandaag nog een deel van dat verhaal met jullie delen, om jullie een zicht van binnenuit te geven.
So the following episode happened the seventh week of my first semester of my first year at Yale Law School. Quoting from my writings: "My two classmates, Rebel and Val, and I had made the date to meet in the law school library on Friday night to work on our memo assignment together. But we didn't get far before I was talking in ways that made no sense.
De volgende episode vond plaats in de zevende week van het eerste semester van mijn eerste jaar op Yale Law School. Ik citeer uit mijn geschriften: "Mijn twee jaargenoten, Rebel en Val, en ik hadden afgesproken in de rechtenbibliotheek op vrijdagavond om samen aan een taak te werken. Maar het duurde niet lang voor ik praatte op onsamenhangende wijze.
'Memos are visitations,' I informed them. 'They make certain points. The point is on your head. Pat used to say that. Have you killed you anyone?' Rebel and Val looked at me as if they or I had been splashed in the face with cold water. 'What are you talking about, Elyn?' 'Oh, you know, the usual. Who's what, what's who, heaven and hell. Let's go out on the roof. It's a flat surface. It's safe.' Rebel and Val followed and they asked what had gotten into me. 'This is the real me,' I announced, waving my arms above my head. And then, late on a Friday night, on the roof of the Yale Law School, I began to sing, and not quietly either. 'Come to the Florida sunshine bush. Do you want to dance?' 'Are you on drugs?' one asked. 'Are you high?' 'High? Me? No way, no drugs. Come to the Florida sunshine bush, where there are lemons, where they make demons.' 'You're frightening me,' one of them said, and Rebel and Val headed back into the library. I shrugged and followed them.
"Taken zijn visitaties", liet ik ze weten. "Ze maken bepaalde punten. Het punt staat op je hoofd. Pat zei dat altijd. Heb je iemand vermoord?" Rebel en Val keken me aan alsof zij of ik koud water in het gezicht hadden gekregen. "Waar heb je het over, Elyn?" "Je weet wel, zoals gewoonlijk. Wie is wat, wat is wie, hemel en hel. Laten we het dak opgaan. Het is plat. Het is veilig." Rebel en Val volgden me en vroegen wat in me was gevaren. "Dit ben ik echt", kondigde ik aan, terwijl ik mijn armen boven mijn hoofd zwaaide. En toen, op een late vrijdagavond, op het dak van Yale Law School, begon ik te zingen, en niet eens stil. "Kom naar het zonnige bos van Florida. Wil je dansen?" "Zit je aan de drugs?" vroeg iemand. "Ben je high?" "High? Ik? Absoluut niet. Geen drugs. Kom naar het zonnige bos van Florida, waar er citroenen zijn, waar ze demonen maken." "Je maakt me bang", zei iemand, en Rebel en Val gingen terug de bibliotheek in. Ik haalde mijn schouders op en volgde hen.
Back inside, I asked my classmates if they were having the same experience of words jumping around our cases as I was. 'I think someone's infiltrated my copies of the cases,' I said. 'We've got to case the joint. I don't believe in joints, but they do hold your body together.'" -- It's an example of loose associations. -- "Eventually I made my way back to my dorm room, and once there, I couldn't settle down. My head was too full of noise, too full of orange trees and law memos I could not write and mass murders I knew I would be responsible for. Sitting on my bed, I rocked back and forth, moaning in fear and isolation." This episode led to my first hospitalization in America. I had two earlier in England.
Terug binnen vroeg ik mijn jaargenoten of zij ook de ervaring hadden dat er woorden rondsprongen in onze rechtszaken. "Volgens mij zit er een infiltrant in mijn kopie van de rechtszaken", zei ik. "We moeten de banden verzaken. Ik geloof niet in banden, maar ze houden je lichaam wel samen." Het is een voorbeeld van losse associaties. "Uiteindelijk geraakte ik terug in mijn kamer. Toen ik daar was, kwam ik maar niet tot rust. Mijn hoofd zat te vol met lawaai, te vol met sinaasappelbomen en rechtstaken die ik niet kon schrijven en massamoorden waarvan ik wist dat ik ze zou begaan. Ik zat op mijn bed en wiegde heen en weer, terwijl ik kreunde van angst en beslotenheid." Deze episode leidde tot mijn eerste opname in een Amerikaans ziekenhuis. Ik had er eerder twee gehad in Engeland.
Continuing with the writings: "The next morning I went to my professor's office to ask for an extension on the memo assignment, and I began gibbering unintelligably as I had the night before, and he eventually brought me to the emergency room. Once there, someone I'll just call 'The Doctor' and his whole team of goons swooped down, lifted me high into the air, and slammed me down on a metal bed with such force that I saw stars. Then they strapped my legs and arms to the metal bed with thick leather straps. A sound came out of my mouth that I'd never heard before: half groan, half scream, barely human and pure terror. Then the sound came again, forced from somewhere deep inside my belly and scraping my throat raw." This incident resulted in my involuntary hospitalization. One of the reasons the doctors gave for hospitalizing me against my will was that I was "gravely disabled." To support this view, they wrote in my chart that I was unable to do my Yale Law School homework. I wondered what that meant about much of the rest of New Haven. (Laughter)
Verder met de geschriften: "De volgende dag ging ik naar het kantoor van mijn professor om extra tijd te vragen voor de rechtentaak, en ik begon onverstaanbaar te wauwelen, net als de vorige nacht. Hij bracht me naar de eerste hulppost. Daar was iemand die ik 'De Dokter' zal noemen, met een heel team van domkoppen. Ze vloerden me, tilden me hoog in de lucht en kwakten me neer op een metalen bed met zo'n kracht dat ik sterretjes zag. Vervolgens bonden ze mijn armen en benen vast aan het metalen bed met dikke leren riemen. Uit mijn mond kwam een geluid dat ik nooit eerder had gehoord: half gekreun, half geschreeuw, nauwelijks menselijk en pure angst. Toen kwam het geluid weer, overweldigend, van ergens diep in mijn binnenste. Het schraapte mijn keel ruw." Dit incident leidde tot mijn onvrijwillige opname. Eén van de redenen die de dokters gaven voor mijn opname tegen mijn wil, was dat ik 'ernstig gehandicapt' was. Ter staving schreven ze in mijn dossier dat ik niet in staat was om mijn huiswerk van Yale Law School te maken. Ik vroeg me af wat dat betekende voor de rest van New Haven. (Gelach)
During the next year, I would spend five months in a psychiatric hospital. At times, I spent up to 20 hours in mechanical restraints, arms tied, arms and legs tied down, arms and legs tied down with a net tied tightly across my chest. I never struck anyone. I never harmed anyone. I never made any direct threats. If you've never been restrained yourself, you may have a benign image of the experience. There's nothing benign about it.
Het volgende jaar zou ik vijf maanden in een psychiatrische afdeling doorbrengen. Soms zat ik tot 20 uur lang in een dwangbuis, armen gebonden, armen en benen gebonden, armen en benen gebonden met een net dat strak om mijn borst gebonden was. Ik heb nooit iemand geslagen. Ik heb nooit iemand pijn gedaan. Ik heb nooit directe bedreigingen geuit. Als je nooit in een dwangbuis hebt gezeten, heb je daar misschien een mild beeld van. Er is niets milds aan.
Every week in the United States, it's been estimated that one to three people die in restraints. They strangle, they aspirate their vomit, they suffocate, they have a heart attack. It's unclear whether using mechanical restraints is actually saving lives or costing lives. While I was preparing to write my student note for the Yale Law Journal on mechanical restraints, I consulted an eminent law professor who was also a psychiatrist, and said surely he would agree that restraints must be degrading, painful and frightening. He looked at me in a knowing way, and said, "Elyn, you don't really understand: These people are psychotic. They're different from me and you. They wouldn't experience restraints as we would." I didn't have the courage to tell him in that moment that, no, we're not that different from him. We don't like to be strapped down to a bed and left to suffer for hours any more than he would. In fact, until very recently, and I'm sure some people still hold it as a view, that restraints help psychiatric patients feel safe. I've never met a psychiatric patient who agreed with that view. Today, I'd like to say I'm very pro-psychiatry but very anti-force. I don't think force is effective as treatment, and I think using force is a terrible thing to do to another person with a terrible illness.
Er wordt geschat dat in de Verenigde Staten elke week 1 à 3 mensen sterven in een dwangbuis. Ze wurgen zichzelf, ze ademen hun braaksel in, ze stikken, ze krijgen een hartaanval. Het is onduidelijk of het gebruik van de dwangbuis mensenlevens redt of kost. Terwijl ik mijn studentennota voorbereidde voor het Yale Law Journal, over de dwangbuis, ging ik te rade bij een eminente professor in de rechten, tevens psychiater, en ik zei dat hij het wel met me eens zou zijn dat de dwangbuis vernederend is, pijnlijk en beangstigend. Hij keek me aan met een alwetende blik en zei: "Elyn, je snapt het niet echt: die mensen zijn psychotisch; Ze zijn niet zoals jij en ik. Ze ervaren de dwangbuis niet zoals jij en ik." Ik had niet de moed om hem toen te zeggen: nee, we zijn niet zo anders dan hij. Net als hij houden we er niet van om aan een bed te worden gebonden en uren te liggen lijden. Tot zeer recent vond men - en sommigen vinden dat vast nog steeds - dat de dwangbuis psychiatrische patiënten een veilig gevoel gaf. Ik heb nog nooit een psychiatrische patiënt ontmoet die het daarmee eens was. Vandaag zeg ik dat ik erg pro psychiatrie ben, maar ook erg tegen dwang. Ik denk niet dat dwang een goede behandeling is. Volgens mij is het gebruik van dwang iets vreselijks om aan te doen aan iemand met een vreselijke ziekte.
Eventually, I came to Los Angeles to teach at the University of Southern California Law School. For years, I had resisted medication, making many, many efforts to get off. I felt that if I could manage without medication, I could prove that, after all, I wasn't really mentally ill, it was some terrible mistake. My motto was the less medicine, the less defective. My L.A. analyst, Dr. Kaplan, was urging me just to stay on medication and get on with my life, but I decided I wanted to make one last college try to get off. Quoting from the text: "I started the reduction of my meds, and within a short time I began feeling the effects. After returning from a trip to Oxford, I marched into Kaplan's office, headed straight for the corner, crouched down, covered my face, and began shaking. All around me I sensed evil beings poised with daggers. They'd slice me up in thin slices or make me swallow hot coals. Kaplan would later describe me as 'writhing in agony.' Even in this state, what he accurately described as acutely and forwardly psychotic, I refused to take more medication. The mission is not yet complete.
Uiteindelijk kwam ik naar Los Angeles om les te geven aan de rechtenfaculteit van de University of Southern California. Ik had me al jaren tegen medicatie verzet en deed vele, vele inspanningen om ervan af te geraken. Ik had het gevoel dat als ik het zonder medicatie kon, ik kon bewijzen dat ik, alles wel beschouwd, niet echt geestesziek was, dat het een vreselijke vergissing was. Mijn motto was: hoe minder pillen, hoe minder mankementen. Mijn psychiater in L.A., Dr. Kaplan, spoorde me aan om gewoon mijn pillen te nemen en mijn leven op te nemen, maar ik wilde nog één poging doen om ervan af te geraken. Citaat uit de tekst: "Ik begon mijn medicijnen af te bouwen, en al snel begon ik het effect te voelen. Nadat ik van een trip naar Oxford was teruggekeerd, marcheerde ik het kantoor van Kaplan binnen, ging recht op de hoek af, hurkte, bedekte mijn gezicht en begon te schokken. Ik voelde overal rondom me kwalijke wezens met dolken in aanslag. Ze versneden me in dunne plakjes of deden me hete kolen inslikken. Kaplan beschreef me later als 'kronkelend in doodsangst'. Zelfs in deze staat, die hij accuraat beschreef als acute en gevorderde psychose, weigerde ik nog meer pillen te nemen. De opdracht is nog niet vervuld.
Immediately after the appointment with Kaplan, I went to see Dr. Marder, a schizophrenia expert who was following me for medication side effects. He was under the impression that I had a mild psychotic illness. Once in his office, I sat on his couch, folded over, and began muttering. 'Head explosions and people trying to kill. Is it okay if I totally trash your office?' 'You need to leave if you think you're going to do that,' said Marder. 'Okay. Small. Fire on ice. Tell them not to kill me. Tell them not to kill me. What have I done wrong? Hundreds of thousands with thoughts, interdiction.' 'Elyn, do you feel like you're dangerous to yourself or others? I think you need to be in the hospital. I could get you admitted right away, and the whole thing could be very discrete.' 'Ha, ha, ha. You're offering to put me in hospitals? Hospitals are bad, they're mad, they're sad. One must stay away. I'm God, or I used to be.'" At that point in the text, where I said "I'm God, or I used to be," my husband made a marginal note. He said, "Did you quit or were you fired?" (Laughter) "'I give life and I take it away. Forgive me, for I know not what I do.'
Dadelijk na de afspraak met Kaplan, zocht ik Dr. Marder op, een expert in schizofrenie, die me opvolgde vanwege de bijwerkingen van de medicijnen. Hij dacht dat ik een milde psychotische ziekte had. In zijn kantoor ging ik op zijn sofa zitten, vouwde mezelf dubbel en begon te mompelen. "Hoofdexplosies en mensen die proberen te doden. Is het oké als ik uw kantoor kort en klein sla?" "Je moet vertrekken als je denkt dat je dat gaat doen", zei Marder. "Oké. Klein. Vuur op ijs. Zeg dat ze me niet vermoorden. Zeg dat ze me niet vermoorden. Wat heb ik fout gedaan? Honderdduizenden met gedachten, verbod." "Elyn, heb je het gevoel dat je gevaarlijk bent voor jezelf of anderen? Ik denk dat je in het ziekenhuis hoort. Ik kan je meteen laten opnemen, heel discreet." "Ha, ha, ha. Je bied me een ziekenhuisopname aan? Ziekenhuizen zijn slecht, ze zijn gek, ze zijn droef. Moet je wegblijven. Ik ben God, of vroeger toch." Op dat punt van de tekst, waar ik zei "Ik ben God, of vroeger toch", maakte mijn man een kanttekening. Hij zei: "Nam je ontslag of werd je ontslagen?" (Gelach) "Ik geef leven en ik ontneem het. Vergeef me, want ik weet niet wat ik doe."
Eventually, I broke down in front of friends, and everybody convinced me to take more medication. I could no longer deny the truth, and I could not change it. The wall that kept me, Elyn, Professor Saks, separate from that insane woman hospitalized years past, lay smashed and in ruins."
Uiteindelijk stortte ik in bij vrienden en overtuigde iedereen me om meer pillen te nemen. Ik kon de waarheid niet meer ontkennen en ik kon ze niet veranderen. De muur die mij, Elyn, Professor Saks, scheidde van die gekke vrouw die jaren geleden was opgenomen, was ingestort."
Everything about this illness says I shouldn't be here, but I am. And I am, I think, for three reasons: First, I've had excellent treatment. Four- to five-day-a-week psychoanalytic psychotherapy for decades and continuing, and excellent psychopharmacology. Second, I have many close family members and friends who know me and know my illness. These relationships have given my life a meaning and a depth, and they also helped me navigate my life in the face of symptoms. Third, I work at an enormously supportive workplace at USC Law School. This is a place that not only accommodates my needs but actually embraces them. It's also a very intellectually stimulating place, and occupying my mind with complex problems has been my best and most powerful and most reliable defense against my mental illness.
Alles aan deze ziekte zegt dat ik hier niet hoor, maar ik ben er. Ik ben er, denk ik, om drie redenen. Ten eerste kreeg ik een uitstekende behandeling. 4 tot 5 keer per week psychoanalystische therapie, decennialang en nog steeds, en uitstekende psychofarmaca. Ten tweede heb ik vele naaste familieleden en vrienden die me kennen en die mijn ziekte kennen. Deze relaties hebben mijn leven zin gegeven en diepte. Ze hielpen me ook mijn leven op koers te houden als de symptomen toesloegen. Ten derde werk ik op een enorm bemoedigende plek op de rechtenfaculteit van USC. Deze plek biedt niet alleen een antwoord op mijn noden, ze omarmt ze zelfs. Het is ook een intellectueel zeer stimulerende plek. Mijn geest bezighouden met complexe problemen is mijn beste, krachtigste en betrouwbaarste verdediging geweest tegen mijn geestesziekte.
Even with all that — excellent treatment, wonderful family and friends, supportive work environment — I did not make my illness public until relatively late in life, and that's because the stigma against mental illness is so powerful that I didn't feel safe with people knowing. If you hear nothing else today, please hear this: There are not "schizophrenics." There are people with schizophrenia, and these people may be your spouse, they may be your child, they may be your neighbor, they may be your friend, they may be your coworker.
Dan nog -- met een uitstekende behandeling, een fantastische familie, vrienden, bemoedigende werkomgeving -- heb ik mijn ziekte pas openbaar gemaakt op relatief late leeftijd. Dat komt omdat het stigma tegen geestesziekte zo krachtig is dat ik het niet veilig vond dat mensen het wisten. Als dit het enige is dat je van vandaag onthoudt, onthou dan dit: er zijn geen schizofrenen. Er zijn mensen met schizofrenie. Het kan je partner zijn, het kan je kind zijn, het kan je buur zijn, het kan je vriend zijn, het kan je collega zijn.
So let me share some final thoughts. We need to invest more resources into research and treatment of mental illness. The better we understand these illnesses, the better the treatments we can provide, and the better the treatments we can provide, the more we can offer people care, and not have to use force. Also, we must stop criminalizing mental illness. It's a national tragedy and scandal that the L.A. County Jail is the biggest psychiatric facility in the United States. American prisons and jails are filled with people who suffer from severe mental illness, and many of them are there because they never received adequate treatment. I could have easily ended up there or on the streets myself. A message to the entertainment industry and to the press: On the whole, you've done a wonderful job fighting stigma and prejudice of many kinds. Please, continue to let us see characters in your movies, your plays, your columns, who suffer with severe mental illness. Portray them sympathetically, and portray them in all the richness and depth of their experience as people and not as diagnoses.
Laat me een paar slotgedachten delen. We moeten meer besteden aan onderzoek en behandeling van geestesziekte. Hoe beter we deze ziekten begrijpen, hoe beter de behandelingen die we kunnen bieden, en bijgevolg hoe meer zorg we kunnen bieden aan mensen zonder dat we dwang moeten gebruiken. We moeten ook stoppen met het criminaliseren van geestesziekte. Het is een nationale tragedie en schandaal dat de gevangenis van L.A. County de grootste psychiatrische afdeling is van de Verenigde Staten. Amerikaanse gevangenissen zitten vol met mensen die lijden aan ernstige geestesziekte. Velen zitten er omdat ze nooit gepast behandeld zijn. Ik had ook daar of op straat kunnen belanden. Een boodschap aan de entertainmentindustrie en aan de pers: alles bij elkaar hebben jullie geweldig geholpen in de strijd tegen stigma en tegen allerlei vooroordelen. Ga alsjeblieft door met personages te tonen in jullie films, jullie theaterstukken, jullie columns, personages met ernstige geestesziekte. Schilder ze sympathiek af, en schilder ze af in al de rijkdom en de diepte van hun ervaring als mens, niet als diagnose.
Recently, a friend posed a question: If there were a pill I could take that would instantly cure me, would I take it? The poet Rainer Maria Rilke was offered psychoanalysis. He declined, saying, "Don't take my devils away, because my angels may flee too." My psychosis, on the other hand, is a waking nightmare in which my devils are so terrifying that all my angels have already fled. So would I take the pill? In an instant. That said, I don't wish to be seen as regretting the life I could have had if I'd not been mentally ill, nor am I asking anyone for their pity. What I rather wish to say is that the humanity we all share is more important than the mental illness we may not. What those of us who suffer with mental illness want is what everybody wants: in the words of Sigmund Freud, "to work and to love."
Recent stelde een vriend een vraag: als er een pil was die ik kon nemen en die me meteen zou genezen, zou ik dat doen? De dichter Rainer Maria Rilke kreeg psychoanalyse aangeboden. Hij weigerde met de woorden: "Ontneem me mijn duivels niet, want misschien vluchten mijn engelen ook." Mijn psychose, van de andere kant, is een wakkere nachtmerrie waarin mijn duivels zo verschrikkelijk zijn dat al mijn engelen al zijn weggevlucht. Zou ik die pil nemen? Onmiddellijk. Maar ik wil niet gezien worden als iemand die spijt heeft van het leven dat ik had kunnen hebben als ik niet geestesziek was. Ik vraag niemand om medelijden. Ik wil eerder zeggen dat de menselijkheid die ons allemaal verenigt, belangrijker is dan de geestesziekte die ons scheidt. Wat wij geesteszieke patiënten willen, is wat iedereen wil. Met de woorden van Siegmund Freud: "werken en beminnen".
Thank you. (Applause)
Dankuwel. (Applaus)
(Applause)
(Applaus)
Thank you. Thank you. You're very kind. (Applause)
Dankuwel. Dankuwel. Jullie zijn zeer vriendelijk. (Applaus).
Thank you. (Applause)
Dankuwel. (Applaus)