Roald Amundsen had spent nearly two years preparing his Arctic expedition. He had secured funding from the Norwegian Crown and hand-picked a trusted crew. He’d even received the blessing of the famed explorer Fridtjof Nansen, along with the use of his ship, Fram, specially constructed to withstand the ice. Now, with the voyage departing, he had one final announcement to his shipmates: They were going to head in the opposite direction.
Roald Amundsen bereidde zich bijna twee jaar voor op zijn Noordpoolexpeditie. Hij verkreeg subsidie van de Noorse Kroon en selecteerde een betrouwbaar team. Hij kreeg zelfs de zegen van de legendarische ontdekker Fridtjof Nansen, en mocht zijn schip Fram gebruiken, speciaal gebouwd om zich een weg door het ijs te banen. Maar op het moment van vertrek had hij een laatste boodschap voor zijn bemanning: ze zouden in tegengestelde richting varen.
By the early 20th century, nearly every region of the globe had been visited and mapped, with only two key locations remaining: the North Pole, deep in the frozen waters of the Arctic region, and the South Pole, nestled within a recently discovered icy continent in the vast Antarctic Ocean. A veteran of several expeditions, Amundsen had long dreamed of reaching the North Pole. But in 1909, amidst his preparations, news came that the American explorers Frederick Cook and Robert Peary had staked rival claims to the achievement. Instead of abandoning the planned voyage, Amundsen decided to alter its course to what he called “the last great problem.”
Aan het begin van de twintigste eeuw was elk gebied ter wereld bezocht en in kaart gebracht, behalve twee belangrijke locaties: de Noordpool, diep in de bevroren wateren van het Arctisch gebied, en de Zuidpool, verscholen in een recent ontdekt ijscontinent in de immense Zuidelijke Oceaan. Als veteraan van verscheidene expedities was het Amundsens grote droom om de Noordpool te bereiken. Maar in 1909 vernam hij tijdens zijn voorbereidingen dat de Amerikaanse ontdekkers Frederick Cook en Robert Peary claimden de Noordpool als eerste te hebben bereikt. In plaats van de geplande reis voortijdig af te breken, besloot Amundsen zijn bestemming te veranderen in wat hij noemde: 'het laatste grote probleem'.
But Amundsen’s crew weren’t the only ones kept in the dark. British naval officer Robert F. Scott had already visited the Antarctic, and was leading his own South Pole expedition. Now, as Scott’s ship Terra Nova reached Melbourne in 1910, he was greeted with the news that Amundsen was also heading south. Reluctantly, Scott found himself pitted against the Norwegian in what the newspapers called a ‘race to the Pole.’
Maar Amundsens bemanning werd niet als enige in het ongewisse gelaten. Britse marineofficier Robert F. Scott bezocht eerder al Antartica en had de leiding over zijn eigen Zuidpoolexpeditie. Maar toen Scotts schip Terra Nova in 1910 een tussenstop maakte in Melbourne, werd hij onthaald met het bericht dat Amundsen ook naar het zuiden trok. Met tegenzin ging hij de confrontatie aan met de Noor in wat de kranten omschreven als een 'Race naar de Pool'.
Yet if it was a race, it was a strange one. The expeditions left at different times from different locations, and they had very different plans for the journey. Amundsen was focused solely on reaching the Pole. Informed by his Arctic exploration, he drew on both Inuit and Norwegian experience, arriving with a small team of men and more than a hundred dogs. His explorers were clothed in sealskin and furs, as well as specially designed skis and boots. But Scott's venture was more complicated. Launching an extensive scientific research expedition, he traveled with over three times more men than Amundsen, alongside over 30 dogs, 19 Siberian ponies, and three state-of-the-art motorized sledges. But these additional tools and bodies weighed down the ship as it battled the storms of the southern ocean. And as they finally began to lay supplies, they found both their ponies and motor-sledges ineffective in the harsh ice and snow.
Zelfs als dat zo was, dan was het een eigenaardige race. De teams vertrokken op verschillende tijdstippen vanuit verschillende locaties en hadden hele verschillende plannen voor de tocht. Amundsen focuste zich alleen op het bereiken van de Zuidpool. Wijs geworden door Arctische onderzoek, ging hij uit van de ervaringen van zowel de Inuits als de Noren en kwam hij aan met een klein team en ruim honderd honden. Zijn expeditieleden droegen zeehondenhuid en bont met daarbij speciaal ontworpen ski's en laarzen. Maar Scotts onderneming was veel ingewikkelder. Hij zette een omvangrijke wetenschappelijke expeditie op en reisde met drie maal zoveel mannen dan Amundsen, naast ruim 30 honden, negentien Siberische pony's en drie toen hypermoderne motorsledes. Maar deze extra hulpmiddelen en opvarenden verzwaarden het schip dat de storm trotseerde in de Stille Zuidzee. Toen ze eindelijk voedseldepots aanlegden, werd het duidelijk dat hun pony’s en motorsledes niet opgewassen waren tegen de extreme weersomstandigheden.
In the spring of 1911, after waiting out the long polar night, both parties began the journey south. Scott’s team traveled over the Beardmore Glacier, following the path of Ernest Shackleton's earlier attempt to reach the pole. But although this course had been documented, it proved slow and laborious. Meanwhile, despite an initial false start, Amundsen’s five-man team made good time using a previously uncharted route through the same Transantarctic Mountains. They stayed ahead of Scott’s team, and on December 14, arrived first at their desolate destination.
In het voorjaar van 1911, na weken de Poolnacht te hebben uitgezeten, begonnen beide teams hun tocht naar het zuiden. Scotts team reisde over de Beardmoregletsjer en nam de route waarmee Ernest Shackleton de pool had proberen te bereiken. Maar hoewel deze route gedocumenteerd was, bleek ze langzaam en uitputtend te zijn. Ondertussen, ondanks een valse start, boekte Amundsens vijfmans-team tijdwinst door een voorheen onbekende route te nemen door hetzelfde Transarctische gebergte. Ze bleven Scotts team een stap voor en arriveerden op 14 december als eersten bij hun desolate bestemming.
To avoid the ambiguity that surrounded Cook and Peary’s North Pole claims, Amundsen’s team traversed the area in a grid to make sure they covered the Pole’s location. Along with flags and a tent marker, they left a letter for Scott, which would not be found until over a month later. But when Scott’s party finally reached the pole, losing the ‘race’ was the least of their problems. On the way back towards the camp, two of the five men succumbed to frostbite starvation, and exhaustion. The remaining explorers hoped for a prearranged rendezvous with a team sent from their base, but due to a series of mishaps, misjudgements and miscommunications, their rescue never arrived. Their remains, along with Scott’s diary, would not be found until spring.
Om misverstanden als die rond Cooks en Pearys Noordpoolclaims te voorkomen, doorkruiste Amundsens team het gebied in een rasterpatroon om er zeker van te zijn dat ze de pool hadden aangedaan. Naast vlaggen en een tent lieten ze een brief achter voor Scott die pas een maand later gevonden werd. Maar toen Scotts team eindelijk de pool bereikte, was de verloren race het laatste waar ze zich druk over maakten. Op de terugweg naar het kamp bezweken twee van de vijf mannen aan bevriezing, honger en uitputting. De overgebleven expeditieleden hoopten op een geplande ontmoeting met een hulpteam vanuit hun onderzoeksbasis, maar door een reeks ongelukken, foute inschattingen en miscommunicatie kwamen hun redders nooit ter plaatse. Hun overblijfselen en Scotts dagboek werden pas in de lente gevonden.
Today, scientists from various countries live and work at Antarctic research stations. But the journeys of these early explorers are not forgotten. Despite their divergent fates, they are forever joined in history, and in the name of the research base that marks the South Pole.
Tegenwoordig wonen en werken wetenschappers uit diverse landen op onderzoeksbasissen in Antarctica. Maar de tochten van deze eerdere ontdekkers worden niet vergeten. Ondanks hun uiteenlopende lotsbestemmingen staan ze voorgoed gegrift in de geschiedenis