My talk today is about something maybe a couple of you have already heard about. It's called the Arab Spring. Anyone heard of it?
Mijn lezing vandaag gaat over iets waar sommigen van jullie misschien al over gehoord hebben. De Arabische Lente. Hebben jullie daarvan gehoord?
(Applause)
(Applaus)
So in 2011, power shifted, from the few to the many, from oval offices to central squares, from carefully guarded airwaves to open-source networks. But before Tahrir was a global symbol of liberation, there were representative surveys already giving people a voice in quieter but still powerful ways.
In 2011 verschoof de macht van de minderheid naar de meerderheid, van de presidentiële kamers naar de centrale pleinen, van zorgvuldig bewaakte radiogolven naar open source netwerken. Maar voordat Tahrir een wereldwijd symbool van bevrijding was, waren er representatieve onderzoeken, die mensen al een stem gaven op een rustigere maar nog steeds krachtige manier.
I study Muslim societies around the world at Gallup. Since 2001, we've interviewed hundreds of thousands of people -- young and old, men and women, educated and illiterate. My talk today draws on this research to reveal why Arabs rose up and what they want now.
Ik bestudeer moslimgemeenschappen over de hele wereld voor Gallup. Sinds 2001 hebben we honderdduizenden mensen geïnterviewd -- jong en oud, mannen en vrouwen, geschoold en analfabeet. Mijn lezing van vandaag maakt gebruik van dit onderzoek om te onthullen waarom de Arabieren in opstand kwamen en wat ze nu willen.
Now this region's very diverse, and every country is unique. But those who revolted shared a common set of grievances and have similar demands today. I'm going to focus a lot of my talk on Egypt. It has nothing to do with the fact that I was born there, of course. But it's the largest Arab country and it's also one with a great deal of influence. But I'm going to end by widening the lens to the entire region to look at the mundane topics of Arab views of religion and politics and how this impacts women, revealing some surprises along the way.
Deze regio is erg divers, en ieder land is uniek. Maar degenen die in opstand kwamen, deelden een gemeenschappelijke redenen tot ontevredenheid en hebben vandaag de dag vergelijkbare eisen. Ik zal me het grootste gedeelte van mijn lezing richting op Egypte. Dat heeft niks te maken met het feit dat ik daar geboren ben. Maar het is het grootste Arabische land en het heeft een grote invloed in de regio. Maar ik zal besluiten met het verbreden van de lens naar de hele regio om naar de alledaagse onderwerpen te kijken: hoe de Arabieren aankijken tegen religie en politiek en wat voor weerslag dit heeft op vrouwen. Dit zal onderweg wat verrassingen onthullen.
So after analyzing mounds of data, what we discovered was this: Unemployment and poverty alone did not lead to the Arab revolts of 2011. If an act of desperation by a Tunisian fruit vendor sparked these revolutions, it was the difference between what Arabs experienced and what they expected that provided the fuel.
Na het analyseren van bergen data, ontdekten we het volgende: werkloosheid en armoede waren niet de enige redenen voor de Arabische opstanden in 2011. Een wanhoopsdaad van een Tunesische fruitverkoper was de vonk die deze revoluties deed ontbranden, maar het was het verschil tussen wat Arabieren ervaarden en wat ze verwachtten dat de brandstof leverde.
To tell you what I mean, consider this trend in Egypt. On paper the country was doing great. In fact, it attracted accolades from multinational organizations because of its economic growth. But under the surface was a very different reality. In 2010, right before the revolution, even though GDP per capita had been growing at five percent for several years, Egyptians had never felt worse about their lives.
Om uit te leggen wat ik bedoel, moeten we naar de volgende ontwikkeling kijken in Egypte. Op papier ging het fantastisch met het land. Het kreeg zelfs veel complimenten van multinationale organisaties vanwege de economische groei. Maar onder de oppervlakte was de realiteit heel anders. In 2010, net voor de revolutie, ondanks dat het bbp per hoofd van de bevolking al enkele jaren met 5 procent aan het groeien was, hadden de Egyptenaren zich nog nooit slechter gevoeld over hun levens.
Now this is very unusual, because globally we find that, not surprisingly, people feel better as their country gets richer. And that's because they have better job opportunities and their state offers better social services. But it was exactly the opposite in Egypt. As the country got more well-off, unemployment actually rose and people's satisfaction with things like housing and education plummeted. But it wasn't just anger at economic injustice. It was also people's deep longing for freedom. Contrary to the clash of civilizations theory, Arabs didn't despise Western liberty, they desired it.
Dit is nogal abnormaal, omdat het wereldwijd zo is dat, niet heel verrassend, mensen zich beter voelen als hun land rijker wordt. Dat is omdat ze betere kansen op werk hebben en hun staat betere sociale voorziening levert. Maar in Egypte was het precies andersom. Terwijl het land steeds rijker werd, steeg de werkloosheid, en de tevredenheid van mensen over zaken als huisvesting en onderwijs kelderde. Maar het was niet alleen woede over economisch onrecht. Het was ook een diep verlangen van de bevolking naar vrijdheid. In tegenstelling tot de theorie van botsende beschavingen, hadden Arabieren geen hekel aan Westerse vrijheden, ze verlangden ernaar.
As early as 2001, we asked Arabs, and Muslims in general around the world, what they admired most about the West. Among the most frequent responses was liberty and justice. In their own words to an open-ended question we heard, "Their political system is transparent and it's following democracy in its true sense." Another said it was "liberty and freedom and being open-minded with each other." Majorities as high as 90 percent and greater in Egypt, Indonesia and Iran told us in 2005 that if they were to write a new constitution for a theoretical new country that they would guarantee freedom of speech as a fundamental right, especially in Egypt. Eighty-eight percent said moving toward greater democracy would help Muslims progress -- the highest percentage of any country we surveyed.
Al in 2001 vroegen we Arabieren, en moslims over de gehele wereld in het algemeen, wat ze het meest bewonderden in het Westen. Bij de meest voorkomende antwoorden zaten vrijheid en rechtvaardigheid. In hun eigen woorden op een open vraag hoorden we: "Hun politieke systeem is transparant en het volgt democratie in zijn ware vorm." Iemand anders gaf als antwoord "vrijheid en rechtvaardigheid en tolerantie ten opzichte van elkaar." Meerderheden tot 90 procent en hoger in Egypte, Indonesië en Iran vertelden ons in 2005 dat als ze een nieuwe grondwet zouden mogen schrijven voor een theoretisch nieuw land, dat ze dan vrijheid van meningsuiting zouden vastleggen als fundamenteel recht, met name in Egypte. 88 procent zei dat stappen op weg naar meer democratie moslims vooruit zouden helpen -- het hoogste percentage van ieder land dat we onderzocht hebben.
But pressed up against these democratic aspirations was a very different day-to-day experience, especially in Egypt. While aspiring to democracy the most, they were the least likely population in the world to say that they had actually voiced their opinion to a public official in the last month -- at only four percent. So while economic development made a few people rich, it left many more worse off. As people felt less and less free, they also felt less and less provided for. So rather than viewing their former regimes as generous if overprotective fathers, they viewed them as essentially prison wardens.
Maar tegenover deze democratische aspiraties stond een compleet andere dagelijkse realiteit, met name in Egypte. Terwijl zij het meest streefden naar democratie, waren zij de minst waarschijnlijke populatie ter wereld om te zeggen dat ze in de afgelopen maand hun mening hadden verkondigd tegen een publiek figuur -- met slechts 4 procent. Dus terwijl economische ontwikkeling een paar mensen rijk maakte, werden velen er slechter van. Terwijl mensen zich steeds minder vrij voelden, voelden ze zich ook steeds minder goed verzorgd. Dus in plaats van hun voormalige regimes te zien als vrijgevige en overbeschermende vaders, zagen ze hen in wezen als gevangenbewaarders.
So now that Egyptians have ended Mubarak's 30-year rule, they potentially could be an example for the region. If Egypt is to succeed at building a society based on the rule of law, it could be a model. If, however, the core issues that propelled the revolution aren't addressed, the consequences could be catastrophic -- not just for Egypt, but for the entire region.
Nu Egyptenaren de dertig jaar durende heerschappij van Mubarak hebben beëindigd, zouden ze potentieel gezien een voorbeeld voor de regio kunnen zijn. Als Egypte erin slaagt een maatschappij te bouwen die is gebaseerd op de rechtsstaat, dan zou dat een model kunnen zijn. Als, daarentegen, de kernproblemen waar de revolutie uit voortkwam, niet worden aangepakt, zouden de gevolgen rampzalig kunnen zijn -- niet alleen voor Egypte, maar voor de gehele regio.
The signs don't look good, some have said. Islamists, not the young liberals that sparked the revolution, won the majority in Parliament. The military council has cracked down on civil society and protests and the country's economy continues to suffer. Evaluating Egypt on this basis alone, however, ignores the real revolution. Because Egyptians are more optimistic than they have been in years, far less divided on religious-secular lines than we would think and poised for the demands of democracy.
De situatie ziet er niet goed uit, vinden sommigen, Islamisten, niet de jonge liberalen die de revolutie begonnen, wonnen de meerderheid in het parlement. De militaire raad heeft met harde hand opgetreden tegen burgers en demonstranten en de economie van het land staat onder grote druk. Maar wie Egypte alleen op die basis beoordeelt, negeert de ware revolutie. Want Egyptenaren zijn optimistischer dan ze in jaren zijn geweest, veel minder verdeeld langs religieus-seculiere lijnen dan wij zouden denken en klaar voor de eisen van de democratie.
Whether they support Islamists or liberals, Egyptians' priorities for this government are identical, and they are jobs, stability and education, not moral policing. But most of all, for the first time in decades, they expect to be active participants, not spectators, in the affairs of their country.
Of ze nou Islamisten of liberalen veroordelen, de prioriteiten van Egyptenaren voor deze overheid zijn hetzelfde. en dat zijn banen, stabiliteit en onderwijs, niet de morele politie. Maar bovenal, voor het eerst in decennia, verwachten ze actief mee te doen, in plaats van vanaf de zijlijn toe te moeten kijken hoe het hun land vergaat.
I was meeting with a group of newly-elected parliamentarians from Egypt and Tunisia a couple of weeks ago. And what really struck me about them was that they weren't only optimistic, but they kind of struck me as nervous, for lack of a better word. One said to me, "Our people used to gather in cafes to watch football" -- or soccer, as we say in America -- "and now they gather to watch Parliament." (Laughter) "They're really watching us, and we can't help but worry that we're not going to live up to their expectations." And what really struck me is that less than 24 months ago, it was the people that were nervous about being watched by their government.
Ik had een vergadering met een groep pas-verkozen parlementariërs uit Egypte en Tunesië een paar weken geleden. Wat ik opmerkelijk aan hen vond, is dat ze niet alleen optimistisch waren, maar ze leken me ook nerveus, bij gebrek aan een beter woord. Een van hen zei tegen me: "Onze burgers kwamen eerst alleen bij elkaar in cafés om naar het voetbal te kijken en nu kijken ze samen naar het parlement." (Gelach) "Ze houden ons echt in de gaten, en we kunnen niet anders dan ons zorgen maken dat we niet aan hun verwachtingen zullen voldoen." Wat ik opmerkelijk vond, is dat minder dan 24 maanden geleden, het de burgers waren die nerveus waren over het feit dat hun overheid hen misschien te veel in de gaten hield.
And the reason that they're expecting a lot is because they have a new-found hope for the future. So right before the revolution we said that Egyptians had never felt worse about their lives, but not only that, they thought their future would be no better. What really changed after the ouster of Mubarak wasn't that life got easier. It actually got harder. But people's expectations for their future went up significantly. And this hope, this optimism, endured a year of turbulent transition.
De reden dat ze hoge verwachtingen hebben, is omdat ze nieuwe hoop hebben voor de toekomst. Dus net voor de revolutie zeiden we dat Egyptenaren zich nooit slechter hadden gevoeld over hun levens, maar niet alleen dat, ze dachten ook dat hun toekomst niet beter zou worden. Wat echt veranderde na de val van Mubarak was niet dat het leven makkelijker werd. Het werd alleen maar moeilijker. Maar de verwachtingen die burgers hadden voor hun toekomst gingen significant omhoog. Deze hoop, dit optimisme heeft een jaar van turbulente overgang doorstaan.
One reason that there's this optimism is because, contrary to what many people have said, most Egyptians think things really have changed in many ways. So while Egyptians were known for their single-digit turnout in elections before the revolution, the last election had around 70 percent voter turnout -- men and women. Where scarcely a quarter believed in the honesty of elections in 2010 -- I'm surprised it was a quarter -- 90 percent thought that this last election was honest. Now why this matters is because we discovered a link between people's faith in their democratic process and their faith that oppressed people can change their situation through peaceful means alone.
Een reden voor dit optimisme is dat, in tegenstelling tot wat vele mensen hebben gezegd, veel Egyptenaren denken dat er echt dingen zijn veranderd op vele manieren. Terwijl Egyptenaren bekend stonden voor hun lage opkomst bij de verkiezingen voor de revolutie, kwam bij de laatste verkiezingen ongeveer 70 procent van de stemgerechtigden opdagen -- mannen en vrouwen. Waar nauwelijks een kwart van de bevolking geloofde in de eerlijkheid van de verkiezingen van 2010 -- ik was verbaasd dat het een kwart was -- dacht 90 procent van de bevolking dat deze laatste verkiezing eerlijk verlopen was. Dit is belangrijk omdat we een verband ontdekten tussen het vertrouwen van mensen in het democratische proces en hun vertrouwen in het feit dat onderdrukte mensen hun situatie kunnen veranderen door slechts vreedzame middelen te gebruiken.
(Applause)
(Applaus)
Now I know what some of you are thinking. The Egyptian people, and many other Arabs who've revolted and are in transition, have very high expectations of the government. They're just victims of a long-time autocracy, expecting a paternal state to solve all their problems. But this conclusion would ignore a tectonic shift taking place in Egypt far from the cameras in Tahrir Square. And that is Egyptians' elevated expectations are placed first on themselves.
Nu weet ik wat sommigen van jullie denken. De Egyptenaren, en vele andere Arabieren die in opstand zijn gekomen en in een overgang zitten, hebben hele hoge verwachtingen over hun overheid. Ze zijn de slachtoffers van een langdurige autocratie, en verwachten dat een vaderlijke staat al hun problemen zal lossen. Maar deze conclusie negeert een enorme verschuiving die plaatsvindt in Egypte ver weg van de camera's op het Tahrir-plein. En dat is dat de verhoogde verwachtingen van Egyptenaren in de eerste plaats van toepassing zijn op henzelf.
In the country once known for its passive resignation, where, as bad as things got, only four percent expressed their opinion to a public official, today 90 percent tell us that if there's a problem in their community, it's up to them to fix it. (Applause) And three-fourths believe they not only have the responsibility, but the power to make change.
In het land dat ooit bekend stond om haar passieve berusting, waar, hoe slecht het ook ging, slechts 4 procent zijn mening gaf tegenover een openbare ambtenaar, vertelt 90 procent ons vandaag dat als er een probleem is hun gemeenschap, het aan henzelf is om het op te lossen. (Applaus) Drie kwart geloven dat zij niet alleen de verantwoordelijkheid hebben, maar ook de macht om voor verandering te zorgen.
And this empowerment also applies to women, whose role in the revolts cannot be underestimated. They were doctors and dissidents, artists and organizers. A full third of those who braved tanks and tear gas to ask or to demand liberty and justice in Egypt were women.
Deze macht is ook van toepassing op vrouwen. wier rol tijdens de opstand niet onderschat kan worden. Zij waren de artsen en de andersdenkenden, kunstenaars en organisatoren. Een derde van hen die tanks en traangas trotseerden om vrijheid en rechtvaardigheid in Egypte op te eisen of erom te vragen, waren vrouwen.
(Applause)
(Applaus)
Now people have raised some real concerns about what the rise of Islamist parties means for women. What we've found about the role of religion in law and the role of religion in society is that there's no female consensus. We found that women in one country look more like the men in that country than their female counterparts across the border. Now what this suggests is that how women view religion's role in society is shaped more by their own country's culture and context than one monolithic view that religion is simply bad for women. Where women agree, however, is on their own role, and that it must be central and active.
Nu maken mensen zich oprecht zorgen over wat de opkomst van Islamistische partijen betekent voor vrouwen. Wij zijn erachter gekomen dat wat betreft de rol van religie in de wet en de rol van religie in de maatschappij vrouwen het onderling niet eens zijn. Wij zijn erachter gekomen dat vrouwen in het ene land meer op de mannen in dat land lijken dan op hun vrouwelijke tegenhanger over de grens. Dit suggereert dat hoe vrouwen de rol van religie in hun maatschappij zien meer gevormd wordt door de cultuur van hun eigen land en de context dan door een monolitische opinie dat religie simpelweg slecht is voor vrouwen. Vrouwen zijn het daarentegen wel eens over hun eigen rol, en dat deze centraal en actief moet zijn.
And here is where we see the greatest gender difference within a country -- on the issue of women's rights. Now how men feel about women's rights matters to the future of this region. Because we discovered a link between men's support for women's employment and how many women are actually employed in professional fields in that country.
Hier zien we de grootse verschillen tussen de geslachten binnen een land -- bij de kwestie vrouwenrechten. Hoe mannen denken over vrouwenrechten is van belang voor de toekomst van deze regio. Omdat we een verband hebben ontdekt tussen de steun van mannen voor werkende vrouwen en hoe veel vrouwen er daadwerkelijk aan het werk zijn in de professionele sectoren in dat land.
So the question becomes, What drives men's support for women's rights? What about men's views of religion and law? [Does] a man's opinion of the role of religion in politics shape their view of women's rights? The answer is no. We found absolutely no correlation, no impact whatsoever, between these two variables. What drives men's support for women's employment is men's employment, their level of education as well as a high score on their country's U.N. Human Development Index. What this means is that human development, not secularization, is what's key to women's empowerment in the transforming Middle East.
Dus de vraag wordt: wat drijft steun van mannen voor vrouwenrechten? Hoe staat het met de mening van mannen over religie en de wet? Vormt de mening van een man over de rol van religie in politiek hun blik op vrouwenrechten? Het antwoord is nee. We hebben absoluut geen verband kunnen vinden, geen enkele impact, op geen enkele manier, tussen deze twee variabelen. Wat steun van mannen voor werkende vrouwen drijft, is werk voor mannen, hun onderwijsniveau gecombineerd met een hoge score van hun land op de Index van de Menselijke Ontwikkeling van de VN. Dit betekent dat menselijke ontwikkeling, en niet secularisatie, de sleutel tot werk voor vrouwen is in het veranderende Midden Oosten.
And the transformation continues. From Wall Street to Mohammed Mahmoud Street, it has never been more important to understand the aspirations of ordinary people.
En de verandering gaat door. Van Wall Street tot Mohammed Mahmoudstraat, het is nooit belangrijker geweest om de aspiraties van het gewone volk te begrijpen.
Thank you.
Dank jullie wel.
(Applause)
(Applaus)