There we were, souls and bodies packed into a Texas church on the last night of our lives. Packed into a room just like this, but with creaky wooden pews draped in worn-down red fabric, with an organ to my left and a choir at my back and a baptism pool built into the wall behind them. A room like this, nonetheless. With the same great feelings of suspense, the same deep hopes for salvation, the same sweat in the palms and the same people in the back not paying attention.
Daar waren we, zielen en lichamen opeengepakt in een Texaanse kerk op de laatste avond van ons leven. In een ruimte zoals deze, maar met krakende houten banken bekleed met versleten rode stof, met een orgel links van me en een koor achter me en een wijwaterbak gebouwd in muur achter hen. Niettemin, een ruimte als deze. Met dezelfde gespannen verwachting, dezelfde hoop op redding, dezelfde bezweette handpalmen, en dezelfde mensen achterin die niet opletten.
(Laughter)
(Gelach)
This was December 31, 1999, the night of the Second Coming of Christ, and the end of the world as I knew it. I had turned 12 that year and had reached the age of accountability. And once I stopped complaining about how unfair it was that Jesus would return as soon as I had to be accountable for all that I had done, I figured I had better get my house in order very quickly.
Dit was 31 december 1999, de nacht dat Christus zou wederkeren. Het einde van de wereld zoals ik die kende. Ik was dat jaar 12 geworden en was daarom nu verantwoordelijk voor mijn daden. Eenmaal gestopt met klagen over hoe unfair het was dat Jesus terugkwam net nu ik verantwoordelijk was geworden voor alles wat ik deed, vond ik dat ik maar beter snel orde op zaken kon stellen.
So I went to church as often as I could. I listened for silence as anxiously as one might listen for noise, trying to be sure that the Lord hadn't pulled a fast one on me and decided to come back early.
Dus ik ging naar de kerk zo vaak ik kon. Ik speurde naar stilte, zo gespannen als iemand die geluid probeert te horen, om zeker te gaan dat de Heer niet bij wijze van verrassingstactiek had besloten eerder terug te keren.
And just in case he did, I built a backup plan, by reading the "Left Behind" books that were all the rage at the time. And I found in their pages that if I was not taken in the rapture at midnight, I had another shot. All I had to do was avoid taking the mark of the beast, fight off demons, plagues and the Antichrist himself. It would be hard --
En voor het geval hij dat deed organiseerde ik een noodplan door de 'Left Behind'-boeken te lezen die toentertijd zo populair waren. Daarin las ik dat als ik om middernacht niet was opgenomen in de hemel, ik nog een kans had. Ik hoefde alleen maar het teken van het Beest te vermijden, te worstelen met demonen, plagen en de Antichrist zelf. Geen makkelijke klus --
(Laughter)
(Gelach)
but I knew I could do it.
maar ik wist dat ik het kon.
(Laughter)
(Gelach)
But planning time was over now. It was 11:50pm. We had 10 minutes left, and my pastor called us out of the pews and down to the altar because he wanted to be praying when midnight struck. So every faction of the congregation took its place. The choir stayed in the choir stand, the deacons and their wives -- or the Baptist Bourgeoisie as I like to call them --
Maar de tijd van plannen was voorbij. Het was nog tien minuten tot middernacht en mijn pastoor riep ons bijeen voor het altaar, want hij wilde aan het bidden zijn wanneer de klok sloeg. Dus namen alle facties van de congregatie hun plaats in. Het koor bleef in de koorbak, de diakenen en hun vrouwen -- wat ik noem de Baptistische Bourgeoisie --
(Laughter)
(Gelach)
took first position in front of the altar. You see, in America, even the Second Coming of Christ has a VIP section.
gingen vooraan bij het altaar staan. Zie je, in Amerika heeft zelfs de terugkeer van Christus een VIP-sectie.
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
And right behind the Baptist Bourgeoisie were the elderly -- these men and women whose young backs had been bent under hot suns in the cotton fields of East Texas, and whose skin seemed to be burnt a creaseless noble brown, just like the clay of East Texas, and whose hopes and dreams for what life might become outside of East Texas had sometimes been bent and broken even further than their backs.
Vlak achter de Baptistische Bourgeoisie had je de ouderen -- de mannen en vrouwen wier jonge ruggen gebogen hadden gestaan in de hete zon van de katoenvelden van Oost-Texas, en wier huid verschroeid leek tot een rimpelloos nobel bruin, net als de klei van Oost-Texas, en wier hoop en aspiraties voor een leven buiten Oost-Texas soms nog verder gebogen en gebroken waren dan hun ruggen.
Yes, these men and women were the stars of the show for me. They had waited their whole lives for this moment, just as their medieval predecessors had longed for the end of the world, and just as my grandmother waited for the Oprah Winfrey Show to come on Channel 8 every day at 4 o'clock. And as she made her way to the altar, I snuck right in behind her, because I knew for sure that my grandmother was going to heaven. And I thought that if I held on to her hand during this prayer, I might go right on with her.
Deze mannen en vrouwen waren voor mij de sterren van de show. Hun hele leven hadden ze gewacht op dit moment, net als hun middeleeuwse voorvaderen hadden verlangd naar het einde der tijden, en net als mijn oma dagelijks wachtte op de Oprah Winfrey Show die om 4 uur begon op tv. Toen zij zich richting altaar bewoog, volgde ik in haar kielzog, want ik wist zeker dat mijn oma naar de hemel ging. Ik dacht dat als ik haar hand zou vasthouden tijdens dit gebed, ik wellicht met haar mee zou gaan.
So I held on and I closed my eyes to listen, to wait. And the prayers got louder. And the shouts of response to the call of the prayer went up higher even still. And the organ rolled on in to add the dirge. And the heat came on to add to the sweat. And my hand gripped firmer, so I wouldn't be the one left in the field. My eyes clenched tighter so I wouldn't see the wheat being separated from the chaff. And then a voice rang out above us: "Amen."
Dus ik klampte me vast en sloot mijn ogen om te luisteren, te wachten. De gebeden werden luider. De kreten uit de zaal als respons op de gebeden zwollen nóg luider aan. Rollende orgelklanken droegen de klaagzang en de hitte droeg bij aan het zweet. Mijn greep verstevigde zich zodat ik niet zou achterblijven. Mijn ogen knepen steviger dicht zodat ik niet zou zien hoe koren en kaf gescheiden werden. En toen klonk een stem boven ons: "Amen".
It was over. I looked at the clock. It was after midnight. I looked at the elder believers whose savior had not come, who were too proud to show any signs of disappointment, who had believed too much and for too long to start doubting now. But I was upset on their behalf. They had been duped, hoodwinked, bamboozled, and I had gone right along with them. I had prayed their prayers, I had yielded not to temptation as best I could. I had dipped my head not once, but twice in that snot-inducing baptism pool. I had believed. Now what?
Het was voorbij. Ik keek op de klok. Het was na middernacht. Ik keek naar de oudere gelovigen wiens redder niet was gekomen, die te trots waren om teleurstelling te tonen, die te zeer en te lang hadden geloofd om nu te beginnen twijfelen. Maar ik was ontdaan in hun plaats. Ze waren bedrogen, beduveld, gefopt, en ik was er met hen ingetuind. Ik had hun gebeden gezegd, ik had niet gezondigd, zo goed ik kon. Ik had mijn hoofd niet één maar twee keer ondergedompeld in die snot-veroorzakende doopbak. Ik had geloofd. Wat nu?
I got home just in time to turn on the television and watch Peter Jennings announce the new millennium as it rolled in around the world. It struck me that it would have been strange anyway, for Jesus to come back again and again based on the different time zones.
Ik kwam net op tijd thuis om op tv te zien hoe Peter Jennings het nieuwe millennium inluidde dat de wereld rond begon. En het daagde me dat het toch vreemd was geweest als Jezus telkens opnieuw verschenen was in de verschillende tijdzones.
(Laughter)
(Gelach) (Applaus)
And this made me feel even more ridiculous -- hurt, really. But there on that night, I did not stop believing. I just believed a new thing: that it was possible not to believe. It was possible the answers I had were wrong, that the questions themselves were wrong. And now, where there was once a mountain of certitude, there was, running right down to its foundation, a spring of doubt, a spring that promised rivers.
Daardoor voelde ik me nóg belachelijker -- deed pijn, echt. Maar die nacht stopte ik niet met geloven. Ik geloofde iets nieuws: dat het mogelijk was níet te geloven. Het was mogelijk dat mijn antwoorden niet klopten, dat zelfs de vragen niet klopten. Op de plek waar eens mijn rotsvaste geloof stond, sijpelde nu uit een verse bron een stroompje van twijfel dat een rivier beloofde te worden.
I can trace the whole drama of my life back to that night in that church when my savior did not come for me; when the thing I believed most certainly turned out to be, if not a lie, then not quite the truth. And even though most of you prepared for Y2K in a very different way, I'm convinced that you are here because some part of you has done the same thing that I have done since the dawn of this new century, since my mother left and my father stayed away and my Lord refused to come. And I held out my hand, reaching for something to believe in.
Ik kan het hele drama van mijn leven terugleiden naar die nacht in de kerk, toen mijn redder niet verscheen; toen hetgeen ik zo rotsvast geloofde, zo niet een leugen, dan toch niet geheel waar bleek te zijn. Hoewel de meesten van jullie zich heel anders op 'Y2K' voorbereidden, weet ik zeker dat jullie hier zitten omdat een deel van jou hetzelfde heeft gedaan als ik sinds het gloren van deze nieuwe eeuw. Sinds mijn moeder vertrok en mijn vader wegbleef, en mijn Heer niet wilde komen. Ik strekte mijn hand uit, naar iets om in te geloven.
I held on when I arrived at Yale at 18, with the faith that my journey from Oak Cliff, Texas was a chance to leave behind all the challenges I had known, the broken dreams and broken bodies I had seen. But when I found myself back home one winter break, with my face planted in the floor, my hands tied behind my back and a burglar's gun pressed to my head, I knew that even the best education couldn't save me.
Ik bleef dat doen toen ik als 18-jarige op Yale arriveerde, met het geloof dat mijn reis vanuit Oak Cliff, Texas een kans was om alle beproevingen achter me te laten, de gebroken dromen en gebroken lichamen die ik gezien had. Maar toen ik -- thuis tijdens een kerstvakantie -- met mijn gezicht op de grond geduwd lag, handen achter mijn rug gebonden en het wapen van een inbreker tegen mijn hoofd, wist ik dat zelfs de beste opleiding me niet kon redden.
I held on when I showed up at Lehman Brothers as an intern in 2008.
Ik bleef me vastklampen toen ik bij Lehman Brothers begon als stagiaire, in 2008.
(Laughter)
(Gelach)
So hopeful --
Zo vol hoop ...
(Laughter)
(Gelach)
that I called home to inform my family that we'd never be poor again.
dat ik naar huis belde om mijn familie mede te delen dat we nooit meer arm zouden zijn.
(Laughter)
(Gelach)
But as I witnessed this temple of finance come crashing down before my eyes, I knew that even the best job couldn't save me.
Maar toen ik deze financiële tempel voor mijn ogen zag ineenstorten, wist ik dat zelfs de beste baan me niet kon redden.
I held on when I showed up in Washington DC as a young staffer, who had heard a voice call out from Illinois, saying, "It's been a long time coming, but in this election, change has come to America." But as the Congress ground to a halt and the country ripped at the seams and hope and change began to feel like a cruel joke, I knew that even the political second coming could not save me.
Ik bleef me vastklampen als campagnemedewerker in Washington, die een stem uit Illinois had horen roepen: "We hebben lang moeten wachten, maar deze verkiezing waait er een frisse bries door Amerika." Maar toen het Congres vastliep en het land in tweeën scheurde, en hoop en verandering een wrede grap gingen lijken, wist ik dat zelfs onze politieke messias mij niet kon redden.
I had knelt faithfully at the altar of the American Dream, praying to the gods of my time of success, and money, and power. But over and over again, midnight struck, and I opened my eyes to see that all of these gods were dead.
Ik had braaf geknield voor het altaar van de Amerikaanse droom en gebeden tot de goden van mijn tijd: van succes, en geld en macht. Maar steeds opnieuw ving ik bot, en ik opende mijn ogen en zag dat al deze goden dood waren.
And from that graveyard, I began the search once more, not because I was brave, but because I knew that I would either believe or I would die.
Vanaf dat kerkhof begon ik opnieuw te zoeken, niet omdat ik moedig was, maar omdat ik wist dat ik ofwel zou geloven of ik zou sterven.
So I took a pilgrimage to yet another mecca, Harvard Business School --
Dus begon ik een bedevaart naar weer een ander Mecca, Harvard Business School --
(Laughter)
(Gelach)
this time, knowing that I could not simply accept the salvation that it claimed to offer. No, I knew there'd be more work to do.
en deze keer wist ik dat ik niet zomaar de redding kon accepteren die men daar zei te bieden. Ik wist dat er meer werk te doen was.
The work began in the dark corner of a crowded party, in the late night of an early, miserable Cambridge winter, when three friends and I asked a question that young folks searching for something real have asked for a very long time: "What if we took a road trip?"
Het werk begon in een donkere hoek van een druk feestje, laat op een gure winteravond in Cambridge, waar drie vrienden en ik een vraag stelden die jongelui op zoek naar iets echts al heel lang stellen: "Zullen we een 'roadtrip' maken?"
(Laughter)
(Gelach)
We didn't know where'd we go or how we'd get there, but we knew we had to do it. Because all our lives we yearned, as Jack Kerouac wrote, to "sneak out into the night and disappear somewhere," and go find out what everybody was doing all over the country. So even though there were other voices who said that the risk was too great and the proof too thin, we went on anyhow.
We wisten niet waarheen, of hoe we er zouden komen, maar we wisten dat het moest. Want ons hele leven verlangden we, zoals Jack Kerouac beschreef, ernaar om "de nacht in te glippen en ergens te verdwijnen", en te zien waar iedereen mee bezig was in het hele land. Dus ondanks de stemmen die zeiden dat het risico te groot was en het bewijs te mager, vertrokken we toch.
We went on 8,000 miles across America in the summer of 2013, through the cow pastures of Montana, through the desolation of Detroit, through the swamps of New Orleans, where we found and worked with men and women who were building small businesses that made purpose their bottom line. And having been trained at the West Point of capitalism, this struck us as a revolutionary idea.
We reden 13.000 km door Amerika in de zomer van 2013, door de koeienweiden van Montana, de troosteloosheid van Detroit, door de moerassen van New Orleans, waar we samenwerkten met mannen en vrouwen die kleine bedrijfjes startten met als doel het nut van de gemeenschap. Na onze opleiding in het commandocentrum van het kapitalisme, vonden we dit een revolutionair idee.
(Laughter)
(Gelach)
And this idea spread, growing into a nonprofit called MBAs Across America, a movement that landed me here on this stage today. It spread because we found a great hunger in our generation for purpose, for meaning. It spread because we found countless entrepreneurs in the nooks and crannies of America who were creating jobs and changing lives and who needed a little help.
Dit idee verspreidde zich en groeide uit tot de nonprofit 'MBA's Across America', een beweging die me op dit podium deed belanden. Het verspreidde zich omdat we een grote honger troffen in onze generatie naar zingeving, naar betekenis. Het verspreidde zich omdat we talloze ondernemers vonden in alle uithoeken van Amerika die banen creëerden en levens veranderden en die wat hulp konden gebruiken.
But if I'm being honest, it also spread because I fought to spread it. There was no length to which I would not go to preach this gospel, to get more people to believe that we could bind the wounds of a broken country, one social business at a time. But it was this journey of evangelism that led me to the rather different gospel that I've come to share with you today.
Maar eerlijk gezegd verspreidde het zich ook omdat ik ervoor streed. Niets ging me te ver om dit evangelie te verspreiden, om meer mensen te laten geloven dat we de wonden van een gebroken natie bedrijfje voor bedrijfje konden helen. Maar deze reis van evangelisme leidde me naar het nogal afwijkende evangelie dat ik vandaag met jullie wil delen.
It began one evening almost a year ago at the Museum of Natural History in New York City, at a gala for alumni of Harvard Business School. Under a full-size replica of a whale, I sat with the titans of our time as they celebrated their peers and their good deeds. There was pride in a room where net worth and assets under management surpassed half a trillion dollars. We looked over all that we had made, and it was good.
Het begon bijna een jaar geleden in het 'Museum of Natural History' in New York, op een gala voor alumni van Harvard Business School. Onder een levensgrote replica van een walvis zat ik tussen onze hedendaagse titanen tijdens een lofzang op elkaar en ieders goede daden. Trots vulde deze ruimte, waar persoonlijk vermogen en activa onder beheer meer dan een half biljoen bedroegen. We keken uit over onze verdiensten en zagen dat het goed was.
(Laughter)
(Gelach)
But it just so happened, two days later, I had to travel up the road to Harlem, where I found myself sitting in an urban farm that had once been a vacant lot, listening to a man named Tony tell me of the kids that showed up there every day. All of them lived below the poverty line. Many of them carried all of their belongings in a backpack to avoid losing them in a homeless shelter. Some of them came to Tony's program, called Harlem Grown, to get the only meal they had each day. Tony told me that he started Harlem Grown with money from his pension, after 20 years as a cab driver. He told me that he didn't give himself a salary, because despite success, the program struggled for resources. He told me that he would take any help that he could get. And I was there as that help.
Maar nu wilde het toeval dat ik twee dagen later een eindje verderop in Harlem moest zijn, in een stadsmoestuin, aangelegd op een leegstaand stuk grond. Ik zat er te luisteren naar Tony, die me vertelde over de kinderen die daar elke dag heen kwamen. Allemaal leefden ze onder de armoedegrens. Velen droegen al hun eigendommen met zich mee in een rugzak, zodat ze die niet zouden verliezen in een nachtopvang. Sommigen kwamen naar Tony's programma, genaamd 'Harlem Grown', voor hun enige dagelijkse maaltijd. Tony vertelde me dat hij Harlem Grown gestart was met geld van zijn pensioen, na 20 jaar dienst als taxichauffeur. Hij vertelde me dat hij zichzelf geen salaris gaf, omdat ondanks alle succes het programma middelen tekort kwam. Hij vertelde me dat alle hulp welkom was. Ik was daar als die hulp.
But as I left Tony, I felt the sting and salt of tears welling up in my eyes. I felt the weight of revelation that I could sit in one room on one night, where a few hundred people had half a trillion dollars, and another room, two days later, just 50 blocks up the road, where a man was going without a salary to get a child her only meal of the day.
Het afscheid nemen van Tony ging gepaard met tranen die in mijn ogen prikten. Ik voelde het gewicht van de openbaring dat ik op één avond in een ruimte kon zitten waar een paar honderd mensen een half biljoen bezaten, en in een andere ruimte, twee dagen later, slechts vijftig huizenblokken verderop, waar een man zonder salaris werkte om een kind haar enige maaltijd van de dag te bezorgen.
And it wasn't the glaring inequality that made me want to cry, it wasn't the thought of hungry, homeless kids, it wasn't rage toward the one percent or pity toward the 99. No, I was disturbed because I had finally realized that I was the dialysis for a country that needed a kidney transplant. I realized that my story stood in for all those who were expected to pick themselves up by their bootstraps, even if they didn't have any boots; that my organization stood in for all the structural, systemic help that never went to Harlem or Appalachia or the Lower 9th Ward; that my voice stood in for all those voices that seemed too unlearned, too unwashed, too unaccommodated.
En het was niet de schrille ongelijkheid die me tot tranen bracht, niet de gedachte aan hongerige zwerfkinderen, niet woede richting de 1 procent of medelijden met de 99. Nee, ik was ontregeld omdat ik eindelijk besefte dat ik de dialyse was voor een land dat eigenlijk een niertransplantatie nodig had. Ik besefte dat mijn verhaal model stond voor al diegenen die geacht werden zichzelf aan hun veters op te trekken ook al hadden ze niet eens schoenen; dat mijn organisatie stond voor alle structurele, systematische hulp die nooit naar Harlem ging of Appalachia of [New Orleans]; dat mijn stem stond voor al die stemmen die te ongeletterd leken, te ongewassen, te ongehuisvest.
And the shame of that, that shame washed over me like the shame of sitting in front of the television, watching Peter Jennings announce the new millennium again and again and again. I had been duped, hoodwinked, bamboozled. But this time, the false savior was me.
En de schaamte hierover, die schaamte spoelde over me als de schaamte van het zitten voor een tv-scherm waarop Peter Jennings het nieuwe millenium aankondigt, keer, op keer, op keer. Ik was bedrogen, beduveld, gefopt. Maar deze keer was ikzelf de valse messias.
You see, I've come a long way from that altar on the night I thought the world would end, from a world where people spoke in tongues and saw suffering as a necessary act of God and took a text to be infallible truth. Yes, I've come so far that I'm right back where I started.
Het ligt ver achter me, dat altaar op die nacht dat de wereld zou vergaan, een wereld waarin mensen in tongen spraken en lijden zagen als Goddelijke noodzaak en een tekst als onfeilbare waarheid. Ik ben zover gekomen ... dat ik weer terug ben waar ik begon.
Because it simply is not true to say that we live in an age of disbelief -- no, we believe today just as much as any time that came before. Some of us may believe in the prophecy of Brené Brown or Tony Robbins. We may believe in the bible of The New Yorker or the Harvard Business Review. We may believe most deeply when we worship right here at the church of TED, but we desperately want to believe, we need to believe. We speak in the tongues of charismatic leaders that promise to solve all our problems. We see suffering as a necessary act of the capitalism that is our god, we take the text of technological progress to be infallible truth. And we hardly realize the human price we pay when we fail to question one brick, because we fear it might shake our whole foundation.
Want het is simpelweg niet waar dat we leven in een ongelovige wereld -- nee, vandaag geloven we net zozeer als ooit tevoren. Sommigen geloven in de profetie van Brené Brown of Tony Robbins. We geloven de bijbel van The New Yorker of de Harvard Business Review. We geloven wellicht het vurigst tijdens een dienst in de kerk van TED, maar we willen per se geloven, we móeten geloven. We spreken in de tongen van charismatische leiders die al onze problemen gaan oplossen. We zien lijden als een noodzaak voor onze god: het kapitalisme. We nemen de tekst van technologische vooruitgang als onfeilbare waarheid. En we beseffen nauwelijks welke menselijke prijs we betalen als we nalaten om één steen te betwijfelen omdat we vrezen dat dit onze fundering zal doen schudden.
But if you are disturbed by the unconscionable things that we have come to accept, then it must be questioning time. So I have not a gospel of disruption or innovation or a triple bottom line. I do not have a gospel of faith to share with you today, in fact. I have and I offer a gospel of doubt. The gospel of doubt does not ask that you stop believing, it asks that you believe a new thing: that it is possible not to believe. It is possible the answers we have are wrong, it is possible the questions themselves are wrong. Yes, the gospel of doubt means that it is possible that we, on this stage, in this room, are wrong. Because it raises the question, "Why?" With all the power that we hold in our hands, why are people still suffering so bad?
Maar als je verontrust bent door de onbestaanbare dingen die we zijn gaan accepteren, dan moet het tijd zijn voor harde vragen. Ik heb geen evangelie van ontwrichting of innovatie of duurzame bedrijfsvoering. In feite heb ik geen evangelie van geloof voor jullie vandaag. Ik heb en ik bied een evangelie van twijfel. Het evangelie van twijfel vereist niet dat je stopt met geloven, maar dat je iets nieuws gelooft: dat het mogelijk is om níet te geloven. Het is mogelijk dat onze antwoorden niet kloppen, dat zelfs de vragen verkeerd zijn. Het evangelie van twijfel betekent dat het mogelijk is dat wij, op dit podium, in deze ruimte, het mis hebben. Want het stelt de vraag: "Waarom?" Hoe kunnen -- ondanks alle macht die wij bezitten -- er nog steeds mensen zo lijden?
This doubt leads me to share that we are putting my organization, MBAs Across America, out of business. We have shed our staff and closed our doors and we will share our model freely with anyone who sees their power to do this work without waiting for our permission. This doubt compels me to renounce the role of savior that some have placed on me, because our time is too short and our odds are too long to wait for second comings, when the truth is that there will be no miracles here.
Deze twijfel doet mij aankondigen dat we mijn organisatie MBA's Across America, opheffen. We hebben onze staf laten gaan en onze deuren gesloten en we zullen ons model vrij delen met eenieder die zich geroepen voelt dit werk te doen zonder op onze goedkeuring te wachten. Deze twijfel noopt me om de reddersrol af te wijzen die sommigen mij toebedeelden, want onze tijd is te kort en onze kansen te gering om op een messias te wachten, als de waarheid is dat er geen wonderen gaan zijn.
And this doubt, it fuels me, it gives me hope that when our troubles overwhelm us, when the paths laid out for us seem to lead to our demise, when our healers bring no comfort to our wounds, it will not be our blind faith -- no, it will be our humble doubt that shines a little light into the darkness of our lives and of our world and lets us raise our voice to whisper or to shout or to say simply, very simply, "There must be another way."
En deze twijfel voedt me, geeft me hoop dat als moeilijkheden ons overweldigen, als het pad dat voor ons ligt naar onze ondergang lijkt te leiden, als onze helers onze wonden niet verzachten, het niet ons blinde geloof zal zijn -- nee, het zal onze nederige twijfel zijn die wat licht zal doen schijnen in de duisternis van onze levens en van onze wereld, en waardoor wij fluisteren of roepen of heel eenvoudig zullen zeggen: "Het moet anders kunnen."
Thank you.
Dank je wel.
(Applause)
(Applaus)