There is a narrative, an idea that with resilience, grit and personal responsibility people can pull themselves up and achieve economic success. In the United States we call it the American dream. A similar narrative exists all over the world. But the truth is that the challenges of making this happen have less to do with what we do and more to do with the wealth position in which we are born.
Het denkbeeld bestaat dat met veerkracht, volharding en persoonlijke verantwoordelijkheid mensen zich kunnen opwerken tot economisch succes. In de Verenigde Staten noemen we het de Amerikaanse droom, maar je vindt hetzelfde idee in de hele wereld. Maar de waarheid is dat de uitdagingen om dit te laten gebeuren minder hebben te maken met wat we doen en meer met de welstand waarin we geboren worden.
So I'm going to make the case that the United States government, actually that any government, should create a trust account for every newborn of up to 60,000 dollars, calibrated to the wealth of the family in which they are born. I'm talking about an endowment. Personal seed capital, a publicly established baby trust, what my colleague William Darity at Duke University and I have referred to as baby bonds, a term that was coined by the late historian from Columbia University, Manning Marable.
Dus ga ik pleiten voor de zaak dat de overheid van de Verenigde Staten, eigenlijk elke regering, een derdenrekening zou moeten aanmaken voor alle pasgeborenen van een bedrag tot 60.000 dollar, aangepast aan de rijkdom van het gezin waarin ze geboren zijn. Ik heb het over een schenking. Persoonlijk startkapitaal, een door de overheid opgerichte baby-trust, wat mijn collega William Darity aan de Duke University en ik baby-obligaties hebben genoemd, een term die werd bedacht door wijlen historicus van de Columbia University Manning Marable.
The reason why we should create these trusts is simple. Wealth is the paramount indicator of economic security and well-being. It provides financial agency, economic security to take risk and shield against loss. Without capital, inequality is locked in. We use words like choice, freedom to describe the benefits of the market, but it is literally wealth that gives us choice, freedom and optionality. Wealthier families are better positioned to finance an elite, independent school and college education, access capital to start a business, finance expensive medical procedures, reside in neighborhoods with higher amenities, exert political influence through campaign finance, purchase better legal counsel if confronted with an expensive criminal justice system, leave a bequest and/or withstand financial hardship resulting from any number of emergencies. Basically, when it comes to economic security, wealth is both the beginning and the end.
De reden waarom we deze trusts moeten maken, is eenvoudig. Rijkdom is de voornaamste indicator van economische veiligheid en welzijn. Zij voorziet in financiële daadkracht, economische zekerheid om risico's te nemen en beschermt tegen verlies. Zonder kapitaal is de ongelijkheid ingebakken. We maken gebruik van woorden als keuze en vrijheid om de voordelen van de markt te beschrijven, maar het is letterlijk rijkdom die ons keuze, vrijheid en mogelijkheden geeft. Rijkere families zijn beter geplaatst om een elitaire, onafhankelijke school- en hogeschoolopleiding te betalen, hebben toegang tot kapitaal om een bedrijf te starten, kunnen dure medische procedures betalen, wonen in wijken met betere voorzieningen, oefenen politieke invloed uit door campagnes te financieren, hebben toegang tot betere juridische adviseurs indien geconfronteerd met een duur strafrechtelijk systeem, kunnen een legaat nalaten en/of zijn bestand tegen financiële problemen als gevolg van noodsituaties. Kortom, als het gaat om economische zekerheid, is rijkdom zowel het begin en het einde.
I will frame this conversation in the context of the United States, but this discussion applies virtually to any country facing increasing inequality.
Ik zal dit gesprek kaderen in de context van de Verenigde Staten, maar deze argumentatie is van toepassing op vrijwel elk land waar de ongelijkheid toeneemt.
In the US, the top 10 percent of households hold about 80 percent of the nation's wealth while the bottom 60 percent owns only about one percent. But when it comes to wealth, race is an even stronger predictor than class itself. Blacks and Latinos collectively make up 30 percent of the United States population, but collectively own about seven percent of the nation's wealth. The 2016 survey of consumer finance indicates that the typical black family has about 17,000 dollars in wealth, and that's inclusive of home equity, while the typical white family has about 170,000. That is indicative of an absolute racial wealth gap where the typical black household has about 10 cents for every dollar held by the typical white family.
In de VS bezitten de top 10% van de huishoudens ongeveer 80% van de rijkdom van de natie, terwijl de onderste 60% slechts ongeveer 1% bezit. Maar als het gaat om welvaart, is ras een nog sterkere voorspeller dan status. Zwarten en Latino's vormen collectief 30% van de bevolking van de Verenigde Staten, maar bezitten gezamenlijk ongeveer 7% van de rijkdom van de natie. De enquête van 2016 van Consumer Finance geeft aan dat de typische zwarte familie ongeveer 17.000 dollar bezit, en dat is inclusief de waarde van hun huis, terwijl de typische witte familie ongeveer $170.000 bezit. Dat duidt op een absolute raciale welvaartskloof waar het typische zwarte huishouden ongeveer 10 cent heeft voor elke dollar van een typische witte familie.
But regardless of race, the market alone has been inadequate to address these inequalities. Even in times of economic expansion, inequality grows. Over the last 45 years, wealth disparity has increased dramatically, and essentially, all the economic gains from America's increase in productivity have gone to the elite or the upper middle class. Yet, much of the framing around economic disparity focuses on the poor choices of black, Latino and poor borrowers. This framing is wrong. The directional emphasis is wrong. It is more likely that meager economic circumstance, not poor decision making or deficient knowledge, constrains choice itself and leaves people with no options but to turn to predatory finance.
Maar ongeacht ras is de markt alleen niet in staat om deze ongelijkheden aan te pakken. Zelfs in tijden van economische expansie groeit de ongelijkheid. In de afgelopen 45 jaar is de ongelijkheid in rijkdom sterk toegenomen, en in wezen is alle economische groei van Amerika's toename aan productiviteit gegaan naar de elite of de hogere middenklasse. Toch is de mythe over economische ongelijkheid dat ze te wijten zou zijn aan slechte keuzes die worden gemaakt door zwarte, Latino en arme kredietnemers. Deze uitleg is verkeerd. Ze zoeken het op de verkeerde plaats. Het is waarschijnlijker dat de slechte economische toestand en niet slechte besluitvorming of ontoereikende kennis, de keuze zelf beperkt en mensen geen andere opties laat dan zich te wenden tot woekeraars.
In essence, education is not the magic antidote for the enormous inherited disparities that result from laws, policies and economic arrangement. This does not diminish the value of education. Indeed, I'm a university professor. There are clear intrinsic values to education, along with a public responsibility to expose everyone to a high-quality education, from grade school all the way through college. But education is not the panacea. In fact, blacks who live in families where the head graduated from college typically have less wealth than white families where the head dropped out of high school. Perhaps we overstate the functional role of education at the detriment of understanding the functional role of wealth. Basically, it is wealth that begets more wealth.
In wezen is het onderwijs niet het magische tegengif voor de enorme erfelijke ongelijkheden die het gevolg zijn van wetgeving, beleid en economische regels. Dit doet niets af aan de waarde van onderwijs. Ja, ik ben zelf universiteitsprofessor. Onderwijs heeft duidelijke intrinsieke waarden, samen met de publieke verantwoordelijkheid om iedereen de kans te geven op onderwijs van hoge kwaliteit van de lagere school tot de hogeschool. Maar onderwijs is geen wondermiddel. Een zwart gezin waarvan de kostverdiener afstudeerde aan een universiteit heeft het meestal minder breed dan een wit gezin waarvan de kostverdiener de middelbare school niet afmaakte. Misschien overschatten we de functionele rol van het onderwijs ten koste van het begrijpen van de functionele rol van de rijkdom. In principe is het rijkdom die meer welvaart aantrekt.
That's why we advocate for baby trust. An economic birthright to capital for everyone. These accounts would be held in public trust to be used as a foundation to an economically secure life. The concept of economic rights is not new nor is it radical. In 1944, President Franklin Roosevelt introduced the idea of an economic Bill of Rights. Roosevelt called for physical security, economic security, social security and moral security. Unfortunately, since the Nixon administration, the political sentiment regarding social mobility has radically shifted away from government mandates to economic security to a neoliberal approach in which the market is presumed to be the solution for all our problems, economic or otherwise. As a result, the onus of social mobility has shifted on to the individual. The pervasive narrative is that even if your lot in life is subpar, with perseverance and hard work and the virtues of the free market, you can turn your proverbial rags into riches. Of course, the flip side is that the virtues of the market will likewise sanction those that are not astute, those that lack motivation or those that are simply lazy. In other words, the deserving poor will receive their just rewards.
Daarom pleiten we voor een baby-trust: een economisch geboorterecht op kapitaal voor iedereen. Deze gelden zouden in ‘public trust’ worden gehouden om te worden gebruikt als basis voor een economisch veilig leven. Het concept van economische rechten is niet nieuw en ook niet radicaal. In 1944 introduceerde president Franklin Roosevelt het idee van een economische ‘Bill of Rights’. Roosevelt vroeg om fysieke zekerheid, economische zekerheid, sociale zekerheid en morele zekerheid. Maar helaas is sedert de regering Nixon het politieke sentiment ten aanzien van sociale mobiliteit radicaal verschoven van overheidsmandaten op economische zekerheid naar een neoliberale aanpak waarin de markt de oplossing zou zijn voor al onze problemen, economische of andere. Daardoor is de verantwoordelijkheid van sociale mobiliteit verschoven naar het individu. Het verhaal hierachter is dat zelfs als je lot in het leven ondermaats is, je met doorzettingsvermogen, hard werken en de deugden van de vrije markt je je spreekwoordelijke lompen kunt omzetten tot rijkdom. Natuurlijk is de keerzijde hiervan dat de deugden van de markt je ook zullen afstraffen als je niet slim, niet gemotiveerd of gewoon lui bent. Met andere woorden: verdienstelijke armen zullen hun verdiende beloning ontvangen.
What is glaringly missing from this narrative is the role of power and capital, and how that power and capital can be used to alter the rules and structure of transactions and markets in the first place. Power and capital become self-reinforcing. And without government intervention, they generate an iterative cycle of both stratification and inequality. The capital finance provided by baby trust is intended to deliver a more egalitarian and an authentic pathway to economic security, independent of the family financial position in which individuals are born. The program would complement the economic rights to old-age pensions and provide a more comprehensive social security program, designed to provide capital finance from cradle all the way through grave.
Wat schril ontbreekt in dit verhaal is de rol van macht en kapitaal, en hoe die macht en kapitaal kunnen worden gebruikt om de regels en de structuur van de transacties en markten te veranderen. Vermogen en kapitaal versterken zichzelf. Zonder tussenkomst van de overheid genereren ze een iteratieve cyclus van zowel gelaagdheid als ongelijkheid. De kapitaalfinanciering door de baby-trust is bedoeld voor een meer egalitair en authentiek pad naar economische zekerheid, onafhankelijk van de financiële positie van de families waarin individuen worden geboren. Het programma zou de economische rechten aan ouderdomspensioenen aanvullen en zorgen voor een uitgebreider programma voor sociale zekerheid, ontworpen om kapitaalfinanciering te voorzien van de wieg tot aan het graf.
We envision endowing American newborns with an average account of 25,000 dollars that gradually rises upwards to 60,000 dollars for babies born into the poorest families. Babies born into the wealthiest families would be included as well in the social contract, but they would receive a more nominal account of about 500 dollars. The accounts would be federally managed, and they would grow at a guaranteed annual interest rate of about two percent per year in order to curtail inflation cost, and be used when the child reaches adulthood for some asset-enhancing activity, like financing a debt-free university education, a down payment to purchase a home, or some seed capital to start a business. With approximately four million babies born each year in the US, if the average endowment of a baby trust is set at 25,000 dollars, the program would crudely cost about 100 billion dollars a year. This would constitute only about two percent of current federal expenditures and be far less than the 500-plus billion dollars that's already being spent by the federal government on asset promotion through tax credits and subsidies.
We denken Amerikaanse pasgeborenen te voorzien van een rekening van gemiddeld 25.000 dollar die geleidelijk oploopt tot 60.000 dollar voor baby's uit de armste gezinnen. Baby's geboren in de rijkste families zouden ook worden opgenomen in het sociaal contract, maar zouden een nominale rekening van ongeveer 500 dollar ontvangen. De rekeningen zouden federaal beheerd worden en groeien aan een gegarandeerde jaarlijkse rente van ongeveer 2% per jaar om de inflatiekosten te beperken, en worden gebruikt als het kind volwassen wordt voor vermogensversterkende activiteiten, zoals het schuldenvrij financieren van universitair onderwijs, een aanbetaling om een huis te kopen, of een startkapitaal voor een bedrijf. Met ongeveer vier miljoen baby’s die elk jaar in de VS worden geboren en een gemiddelde schenking voor een baby-trust van 25.000 dollar, zou het programma grofweg 100 miljard dollar per jaar kosten. Dit zou neerkomen op slechts 2% van de huidige federale uitgaven en veel minder zijn dan de 500-plus miljard dollar die al door de federale overheid is uitgegeven aan vermogenspromotie via belastingvoordelen en subsidies.
At issue is not the amount of that allocation but to whom it's distributed. Currently, the top one percent of households, those earning above 100 million dollars, receive only about one third of this entire allocation, while the bottom 60 percent receive only five percent. If the federal asset-promoting budget were allocated in a more progressive manner, federal policies could be transformative for all Americans.
Het gaat niet om het bedrag van die toewijzing, maar aan wie ze wordt toegekend. Momenteel krijgt de top 1% van de huishoudens, zij die meer dan 100 miljoen dollar verdienen, ongeveer een derde van de gehele toewijzing, terwijl de onderste 60% slechts 5% krijgt. Als het budget voor de federale vermogenspromotie op een meer progressieve manier werd toegewezen, dan kon het federaal beleid voor alle Amerikanen veranderen.
This is a work in progress. There are obviously many details to be worked out, but it is a policy proposal grounded in the functional roles and the inherited advantages of wealth that moves us away from the reinforcing status quo behavioral explanations for inequality towards more structural solutions. Our existing tax policy that privileges existing wealth rather than establishing new wealth is a choice. The extent of our dramatic inequality is at least as much a problem of politics as it is a problem of economics. It is time to get beyond the false narratives that attribute inequality to individual personal deficits while largely ignoring the advantages of wealth.
Hier wordt aan gewerkt. Er moeten natuurlijk veel details worden uitgewerkt, maar het is een beleidsvoorstel gegrond op de functionele rollen en de geërfde voordelen van de rijkdom dat ons wegleidt van het huidige wijten van ongelijkheid aan gedrag, wat zichzelf versterkt, naar meer structurele oplossingen. Ons huidige fiscale beleid, dat de bestaande rijkdom privilegieert in plaats van het creëren van nieuwe rijkdom, is een keuze. De omvang van onze dramatische ongelijkheid is minstens evenzeer een politiek probleem als een economisch probleem. Het is tijd om de valse verhalen achter ons te laten, die ongelijkheid wijten aan individuele persoonlijke tekorten en die de voordelen van rijkdom grotendeels negeren.
Instead, public provisions of a baby trust could go a long way towards eliminating the transmission of economic advantage or disadvantage across generations and establishing a more moral and decent economy that facilitates assets, economic security and social mobility for all its citizens. Regardless of the race and the family positions in which they are born.
In plaats daarvan kunnen de publieke voorzieningen van een baby-trust in zeer hoge mate de overdracht van economisch voordeel en nadeel tussen generaties elimineren en komen tot een meer morele en fatsoenlijke economie die voorziet in activa, economische zekerheid en sociale mobiliteit voor al haar burgers - ongeacht het ras en de positie van de familie waarin ze geboren zijn.
Thank you very much.
Dank u zeer.
(Applause)
(Applaus)
Chris Anderson: Darrick. I mean, there's so much to like in this idea. There's one piece of branding around it that I worry about, which is just that right now, trust-fund kids have a really bad rap. You know, they're the sort of eyeball-rolling poster children for how money, kind of, takes away motivation. So, these trusts are different. So how do you show people in this proposal that it's not going to do that?
Chris Anderson: Darrick. Ik vind dat er zoveel goeds zit in dit idee. Er is één aspect aan waar ik me zorgen over maak, en dat is dat op dit moment trust-fund kinderen een slechte roep hebben. Je weet wel, het zijn de typische voorbeelden van kinderen waarbij geld op de een of andere manier de motivatie wegneemt. Deze trusts zijn anders. Hoe ga je mensen duidelijk maken dat dat met dit voorstel niet zo zal zijn?
Darrick Hamilton: If you know you have limited resources or you're going to face discrimination, there's a narrative that, well, the economic returns to investing in myself are lower than that of someone else, so I might as well enjoy my leisure. Of course, there's another narrative as well, so we shouldn't get caught up on that, you know, somebody who's poor and going to face discrimination, they also might pursue a resume-building strategy. The old adage, "I have to be twice as good as someone else." Now, when we say that, we never ask at what cost, are there health costs associated with that. I haven't answered your question, but coming back to you question, if you know you're going to receive a transfer at a later point in life, that only increases the incentive for you to invest in yourself so that you can better use that trust.
Darrick Hamilton: Als je weet dat je middelen beperkt zijn of dat je gediscrimineerd gaat worden, dan kan je denken: nou ja, het economisch rendement om te investeren in mezelf is lager dan dat van iemand anders, dus kan ik net zo goed genieten van mijn vrije tijd. Maar je kan het natuurlijk ook anders bekijken, dus we moeten daar niet intrappen, je weet wel, iemand die arm is en gediscrimineerd wordt, zou ook kunnen gaan voor een cv-opbouwende strategie. Het oude gezegde: "Ik moet dubbel zo goed zijn als iemand anders." Als we dat zeggen, vragen we nooit tegen welke kosten of of het ten koste van de gezondheid gaat. Ik heb je vraag niet beantwoord, maar om erop terug te komen: als je weet dat je op een later moment in het leven geld kan krijgen, dan verhoogt dat alleen de stimulans om te investeren in jezelf, zodat je die trust beter kunt gebruiken.
CA: You're giving people possibilities of life they currently cannot imagine having. And therefore the motivation to do that. I could talk with you for hours about this. I'm really glad you're working on this.
CA: Je geeft mensen mogelijkheden in het leven die ze zich op dit moment nog niet kunnen indenken. En daarmee de motivatie om dat te doen. Ik zou er uren met je over kunnen praten. Ik ben echt blij dat je hieraan werkt.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)