What I'd like to do is talk to you a little bit about fear and the cost of fear and the age of fear from which we are now emerging. I would like you to feel comfortable with my doing that by letting you know that I know something about fear and anxiety. I'm a Jewish guy from New Jersey.
Ik wil het even hebben over angst, de kosten van angst en het tijdperk van angst waaruit we nu opduiken. Opdat jullie je prettig voelen bij het feit dat ik dat ga doen, zal ik je zeggen dat ik weet wat angst en beven inhoudt. Ik ben een Joodse jongen uit New Jersey.
(Laughter)
(Gelach)
I could worry before I could walk.
Ik kon piekeren voordat ik kon lopen.
(Laughter)
(Gelach)
Please, applaud that.
Geef me daar een applausje voor.
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dankjewel.
But I also grew up in a time where there was something to fear. We were brought out in the hall when I was a little kid and taught how to put our coats over our heads to protect us from global thermonuclear war. Now even my seven-year-old brain knew that wasn't going to work. But I also knew that global thermonuclear war was something to be concerned with.
Maar toen ik opgroeide, was er ook iets te vrezen. Men nam ons mee naar de hal en onderwees hoe we onze jassen over ons hoofd moesten trekken om ons te beschermen tegen een thermonucleaire wereldoorlog. Zelfs mijn zeven jaar oude brein wist dat dat niet zou helpen. Maar ik wist ook dat een thermonucleaire wereldoorlog iets was om je zorgen over te maken.
And yet, despite the fact that we lived for 50 years with the threat of such a war, the response of our government and of our society was to do wonderful things. We created the space program in response to that. We built our highway system in response to that. We created the Internet in response to that. So sometimes fear can produce a constructive response. But sometimes it can produce an un-constructive response.
Maar ondanks het feit dat we 50 jaar lang onder die dreiging leefden, slaagden onze regering en onze samenleving erin om prachtige dingen te doen. Ons ruimteprogramma was er een antwoord op. Ook ons systeem van snelwegen. Ook het internet. Soms kan angst een constructief antwoord opleveren. Maar soms ook een niet-constructief antwoord.
On September 11, 2001, 19 guys took over four airplanes and flew them into a couple of buildings. They exacted a horrible toll. It is not for us to minimize what that toll was. But the response that we had was clearly disproportionate -- disproportionate to the point of verging on the unhinged. We rearranged the national security apparatus of the United States and of many governments to address a threat that, at the time that those attacks took place, was quite limited. In fact, according to our intelligence services, on September 11, 2001, there were 100 members of core Al-Qaeda. There were just a few thousand terrorists. They posed an existential threat to no one.
Op 11 september 2001, kaapten 19 jonge mannen vier vliegtuigen en vlogen ze in een paar gebouwen. Ze eisten een verschrikkelijke tol. Verre van ons om die tol te minimaliseren. Maar onze reactie hierop, was duidelijk niet in verhouding - niet in verhouding tot op het punt van het ongerijmde. We herschikten het nationale veiligheidsapparaat van de Verenigde Staten en van veel andere regeringen om een bedreiging te ondervangen die, toen die aanslagen plaatsvonden, toch wel vrij beperkt was. Volgens onze inlichtingendiensten, had op 11 september 2001 Al-Qaeda een kern van 100 leden. Er waren slechts een paar duizend terroristen: voor niemand een existentiële bedreiging.
But we rearranged our entire national security apparatus in the most sweeping way since the end of the Second World War. We launched two wars. We spent trillions of dollars. We suspended our values. We violated international law. We embraced torture. We embraced the idea that if these 19 guys could do this, anybody could do it. And therefore, for the first time in history, we were seeing everybody as a threat. And what was the result of that? Surveillance programs that listened in on the emails and phone calls of entire countries -- hundreds of millions of people -- setting aside whether those countries were our allies, setting aside what our interests were. I would argue that 15 years later, since today there are more terrorists, more terrorist attacks, more terrorist casualties -- this by the count of the U.S. State Department -- since today the region from which those attacks emanate is more unstable than at any time in its history, since the Flood, perhaps, we have not succeeded in our response.
Maar we herschikten ons gehele nationale veiligheidsapparaat op de meest ingrijpende manier sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. We startten twee oorlogen. We gaven biljoenen dollars uit. We schortten onze waarden op. Wij overtraden het internationaal recht. We gingen weer folteren. We omhelsden het idee dat als deze 19 jongens dat konden doen, iedereen het kon doen. Daarom zagen we, voor het eerst in de geschiedenis, iedereen als een bedreiging. Wat was het resultaat? Bewakingsprogramma's die e-mails en telefoontjes van hele landen afluisterden - honderden miljoenen mensen - ongeacht of die landen onze bondgenoten waren, ongeacht onze belangen. 15 jaar later zijn er meer terroristen, meer terreuraanslagen, meer slachtoffers - toch volgens het US State Department. Aangezien vandaag het gebied vanwaar deze aanvallen komen nu instabieler is dan op enig moment in zijn geschiedenis, - sinds de zondvloed, misschien – zeg ik dat we niet in geslaagd zijn in onze reactie.
Now you have to ask, where did we go wrong? What did we do? What was the mistake that was made? And you might say, well look, Washington is a dysfunctional place. There are political food fights. We've turned our discourse into a cage match. And that's true. But there are bigger problems, believe it or not, than that dysfunction, even though I would argue that dysfunction that makes it impossible to get anything done in the richest and most powerful country in the world is far more dangerous than anything that a group like ISIS could do, because it stops us in our tracks and it keeps us from progress.
Nu kan je vragen: “Waar ging het fout? Wat hebben we gedaan? Welke fout maakten we?" Je zou kunnen zeggen dat Washington een disfunctionele plek is vol met politieke spelletjes. Ons discours is veranderd in een worstelwedstrijd. En dat is waar. Maar er zijn grotere problemen, geloof het of niet, dan die disfunctie. Hoewel ik zou zeggen dat die disfunctie, die het onmogelijk maakt om iets gedaan te krijgen in het rijkste en machtigste land ter wereld, veel gevaarlijker is dan wat een groep als ISIS ook maar kan doen. Het houdt ons tegen en verhindert elke vooruitgang.
But there are other problems. And the other problems came from the fact that in Washington and in many capitals right now, we're in a creativity crisis. In Washington, in think tanks, where people are supposed to be thinking of new ideas, you don't get bold new ideas, because if you offer up a bold new idea, not only are you attacked on Twitter, but you will not get confirmed in a government job. Because we are reactive to the heightened venom of the political debate, you get governments that have an us-versus-them mentality, tiny groups of people making decisions. When you sit in a room with a small group of people making decisions, what do you get? You get groupthink. Everybody has the same worldview, and any view from outside of the group is seen as a threat. That's a danger. You also have processes that become reactive to news cycles. And so the parts of the U.S. government that do foresight, that look forward, that do strategy -- the parts in other governments that do this -- can't do it, because they're reacting to the news cycle. And so we're not looking ahead.
Maar er zijn andere problemen. En die andere problemen komen doordat we nu in Washington, en in veel andere hoofdsteden, met een creativiteitscrisis zitten. In denktanks in Washington, waar mensen verondersteld worden over nieuwe ideeën te denken, krijg je geen gedurfde nieuwe ideeën. Als je een gedurfd nieuw idee oppert, wordt je niet alleen afgeschoten op Twitter, maar maak je zelfs geen kans meer op een regeringsbaan. Omdat we reageren op het toegenomen gif van het politieke debat, krijg je regeringen met een wij-tegen-zij mentaliteit, kleine groepen mensen die beslissingen nemen. Als je in een kamer met een kleine groep mensen zit om te beslissen, wat krijg je dan? Groepsdenken. Iedereen heeft hetzelfde wereldbeeld, en elk idee van buiten de groep wordt gezien als een bedreiging. Dat is een gevaar. Je hebt ook processen die reageren op nieuwscycli. Wie zich in de Amerikaanse regering bezighoudt met vooruitkijken, wie aan strategie doet - de delen van andere departementen die dit doen - kunnen het niet doen, omdat ze reageren op de nieuwscyclus. En dus kijken we niet vooruit.
On 9/11, we had a crisis because we were looking the wrong way. Today we have a crisis because, because of 9/11, we are still looking in the wrong direction, and we know because we see transformational trends on the horizon that are far more important than what we saw on 9/11; far more important than the threat posed by these terrorists; far more important even than the instability that we've got in some areas of the world that are racked by instability today. In fact, the things that we are seeing in those parts of the world may be symptoms. They may be a reaction to bigger trends. And if we are treating the symptom and ignoring the bigger trend, then we've got far bigger problems to deal with.
Op elf september hadden we een crisis omdat we naar de verkeerde kant keken. Vandaag hebben we een crisis omdat, als gevolg van 9/11, we nog altijd in de verkeerde richting kijken. We weten dat omdat we aan de horizon transformationele trends zien die veel belangrijker zijn dan wat we zagen op 9/11. Veel belangrijker dan de dreiging van deze terroristen. Veel belangrijker nog dan de instabiliteit in sommige gebieden van de wereld die vandaag lijden onder instabiliteit. Misschien zijn de dingen, die we in die delen van de wereld zien, symptomen. Misschien een reactie op grotere trends. Als we de symptomen behandelen en de grotere trend negeren, gaan we van kwaad naar erger.
And so what are those trends? Well, to a group like you, the trends are apparent. We are living at a moment in which the very fabric of human society is being rewoven. If you saw the cover of The Economist a couple of days ago -- it said that 80 percent of the people on the planet, by the year 2020, would have a smartphone. They would have a small computer connected to the Internet in their pocket. In most of Africa, the cell phone penetration rate is 80 percent. We passed the point last October when there were more mobile cellular devices, SIM cards, out in the world than there were people. We are within years of a profound moment in our history, when effectively every single human being on the planet is going to be part of a man-made system for the first time, able to touch anyone else -- touch them for good, touch them for ill. And the changes associated with that are changing the very nature of every aspect of governance and life on the planet in ways that our leaders ought to be thinking about, when they're thinking about these immediate threats.
Wat zijn die trends? Voor een groep als jullie zijn die trends duidelijk zichtbaar. We beleven een moment waarop de structuur van de menselijke samenleving grondig verandert. Op de cover van The Economist van een paar dagen geleden - stond dat 80 procent van de mensen op de planeet, tegen het jaar 2020 een smartphone zou hebben. Dat is een kleine computer met internet in hun zak. In het grootste deel van Afrika is de penetratiegraad van de mobiele telefoon 80 procent. In oktober vorig jaar passeerden we het punt waarop er in de wereld meer mobiele apparaten, simkaarten, dan mensen waren. We zijn slechts enkele jaren verwijderd van het ingrijpende moment in onze geschiedenis, wanneer effectief ieder mens op de planeet voor de eerste keer deel gaat uitmaken van een kunstmatig systeem, en ieder ander kan bereiken - ten goede of ten kwade. En de daaraan verbonden veranderingen veranderen de aard van elk aspect van besturen en leven op de planeet op een manier waaraan onze leiders zouden moeten denken, wanneer ze nadenken over deze directe bedreigingen.
On the security side, we've come out of a Cold War in which it was too costly to fight a nuclear war, and so we didn't, to a period that I call Cool War, cyber war, where the costs of conflict are actually so low, that we may never stop. We may enter a period of constant warfare, and we know this because we've been in it for several years. And yet, we don't have the basic doctrines to guide us in this regard. We don't have the basic ideas formulated. If someone attacks us with a cyber attack, do have the ability to respond with a kinetic attack? We don't know. If somebody launches a cyber attack, how do we deter them? When China launched a series of cyber attacks, what did the U.S. government do? It said, we're going to indict a few of these Chinese guys, who are never coming to America. They're never going to be anywhere near a law enforcement officer who's going to take them into custody. It's a gesture -- it's not a deterrent.
Wat de veiligheid betreft, kwamen we uit een Koude Oorlog waarin een nucleaire oorlog ons te duur zou komen te staan. Dat deden we dus niet. Nu gaan we naar wat ik een 'Coole' Oorlog noem, een cyberoorlog, waarbij de kosten van het conflict eigenlijk zo laag zijn, dat we er misschien nooit mee ophouden. Misschien komen we terecht in een periode van constante oorlog. We weten dit omdat we er al meerdere jaren in zitten. Toch hebben we hierover geen fundamentele doctrines om ons te leiden. We hebben de fundamentele ideeën niet geformuleerd. Als iemand een cyberaanval op ons uitvoert, kunnen we dan reageren met een echte tegenaanval? We weten het niet. Als iemand een cyberaanval lanceert, hoe kunnen we ze dan afschrikken? Toen China een reeks cyberaanvallen lanceerde, wat deed de Amerikaanse regering toen? Ze zeiden dat ze paar van die Chinese jongens gingen aanklagen, die sowieso nooit naar Amerika komen. Ze komen nooit in de buurt van een ambtenaar van de wetshandhaving. Wie gaat hen aanhouden? Het is een gebaar - geen afschrikmiddel.
Special forces operators out there in the field today discover that small groups of insurgents with cell phones have access to satellite imagery that once only superpowers had. In fact, if you've got a cell phone, you've got access to power that a superpower didn't have, and would have highly classified 10 years ago. In my cell phone, I have an app that tells me where every plane in the world is, and its altitude, and its speed, and what kind of aircraft it is, and where it's going and where it's landing. They have apps that allow them to know what their adversary is about to do. They're using these tools in new ways. When a cafe in Sydney was taken over by a terrorist, he went in with a rifle... and an iPad. And the weapon was the iPad. Because he captured people, he terrorized them, he pointed the iPad at them, and then he took the video and he put it on the Internet, and he took over the world's media.
Speciale eenheden komen vandaag in het veld kleine groepen opstandelingen met mobiele telefoons tegen met toegang tot satellietbeelden die vroeger enkel grootmachten hadden. Met een mobiele telefoon kan je dingen die een supermacht 10 jaar geleden niet kon, en als supergeheim zou hebben geclassificeerd. In mijn mobiele telefoon heb ik een app die me vertelt waar elk vliegtuig ter wereld is, de hoogte, de snelheid, welk type vliegtuig het is, waar het heen gaat en waar het landt. Ze hebben apps die hen in staat stellen om te weten wat hun tegenstander gaat doen. Ze gebruiken deze hulpmiddelen op nieuwe manieren. Toen een café in Sydney werd overvallen door een terrorist, had hij een geweer... en een iPad bij. Het wapen was de iPad. Want hij hield de mensen gevangen, terroriseerde hen, richtte de iPad op hen, maakte een video en zette die op het internet. Hij nam de media van de wereld over.
But it doesn't just affect the security side. The relations between great powers -- we thought we were past the bipolar era. We thought we were in a unipolar world, where all the big issues were resolved. Remember? It was the end of history. But we're not. We're now seeing that our basic assumptions about the Internet -- that it was going to connect us, weave society together -- are not necessarily true. In countries like China, you have the Great Firewall of China. You've got countries saying no, if the Internet happens within our borders we control it within our borders. We control the content. We are going to control our security. We are going to manage that Internet. We are going to say what can be on it. We're going to set a different set of rules. Now you might think, well, that's just China. But it's not just China. It's China, India, Russia. It's Saudi Arabia, it's Singapore, it's Brazil. After the NSA scandal, the Russians, the Chinese, the Indians, the Brazilians, they said, let's create a new Internet backbone, because we can't be dependent on this other one. And so all of a sudden, what do you have? You have a new bipolar world in which cyber-internationalism, our belief, is challenged by cyber-nationalism, another belief.
Het is niet alleen van invloed op de veiligheid. De relaties tussen de grootmachten - we dachten dat het bipolaire tijdperk voorbij was en dat we in een unipolaire wereld leefden, waar alle grote problemen werden opgelost. Weet je het nog? Het einde van de geschiedenis. Niet dus. We zien nu dat onze fundamentele aannames over het internet - dat het ons zou gaan verbinden, de samenleving samenweven - niet noodzakelijk waar zijn. In landen als China heb je de Great Firewall van China. Sommige landen zeggen nee. Als het internet zich binnen onze grenzen afspeelt, controleren we het binnen onze grenzen. Wij controleren de inhoud, controleren onze veiligheid. Wij beheren dat internet. Wij bepalen wat er op kan. Wij stellen andere regels. Nu zou je denken: "Ja, dat is China." Maar het is niet alleen China. Het zijn China, India, Rusland, Saudi-Arabië, Singapore, Brazilië. Na het NSA-schandaal zeiden de Russen, de Chinezen, de Indiërs, de Brazilianen: we maken een nieuwe internet-ruggengraat, zodat we niet meer afhankelijk zijn van dat andere. Wat krijg je dan? Een nieuwe bipolaire wereld waarin cyber-internationalisme, ons geloof, uitgedaagd wordt door cyber-nationalisme, een ander geloof.
We are seeing these changes everywhere we look. We are seeing the advent of mobile money. It's happening in the places you wouldn't expect. It's happening in Kenya and Tanzania, where millions of people who haven't had access to financial services now conduct all those services on their phones. There are 2.5 million people who don't have financial service access that are going to get it soon. A billion of them are going to have the ability to access it on their cell phone soon. It's not just going to give them the ability to bank. It's going to change what monetary policy is. It's going to change what money is. Education is changing in the same way. Healthcare is changing in the same way. How government services are delivered is changing in the same way.
We zien deze veranderingen overal. We zien de opkomst van mobiel geld. Op plaatsen waar je het niet zou verwachten. In Kenia en Tanzania, waar miljoenen mensen die geen toegang tot financiële diensten hadden nu al deze dingen op hun telefoons doen. 2,5 miljoen mensen zonder toegang tot financiële diensten gaan het snel krijgen. Een miljard mensen zullen die mogelijkheid spoedig op hun mobiele telefoon hebben. Het geeft hen niet alleen de mogelijkheid om te bankieren. Het gaat het monetaire beleid veranderen. Het gaat veranderen wat geld is. Onderwijs verandert op dezelfde manier. Gezondheidszorg verandert op dezelfde manier. Hoe de overheid diensten levert, verandert op dezelfde manier.
And yet, in Washington, we are debating whether to call the terrorist group that has taken over Syria and Iraq ISIS or ISIL or Islamic State. We are trying to determine how much we want to give in a negotiation with the Iranians on a nuclear deal which deals with the technologies of 50 years ago, when in fact, we know that the Iranians right now are engaged in cyber war with us and we're ignoring it, partially because businesses are not willing to talk about the attacks that are being waged on them.
Toch debatteren we in Washington over of we we die terroristische groep in Syrië en Irak nu ISIS, ISIL of Islamitische Staat gaan noemen. We proberen te bepalen hoeveel we aan de Iraniërs willen toegeven in een onderhandeling over een nucleaire deal met technologie van 50 jaar geleden, terwijl we weten dat de Iraniërs op dit eigenste moment een cyberoorlog met ons voeren. We negeren het, mede omdat bedrijven niet bereid zijn om te praten over de aanvallen die op hen worden uitgevoerd.
And that gets us to another breakdown that's crucial, and another breakdown that couldn't be more important to a group like this, because the growth of America and real American national security and all of the things that drove progress even during the Cold War, was a public-private partnership between science, technology and government that began when Thomas Jefferson sat alone in his laboratory inventing new things. But it was the canals and railroads and telegraph; it was radar and the Internet. It was Tang, the breakfast drink -- probably not the most important of those developments. But what you had was a partnership and a dialogue, and the dialogue has broken down. It's broken down because in Washington, less government is considered more. It's broken down because there is, believe it or not, in Washington, a war on science -- despite the fact that in all of human history, every time anyone has waged a war on science, science has won.
Dat brengt ons bij een ander minpunt dat van cruciaal belang is voor een groep als deze. De groei van Amerika en van werkelijke Amerikaanse nationale veiligheid en van alle dingen die zelfs tijdens de Koude Oorlog vooruitgang betekenden, was een publiek-private samenwerking tussen wetenschap, technologie en overheid. Die begon toen Thomas Jefferson alleen in zijn laboratorium nieuwe dingen zat uit te vinden. Het waren de kanalen, de spoorwegen en telegraaf, het was radar en het internet. Ook Tang, het ontbijtdrankje - waarschijnlijk niet het belangrijkste van deze ontwikkelingen. Maar je had partnerschap en dialoog, en die dialoog is er niet meer. De dialoog is afgebroken omdat in Washington minder overheid als beter wordt beschouwd. Hij is afgebroken omdat er, geloof het of niet, in Washington een oorlog tegen de wetenschap is - ondanks dat in de menselijke geschiedenis, telkens iemand een oorlog tegen de wetenschap voerde, de wetenschap won.
(Applause)
(Applaus)
But we have a government that doesn't want to listen, that doesn't have people at the highest levels that understand this. In the nuclear age, when there were people in senior national security jobs, they were expected to speak throw-weight. They were expected to know the lingo, the vocabulary. If you went to the highest level of the U.S. government now and said, "Talk to me about cyber, about neuroscience, about the things that are going to change the world of tomorrow," you'd get a blank stare. I know, because when I wrote this book, I talked to 150 people, many from the science and tech side, who felt like they were being shunted off to the kids' table. Meanwhile, on the tech side, we have lots of wonderful people creating wonderful things, but they started in garages and they didn't need the government and they don't want the government. Many of them have a political view that's somewhere between libertarian and anarchic: leave me alone.
Maar wij hebben een regering die niet wil luisteren, met mensen op het hoogste niveau die het niet snappen. In het atoomtijdperk had je mensen in de hoogste regionen van nationale veiligheid. Ze werden geacht te weten waarover ze spraken. Ze moesten het jargon, de woordenschat kennen. Als je nu in de hoogste regeringskringen wil praten over cyber, over neurowetenschappen, over dingen die de wereld van morgen gaan veranderen, kijken ze of ze het in Keulen horen donderen. Ik weet het, want toen ik dit boek schreef, sprak ik met 150 mensen, vooral wetenschappers en technici. Ze hadden het gevoel dat ze met een kluitje in het riet werden gestuurd. Ondertussen hebben op technologisch gebied veel geweldige mensen prachtige dingen gedaan. Ze begonnen in garages, ze hadden de overheid niet nodig en willen ook niet weten van de overheid. Velen hebben een politiek standpunt ergens tussen het libertaire en het anarchistische: "Laat me gerust."
But the world's coming apart. All of a sudden, there are going to be massive regulatory changes and massive issues associated with conflict and massive issues associated with security and privacy. And we haven't even gotten to the next set of issues, which are philosophical issues. If you can't vote, if you can't have a job, if you can't bank, if you can't get health care, if you can't be educated without Internet access, is Internet access a fundamental right that should be written into constitutions? If Internet access is a fundamental right, is electricity access for the 1.2 billion who don't have access to electricity a fundamental right? These are fundamental issues. Where are the philosophers? Where's the dialogue?
Maar de wereld valt uit elkaar. Plots zullen er grote veranderingen in de regelgeving zijn en enorme problemen in verband met conflicten, veiligheid en privacy. Zo komen we bij de volgende onderwerpen, namelijk filosofische kwesties. Als je niet kan stemmen, geen baan hebt, niet kunt bankieren, geen gezondheidszorg kan krijgen, niet kan worden opgeleid zonder toegang tot internet, is toegang tot internet dan geen fundamenteel recht dat in de grondwet hoort te staan? Als toegang tot internet een fundamenteel recht is, is dan elektriciteit voor de 1,2 miljard die er geen toegang toe hebben, ook geen fundamenteel recht? Dit zijn fundamentele kwesties. Waar zijn de filosofen? Waar blijft de dialoog?
And that brings me to the reason that I'm here. I live in Washington. Pity me.
Dat brengt me bij de reden dat ik hier ben. Ik woon in Washington. Beklaag me.
(Laughter)
(Gelach)
The dialogue isn't happening there. These big issues that will change the world, change national security, change economics, create hope, create threats, can only be resolved when you bring together groups of people who understand science and technology back together with government. Both sides need each other. And until we recreate that connection, until we do what helped America grow and helped other countries grow, then we are going to grow ever more vulnerable. The risks associated with 9/11 will not be measured in terms of lives lost by terror attacks or buildings destroyed or trillions of dollars spent. They'll be measured in terms of the costs of our distraction from critical issues and our inability to get together scientists, technologists, government leaders, at a moment of transformation akin to the beginning of the Renaissance, akin to the beginning of the major transformational eras that have happened on Earth, and start coming up with, if not the right answers, then at least the right questions.
Daar gebeurt de dialoog niet. De grote kwesties die de wereld zullen veranderen, de nationale veiligheid wijzigen, de economie veranderen, die hoop creëren, maar ook bedreigingen, kunnen alleen worden opgelost wanneer je groepen mensen die wetenschap en technologie begrijpen weer samenbrengt met de overheid. Beide partijen hebben elkaar nodig. Zolang we die connectie niet opnieuw leggen, zolang we niet doen wat Amerika en andere landen hielp groeien, gaan we steeds kwetsbaarder worden. De risico's van 9/11 zullen niet worden gemeten in termen van doden door terreuraanslagen, vernietigde gebouwen, of biljoenen uitgegeven dollars. Ze zullen worden gemeten in termen van kosten van het niet onderkennen van kritieke problemen en ons onvermogen om wetenschappers en technologen met regeringsleiders samen te brengen, op een moment van transformatie zoals aan het begin van de Renaissance, zoals aan het begin van de grootste perioden van transformatie op aarde. We moeten beginnen met het bedenken van, zo niet de juiste antwoorden, dan in ieder geval de juiste vragen.
We are not there yet, but discussions like this and groups like you are the places where those questions can be formulated and posed. And that's why I believe that groups like TED, discussions like this around the planet, are the place where the future of foreign policy, of economic policy, of social policy, of philosophy, will ultimately take place. And that's why it's been a pleasure speaking to you.
We zijn er nog niet, maar discussies als deze en groepen als jullie zijn de plaatsen waar deze vragen kunnen worden geformuleerd en gesteld. Daarom geloof ik dat groepen zoals TED, discussies als deze rondom de planeet, de plaats zijn waar de toekomst van het buitenlands beleid, het economisch beleid, van het sociaal beleid, van de filosofie uiteindelijk zal worden gemaakt. Daarom is het een genoegen tot jullie te spreken.
Thank you very, very much.
Heel erg bedankt.
(Applause)
(Applaus)