Power. That is the word that comes to mind. We're the new technologists. We have a lot of data, so we have a lot of power. How much power do we have? Scene from a movie: "Apocalypse Now" -- great movie. We've got to get our hero, Captain Willard, to the mouth of the Nung River so he can go pursue Colonel Kurtz. The way we're going to do this is fly him in and drop him off. So the scene: the sky is filled with this fleet of helicopters carrying him in. And there's this loud, thrilling music in the background, this wild music. ♫ Dum da ta da dum ♫ ♫ Dum da ta da dum ♫ ♫ Da ta da da ♫ That's a lot of power. That's the kind of power I feel in this room. That's the kind of power we have because of all of the data that we have.
Macht. Dat is het woord waaraan ik moet denken. We zijn de nieuwe technologen. We hebben een heleboel data, dus we hebben een heleboel macht. Hoeveel macht hebben we? Scène uit een film: "Apocalypse Now" -- geweldige film. We moeten onze held, Kap. Willard, bij de monding van de Nung rivier krijgen zodat hij achter Kol. Kurtz aan kan gaan. We gaan dat doen door hem er naartoe te vliegen en af te zetten. Dus de scène: de horizon is gevuld met een vloot helikopters die hem brengt. Er is luide, spannende muziek op de achtergrond, ruige muziek. ♫ Dum da ta da dum ♫ ♫ Dum da ta da dum ♫ ♫ Da ta da da ♫ Dat is een heleboel macht. Dat is het soort macht dat ik in deze ruimte voel. Dat is het soort macht dat wij hebben door alle data die we hebben.
Let's take an example. What can we do with just one person's data? What can we do with that guy's data? I can look at your financial records. I can tell if you pay your bills on time. I know if you're good to give a loan to. I can look at your medical records; I can see if your pump is still pumping -- see if you're good to offer insurance to. I can look at your clicking patterns. When you come to my website, I actually know what you're going to do already because I've seen you visit millions of websites before. And I'm sorry to tell you, you're like a poker player, you have a tell. I can tell with data analysis what you're going to do before you even do it. I know what you like. I know who you are, and that's even before I look at your mail or your phone.
Laten we een voorbeeld nemen. Wat kunnen we doen met de data van maar één persoon? Wat kunnen we doen met de data van die kerel? Ik kan je financiële gegevens bekijken. Ik kan zeggen of jij je rekeningen op tijd betaalt. Ik weet of je kredietwaardig bent. Ik kan je medische gegevens bekijken, ik kan zien of je rikketik nog tikt -- zien of je we je een verzekering kunnen aanbieden. Ik kan je klikpatronen bekijken. Wanneer je op mijn website komt, weet ik eigenlijk al wat je gaat doen, want hiervoor heb ik je miljoenen websites zien bezoeken. En het spijt me dat ik het je zeg, je bent als een pokerspeler, je hebt een "tell". Ik kan door middel van data-analyse zeggen wat je gaat doen zelfs voordat je het doet. Ik weet wat je leuk vindt. Ik weet wie je bent. En dat is nog voordat ik naar je post kijk of naar je telefoon.
Those are the kinds of things we can do with the data that we have. But I'm not actually here to talk about what we can do. I'm here to talk about what we should do. What's the right thing to do?
Dat is het soort dingen dat we kunnen doen met de data die we hebben. Maar ik ben eigenlijk niet hier om te praten over wat we kúnnen doen. Ik ben hier om te praten over wat we zouden moeten doen. Wat is het juiste om te doen?
Now I see some puzzled looks like, "Why are you asking us what's the right thing to do? We're just building this stuff. Somebody else is using it." Fair enough. But it brings me back. I think about World War II -- some of our great technologists then, some of our great physicists, studying nuclear fission and fusion -- just nuclear stuff. We gather together these physicists in Los Alamos to see what they'll build. We want the people building the technology thinking about what we should be doing with the technology.
Nu zie ik wat verbaasde blikken: "Waarom vraag je ons wat het juiste is om te doen? We bouwen dit spul alleen. Iemand anders gebruikt het." Niets mis mee. Maar het laat me terugdenken. Ik denk aan de Tweede Wereldoorlog -- sommige van onze grootse technologen toen, sommige van onze grootse natuurkundigen die kernsplijting en kernfusie bestudeerden -- nucleaire dingen. We brengen deze natuurkundigen bijeen in Los Alamos om te zien wat zij gaan maken. We willen dat de mensen die de technologie ontwikkelen, nadenken over wat we zouden moeten doen met de technologie.
So what should we be doing with that guy's data? Should we be collecting it, gathering it, so we can make his online experience better? So we can make money? So we can protect ourselves if he was up to no good? Or should we respect his privacy, protect his dignity and leave him alone? Which one is it? How should we figure it out?
Dus wat zouden we moeten doen met de data van die kerel? Moeten we ze inzamelen, verzamelen, zodat we zijn online belevenis beter kunnen maken? Zodat we geld kunnen verdienen? Zodat we onszelf kunnen beschermen wanneer hij iets slechts van plan zou zijn? Of moeten we zijn privacy respecteren, zijn waardigheid beschermen en hem met rust laten? Welke van de twee is het? Hoe zouden we daar achter kunnen komen?
I know: crowdsource. Let's crowdsource this. So to get people warmed up, let's start with an easy question -- something I'm sure everybody here has an opinion about: iPhone versus Android. Let's do a show of hands -- iPhone. Uh huh. Android. You'd think with a bunch of smart people we wouldn't be such suckers just for the pretty phones. (Laughter) Next question, a little bit harder. Should we be collecting all of that guy's data to make his experiences better and to protect ourselves in case he's up to no good? Or should we leave him alone? Collect his data. Leave him alone. You're safe. It's fine. (Laughter) Okay, last question -- harder question -- when trying to evaluate what we should do in this case, should we use a Kantian deontological moral framework, or should we use a Millian consequentialist one? Kant. Mill. Not as many votes. (Laughter) Yeah, that's a terrifying result. Terrifying, because we have stronger opinions about our hand-held devices than about the moral framework we should use to guide our decisions.
Ik weet het: "crowdsourcen". Laten we dit "crowdsourcen". Laten we, om op te warmen, beginnen met een makkelijke vraag -- iets waar iedereen hier wel een mening over heeft: iPhone versus Android. Laten we handen tellen -- iPhone. Uh huh. Android. Je zou denken dat met een groep slimme mensen we niet zo'n zwakte zouden hebben voor de mooie telefoons. (Gelach) Volgende vraag, een beetje moeilijker. Zouden we de data van die kerel moeten inzamelen om zijn belevenissen te verbeteren en onszelf te beschermen wanneer hij iets slechts van plan is? Of moeten we hem met rust laten? Verzamel zijn data. Laat hem met rust. Je zit veilig. Het is al goed. (Gelach) Oké, laatste vraag -- moeilijkere vraag -- wanneer we proberen te beoordelen wat we zouden moeten doen in dit geval, moeten we dan een kantiaans, deontologisch ethisch kader gebruiken, of een milliaans, consequentialistisch kader? Kant. Mill. Niet zoveel stemmen als net. (Gelach) Ja, dat is een verschikkelijk resultaat. Verschrikkelijk, omdat we een sterkere mening hebben over onze mobiele apparaten dan over het ethisch kader dat we zouden moeten gebruiken om richting te geven aan onze beslissingen.
How do we know what to do with all the power we have if we don't have a moral framework? We know more about mobile operating systems, but what we really need is a moral operating system. What's a moral operating system? We all know right and wrong, right? You feel good when you do something right, you feel bad when you do something wrong. Our parents teach us that: praise with the good, scold with the bad. But how do we figure out what's right and wrong? And from day to day, we have the techniques that we use. Maybe we just follow our gut. Maybe we take a vote -- we crowdsource. Or maybe we punt -- ask the legal department, see what they say. In other words, it's kind of random, kind of ad hoc, how we figure out what we should do. And maybe, if we want to be on surer footing, what we really want is a moral framework that will help guide us there, that will tell us what kinds of things are right and wrong in the first place, and how would we know in a given situation what to do.
Hoe weten we wat we moeten doen met al de macht die we hebben als we geen ethish kader hebben? We weten meer over mobiele besturingssystemen, maar wat we echt nodig hebben is een ethisch besturingssysteem. Wat is een ethisch besturingssysteem? We weten allemaal wat goed of fout is. Je voelt je goed wanneer je iets goed doet, je voelt je slecht wanneer je iets fout doet. Onze ouders leren ons dat: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Maar hoe kunnen we bepalen wat goed en fout is? In onze dagelijkse routine gebruiken we daar bepaalde technieken voor. Misschien gaan we op ons gevoel af. Misschien houden we een stemming -- we "crowdsourcen". Of misschien geven we het op -- vraag het de juridische afdeling, kijk wat zij zeggen. Met andere woorden, het is wat willekeurig, nogal ad hoc, hoe we bepalen wat we zouden moeten doen. Als we meer houvast willen, is onze echte nood misschien een ethisch kader dat ons kan leiden, dat ons zegt welke soort dingen goed en fout zijn op de eerste plaats, en hoe we in een bepaalde situatie kunnen weten wat te doen.
So let's get a moral framework. We're numbers people, living by numbers. How can we use numbers as the basis for a moral framework? I know a guy who did exactly that. A brilliant guy -- he's been dead 2,500 years. Plato, that's right. Remember him -- old philosopher? You were sleeping during that class. And Plato, he had a lot of the same concerns that we did. He was worried about right and wrong. He wanted to know what is just. But he was worried that all we seem to be doing is trading opinions about this. He says something's just. She says something else is just. It's kind of convincing when he talks and when she talks too. I'm just going back and forth; I'm not getting anywhere. I don't want opinions; I want knowledge. I want to know the truth about justice -- like we have truths in math. In math, we know the objective facts. Take a number, any number -- two. Favorite number. I love that number. There are truths about two. If you've got two of something, you add two more, you get four. That's true no matter what thing you're talking about. It's an objective truth about the form of two, the abstract form. When you have two of anything -- two eyes, two ears, two noses, just two protrusions -- those all partake of the form of two. They all participate in the truths that two has. They all have two-ness in them. And therefore, it's not a matter of opinion.
Dus laten we een ethisch kader verkrijgen. We zijn cijfermensen, we leven met cijfers. Hoe kunnen we cijfers gebruiken als basis voor een ethisch kader? Ik ken een man die precies dat heeft gedaan, Een briljante kerel -- hij is al 2.500 jaar dood. Plato, juist. Herinner je hem -- oude filosoof? Je lag te slapen tijdens die les. Plato was bezorgd over veelal dezelfde dingen zoals wij. Hij bekommerde zich over goed en slecht. Hij wilde weten wat juist is. Maar het verontrustte hem dat het enige wat we lijken te doen, het uitwisselen van meningen is. Hij zegt iets wat juist is. Zij zegt iets anders wat juist is. Wat hij zegt klinkt overtuigend en wat zij zegt ook. Ik ga alleen heen en weer; zo kom ik nergens. Ik wil geen meningen, ik wil kennis. Ik wil de waarheid weten over rechtvaardigheid -- zoals we waarheden kennen in de wiskunde. In de wiskunde kennen we de objectieve feiten. Neem een getal, welk getal dan ook -- twee. Favoriete getal. Ik hou van dat getal. Er zijn waarheden over twee. Als je twee van iets hebt, en je doet er twee bij, dan krijg je vier. Dat is waar ongeacht het ding waarover je het hebt. Het is een objectieve waarheid over de Idee van twee, de abstracte vorm. Wanneer je twee dingen hebt van iets -- twee ogen, twee oren, twee neuzen, gewoon twee uitsteeksels -- dan hebben die alle deel aan de Idee van twee. Ze nemen alle deel aan de waarheden die twee heeft. Ze hebben alle tweeheid in zich. En daarom is het geen kwestie van mening.
What if, Plato thought, ethics was like math? What if there were a pure form of justice? What if there are truths about justice, and you could just look around in this world and see which things participated, partook of that form of justice? Then you would know what was really just and what wasn't. It wouldn't be a matter of just opinion or just appearances. That's a stunning vision. I mean, think about that. How grand. How ambitious. That's as ambitious as we are. He wants to solve ethics. He wants objective truths. If you think that way, you have a Platonist moral framework.
Wat als, dacht Plato, ethiek zou zijn zoals wiskunde? Wat als er een zuivere Idee van rechtvaardigheid zou zijn? Wat als er waarheden zijn over rechtvaardigheid, en je gewoon zou kunnen rondkijken in deze wereld en zien welke dingen, deel hebben aan die Idee van rechtvaardigheid? Dan zou je weten wat echt juist is en wat niet. Het zou geen zaak zijn van gewoon een mening of gewoon schijn. Dat is een sensationele visie. Ik bedoel, stel je eens voor. Hoe groots. Hoe ambitieus. Dat is zo ambitieus als wij zijn. Hij wil ethiek oplossen. Hij wil objectieve waarheden. Als je zo denkt, heb je een platonisch ethisch kader.
If you don't think that way, well, you have a lot of company in the history of Western philosophy, because the tidy idea, you know, people criticized it. Aristotle, in particular, he was not amused. He thought it was impractical. Aristotle said, "We should seek only so much precision in each subject as that subject allows." Aristotle thought ethics wasn't a lot like math. He thought ethics was a matter of making decisions in the here-and-now using our best judgment to find the right path. If you think that, Plato's not your guy. But don't give up. Maybe there's another way that we can use numbers as the basis of our moral framework.
Als je niet zo denkt, nou, dan heb je veel gezelschap in de geschiedenis van de westerse filosofie, omdat er veel kritiek kwam op het aardige idee. Aristoteles in het bijzonder, werd er niet vrolijk van. Hij vond het onpraktisch. Aristoteles zei: "We moeten voor elk onderwerp maar zoveel precisie nastreven als het onderwerp toelaat." Aristoteles vond niet dat ethiek vergelijkbaar was met wiskunde. Hij dacht dat ethiek een zaak was van beslissingen nemen in het hier en nu zo goed mogelijk oordelen om het juiste pad te vinden. Als je dat denkt, dan is Plato niet jouw man. Maar geef niet op. Misschien is er een andere manier om getallen te gebruiken als de basis voor ons ethisch kader.
How about this: What if in any situation you could just calculate, look at the choices, measure out which one's better and know what to do? That sound familiar? That's a utilitarian moral framework. John Stuart Mill was a great advocate of this -- nice guy besides -- and only been dead 200 years. So basis of utilitarianism -- I'm sure you're familiar at least. The three people who voted for Mill before are familiar with this. But here's the way it works. What if morals, what if what makes something moral is just a matter of if it maximizes pleasure and minimizes pain? It does something intrinsic to the act. It's not like its relation to some abstract form. It's just a matter of the consequences. You just look at the consequences and see if, overall, it's for the good or for the worse. That would be simple. Then we know what to do.
Stel je voor: wat als, in welke situatie ook, je gewoon zou kunnen berekenen, de keuzes bekijken, afwegen welke beter is en weten wat te doen? Dat klinkt bekend? Dat is een utilitaristisch ethisch kader. John Stuart Mill was hier een pleitbezorger van -- aardige kerel trouwens -- en pas 200 jaar dood. Dus de basis van utilitarisme -- Ik weet zeker dat je er minstens bekend mee bent. De drie mensen die eerder voor Mill stemden zijn hier bekend mee. Het werkt zo. Wat als fatsoen, wat als dat wat iets zedelijk maakt, slechts een kwestie is van of het plezier maximaliseert en pijn minimaliseert? Het heeft een intrinsiek effect op de handeling. Het is niet zoals haar relatie tot een abstracte vorm. Het is enkel een zaak van de consequenties. Je kijkt simpelweg naar de consequenties en ziet of het, in totaliteit, ten goede of ten kwade is. Dat zou simpel zijn. Dan weten we wat te doen.
Let's take an example. Suppose I go up and I say, "I'm going to take your phone." Not just because it rang earlier, but I'm going to take it because I made a little calculation. I thought, that guy looks suspicious. And what if he's been sending little messages to Bin Laden's hideout -- or whoever took over after Bin Laden -- and he's actually like a terrorist, a sleeper cell. I'm going to find that out, and when I find that out, I'm going to prevent a huge amount of damage that he could cause. That has a very high utility to prevent that damage. And compared to the little pain that it's going to cause -- because it's going to be embarrassing when I'm looking on his phone and seeing that he has a Farmville problem and that whole bit -- that's overwhelmed by the value of looking at the phone. If you feel that way, that's a utilitarian choice.
Laten we een voorbeeld nemen. Stel dat ik een stap verder ga en ik zeg: "Ik ga jouw telefoon afnemen." Niet enkel omdat deze daarnet overging, maar ik ga hem afnemen omdat ik een kleine berekening heb gemaakt. Ik dacht: die kerel ziet verdacht uit. Wat als hij berichtjes aan het sturen is naar Bin Ladens schuilplaats -- of wie het ook overgenomen heeft na Bin Laden -- en hij is eigenlijk een terrorist, een "sleeper cell". Ik ga daar achter komen, en wanneer ik daar achter kom, ga ik een enorme hoeveelheid schade voorkomen die hij zou kunnen veroorzaken. Dat heeft erg veel nut om die schade te voorkomen. Vergeleken met de geringe pijn die het gaat aanrichten -- want het zal gênant zijn wanneer ik zijn telefoon bekijk en zie dat hij een "Farmville" probleem heeft en de hele mikmak -- dat is niets vergeleken met de waarde van het bekijken van de telefoon. Als je het daar mee eens bent, dan is dat een utilitaristische keuze.
But maybe you don't feel that way either. Maybe you think, it's his phone. It's wrong to take his phone because he's a person and he has rights and he has dignity, and we can't just interfere with that. He has autonomy. It doesn't matter what the calculations are. There are things that are intrinsically wrong -- like lying is wrong, like torturing innocent children is wrong. Kant was very good on this point, and he said it a little better than I'll say it. He said we should use our reason to figure out the rules by which we should guide our conduct, and then it is our duty to follow those rules. It's not a matter of calculation.
Maar misschien ben je het daar ook niet mee eens. Misschien denk je: het is zijn telefoon. Het is verkeerd om zijn telefoon te pakken, want hij is een persoon en hij heeft rechten en hij heeft waardigheid, en we kunnen daar niet zomaar inbreuk op maken. Hij heeft autonomie. Het maakt niet uit wat de berekeningen zijn. Er zijn dingen die intrinsiek verkeerd zijn -- zoals liegen verkeerd is, zoals het martelen van onschuldige kinderen verkeerd is. Kant was erg sterk op dit punt, en hij zei het iets beter dan hoe ik het zeg. Hij zei dat we onze rede moeten gebruiken om tot de regels te komen waarmee we ons gedrag dienen te sturen. En dan is het onze plicht om die regels te volgen. Het is geen zaak van berekening.
So let's stop. We're right in the thick of it, this philosophical thicket. And this goes on for thousands of years, because these are hard questions, and I've only got 15 minutes. So let's cut to the chase. How should we be making our decisions? Is it Plato, is it Aristotle, is it Kant, is it Mill? What should we be doing? What's the answer? What's the formula that we can use in any situation to determine what we should do, whether we should use that guy's data or not? What's the formula? There's not a formula. There's not a simple answer.
Dus laten we stoppen. We zitten er midden in, in deze filosofische wirwar. En dit gaat zo duizenden jaren door, want dit zijn lastige vragen, en ik heb maar 15 minuten. Laten we ons beperken tot de hoofdvraag. Hoe moeten we onze beslissingen nemen? Is het Plato, is het Aristoteles, is het Kant, is het Mill? Wat moeten we doen? Wat is het antwoord? Wat is de formule die we kunnen gebruiken in elke situatie om te bepalen wat we moeten doen, of we die kerel zijn data moeten gebruiken of niet? Wat is de formule? Er is geen formule. Er is geen simpel antwoord.
Ethics is hard. Ethics requires thinking. And that's uncomfortable. I know; I spent a lot of my career in artificial intelligence, trying to build machines that could do some of this thinking for us, that could give us answers. But they can't. You can't just take human thinking and put it into a machine. We're the ones who have to do it. Happily, we're not machines, and we can do it. Not only can we think, we must. Hannah Arendt said, "The sad truth is that most evil done in this world is not done by people who choose to be evil. It arises from not thinking." That's what she called the "banality of evil." And the response to that is that we demand the exercise of thinking from every sane person.
Ethiek is moeilijk. Ethiek vereist denkwerk. En dat is ongemakkelijk. Ik weet het. Tijdens mijn carrière heb ik me veel beziggehouden met kunstmatige intelligentie, geprobeerd om machines te bouwen die wat van dit denken voor ons kunnen doen, die ons antwoorden kunnen geven. Maar ze kunnen het niet. Je kunt niet zomaar menselijk denken nemen en het in een machine stoppen. Wij zijn degenen die het moeten doen. Gelukkig zijn wij geen machines en kunnen we het doen. Niet alleen kunnen we denken, we moeten. Hannah Arendt zei: "De trieste waarheid is dat het meeste kwaad in deze wereld niet is gedaan door mensen die kiezen om slecht te zijn. Het komt voort uit niet denken." Dat is wat zij noemde "de banaliteit van het kwaad". De reactie daarop is dat we elk weldenkend persoon verzoeken om na te denken.
So let's do that. Let's think. In fact, let's start right now. Every person in this room do this: think of the last time you had a decision to make where you were worried to do the right thing, where you wondered, "What should I be doing?" Bring that to mind, and now reflect on that and say, "How did I come up that decision? What did I do? Did I follow my gut? Did I have somebody vote on it? Or did I punt to legal?" Or now we have a few more choices. "Did I evaluate what would be the highest pleasure like Mill would? Or like Kant, did I use reason to figure out what was intrinsically right?" Think about it. Really bring it to mind. This is important. It is so important we are going to spend 30 seconds of valuable TEDTalk time doing nothing but thinking about this. Are you ready? Go.
Dus laten we dat doen. Laten we nadenken. Sterker nog, laten we nu meteen beginnen. Iedereen in deze ruimte, doe dit: denk aan de laatste keer dat je een beslissing moest nemen waarbij je bezorgd was om het juiste te doen, waarbij je jezelf afvroeg: "Wat zou ik moeten doen?" Neem dat in gedachten. Reflecteer daar nu over en zeg: "Hoe kwam ik tot die beslissing? Wat heb ik gedaan? Volgde ik mijn intuïtie? Liet ik erover stemmen? Of schoof ik het af naar juridisch?" We hebben nu een paar keuzes extra. "Heb ik beoordeeld wat het meeste plezier zou opleveren zoals Mill zou doen? Of heb ik, zoals Kant, de rede gebruikt om erachter te komen wat intrinsiek goed was?" Denk erover. Hou het goed in gedachten. Dit is belangrijk. Het is zo belangrijk dat we 30 seconden waardevolle TEDTalk tijd gaan besteden aan niets anders dan hierover denken. Ben je er klaar voor? Start.
Stop. Good work. What you just did, that's the first step towards taking responsibility for what we should do with all of our power.
Stop. Goed werk. Wat je zojuist deed, dat is de eerste stap richting het nemen van verantwoordelijkheid voor wat we moeten doen met al onze macht.
Now the next step -- try this. Go find a friend and explain to them how you made that decision. Not right now. Wait till I finish talking. Do it over lunch. And don't just find another technologist friend; find somebody different than you. Find an artist or a writer -- or, heaven forbid, find a philosopher and talk to them. In fact, find somebody from the humanities. Why? Because they think about problems differently than we do as technologists. Just a few days ago, right across the street from here, there was hundreds of people gathered together. It was technologists and humanists at that big BiblioTech Conference. And they gathered together because the technologists wanted to learn what it would be like to think from a humanities perspective. You have someone from Google talking to someone who does comparative literature. You're thinking about the relevance of 17th century French theater -- how does that bear upon venture capital? Well that's interesting. That's a different way of thinking. And when you think in that way, you become more sensitive to the human considerations, which are crucial to making ethical decisions.
Nu de volgende stap -- probeer dit. Ga naar een vriend en leg hem uit hoe je die beslissing genomen hebt. Niet nu meteen. Wacht tot ik klaar ben met praten. Doe het tijdens de lunch. En ga niet weer naar een vriend-technoloog; zoek iemand, anders dan jezelf. Zoek een artiest of een schrijver -- of, god verhoede, ga naar een filosoof en praat met hem. Ga naar iemand van de geesteswetenschappen. Waarom? Omdat zij anders over problemen nadenken dan dat wij doen als technologen. Pas een paar dagen geleden zijn hier aan de overkant van de straat, honderden mensen samengekomen. Het waren technologen en humanisten bij die grote BiblioTech-conferentie. Zij kwamen samen omdat de technologen wilden leren hoe het zou zijn om te denken vanuit een geesteswetenschappelijk perspectief. Je hebt iemand van Google die praat met iemand die bezig is met vergelijkende literatuurwetenschap. Je denkt over de relevantie van 17e-eeuws Frans theater -- wat heeft dat te maken met durfkapitaal? Dat is interessant. Dat is een andere manier van denken. En als je op die manier denkt, dan word je gevoeliger voor de menselijke overwegingen, die cruciaal zijn voor het maken van ethische beslissingen.
So imagine that right now you went and you found your musician friend. And you're telling him what we're talking about, about our whole data revolution and all this -- maybe even hum a few bars of our theme music. ♫ Dum ta da da dum dum ta da da dum ♫ Well, your musician friend will stop you and say, "You know, the theme music for your data revolution, that's an opera, that's Wagner. It's based on Norse legend. It's Gods and mythical creatures fighting over magical jewelry." That's interesting. Now it's also a beautiful opera, and we're moved by that opera. We're moved because it's about the battle between good and evil, about right and wrong. And we care about right and wrong. We care what happens in that opera. We care what happens in "Apocalypse Now." And we certainly care what happens with our technologies.
Stel je dus voor dat je op dit moment je vriend-muzikant was gaan opzoeken. Je vertelt hem waar wij het over hebben, over onze hele datarevolutie en alles -- misschien neurie je zelf een paar maten van onze herkenningsmelodie. ♫ Dum ta da da dum dum ta da da dum ♫ Je vriend-muzikant zal je onderbreken en zeggen: "Weet je, de herkenningsmelodie voor jouw datarevolutie, dat is een opera, dat is Wagner. Het is gebaseerd op een Noordse mythe. Het zijn goden en mythische wezens die strijden om magische juwelen." Dat is interessant. Het is ook een mooie opera. En we zijn ontroerd door die opera. We zijn ontroerd omdat het over een strijd gaat tussen goed en kwaad, over juist en fout. En we geven om juist en fout. We geven om wat er gebeurt in die opera. We geven om wat er gebeurt in "Apocalypse Now." En we geven zeker om wat er gebeurt met onze technologieën.
We have so much power today, it is up to us to figure out what to do, and that's the good news. We're the ones writing this opera. This is our movie. We figure out what will happen with this technology. We determine how this will all end.
We hebben zo veel macht vandaag. Het is aan ons om uit te zoeken wat te doen. En dat is het goede nieuws. Wij zijn degenen die deze opera schrijven. Dit is onze film. Wij maken uit wat er zal gebeuren met deze technologie. Wij bepalen hoe dit alles gaat aflopen.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)