Since their emergence over 200,000 years ago, modern humans have established homes and communities all over the planet. But they didn’t do it alone. Whatever corner of the globe you find homo sapiens in today, you’re likely to find another species nearby: Canis lupus familiaris. Whether they’re herding, hunting, sledding, or slouching the sheer variety of domestic dogs is staggering. But what makes the story of man’s best friend so surprising is that they all evolved from a creature often seen as one of our oldest rivals: Canis lupus, or the gray wolf.
Sinds hun opkomst meer dan 200.000 jaar geleden heeft de moderne mens overal ter wereld huizen en gemeenschappen gebouwd. Maar dit deden zij niet alleen. Waar je de homo sapiens ook tegenkomt, het is waarschijnlijk dat er een andere soort in de buurt is: de Canis lupus-achtige. Of ze nu hoeden, jagen, sleeën of slungelen, de enorme variëteit van honden als huisdieren is verbluffend. Maar wat zo verrassend is in het verhaal van de beste vriend van de mens, is dat deze is voortgekomen uit een wezen dat vaak gezien wordt als één van onze oudste rivalen: Canis Iupus, ofwel de grijze wolf.
When our Paleolithic ancestors first settled Eurasia roughly 100,000 years ago, wolves were one of their main rivals at the top of the food chain. Able to exert over 300 lbs. of pressure in one bone-crushing bite and sniff out prey more than a mile away, these formidable predators didn’t have much competition. Much like human hunter-gatherers, they lived and hunted in complex social groups consisting of a few nuclear families, and used their social skills to cooperatively take down larger creatures. Using these group tactics, they operated as effective persistence hunters, relying not on outrunning their prey, but pursuing it to the point of exhaustion.
Toen onze voorouders zich zo'n 100.000 jaar geleden in Eurazië vestigden, waren wolven één van hun belangrijkste rivalen bovenaan de voedselketen. In staat om meer dan 300 pond aan druk uit te oefenen in één botbrekende beet en een prooi te ruiken van meer dan een mijl afstand, hadden deze formidabele roofdieren weinig concurrentie. Net als menselijke jager-verzamelaars leefden en jaagden ook zij in complexe sociale groepen bestaande uit enkele nucleaire families en gebruikten zij hun sociale vaardigheden om samen grotere wezens neer te halen. Met behulp van groepstactieken werkten zij als effectieve, volhardende jagers, niet door hun prooi in te halen, maar door deze te achtervolgen tot het punt van uitputting.
But when pitted against the similar strengths of their invasive new neighbors, wolves found themselves at a crossroads. For most packs, these bourgeoning bipeds represented a serious threat to their territory. But for some wolves, especially those without a pack, human camps offered new opportunities. Wolves that showed less aggression towards humans could come closer to their encampments, feeding on leftovers. And as these more docile scavengers outlasted their aggressive brethren, their genetic traits were passed on, gradually breeding tamer wolves in areas near human populations.
Maar toen ze het moesten opnemen tegen de sterke punten van hun invasieve nieuwe buren, bevonden de wolven zich op een kruising. De meeste roedels zagen deze tweevoeters als een serieuze bedreiging voor hun territorium. Maar voor sommige wolven, vooral voor degenen zonder roedel, boden de menselijke kampen nieuwe kansen. Wolven die minder agressie toonden tegenover de mens konden dichter bij hun kampen komen en zich daar voeden met restjes. Doordat deze meer volgzame aaseters hun agressieve broeders overleefden, werden hun genen doorgegeven,
Over time humans found a multitude of uses for these docile wolves. They helped to track and hunt prey, and might have served as sentinels to guard camps and warn of approaching enemies. Their similar social structure made it easy to integrate with human families and learn to understand their commands. Eventually they moved from the fringes of our communities into our homes, becoming humanity’s first domesticated animal.
waardoor zich geleidelijk meer tamme wolven rond de mens vormden. Na verloop van tijd ontdekte de mens een veelvoud van taken voor deze wolven. Ze hielpen bij het jagen op prooien en hielpen wellicht ook de kampen te bewaken en te waarschuwen voor naderende rivalen. Door hun soortgelijke sociale opzet konden ze makkelijk met de mens integreren en hun bevelen begrijpen. Van de rand van onze samenleving verplaatsten zij zich naar onze woonkamers
The earliest of these Proto-Dogs or Wolf-Dogs, seem to have appeared around 33,000 years ago, and would not have looked all that different from their wild cousins. They were primarily distinguished by their smaller size and a shorter snout full of comparatively smaller teeth. But as human cultures and occupations became more diverse and specialized, so did our friends. Short stocky dogs to herd livestock by nipping their heels; elongated dogs to flush badgers and foxes out of burrows; thin and sleek dogs for racing; and large, muscular dogs for guard duty. With the emergence of kennel clubs and dog shows during England’s Victorian era, these dog types were standardized into breeds, with many new ones bred purely for appearance. Sadly, while all dog breeds are the product of artificial selection, some are healthier than others. Many of these aesthetic characteristics come with congenital health problems, such as difficulty breathing or being prone to spinal injuries.
en werden daarmee het eerste gedomesticeerde dier van de mensheid. De eerste van deze proto-honden, ofwel wolfshonden, lijkt zo'n 33.000 jaar geleden te zijn verschenen en qua uiterlijk niet veel hebben afgeweken van zijn wilde achterneven. Ze werden vooral onderscheiden door hun wat kleinere formaat en een kortere snuit vol betrekkelijk kleinere tanden. Maar net zoals de menselijke culturen en beroepen meer divers werden, gold dit ook voor onze vrienden. Korte, gedrongen honden voor het op de hielen zitten van vee; langwerpige honden om dassen en vossen uit holen te verjagen; dunne en slanke honden voor het racen; en grote, gespierde honden voor bewaking. Door de opkomst van kennels en hondenshows tijdens het Victoriaanse tijdperk werden deze hondentypes gestandaardiseerd in rassen, en werden er vele nieuwe gefokt puur voor het uiterlijk. Hoewel alle hondenrassen het product zijn van kunstmatige selectie, zijn sommige rassen gezonder dan andere. Veel van deze esthetische kenmerken komen met aangeboren gezondheidsproblemen,
Humanity’s longest experiment in controlled evolution has had other side effects as well. Generations of selection for tameness have favored more juvenile and submissive traits that were pleasing to humans. This phenomenon of selecting traits associated with youth is known as neoteny, and can be seen in many domestic animals. Thousands of years of co-evolution may even have bonded us chemically. Not only can canines understand our emotions and body language, but when dogs and humans interact, both our bodies release oxytocin; a hormone commonly associated with feelings of love and protectiveness.
zoals moeite met ademen of vatbaar zijn voor ruggenmergletsels. Het langste experiment in gecontroleerde evolutie van de mensheid heeft ook andere bijwerkingen gehad. Generaties van selectie op tamheid gaven voorkeur aan meer jeugdige en onderdanige kenmerken die aangenaam waren voor de mens. Het behouden van jeugdige eigenschappen wordt ook wel neotenie genoemd en zie je terug bij veel huisdieren. Duizenden jaren van co-evolutie hebben ons wellicht chemisch gebonden. Honden kunnen niet alleen onze emoties en lichaamstaal begrijpen, maar tijdens de interactie tussen hond en mens, geven beide lichamen oxytocine vrij;
It might be difficult to fathom how every Pomeranian, Chihuahua, and Poodle are descended from fierce wolves. But the diversity of breeds today is the result of a relationship that precedes cities, agriculture, and even the disappearance of our Neanderthal cousins. And it’s heartening to know that given enough time, even our most dangerous rivals can become our fiercest friends.
een hormoon dat vaak wordt geassocieerd met gevoelens van liefde en genegenheid. Het is misschien lastig te doorgronden hoe iedere Pomeriaan, Chihuahua en Poedel afstamt van de wilde wolf. Maar deze diversiteit aan rassen is het resultaat van een relatie die voorafgaat aan steden, agricultuur en zelfs het verdwijnen van de neanderthaler. En het is hartverwarmend dat na verloop van tijd,