I'm delighted to be here. I'm honored by the invitation, and thanks. I would love to talk about stuff that I'm interested in, but unfortunately, I suspect that what I'm interested in won't interest many other people. First off, my badge says I'm an astronomer. I would love to talk about my astronomy, but I suspect that the number of people who are interested in radiative transfer in non-gray atmospheres and polarization of light in Jupiter's upper atmosphere are the number of people who'd fit in a bus shelter. So I'm not going to talk about that. (Laughter)
Ik ben verheugd hier te zijn. Ik ben vereerd door de uitnodiging, bedankt. Ik zou het graag hebben over zaken waar ik geïnteresseerd in ben maar helaas heb ik het vermoeden dat waar ik geïnteresseerd in ben niet veel anderen zal boeien. Om te beginnen, op mijn kaartje staat dat ik astronoom ben. Ik zou het graag hebben over astronomie, maar ik vermoed dat het aantal mensen die geïnteresseerd zijn in stralingsoverdracht in niet-grijze atmosferen en polarisatie van licht in Jupiters stratosfeer de hoeveelheid mensen zijn die in een bushokje passen. Dus daar ga ik het niet over hebben. (Gelach)
It would be just as much fun to talk about some stuff that happened in 1986 and 1987, when a computer hacker is breaking into our systems over at Lawrence Berkeley Labs. And I caught the guys, and they turned out to be working for what was then the Soviet KGB, and stealing information and selling it. And I'd love to talk about that -- and it'd be fun -- but, 20 years later ... I find computer security, frankly, to be kind of boring. It's tedious. I'm --
Het zou net zo leuk zijn om het te hebben over iets dat gebeurd is in 1986 en 1987, toen een computerhacker inbrak in ons systeem bij Lawrence Berkeley Labs. Ik heb ze betrapt, en ze bleken te werken voor de toenmalige Sovjet-KGB, en informatie te stelen en te verkopen. Ik het daar graag over hebben -- en het zou leuk zijn -- maar, 20 jaar later... vind ik computerbeveiliging, eerlijk gezegd, saai. Het is vervelend. Ik...
The first time you do something, it's science. The second time, it's engineering. A third time, it's just being a technician. I'm a scientist. Once I do something, I do something else. So, I'm not going to talk about that. Nor am I going to talk about what I think are obvious statements from my first book, "Silicon Snake Oil," or my second book, nor am I going to talk about why I believe computers don't belong in schools.
De eerste keer dat je iets doet, is het wetenschap. De tweede keer is het ingenieurswerk. De derde keer ben je gewoon een technicus. Ik ben een wetenschapper. Ik doe iets één keer en ga dan door met iets anders. Dus daar ga ik het niet over hebben. Ik ga het ook niet hebben over duidelijke verklaringen uit mijn eerste boek, Silicon Snake Oil, of mijn tweede boek. Ik ga ook niet bespreken waarom ik vind dat computers niet op school horen.
I feel that there's a massive and bizarre idea going around that we have to bring more computers into schools. My idea is: no! No! Get them out of schools, and keep them out of schools. And I'd love to talk about this, but I think the argument is so obvious to anyone who's hung around a fourth grade classroom that it doesn't need much talking about -- but I guess I may be very wrong about that, and everything else that I've said. So don't go back and read my dissertation. It probably has lies in it as well.
Veel mensen hebben het rare idee dat we meer computers op scholen nodig hebben. Mijn idee is: Nee! Nee! Haal ze uit het klaslokaal en hou ze uit scholen. Ik zou het hier graag over hebben, maar ik denk dat het al overduidelijk is voor ieder die ooit bij een klas 10-jarigen rondhangt, dat het niet nodig is om het daarover te hebben -- maar ik kan het hier ook mis hebben -- dat geldt voor alles wat ik gezegd heb. Ga dus niet mijn proefschrift lezen. Daar zitten vast ook leugens in.
Having said that, I outlined my talk about five minutes ago. (Laughter) And if you look at it over here, the main thing I wrote on my thumb was the future. I'm supposed to talk about the future, yes? Oh, right. And my feeling is, asking me to talk about the future is bizarre, because I've got gray hair, and so, it's kind of silly for me to talk about the future. In fact, I think that if you really want to know what the future's going to be, if you really want to know about the future, don't ask a technologist, a scientist, a physicist. No! Don't ask somebody who's writing code.
Dit gezegd zijnde, de rode draad van mijn presentatie is pas sinds 5 minuten af. (Gelach) Kijk hier, het belangrijkste wat ik op mijn duim schreef was de toekomst. Ik moest het over de toekomst moeten hebben, toch? Ik vind dat het bizar is om mij te laten praten over de toekomst, omdat ik grijs haar heb. Dus is het een beetje raar voor mij om het over de toekomst te hebben. Sterker nog, als je echt zou willen weten hoe de toekomst er uit ziet, als je echt iets wilt weten over de toekomst, vraag het dan niet aan een technoloog, een wetenschapper of een natuurkundige. Nee! Vraag het niet aan iemand die code inklopt.
No, if you want to know what society's going to be like in 20 years, ask a kindergarten teacher. They know. In fact, don't ask just any kindergarten teacher, ask an experienced one. They're the ones who know what society is going to be like in another generation. I don't. Nor, I suspect, do many other people who are talking about what the future will bring. Certainly, all of us can imagine these cool new things that are going to be there. But to me, things aren't the future. What I ask myself is, what's society is going to be like, when the kids today are phenomenally good at text messaging and spend a huge amount of on-screen time, but have never gone bowling together?
Nee, als je wil weten hoe de maatschappij zal zijn over 20 jaar, vraag het dan aan een kleuterjuf. Zij weten het. Eigenlijk, vraag het niet aan eender welke kleuterjuf, vraag het aan een ervaren juf. Zij weten hoe de maatschappij eruit gaat zien in een volgende generatie. Ik niet. Dat geldt volgens mij ook voor vele andere die vertellen wat de toekomst zal brengen. Uiteraard kan iedereen toffe nieuwe dingen bedenken die er zullen zijn. Maar dingen zijn niet de toekomst voor mij. Ik vraag mezelf af hoe de maatschappij eruit zal zien, wanneer de jeugd van tegenwoordig uitzonderlijk goed kan sms-en en erg lang voor een scherm zitten maar nog nooit samen is gaan bowlen.
Change is happening, and the change that is happening is not one that is in software. But that's not what I'm going to talk about. I'd love to talk about it, it'd be fun, but I want to talk about what I'm doing now. What am I doing now? Oh -- the other thing that I think I'd like to talk about is right over here. Right over here. Is that visible? What I'd like to talk about is one-sided things. I would dearly love to talk about things that have one side. Because I love Mobius loops. I not only love Mobius loops, but I'm one of the very few people, if not the only person in the world, that makes Klein bottles. Right away, I hope that all of your eyes glaze over. This is a Klein bottle. For those of you in the audience who know, you roll your eyes and say, yup, I know all about it. It's one sided. It's a bottle whose inside is its outside. It has zero volume. And it's non-orientable. It has wonderful properties. If you take two Mobius loops and sew their common edge together, you get one of these, and I make them out of glass. And I'd love to talk to you about this, but I don't have much in the way of ... things to say because -- (Laughter)
Er is verandering gaande, en die verandering zit niet in software. Maar daar ga ik het niet over hebben. Daar zou ik het graag over hebben, dat zou leuk zijn, maar ik wil het hebben over waar ik nu mee bezig ben. Wat ben ik aan het doen? Oh -- het andere waar ik het over wil hebben staat hier. Hier. Is dat zichtbaar? Ik zou het graag hebben over eenzijdige dingen. Ik zou het heel graag hebben over dingen met één zijde. Omdat ik van Möbiusbanden hou. Ik hou niet alleen van Möbiusbanden, maar ik ben een van de weinigen, zo niet de enige persoon in de wereld die Klein-flessen maakt. Ik hoop dat jullie direct perplex staan. Dit is een Klein-fles. Zij in het publiek die dit kennen, zijn niet onder de indruk en zeggen 'ja, daar weet ik alles van'. Het heeft een zijde. Het is een fles waarvan de binnenkant de buitenkant is. Het heeft geen volume en is een niet-oriënteerbaar oppervlak. Het heeft geweldige eigenschappen. Wanneer je van twee Möbiusringen de randen aan elkaar naait, krijg je zo eentje. Ik maak ze van glas. Ik zou het graag met jullie hierover hebben, maar ik heb hier niet veel over te vertellen omdat -- (Gelach)
(Chris Anderson: I've got a cold.)
(Chris Anderson: Ik ben verkouden)
However, the "D" in TED of course stands for design. Just two weeks ago I made -- you know, I've been making small, medium and big Klein bottles for the trade. But what I've just made -- and I'm delighted to show you, first time in public here. This is a Klein bottle wine bottle, which, although in four dimensions it shouldn't be able to hold any fluid at all, it's perfectly capable of doing so because our universe has only three spatial dimensions. And because our universe is only three spatial dimensions, it can hold fluids. So it's highly -- that one's the cool one. That was a month of my life. But although I would love to talk about topology with you, I'm not going to. (Laughter)
Hoewel, de "D" in "TED" staat natuurlijk voor design. Pas twee weken geleden maakte ik -- ik maak kleine, middelmatige en grote Klein-flessen voor de verkoop. Maar wat ik pas heb gemaakt -- het is een genoegen dit voor het eerst in het openbaar te laten zien. Dit is een Klein-fles wijnfles, die in vier dimensies geen vocht zou mogen kunnen vasthouden. Toch is ze hier prima toe in staat omdat ons universum bestaat uit drie ruimtelijke dimensies. En omdat onze universum slechts drie ruimtelijke dimensies heeft, kan het vloeistof vasthouden. Dus het is erg -- dat is de coole. Dit kostte me een maand van mijn leven. Hoewel ik het graag zou willen hebben over topologie, ga ik dat niet doen. (Gelach)
Instead, I'm going to mention my mom, who passed away last summer. Had collected photographs of me, as mothers will do. Could somebody put this guy up? And I looked over her album and she had collected a picture of me, standing -- well, sitting -- in 1969, in front of a bunch of dials. And I looked at it, and said, oh my god, that was me, when I was working at the electronic music studio! As a technician, repairing and maintaining the electronic music studio at SUNY Buffalo. And wow! Way back machine. And I said to myself, oh yeah! And it sent me back.
In plaats daarvan, vermeld ik mijn moeder, die vorige zomer is overleden. Ze verzamelde foto's van mij, zoals moeders dat vaker doen. Kan iemand deze jongen laten zien? Ik bekeek haar album en ze had een foto van mij, staand -- zittend voor een aantal knoppen, in 1969. Ik keek er naar, en zei: "O mijn god, op de foto was ik aan het werk in de elektronische muziekstudio! Als technicus. Ik repareerde en onderhield de elektronische muziekstudio in SUNY Buffalo. En wow! Tijdmachine. En ik zei tegen mezelf, o ja! En het voerde me terug in de tijd.
Soon after that, I found in another picture that she had, a picture of me. This guy over here of course is me. This man is Robert Moog, the inventor of the Moog synthesizer, who passed away this past August. Robert Moog was a generous, kind person, extraordinarily competent engineer. A musician who took time from his life to teach me, a sophomore, a freshman at SUNY Buffalo. He'd come up from Trumansburg to teach me not just about the Moog synthesizer, but we'd be sitting there -- I'm studying physics at the time. This is 1969, 70, 71. We're studying physics, I'm studying physics, and he's saying, "That's a good thing to do. Don't get caught up in electronic music if you're doing physics." Mentoring me. He'd come up and spend hours and hours with me. He wrote a letter of recommendation for me to get into graduate school. In the background, my bicycle. I realize that this picture was taken at a friend's living room. Bob Moog came by and hauled a whole pile of equipment to show Greg Flint and I things about this. We sat around talking about Fourier transforms, Bessel functions, modulation transfer functions, stuff like this. Bob's passing this past summer has been a loss to all of us. Anyone who's a musician has been profoundly influenced by Robert Moog. (Applause) And I'll just say what I'm about to do. What I'm about to do -- I hope you can recognize that there's a distorted sine wave, almost a triangular wave upon this Hewlett-Packard oscilloscope.
Kort hierna vond ik een andere foto die ze van me had. Deze man hier ben ik. Deze man is Robert Moog, De uitvinder van de Moog-synthesizer, die in augustus is overleden. Robert Moog was een gulle, vriendelijke persoon, buitengewoon kundig ingenieur. Een muzikant die de tijd nam om mij te onderwijzen, tweedejaars, eerstejaarsstudent bij SUNY Buffalo. Hij kwam van Trumansburg om me te onderwijzen niet alleen over de Moog synthesizer, maar we zitten daar -- Ik studeerde natuurkunde in die tijd. Dit is 1969, '70, '71. We studeerden natuurkunde, ik studeerde natuurkunde en hij zei: "Dat is goed om te doen. Niet verstrikt raken in elektronische muziek als je fysica studeert." Hij begeleidde mij. Hij kwam naar me toe en bracht uren en uren met me door. Hij schreef een aanbevelingsbrief voor mij om aangenomen te worden voor de graduate school. Op de achtergrond: mijn fiets. Ik besef dat deze foto genomen is in de huiskamer van een vriend. Bob Moog kwam langs en droeg een hele stapel apparatuur om Greg Flint en mij hierover dingen te laten zien. We hebben het daar gehad over Fouriertransformaties, Besselfuncties, modulatietransferfuncties en meer van dit soort zaken. Het overlijden van Bob vorige zomer was een groot verlies voor ons allemaal. Elke muzikant is diep beïnvloed door Robert Moog. (Applaus) Ik zal gewoon vertellen wat ik zo ga doen. Wat ik ga doen -- Ik hoop dat je de vertekende sinus herkent, bijna een driehoekige golf op deze Hewlett-Packard oscilloscoop.
Oh, cool. I can get to this place over here, right? Kids. Kids is what I'm going to talk about -- is that okay? It says kids over here, that's what I'd like to talk about. I've decided that, for me at least, I don't have a big enough head. So I think locally and I act locally. I feel that the best way I can help out anything is to help out very, very locally. So Ph.D. this, and degree there, and the yadda yadda. I was talking about this stuff to some schoolteachers about a year ago. And one of them, several of them would come up to me and say, "Well, how come you ain't teaching?" And I said, "Well, I've taught graduate -- I've had graduate students, I've taught undergraduate classes." No, they said, "If you're so into kids and all this stuff, how come you ain't over here on the front lines? Put your money where you mouth is."
O cool. Ik kan bij dit plekje hier komen, toch? Kinderen is waar ik het over ga hebben -- is dat goed? Hier staat kinderen, daar zou ik het graag over willen hebben. Ik heb bepaald, voor mezelf in ieder geval, dat mijn hoofd niet groot genoeg is. Dus ik denk lokaal en ik handel lokaal. Volgens mij is de beste manier waarop ik kan helpen, erg, erg lokaal. Bijgevolg: doctoraat dit en diploma dat, en bla bla bla. Ik had het hierover met schooldocenten een jaar geleden. Meerderen van hen kwamen naar me toe en vroegen: "Hoe komt het dat je niet doceert?" En ik zei: "Nou, ik heb graduate -- Ik heb graduate-studenten gehad, ik heb undergraduate-klassen gedoceerd." "Nee," zeiden ze, "als je zo begaan bent met kinderen, waarom sta je dan niet hier in de frontlinie? Voeg het daad bij het woord."
Is true. Is true. I teach eighth-grade science four days a week. Not just showing up every now and then. No, no, no, no, no. I take attendance. I take lunch hour. (Applause) This is not -- no, no, no, this is not claps. I strongly suggest that this is a good thing for each of you to do. Not just show up to class every now and then. Teach a solid week. Okay, I'm teaching three-quarters time, but good enough. One of the things that I've done for my science students is to tell them, "Look, I'm going to teach you college-level physics. No calculus, I'll cut out that. You won't need to know trig. But you will need to know eighth-grade algebra, and we're going to do serious experiments. None of this open-to-chapter-seven-and-do-all-the-odd-problem-sets. We're going to be doing genuine physics." And that's one of the things I thought I'd do right now. (High-pitched tone)
Het is waar, het is waar. Ik geef vier dagen in de week les aan 14-jarigen. Niet zo nu en dan langs komen. Nee, nee, nee, nee, nee. Ik loop de presentielijst door, Ik lunch met ze. (Applaus) Dit is niet, nee, nee, nee, dit is niet om te klappen. Ik adviseer dat jullie dit ook doen, want dat is goed. Niet zo nu en dan naar de lessen gaan. Maar een volledige week doceren. Ok, ik doceer 75% van een week, maar dat is goed genoeg. Een van de dingen die ik voor mijn scholieren heb gedaan, is zeggen: "Luister, ik ga jullie fysica leren op universitair niveau. Geen analytische meetkunde, dat haal ik eruit. Je hoeft geen trigonometrie te kennen. Maar je zal wel basisalgebra moeten kennen. En we gaan serieuze experimenten doen. Geen "sla-hoofdstuk-zeven-open-en-doe-alle-oneven-opdrachten." We gaan echte natuurkunde doen. Dat is een van de dingen die ik nu ga doe. (Hoge toon)
Oh, before I even turn that on, one of the things that we did about three weeks ago in my class -- this is through the lens, and one of the things we used a lens for was to measure the speed of light. My students in El Cerrito -- with my help, of course, and with the help of a very beat up oscilloscope -- measured the speed of light. We were off by 25 percent. How many eighth graders do you know of who have measured the speed of light? In addition to that, we've measured the speed of sound. I'd love to measure the speed of light here. I was all set to do it and I was thinking, "Aw man," I was just going to impose upon the powers that be, and measure the speed of light. And I'm all set to do it. I'm all set to do it, but then it turns out that to set up here, you have like 10 minutes to set up! And there's no time to do it. So, next time, maybe, I'll measure the speed of light!
O, voordat ik dat aanzet, een van de dingen die we drie weken geleden hebben gedaan in mijn klas -- we gebruikten de lens voor het meten van de lichtsnelheid. Mijn studenten in El Cerrito -- met mijn hulp natuurlijk, en met de hulp van een brakke oscilloscoop -- hebben de snelheid van het licht gemeten. We zaten er 25 procent naast. Hoeveel 14-jarigen ken je die de snelheid van het licht hebben gemeten? Daarbij hebben we ook de snelheid van het geluid gemeten. Ik zou hier heel graag de snelheid van het licht meten. Ik was er al helemaal klaar voor. Ik dacht "Man, ik ben de machtigen gewoon de baas, en meet de snelheid van het licht. Ik was er al helemaal klaar voor, maar dan blijkt dat je maar tien minuten hebt om hier op te bouwen! Dus is de tijd te kort. Dus volgende keer zal ik misschien de snelheid van het licht meten.
But meanwhile, let's measure the speed of sound! Well, the obvious way to measure the speed of sound is to bounce sound off something and look at the echo. But, probably -- one of my students, Ariel [unclear], said, "Could we measure the speed of light using the wave equation?" And all of you know the wave equation is the frequency times the wavelength of any wave ... is a constant. When the frequency goes up, the wavelength comes down. Wavelength goes up, frequency goes down. So, if we have a wave here -- over here, that's what's interesting -- as the pitch goes up, things get closer, pitch goes down, things stretch out. Right? This is simple physics. All of you know this from eighth grade, remember? What they didn't tell you in physics -- in eighth-grade physics -- but they should have, and I wish they had, was that if you multiply the frequency times the wavelength of sound or light, you get a constant. And that constant is the speed of sound. So, in order to measure the speed of sound, all I've got to do is know its frequency. Well, that's easy. I've got a frequency counter right here. Set it up to around A, above A, above A. There's an A, more or less. Now, so I know the frequency. It's 1.76 kilohertz. I measure its wavelength. All I need now is to flip on another beam, and the bottom beam is me talking, right? So anytime I talk, you'd see it on the screen. I'll put it over here, and as I move this away from the source, you'll notice the spiral. The slinky moves. We're going through different nodes of the wave, coming out this way. Those of you who are physicists, I hear you rolling your eyes, but bear with me. (Laughter)
Maar ondertussen gaan we de snelheid van het geluid meten! De gebruikelijke manier om geluid te meten, is het ergens op te weerkaatsen en naar de echo kijken. Een van mijn studenten, Ariel, zei: "Kunnen we de snelheid van het licht meten aan de hand van de golfvergelijking?" Jullie weten allemaal wat de golfvergelijking is: de frequentie maal de golflengte van een golf ... is een constante. Wanneer de frequentie omhoog gaat, gaat de golflengte naar beneden. Wanneer de golflengte omhoog gaat, gaat de frequentie naar beneden. Dus als we een golf hebben -- daar, dat is interessant -- Als de toonhoogte omhoog gaat, gaan dingen dichter naar elkaar, toonhoogte gaat omlaag, en de dingen gaan uit elkaar. Toch? Dit is simpele natuurkunde. Dit weten jullie allemaal nog van toen je 14 was, toch? Wat ze je niet vertelden in natuurkunde voor 14-jarigen -- maar wat ze je hadden moeten vertellen -- en ik wou dat ze het gedaan hadden-- was dat als je de frequentie vermenigvuldigt met de golflengte van geluid of licht, je een constante krijgt. Die constante is de snelheid van het geluid. Om de snelheid van geluid te meten, heb ik alleen de frequentie nodig. Nou, dat is makkelijk. Ik heb een frequentieteller hier. Die ingesteld staat rond A boven A boven A. Dat is ongeveer een A. Dus ik ken de frequentie. Het is 1.76 kilohertz. Ik meet de golflengte. Ik hoef alleen nog maar een ander signaal aan te doen, en het onderste signaal is mijn stem. Dus wanneer ik praat, zie je dat op het scherm. Ik begin hier en wanneer ik me van de bron verwijder, zie je de spiraal. De slinky-achtige bewegingen. We gaan langs verschillende knooppunten van de golf, die deze kant op bewegen. Ik hoor de ogen van natuurkundigen onder jullie al rollen, maar heb even geduld. (Gelach)
To measure the wavelength, all I need to do is measure the distance from here -- one full wave -- over to here. From here to here is the wavelength of sound. So, I'll put a measuring tape here, measuring tape here, move it back over to here. I've moved the microphone 20 centimeters. 0.2 meters from here, back to here, 20 centimeters. OK, let's go back to Mr. Elmo. And we'll say the frequency is 1.76 kilohertz, or 1760. The wavelength was 0.2 meters. Let's figure out what this is. (Laughter) (Applause) 1.76 times 0.2 over here is 352 meters per second. If you look it up in the book, it's really 343. But, here with kludgy material, and lousy drink -- we've been able to measure the speed of sound to -- not bad. Pretty good.
Om de golflengte te meten, hoef ik alleen de afstand te meten van hier, een volle golf, tot hier. Van hier tot hier is de golflengte van het geluid. Dus ik plaats hier een meetlint, en hier, en verplaats dit naar hier. Ik heb de microfoon 20 centimeter verplaatst. 0.2 meter van hier tot hier, 20 centimeter van daar. Ok, we gaan weer terug naar de projector. We zeggen dat de frequentie 1.76 kilohertz is, of 1760. De golflengte was 0.2 meter. Laten we uitzoeken wat dat is. (Gelach) (Applaus) 1.76 maal 0.2 is 352 meter per seconde. Als je het opzoekt in het boek is het eigenlijk 343. Maar hier, met klunzig materiaal en vieze drank -- waren we in staat om de snelheid van geluid te meten tot -- Niet slecht. Best goed.
All of which comes to what I wanted to say. Go back to this picture of me a million years ago. It was 1971, the Vietnam War was going on, and I'm like, "Oh my God!" I'm studying physics: Landau, Lipschitz, Resnick and Halliday. I'm going home for a midterm. A riot's going on on campus. There's a riot! Hey, Elmo's done: off. There's a riot going on on campus, and the police are chasing me, right? I'm walking across campus. Cop comes and looks at me and says, "You! You're a student." Pulls out a gun. Goes boom! And a tear gas canister the size of a Pepsi can goes by my head. Whoosh! I get a breath of tear gas and I can't breathe. This cop comes after me with a rifle. He wants to clunk me over the head! I'm saying, "I got to clear out of here!" I go running across campus quick as I can. I duck into Hayes Hall. It's one of these bell-tower buildings. The cop's chasing me. Chasing me up the first floor, second floor, third floor. Chases me into this room. The entranceway to the bell tower. I slam the door behind me, climb up, go past this place where I see a pendulum ticking. And I'm thinking, "Oh yeah, the square root of the length is proportional to its period." (Laughter)
Dit leidt allemaal naar wat ik eigenlijk kwijt wil. We gaan terug naar deze foto van mij, een miljoen jaar geleden. Het was 1971, de Vietnamoorlog was bezig, en ik: "O mijn God!" Ik studeer natuurkunde: Landau, Lipschitz, Resnick en Halliday. Ik ga naar huis voor een tentamenweek. Er is een rel bezig op campus. Er is een rel! Hey, de projector is klaar. Uit. Er is een rel aan de gang op de campus, en de politie is mij aan het achtervolgen. Ik loop over de campus. Agent ziet me staan en zegt: "Jij! Jij bent student." Hij trekt een wapen. En schiet! Een traangasgranaat zo groot als een blik Pepsi schiet voorbij mijn hoofd. Whoosh! Ik krijg een hap traangas binnen en ik kan niet meer ademen. De agent komt me achterna met zijn geweer. Hij wil me voor de kop slaan! Ik zeg: "Ik moet hier weg!" Dus ik ren zo snel mogelijk dwars over de campus. Ik duik Hayes Hall in. Het is zo'n klokkentorengebouw. De agent achtervolgt me. Volgt me naar de eerste verdieping, tweede verdieping, derde verdieping. Jaagt me een kamer in. Het is de toegangsweg naar de klokkentoren. Ik ram de deur achter me dicht en klim omhoog, voorbij een plek waar ik een slinger zie zwaaien. Ik denk, o ja, de wortel van de lengte is evenredig aan de periode.
I keep climbing up, go back. I go to a place where a dowel splits off. There's a clock, clock, clock, clock. The time's going backwards because I'm inside of it. I'm thinking of Lorenz contractions and Einsteinian relativity. I climb up, and there's this place, way in the back, that you climb up this wooden ladder. I pop up the top, and there's a cupola. A dome, one of these ten-foot domes. I'm looking out and I'm seeing the cops bashing students' heads, shooting tear gas, and watching students throwing bricks. And I'm asking, "What am I doing here? Why am I here?" Then I remember what my English teacher in high school said. Namely, that when they cast bells, they write inscriptions on them. So, I wipe the pigeon manure off one of the bells, and I look at it. I'm asking myself, "Why am I here?"
Ik blijf omhoog klimmen, ga een stukje terug. Ik kom op een plek waar een plug zich afsplitst. Er is een klok, klok, klok, klok. De tijd gaat achteruit omdat ik er binnenin zit. Ik denk aan Lorentzcontractie en Einsteins relativiteit. Ik klim omhoog en er is een plekje helemaal achterin, waar je een houten ladder beklimt. Ik doe het luik open en er is een koepel. Een koepel, zo'n koepel van drie meter. Ik kijk naar buiten en ik zie agenten studenten in elkaar slaan, met traangas schieten, en zie studenten met stenen gooien. Ik vraag mezelf af: "Wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Dan herinner ik me wat mijn Engels leraar ooit zei op de middelbare school, namelijk, dat wanneer ze klokken gieten, ze er inscripties in schrijven. Dus wrijf ik de duivenpoep van een van de klokken en kijk ernaar. Ik vraag mezelf af: "Waarom ben ik hier?"
So, at this time, I'd like to tell you the words inscribed upon the Hayes Hall tower bells: "All truth is one. In this light, may science and religion endeavor here for the steady evolution of mankind, from darkness to light, from narrowness to broad-mindedness, from prejudice to tolerance. It is the voice of life, which calls us to come and learn." Thank you very much.
Ik vertel u graag wat er gegrift is in de klokken van de Hayes Hall klokkentoren: "Alle waarheid is een. Mogen wetenschap en religie, in het licht daarvan, streven naar de gestage evolutie van de mensheid, van duisternis naar licht, van bekrompenheid naar ruimdenkendheid, van vooroordelen naar tolerantie. Het is de stem van het leven die ons roept om te leren." Hartelijk bedankt.