When we talk about English, we often think of it as a single language but what do the dialects spoken in dozens of countries around the world have in common with each other, or with the writings of Chaucer? And how are any of them related to the strange words in Beowulf? The answer is that like most languages, English has evolved through generations of speakers, undergoing major changes over time. By undoing these changes, we can trace the language from the present day back to its ancient roots. While modern English shares many similar words with Latin-derived romance languages, like French and Spanish, most of those words were not originally part of it. Instead, they started coming into the language with the Norman invasion of England in 1066. When the French-speaking Normans conquered England and became its ruling class, they brought their speech with them, adding a massive amount of French and Latin vocabulary to the English language previously spoken there. Today, we call that language Old English. This is the language of Beowulf. It probably doesn't look very familiar, but it might be more recognizable if you know some German. That's because Old English belongs to the Germanic language family, first brought to the British Isles in the 5th and 6th centuries by the Angles, Saxons, and Jutes. The Germanic dialects they spoke would become known as Anglo-Saxon. Viking invaders in the 8th to 11th centuries added more borrowings from Old Norse into the mix. It may be hard to see the roots of modern English underneath all the words borrowed from French, Latin, Old Norse and other languages. But comparative linguistics can help us by focusing on grammatical structure, patterns of sound changes, and certain core vocabulary. For example, after the 6th century, German words starting with "p," systematically shifted to a "pf" sound while their Old English counterparts kept the "p" unchanged. In another split, words that have "sk" sounds in Swedish developed an "sh" sound in English. There are still some English words with "sk," like "skirt," and "skull," but they're direct borrowings from Old Norse that came after the "sk" to "sh" shift. These examples show us that just as the various Romance languages descended from Latin, English, Swedish, German, and many other languages descended from their own common ancestor known as Proto-Germanic spoken around 500 B.C.E. Because this historical language was never written down, we can only reconstruct it by comparing its descendants, which is possible thanks to the consistency of the changes. We can even use the same process to go back one step further, and trace the origins of Proto-Germanic to a language called Proto-Indo-European, spoken about 6000 years ago on the Pontic steppe in modern day Ukraine and Russia. This is the reconstructed ancestor of the Indo-European family that includes nearly all languages historically spoken in Europe, as well as large parts of Southern and Western Asia. And though it requires a bit more work, we can find the same systematic similarities, or correspondences, between related words in different Indo-European branches. Comparing English with Latin, we see that English has "t" where Latin has "d", and "f" where latin has "p" at the start of words. Some of English's more distant relatives include Hindi, Persian and the Celtic languages it displaced in what is now Britain. Proto-Indo-European itself descended from an even more ancient language, but unfortunately, this is as far back as historical and archeological evidence will allow us to go. Many mysteries remain just out of reach, such as whether there might be a link between Indo-European and other major language families, and the nature of the languages spoken in Europe prior to its arrival. But the amazing fact remains that nearly 3 billion people around the world, many of whom cannot understand each other, are nevertheless speaking the same words shaped by 6000 years of history.
Als we het over Engels hebben, denken we vaak dat het één taal is. Maar wat hebben de dialecten die in tientallen landen gesproken worden met elkaar gemeen, of met de boeken van Chaucer? Hoe verhouden die dialecten zich tot de vreemde woorden van Beowulf? Het antwoord is dat - net als de meeste talen - het Engels zich ontwikkeld heeft over generaties van sprekers en enorme veranderingen heeft doorgemaakt. Door deze veranderingen ongedaan te maken kunnen we de taal van nu herleiden tot haar oude wortels. Hoewel het moderne Engels veel gemeen heeft met Romaanse talen die van het Latijn afstammen, zoals Frans en Spaans, maakten veel van deze woorden er oorspronkelijk geen deel van uit. Deze kwamen pas in de taal met de Normandische invasie van Engeland in 1066. Toen de Franssprekende Normandiërs Engeland veroverden en de heersers werden, brachten zij hun taal mee en voegden ze een enorme hoeveelheid Franse en Latijnse woorden toe aan het Engels dat er eerder gesproken werd. Nu noemen we die taal Oud-Engels. Dit is de taal van Beowulf. Het lijkt misschien niet zo bekend, maar het is misschien beter te herkennen als je wat Duits kent. Dat komt omdat Oud-Engels tot de Duitse taalfamilie hoort, die in de 5e en 6e eeuw voor het eerst naar de Engelse eilanden gebracht werd door de Angelen, Saxen en de Juten. De Duitse dialecten die zij spraken, werden bekend als het Angelsaksisch. De invasie van Vikingen van de 8e tot de 11e eeuw brachten meer leenwoorden uit het Oud-Noors mee. Het is lastig om de wortels van het moderne Engels te zien tussen alle leenwoorden uit het Frans, Latijn, Oud-Noors en andere talen. Vergelijkende taalkunde kan helpen door op de grammaticale structuur te focussen, op patronen in klankverschuiving en op een bepaalde basiswoordenschat. Na de 6e eeuw bijvoorbeeld, veranderde de beginklank van Germaanse woorden van een 'p' in een 'pf', terwijl in hun Oud-Engelse tegenhangers de 'p' onveranderd bleef. In een andere splitsing ontwikkelden woorden met een 'sk'-klank in het Zweeds een 'sh'-klank in het Engels. Er zijn nog steeds een paar woorden in het Engels met 'sk' zoals 'skirt' en 'skull,' maar dit zijn directe leenwoorden uit het Oud-Noors, die na de 'sk'-'sh' verandering kwamen. Deze voorbeelden tonen aan dat net als de Romaanse talen die van het Latijn afstammen, het Engels, Zweeds, Duits en vele andere talen van hun eigen gemeenschappelijke voorvader afstammen, het Proto-Germaans dat rond 5000 v.Chr. gesproken werd. Deze historische taal werd nooit opgeschreven. We kunnen ze alleen reconstrueren door de afstammelingen te vergelijken, wat te danken is aan de consistentie van de veranderingen. We kunnen hetzelfde proces gebruiken om nog een stap verder te gaan en de oorsprong van het Proto-Germaans te herleiden tot het Proto-Indo-Europees, dat zo'n 6000 jaar geleden gesproken werd op de Pontische steppe in wat nu Oekraïne en Rusland is. Dit is de gereconstrueerde voorvader van de Indo-Europese familie die bijna alle talen omvat die in Europa gesproken werden en in grote delen van Zuid- en West-Azië. Hoewel het nog wat meer werk vereist, kunnen we dezelfde systematische gelijkenissen of overeenkomsten zien tussen verwante woorden in verschillende Indo-Europese takken. Als we Engels vergelijken met Latijn, dan zie we dat het Engels een 't' heeft waar het Latijn een 'd' heeft en een 'f' waar het Latijn een 'p' heeft aan het begin van een woord. Enkele verre verwanten van het Engels zijn Hindi, Perzisch en de Keltische talen die het verving in wat nu Groot-Brittannië is. Proto-Indo-Europees stamde zelf af van een nog oudere taal, maar zover gaan historische en archeologische bewijzen niet. Vele raadsels blijven buiten ons bereik zoals de link tussen Indo-Europees en andere grote taalfamilies en de aard van talen die in Europa gesproken werden voordat het Engels kwam. Het wonderbaarlijke feit blijft dat bijna 3 miljard mensen in de wereld, die elkaar vaak niet kunnen verstaan, en toch dezelfde woorden spreken die in 6000 jaar geschiedenis gevormd zijn.