We're here today to announce the first synthetic cell, a cell made by starting with the digital code in the computer, building the chromosome from four bottles of chemicals, assembling that chromosome in yeast, transplanting it into a recipient bacterial cell and transforming that cell into a new bacterial species. So this is the first self-replicating species that we've had on the planet whose parent is a computer. It also is the first species to have its own website encoded in its genetic code. But we'll talk more about the watermarks in a minute.
We zijn hier vandaag om de eerste synthetische cel aan te kondigen. Een cel die gemaakt is door te beginnen met de digitale code in de computer. Het chromosoom hebben we gebouwd van vier flessen chemische stoffen. We hebben het chromosoom samengesteld in gist. Vervolgens hebben we het getransplanteerd in een ontvangende bacteriële cel, en die cel getransformeerd tot een nieuwe bacteriële soort. Dit is de eerste zelf-reproducerende soort op deze planeet die een computer als ouder heeft. Het is ook de eerste soort die een eigen website heeft, in de genetische code opgeslagen. Maar straks zullen we meer zeggen over die watermerken.
This is a project that had its inception 15 years ago when our team then -- we called the institute TIGR -- was involved in sequencing the first two genomes in history. We did Haemophilus influenzae and then the smallest genome of a self-replicating organism, that of Mycoplasma genitalium. And as soon as we had these two sequences we thought, if this is supposed to be the smallest genome of a self-replicating species, could there be even a smaller genome? Could we understand the basis of cellular life at the genetic level? It's been a 15-year quest just to get to the starting point now to be able to answer those questions, because it's very difficult to eliminate multiple genes from a cell. You can only do them one at a time. We decided early on that we had to take a synthetic route, even though nobody had been there before, to see if we could synthesize a bacterial chromosome so we could actually vary the gene content to understand the essential genes for life. That started our 15-year quest to get here.
Dit is een project dat 15 jaar geleden is begonnen toen ons toenmalige team -- we noemden het instituut TIGR -- bezig was met het in kaart brengen van de eerste twee genomen in de geschiedenis. We deden 'Heamophilus Influenzae' en toen het kleinste genoom van een zelf-reprocuderend organisme, dat van de 'Mycoplasma Genitalium.' En zo gauw we deze twee in kaart hadden gebracht, dachten wij: als dit het kleinste genoom zou moeten zijn van een zelf-reproducerende soort, zouden er dan een nog kleinere genomen kunnen zijn? Zouden wij de basis van cellulair leven kunnen begrijpen op het genetische niveau? Het is 15 jaar durende zoektocht geweest om alleen nog maar bij het beginpunt te komen, om deze vragen te kunnen beantwoorden. Want het is erg moeilijk om meerdere genen van een cel te elimineren. Je kunt ze alleen maar een voor een doen. Al vroeg besloten we dat we de synthetische weg moesten bewandelen, zelfs als niemand dat ooit eerder had gedaan, om te zien of we een bacterieel chromosoom konden samenstellen, zodat we dan konden variëren met de genetische inhoud om te begrijpen welke genen essentieel zijn voor levensvatbaarheid. Daarmee begon onze 15 jaar durende zoektocht om hier te uit te komen.
But before we did the first experiments, we actually asked Art Caplan's team at the University of Pennsylvania to undertake a review of what the risks, the challenges, the ethics around creating new species in the laboratory were because it hadn't been done before. They spent about two years reviewing that independently and published their results in Science in 1999. Ham and I took two years off as a side project to sequence the human genome, but as soon as that was done we got back to the task at hand.
Voordat wij de eerste experimenten uitvoerden hebben wij Art Caplan's team zelfs gevraagd, aan de Universiteit van Pennsylvania, om te onderzoeken wat de risico's, de uitdagingen, de ethische overwegingen waren in verband met het creëren van nieuwe soorten in het laboratorium, omdat het nog nooit eerder was gedaan. Ze hebben er ongeveer twee jaar over gedaan om dat onafhankelijke onderzoek te doen en hebben hun resultaten in 1999 gepubliceerd in Science Magazine. Ham en ik namen twee jaar vrij voor een nevenproject om het menselijke genoom in kaart te brengen, maar toen dat klaar was gingen we verder met de taak die voor ons lag.
In 2002, we started a new institute, the Institute for Biological Energy Alternatives, where we set out two goals: One, to understand the impact of our technology on the environment, and how to understand the environment better, and two, to start down this process of making synthetic life to understand basic life. In 2003, we published our first success. So Ham Smith and Clyde Hutchison developed some new methods for making error-free DNA at a small level. Our first task was a 5,000-letter code bacteriophage, a virus that attacks only E. coli. So that was the phage phi X 174, which was chosen for historical reasons. It was the first DNA phage, DNA virus, DNA genome that was actually sequenced. So once we realized that we could make 5,000-base pair viral-sized pieces, we thought, we at least have the means then to try and make serially lots of these pieces to be able to eventually assemble them together to make this mega base chromosome. So, substantially larger than we even thought we would go initially.
We begonnen in 2002 met een nieuw instituut, het Instituut voor Biologische Energie-Alternatieven, waar we ons twee doelen stelden. Ten eerste, om de impact van onze techologie op het milieu te begrijpen, en hoe wij het milieu beter kunnen begrijpen. Ten tweede, om een begin te maken met het proces van het maken van synthetisch leven om elementair leven te begrijpen. In 2003 publiceerden we ons eerste succes. Ham Smith en Clyde Hutchinson ontwikkelden enkele nieuwe methoden om foutloos DNA te maken op kleine schaal. Onze eerste opgave was een 5.000-letterige bacteriofaag, een virus dat alleen de E. coli-bacterie aanvalt. Dus dat was de bacteriofaag pi X 174. die gekozen was om historische redenen. Het was de eerste DNA-faag, het eerste DNA-virus en DNA-genoom waarvan de sequentie was bepaald. Dus toen we ons realiseerden dat we een 5.000-letterig basispaar konden maken in stukjes op virusgrootte, dachten we: we hebben minstens de middelen om een poging te doen om na elkaar een hele boel stukjes te maken om ze daarna in elkaar te zetten en dit mega-base chromosoom te maken. Dus beduidend groter dan wij eerst dachten dat we zouden kunnen gaan.
There were several steps to this. There were two sides: We had to solve the chemistry for making large DNA molecules, and we had to solve the biological side of how, if we had this new chemical entity, how would we boot it up, activate it in a recipient cell. We had two teams working in parallel: one team on the chemistry, and the other on trying to be able to transplant entire chromosomes to get new cells. When we started this out, we thought the synthesis would be the biggest problem, which is why we chose the smallest genome.
Er waren een aantal stappen die we moesten nemen. Er waren twee kanten. We moesten het scheikundige vraagstuk oplossen om grote DNA-moleculen te maken, en we moesten het biologische vraagstuk oplossen: als we deze nieuwe chemische entiteit hadden, hoe zouden we die dan opstarten en activeren in een ontvangende cel? Twee teams waren parallel aan het werk: een groep werkte aan het scheikundige vraagstuk terwijl de andere groep poogde gehele chromosomen te transplanteren om nieuwe cellen te krijgen. Bij de start dachten we dat de synthese het grootste probleem zou zijn, wat de reden is waarom we het kleinste genoom kozen.
And some of you have noticed that we switched from the smallest genome to a much larger one. And we can walk through the reasons for that, but basically the small cell took on the order of one to two months to get results from, whereas the larger, faster-growing cell takes only two days. So there's only so many cycles we could go through in a year at six weeks per cycle. And you should know that basically 99, probably 99 percent plus of our experiments failed. So this was a debugging, problem-solving scenario from the beginning because there was no recipe of how to get there.
Sommigen hebben al gemerkt dat we zijn overgeschakeld van het kleinste genoom naar een veel groter. We kunnen de redenen daarvoor even doorlopen, maar in essentie komt het erop neer dat de kleine cel er om en nabij één tot twee maanden over deed om resultaten te krijgen, terwijl de grotere, sneller groeiende cel er maar twee dagen over deed. Er waren maar een beperkt aantal cycli die we konden doorlopen in een jaar tijd, met zes weken per cyclus. En u moet weten dat 99% tot misschien zelfs wel meer van onze experimenten faalden. Dus dit was een scenario dat storingen vermeed en problemen oploste van bij het begin, omdat er gewoonweg geen recept was van hoe je er moet komen.
So, one of the most important publications we had was in 2007. Carole Lartigue led the effort to actually transplant a bacterial chromosome from one bacteria to another. I think philosophically, that was one of the most important papers that we've ever done because it showed how dynamic life was. And we knew, once that worked, that we actually had a chance if we could make the synthetic chromosomes to do the same with those. We didn't know that it was going to take us several years more to get there.
Een van de belangrijkste publicaties die we deden was in 2007. Carole Lartigue leidde het project om een bacterieel chromosoom echt te transplanteren van een bacterie naar een andere. Ik denk dat die studie filosofisch gezien een van de belangrijkste was die we ooit gedaan hebben, omdat dit liet zien hoe dynamisch leven was. En we wisten, toen dat eenmaal werkte, dat we werkelijk kans maakten, als we synthetische chromosomen konden maken, om daarmee hetzelfde te doen. We wisten dat het ons enkele jaren tijd zou kosten om er te komen.
In 2008, we reported the complete synthesis of the Mycoplasma genitalium genome, a little over 500,000 letters of genetic code, but we have not yet succeeded in booting up that chromosome. We think in part, because of its slow growth and, in part, cells have all kinds of unique defense mechanisms to keep these events from happening. It turned out the cell that we were trying to transplant into had a nuclease, an enzyme that chews up DNA on its surface, and was happy to eat the synthetic DNA that we gave it and never got transplantations. But at the time, that was the largest molecule of a defined structure that had been made.
In 2008 rapporteerden we de complete synthese van het Mycoplasma Genitalium-genoom, iets meer dan 500.000 letters genetische code, maar het was ons nog niet gelukt het chromosoom op te starten. Deels vanwege de langzame groei, denken we, en deels omdat cellen allerlei soorten unieke verdedigingsmechanismen hebben om te voorkomen dat dit soort dingen gebeuren. Het bleek dat de cel waarin we poogden te transplanteren een nuclease had, een enzym dat de oppervlakte van DNA opvreet, en het vrat maar al te graag het synthetische DNA op dat we het gaven, zodat het nooit transplantaties ontving. Maar toen was het de grootste molecuul van een bepaalde structuur die ooit gemaakt was.
And so both sides were progressing, but part of the synthesis had to be accomplished or was able to be accomplished using yeast, putting the fragments in yeast and yeast would assemble these for us. It's an amazing step forward, but we had a problem because now we had the bacterial chromosomes growing in yeast. So in addition to doing the transplant, we had to find out how to get a bacterial chromosome out of the eukaryotic yeast into a form where we could transplant it into a recipient cell.
Beide kanten boekten vooruitgang, maar een deel van de synthese moest worden bereikt, of kon worden bereikt door gist te gebruiken, door onderdelen in gist te stoppen en de gist zou de onderdelen voor ons in elkaar zetten. Het was een geweldige stap vooruit, maar we hadden een probleem. Want nu groeide het bacteriële chromosoom in gist. We moesten niet alleen de transplantatie doen maar ook uitvinden hoe je een bacterieel chromosoom vanuit het eukaryotische gist in een zodanige vorm krijgt dat je het naar een ontvangende cel kunt transplanteren.
So our team developed new techniques for actually growing, cloning entire bacterial chromosomes in yeast. So we took the same mycoides genome that Carole had initially transplanted, and we grew that in yeast as an artificial chromosome. And we thought this would be a great test bed for learning how to get chromosomes out of yeast and transplant them. When we did these experiments, though, we could get the chromosome out of yeast but it wouldn't transplant and boot up a cell. That little issue took the team two years to solve.
Ons team ontwikkelde nieuwe technieken voor het kweken, het klonen van gehele bacteriële chromosomen in gist. Dus namen we hetzelfde mycoide genoom dat Carole in eerste instantie had getransplanteerd, en we kweekten dat als een kunstmatig chromosoom in gist. En we dachten dat dit een grote testbank zou worden om te leren hoe je chromosomen kweekt uit gist en ze dan transplanteert. Maar toen we deze experimenten deden konden we wel het chromosoom uit gist krijgen, maar het liet zich niet transplanteren en startte geen cel op. Dat kleinigheidje kostte ons team twee jaar om op te lossen.
It turns out, the DNA in the bacterial cell was actually methylated, and the methylation protects it from the restriction enzyme, from digesting the DNA. So what we found is if we took the chromosome out of yeast and methylated it, we could then transplant it. Further advances came when the team removed the restriction enzyme genes from the recipient capricolum cell. And once we had done that, now we can take naked DNA out of yeast and transplant it.
Het blijkt nu dat het DNA in de bacteriële cel eigenlijk gemethyleerd was en het methylatieproces beschermde het DNA tegen vertering door het restrictie-enzym. Dus was we ontdekten is dit: als we het chromosoom uit het gist haalden en het methyleerden dan konden we het transplanteren. Verdere vorderingen werden gemaakt toen het team de genen van het restrictie-enzym verwijderde uit de ontvangende capricolumcel. Toen we dat eenmaal gedaan hadden konden we het naakte DNA uit de gist halen en het transplanteren.
So last fall when we published the results of that work in Science, we all became overconfident and were sure we were only a few weeks away from being able to now boot up a chromosome out of yeast. Because of the problems with Mycoplasma genitalium and its slow growth about a year and a half ago, we decided to synthesize the much larger chromosome, the mycoides chromosome, knowing that we had the biology worked out on that for transplantation. And Dan led the team for the synthesis of this over one-million-base pair chromosome. But it turned out it wasn't going to be as simple in the end, and it set us back three months because we had one error out of over a million base pairs in that sequence.
Vorige herfst, toen we de resultaten van ons werk in "Science" publiceerden, werden we allemaal te zelfverzekerd en dachten we dat wij zonder twijfel de enigen waren die enkele weken verwijderd waren van het kunnen opstarten van een chromosoom uit gist. Vanwege de problemen met de Mycoplasma Genitalium en de langzame groei hebben we ongeveer een half jaar geleden besloten om het veel grotere chromosoom, het Mycoideschromosoom, te synthetiseren, wetende dat we het biologische vraagstuk van de transplantatie hadden opgelost. Dan leidde het team voor de synthese van dit chromosoom van meer dan een miljoen basisparen. Maar uiteindeljk bleek het niet zo eenvoudig te zijn. We verloren drie maanden omdat we een enkele fout hadden in meer dan een miljoen basisparen in die sequentie.
So the team developed new debugging software, where we could test each synthetic fragment to see if it would grow in a background of wild type DNA. And we found that 10 out of the 11 100,000-base pair pieces we synthesized were completely accurate and compatible with a life-forming sequence. We narrowed it down to one fragment; we sequenced it and found just one base pair had been deleted in an essential gene. So accuracy is essential. There's parts of the genome where it cannot tolerate even a single error, and then there's parts of the genome where we can put in large blocks of DNA, as we did with the watermarks, and it can tolerate all kinds of errors. So it took about three months to find that error and repair it. And then early one morning, at 6 a.m. we got a text from Dan saying that, now, the first blue colonies existed.
Dus het team ontwikkelde nieuwe probleemoplossingssoftware, waarmee we elk synthetisch fragment konden testen, om te zien of het wilde groeien tegen een achtergrond van wild DNA. En we ontdekten dat 10 van de 11 stukjes van 100.000 basisparen die we synthetiseerden geheel nauwkeurig waren en verenigbaar waren met een levensvormende sequentie. We beperkten het tot een enkel fragment. We sequentieerden het en ontdekten dat uit een essentieel gen slechts een basispaar gewist was. Nauwkeurigheid is essentieel. Er zijn delen van het genoom die zelfs een enkele fout niet tolereren, en er zijn ook delen van het genoom waar je grote blokken DNA in kunt stoppen, zoals we met de watermerken deden, en die allerlei soorten fouten tolereren. Het duurde ongeveer drie maanden om die fout te vinden en te repareren. En toen, op een vroege ochtend om een uur of 6 kregen we een sms'je van Dan waarin stond dat de eerste blauwe kolonies nu bestonden.
So, it's been a long route to get here: 15 years from the beginning. We felt one of the tenets of this field was to make absolutely certain we could distinguish synthetic DNA from natural DNA. Early on, when you're working in a new area of science, you have to think about all the pitfalls and things that could lead you to believe that you had done something when you hadn't, and, even worse, leading others to believe it. So, we thought the worst problem would be a single molecule contamination of the native chromosome, leading us to believe that we actually had created a synthetic cell, when it would have been just a contaminant.
Het was een lange weg om hier uit te komen. 15 jaar, sinds het begin. We voelden aan dat een van de dogma's van dit vakgebied is dat je er absoluut voor moet zorgen dat je synthetisch DNA van natuurlijk DNA kan onderscheiden. Als je in een nieuw wetenschappelijk domein aan het werk bent moet je al in een vroeg stadium denken aan de valkuilen en de dingen die je kunnen doen geloven dat je iets gedaan hebt, terwijl je dat helemaal niet hebt gedaan, of erger nog, dat je anderen daarvan overtuigt. Dus dachten we dat het ergste probleem zou zijn dat het oorspronkelijke chromosoom besmet was met een enkelvoudige molecuul, waardoor we dachten dat we echt een synthetische cel hadden gemaakt, terwijl het alleen maar een besmetting zou zijn geweest.
So early on, we developed the notion of putting in watermarks in the DNA to absolutely make clear that the DNA was synthetic. And the first chromosome we built in 2008 -- the 500,000-base pair one -- we simply assigned the names of the authors of the chromosome into the genetic code, but it was using just amino acid single letter translations, which leaves out certain letters of the alphabet. So the team actually developed a new code within the code within the code. So it's a new code for interpreting and writing messages in DNA. Now, mathematicians have been hiding and writing messages in the genetic code for a long time, but it's clear they were mathematicians and not biologists because, if you write long messages with the code that the mathematicians developed, it would more than likely lead to new proteins being synthesized with unknown functions.
Dus al vroeg ontwikkelden we de idee om watermerken in het DNA te stoppen om volstrekt duidelijk te maken dat het DNA synthetisch was. En het eerste chromosoom dat we bouwden in 2008, dat met 500.000 basisparen, wezen we simpelweg de namen van de auteurs van het chromosoom toe aan de genetische code. Maar het gebruikte alleen maar eenlettervertalingen van aminozuren, waardoor sommige letters uit het alfabet achterwege bleven. Het team ontwikkelde dus een nieuwe code in de code binnenin de code. Het is dus een nieuwe code om berichten in het DNA te schrijven en te interpreteren. Nu hebben wiskudigen al lange tijd berichten verstopt en geschreven in de genetische code, maar het is duidelijk dat ze wiskundigen waren en geen biologen, want als je met de code die wiskundigen ontwikkelden lange berichten schrijft, dan zou het hoogstwaarschijnlijk leiden tot het synthetiseren van nieuwe eiwitten met onbekende functies.
So the code that Mike Montague and the team developed actually puts frequent stop codons, so it's a different alphabet but allows us to use the entire English alphabet with punctuation and numbers. So, there are four major watermarks all over 1,000 base pairs of genetic code. The first one actually contains within it this code for interpreting the rest of the genetic code. So in the remaining information, in the watermarks, contain the names of, I think it's 46 different authors and key contributors to getting the project to this stage. And we also built in a website address so that if somebody decodes the code within the code within the code, they can send an email to that address. So it's clearly distinguishable from any other species, having 46 names in it, its own web address. And we added three quotations, because with the first genome we were criticized for not trying to say something more profound than just signing the work.
De code die Mike Montague en zijn team ontwikkelden hanteert frequente stopcodons. Het is een ander alfabet, maar het geeft ons de mogelijkheid om het hele Engelse alfabet te gebruiken met interpunctie en getallen. Er zijn vier grote watermerken die elk meer dan duizend basisparen genetische code tellen. Het eerste paar bevat zelfs in zichzelf deze interpretatiecode om de rest van de genetische code te vertalen. Dus in de overgebleven informatie, in de watermerken, zitten de namen van 46 verschillende auteurs en mensen die een belangrijke bijdrage leverden om het proces tot in dit stadium te krijgen. We hebben ook een webadres ingebouwd, dus als iemand de code decodeert in de code binnenin de code, dan kunnen ze een email sturen naar dat adres. Het onderscheidt zich dus duidelijk van andere soorten, met 46 namen erin en een eigen webadres. En we hebben drie citaten toegevoegd, omdat wij met het eerste genoom kritiek kregen omdat we niets diepgaander probeerden te zeggen dan simpelweg het werk signeren.
So we won't give the rest of the code, but we will give the three quotations. The first is, "To live, to err, to fall, to triumph and to recreate life out of life." It's a James Joyce quote. The second quotation is, "See things not as they are, but as they might be." It's a quote from the "American Prometheus" book on Robert Oppenheimer. And the last one is a Richard Feynman quote: "What I cannot build, I cannot understand." So, because this is as much a philosophical advance as a technical advance in science, we tried to deal with both the philosophical and the technical side.
Dus geven we de rest van de code niet, maar we zullen wel de drie citaten geven. De eerste is 'Te leven, fouten te maken, te vallen, te triomferen, en leven te creëren uit leven.' Het is een citaat van James Joyce. Het tweede citaat is: 'Zie dingen niet zoals ze zijn, maar zoals ze zouden kunnen zijn.' Dat is een citaat van het boek 'Amerikaanse Prometheus' over Robert Oppenheimer. En de laatste is van Richard Feynman: 'Wat ik niet kan bouwen kan ik niet begrijpen.' Omdat dit in de wetenschap zowel een filosofische stap vooruit is als een technische poogden wij zowel de filosofische als de technische kant aan te pakken.
The last thing I want to say before turning it over to questions is that the extensive work that we've done -- asking for ethical review, pushing the envelope on that side as well as the technical side -- this has been broadly discussed in the scientific community, in the policy community and at the highest levels of the federal government. Even with this announcement, as we did in 2003 -- that work was funded by the Department of Energy, so the work was reviewed at the level of the White House, trying to decide whether to classify the work or publish it. And they came down on the side of open publication, which is the right approach -- we've briefed the White House, we've briefed members of Congress, we've tried to take and push the policy issues in parallel with the scientific advances.
Het laatste dat ik wil zeggen voor ik overga naar de vragenronde, is dat het uitgebreide werk dat we gedaan hebben, en dat om naar ethische bezinning vraagt, dat vooruitstrevend is, zowel van die kant als van de technische kant, dat dit onderwerp breed besproken is in de wetenschappelijke kringen, in beleidskringen en op het hoogste federale overheidsniveau. Zelfs met deze mededeling zoals we in 2003 ook deden - dat werk was gefinancieerd door het Ministerie van Energie - dus het werk was op het niveau van het Witte Huis besproken, om te bepalen of het werk geheim moest worden gehouden of kon worden gepubliceerd. Zij kozen de kant van open publicatie, wat de juiste benadering is. We hebben het Witte Huis op de hoogte gebracht, leden van het parlement op de hoogte gebracht. We poogden de beleidskwesties aan te pakken tegelijk met de wetenschappelijke voortgang.
So with that, I would like to open it first to the floor for questions. Yes, in the back.
Daarmee wil ik u graag eerst uitnodigen om vragen te stellen. Ja, daar achterin.
Reporter: Could you explain, in layman's terms, how significant a breakthrough this is please?
Verslaggever: Kunt u in lekentermen uitleggen hoe belangrijk een doorbraak als deze is?
Craig Venter: Can we explain how significant this is? I'm not sure we're the ones that should be explaining how significant it is. It's significant to us. Perhaps it's a giant philosophical change in how we view life. We actually view it as a baby step in terms of, it's taken us 15 years to be able to do the experiment we wanted to do 15 years ago on understanding life at its basic level. But we actually believe this is going to be a very powerful set of tools and we're already starting in numerous avenues to use this tool.
Craig Venter: Kunnen we uitleggen hoe belangrijk dit is? Ik weet niet of wij zouden moeten uitleggen hoe belangrijk het is. Het is belangrijk voor ons. Wellicht is het een gigantische filosofische verandering in hoe wij aankijken tegen het leven. Wij zien het eigenlijk als een babystapje, als je bekijkt dat het ons 15 jaar kostte om nu de mogelijkheid te hebben om het experiment te doen dat we 15 jaar geleden wilden doen om het leven op het meest basale niveau te begrijpen. Maar wij geloven daadwerkelijk dat dit een zeer krachtige set van tools zal zijn. En we zijn al op talloze terreinen begonnen deze tool te gebruiken.
We have, at the Institute, ongoing funding now from NIH in a program with Novartis to try and use these new synthetic DNA tools to perhaps make the flu vaccine that you might get next year. Because instead of taking weeks to months to make these, Dan's team can now make these in less than 24 hours. So when you see how long it took to get an H1N1 vaccine out, we think we can shorten that process quite substantially. In the vaccine area, Synthetic Genomics and the Institute are forming a new vaccine company because we think these tools can affect vaccines to diseases that haven't been possible to date, things where the viruses rapidly evolve, such with rhinovirus. Wouldn't it be nice to have something that actually blocked common colds? Or, more importantly, HIV, where the virus evolves so quickly the vaccines that are made today can't keep up with those evolutionary changes.
Aan het instituut hebben we voortdurende financiering van het Nationale Gezondheidsinstituut in een programma met Novartis om deze nieuwe synthetische DNA-tools te proberen te gebruiken om misschien het nieuwe griepvaccin te maken dat je volgend jaar misschien krijgt. In plaats van weken of maanden tijd die het kost om ze te maken kan Dan's team ze nu in minder dan 24 uur maken. Dus als je ziet hoe lang het duurde om een H1N1 vaccin op de markt te brengen, denken wij dat wij dat proces behoorlijk kunnen inkorten. Op het gebied van vaccins richten Synthetic Genomics en het instituut een nieuw vaccinbedrijf op, omdat we denken dat deze tools vaccins kunnen beïnvloeden voor ziektes die tot nog toe onmogelijk te dateren zijn, dingen waar de virussen snel evolueren, zoals met het neushoornvirus. Zou het niet mooi zijn om iets te hebben dat een gewone verkoudheid echt tegenhoudt? Of nog belangrijker, HIV, waar het virus zich zo snel ontwikkelt dat de vaccinaties die vandaag gemaakt worden die evolutionaire veranderingen niet kunnen bijhouden.
Also, at Synthetic Genomics, we've been working on major environmental issues. I think this latest oil spill in the Gulf is a reminder. We can't see CO2 -- we depend on scientific measurements for it and we see the beginning results of having too much of it -- but we can see pre-CO2 now floating on the waters and contaminating the beaches in the Gulf. We need some alternatives for oil. We have a program with Exxon Mobile to try and develop new strains of algae that can efficiently capture carbon dioxide from the atmosphere or from concentrated sources, make new hydrocarbons that can go into their refineries to make normal gasoline and diesel fuel out of CO2.
Bij Synthetic Genomics hebben we ook gewerkt aan grote milieukwesties. Ik denk dat dit laatste olielek in de Golf ons daaraan helpt herinneren. CO2 kunnen we niet zien; we zijn afhankelijk van wetenschappelijke metingen, en we beginnen het effect te zien van het feit dat we er teveel van hebben. Maar nu kunnen we pre-CO2 zien drijven op wateren en de stranden van de Golf zien besmeuren. We moeten werken aan alternatieven voor olie. We hebben een programma bij Exxon Mobile waarmee we nieuwe algenstrengen proberen te ontwikkelen die op een doeltreffende manier CO2 kunnen opvangen uit de atmosfeer of uit geconcentreerde bronnen, en die nieuwe koolwaterstoffen maken die in hun raffinaderijen gebruikt kunnen worden om normale brandstof en diesel te maken uit CO2.
Those are just a couple of the approaches and directions that we're taking.
Dat zijn slechts enkele van de nieuwe benaderingen en richtingen die we inslaan.
(Applause)
(Applaus)