A human child is born, and for quite a long time is a consumer. It cannot be consciously a contributor. It is helpless. It doesn't know how to survive, even though it is endowed with an instinct to survive. It needs the help of mother, or a foster mother, to survive. It can't afford to doubt the person who tends the child. It has to totally surrender, as one surrenders to an anesthesiologist.
Wanneer een kind wordt geboren is het lange tijd een consument. Het kan niet bewust een bijdrage leveren. Het is hulpeloos. Het weet zelfs niet hoe het moet overleven, ook al bezit het van nature een overlevingsinstinct. Het heeft de hulp van de moeder of een pleegmoeder nodig om te overleven. Het kind kan het zich niet veroorloven om diegene die hem verzorgt in twijfel te trekken. Het moet zich volledig overgeven. Zoals iemand zich overgeeft aan een anesthesist.
It has to totally surrender. That implies a lot of trust. That implies the trusted person won't violate the trust. As the child grows, it begins to discover that the person trusted is violating the trust. It doesn't know even the word "violation." Therefore, it has to blame itself, a wordless blame, which is more difficult to really resolve -- the wordless self-blame.
Het moet zich volledig overgeven. Daar is veel vertrouwen voor nodig. Het houdt ook in dat de vertrouwde persoon dit vertrouwen niet zal schaden. Terwijl het kind opgroeit, begint het te ontdekken dat de vertrouwde persoon het vertrouwen aan het schaden is. Het kent niet eens het woord schaden. Daar geeft het kind zichzelf de schuld van. Een schuld zonder woorden, die erg moeilijk echt op te lossen is, dit zelfverwijt zonder woorden.
As the child grows to become an adult: so far, it has been a consumer, but the growth of a human being lies in his or her capacity to contribute, to be a contributor. One cannot contribute unless one feels secure, one feels big, one feels: I have enough.
Terwijl het kind opgroeit tot een volwassene, is het tot die tijd steeds een consument geweest, maar de ontwikkeling van een mens, ligt in zijn of haar vermogen om een bijdrage te leveren, iemand te zijn die iets bijdraagt. Men kan geen bijdrage leveren tenzij men zich zeker voelt, tenzij men zich groot voelt, tenzij men voelt: ik heb genoeg.
To be compassionate is not a joke. It's not that simple. One has to discover a certain bigness in oneself. That bigness should be centered on oneself, not in terms of money, not in terms of power you wield, not in terms of any status that you can command in the society, but it should be centered on oneself. The self: you are self-aware. On that self, it should be centered -- a bigness, a wholeness. Otherwise, compassion is just a word and a dream.
Compassievol zijn is geen grapje. Zo simpel is het niet. Men moet een zekere grootsheid in zichzelf ontdekken. Die grootsheid zou een centrale plek moeten hebben in jezelf, niet in termen van geld, niet in termen van macht die je uitoefent, niet in termen van wat voor status dan ook die je in de maatschappij afgedwongen hebt, maar het zou een centrale plekken moeten hebben in jezelf. Het Zelf, je bent je bewust van jezelf. In dat Zelf zou deze grootsheid, deze compleetheid een centrale plek moeten hebben, anders bestaat compassie slechts uit een woord en een droom.
You can be compassionate occasionally, more moved by empathy than by compassion. Thank God we are empathetic. When somebody's in pain, we pick up the pain.
Je kunt nu en dan eens compassievol zijn, meer geraakt door empathie dan door compassie. Godzijdank zijn we empathisch. Wanneer iemand pijn lijdt, voelen we de pijn.
In a Wimbledon final match, these two guys fight it out. Each one has got two games. It can be anybody's game. What they have sweated so far has no meaning. One person wins. The tennis etiquette is, both the players have to come to the net and shake hands. The winner boxes the air and kisses the ground, throws his shirt as though somebody is waiting for it. (Laughter) And this guy has to come to the net. When he comes to the net, you see, his whole face changes. It looks as though he's wishing that he didn't win. Why? Empathy.
Tijdens een wedstrijd op Wimbledon, in de finale, zijn er twee mannen die tegen elkaar strijden. Elk hebben ze twee games. Die naar ieder van hen kunnen gaan. De zweetdruppels die ze tot nu toe verloren hebben, hebben geen betekenis. Een van de twee wint. De tennisetiquette schrijft voor dat de twee spelers naar het net moeten komen om elkaar een hand te geven. De winnaar gooit zijn armen in de lucht, kust de grond en gooit zijn shirt weg alsof iemand erop zit te wachten. (Gelach) Deze man moet naar het net komen. Terwijl hij op het net afloopt, zie je de uitdrukking op zijn gezicht veranderen. Het ziet eruit alsof hij liever niet had willen winnen. Waarom? Empathie.
That's human heart. No human heart is denied of that empathy. No religion can demolish that by indoctrination. No culture, no nation and nationalism -- nothing can touch it because it is empathy. And that capacity to empathize is the window through which you reach out to people, you do something that makes a difference in somebody's life -- even words, even time.
Dat is het menselijke hart. Ieder mens-met-een-hart bezit die empathie. Geen enkele religie kan dat vernietigen door indoctrinatie. Geen enkele cultuur, geen enkele natie of geen enkel nationalisme, niets kan het raken, omdat het empathie is. Dat vermogen om mee te leven is het venster waardoor je je hand uitreikt naar mensen, je doet iets wat een verschil maakt in iemands leven. Ook al zijn het maar woorden, of tijd.
Compassion is not defined in one form. There's no Indian compassion. There's no American compassion. It transcends nation, the gender, the age. Why? Because it is there in everybody. It's experienced by people occasionally.
Compassie heeft geen bepaalde vorm. Er is geen aparte Indiase compassie. Er is geen aparte Amerikaanse compassie. Het overstijgt natie, geslacht en leeftijd. Waarom? Omdat het in iedereen aanwezig is. Het wordt door mensen zo nu en dan ervaren.
Then this occasional compassion, we are not talking about -- it will never remain occasional. By mandate, you cannot make a person compassionate. You can't say, "Please love me." Love is something you discover. It's not an action, but in the English language, it is also an action. I will come to it later.
Over deze incidentele compassie hebben we het niet. Het zal nooit incidenteel blijven. Je kunt iemand niet compassievol maken op bevel. Je kunt niet zeggen: "Hou alsjeblieft van me." Liefde ontdek je. Het is geen handeling, maar in de Engelse taal is het ook een handeling. Ik kom hier later op terug.
So one has got to discover a certain wholeness. I am going to cite the possibility of being whole, which is within our experience, everybody's experience. In spite of a very tragic life, one is happy in moments which are very few and far between. And the one who is happy, even for a slapstick joke, accepts himself and also the scheme of things in which one finds oneself.
Iemand moet dus een zekere compleetheid in zichzelf ontdekken. Ik noem de mogelijkheid om compleet te zijn, die deel uitmaakt van onze ervaring, van iedereens ervaring. Ondanks een tragisch leven kan iemand zich op bepaalde momenten toch gelukkig voelen. En degene die gelukkig is, ook al is het maar om een slapstick grap, accepteert zichzelf en ook het grote geheel waarin hij zich bevindt.
That means the whole universe, known things and unknown things. All of them are totally accepted because you discover your wholeness in yourself. The subject -- "me" -- and the object -- the scheme of things -- fuse into oneness, an experience nobody can say, "I am denied of," an experience common to all and sundry.
Dat wil zeggen, het hele universum dingen die gekend zijn en onbekende dingen. Alles is volledig geaccepteerd omdat je de compleetheid in jezelf ontdekt. Het onderwerp, ik, en het object, het grote geheel, vloeien samen tot een eenheid, een ervaring waarvan niemand kan zeggen: "Die behoort niet aan mij toe." Een universele ervaring voor iedereen, zonder onderscheid.
That experience confirms that, in spite of all your limitations -- all your wants, desires, unfulfilled, and the credit cards and layoffs and, finally, baldness -- you can be happy. But the extension of the logic is that you don't need to fulfill your desire to be happy. You are the very happiness, the wholeness that you want to be.
Die ervaring bevestigt dat je ondanks al je beperkingen, al je behoeftes, onvervulde wensen, en credit cards, en ontslagen, en uiteindelijk kaalheid, je toch gelukkig kunt zijn. Uit die logica vloeit voort dat je niet je wensen hoeft te vervullen om gelukkig te zijn. Je bent zelf het geluk, de compleetheid, die je wilt zijn.
There's no choice in this: that only confirms the reality that the wholeness cannot be different from you, cannot be minus you. It has got to be you. You cannot be a part of wholeness and still be whole. Your moment of happiness reveals that reality, that realization, that recognition: "Maybe I am the whole. Maybe the swami is right.
Er is geen keuze. Dat bevestigt de realiteit, dat de compleetheid niet anders kan zijn dan jezelf, niet los van jezelf kan zijn. Jij bent het. Je kunt niet een onderdeel van compleetheid zijn, en nog steeds compleet zijn. Dat moment van geluk onthult die realiteit, dat besef, die herkenning. Misschien ben ik compleet. Misschien heeft de swami gelijk.
Maybe the swami is right." You start your new life. Then everything becomes meaningful. I have no more reason to blame myself. If one has to blame oneself, one has a million reasons plus many. But if I say, in spite of my body being limited -- if it is black it is not white, if it is white it is not black: body is limited any which way you look at it. Limited.
Misschien heeft de swami gelijk. Je begint met je nieuwe leven. En dan krijgt alles betekenis. Ik heb geen reden meer om mezelf de schuld te geven. Als iemand zichzelf de schuld wil geven, zijn er wel een miljoen redenen maar als ik zeg, ondanks dat mijn lichaam beperkingen heeft, als het zwart is, is het niet wit - als het wit is, is het niet zwart, hoe je er ook naar kijkt, een lichaam heeft beperkingen. Is beperkt.
Your knowledge is limited, health is limited, and power is therefore limited, and the cheerfulness is going to be limited. Compassion is going to be limited. Everything is going to be limitless. You cannot command compassion unless you become limitless, and nobody can become limitless, either you are or you are not. Period. And there is no way of your being not limitless too.
Je kennis is beperkt, gezondheid kent beperkingen en je kracht is daarom beperkt, en de blijmoedigheid zal beperkt zijn. Aan compassie zullen grenzen zitten. Aan alles zullen limieten zitten. Je kunt compassie niet bevelen tenzij je zelf zonder beperkingen zou worden, en niemand kan grenzeloos wórden, je bent het of je bent het niet. Punt. En er bestaat geen manier om niet grenzeloos te zijn.
Your own experience reveals, in spite of all limitations, you are the whole. And the wholeness is the reality of you when you relate to the world. It is love first. When you relate to the world, the dynamic manifestation of the wholeness is, what we say, love. And itself becomes compassion if the object that you relate to evokes that emotion. Then that again transforms into giving, into sharing. You express yourself because you have compassion.
Je eigen ervaring onthult dat je ondanks alle beperkingen compleet bent. En deze compleetheid is jouw realiteit waarmee je de wereld tegemoet treedt. Het gaat eerst om de liefde. Wanneer je de wereld tegemoet treedt, is de dynamische manifestatie van deze compleetheid, hetgeen wij liefde noemen. Deze liefde wordt compassie als het object dat je tegemoet treedt die emotie tot gevolg heeft. Dat verandert vervolgens weer in geven en in delen. Je drukt jezelf uit omdat je compassie voelt.
To discover compassion, you need to be compassionate. To discover the capacity to give and share, you need to be giving and sharing. There is no shortcut: it is like swimming by swimming. You learn swimming by swimming. You cannot learn swimming on a foam mattress and enter into water. (Laughter) You learn swimming by swimming. You learn cycling by cycling. You learn cooking by cooking, having some sympathetic people around you to eat what you cook. (Laughter)
Om compassie te ontdekken, moet je compassievol zijn. Om het vermogen van geven en delen te ontdekken, moet je geven en delen. Er is geen makkelijkere manier. Het is als zwemmen door te zwemmen. Je leert zwemmen door te zwemmen. Zwemmen leer je niet door op een opblaasmatras het water in te gaan. (Gelach) Zwemmen leer je door te zwemmen. Fietsen leer je door te fietsen. Koken leer je door te koken, terwijl je wat sympathieke vrienden om je heen hebt die opeten wat je gekookt hebt. (Gelach)
And, therefore, what I say, you have to fake it and make it. (Laughter) You need to. My predecessor meant that. You have to act it out. You have to act compassionately.
En daarom zeg ik, je moet net doen alsof en het daarna gewoon doen. (Gelach) Echt waar. Mijn voorganger meende dat. Je moet het in de praktijk brengen. Je moet je compassievol gedragen.
There is no verb for compassion, but you have an adverb for compassion. That's interesting to me. You act compassionately. But then, how to act compassionately if you don't have compassion? That is where you fake. You fake it and make it. This is the mantra of the United States of America. (Laughter)
Er is geen werkwoord voor compassie, maar wel een bijvoeglijk naamwoord. Dat vind ik interessant. Je gedraagt je op een compassievolle manier. Maar hoe handel je op compassievolle wijze als je geen compassie voelt? Dat is het punt waarop je net doet alsof. Je doet net alsof en doet het vervolgens. Dat is het mantra van de Verenigde Staten. (Gelach)
You fake it and make it. You act compassionately as though you have compassion: grind your teeth, take all the support system. If you know how to pray, pray. Ask for compassion. Let me act compassionately. Do it. You'll discover compassion and also slowly a relative compassion, and slowly, perhaps if you get the right teaching, you'll discover compassion is a dynamic manifestation of the reality of yourself, which is oneness, wholeness, and that's what you are.
Je doet alsof en doet het vervolgens. Je gedraagt je compassievol alsof je de compassie voelt, knarst je tanden, neemt alle hulp aan, en als je weet hoe je moet bidden, bid je. Vraag om compassie. Laat me me compassievol gedragen. Doe het. Je zult compassie ontdekken en langzaamaan ook een relatieve compassie, en daarna langzamerhand, als je misschien het juiste onderricht krijgt, zul je ontdekken dat compassie een dynamische manifestatie is van jouw realiteit, die compleet is, eenheid is, en dat is wat je bent.
With these words, thank you very much. (Applause)
Met deze woorden wil ik afsluiten, dank u wel. (Applaus)