What I'd like to start off with is an observation, which is that if I've learned anything over the last year, it's that the supreme irony of publishing a book about slowness is that you have to go around promoting it really fast. I seem to spend most of my time these days zipping from city to city, studio to studio, interview to interview, serving up the book in really tiny bite-size chunks. Because everyone these days wants to know how to slow down, but they want to know how to slow down really quickly. So ... so I did a spot on CNN the other day where I actually spent more time in makeup than I did talking on air. And I think that -- that's not really surprising though, is it? Because that's kind of the world that we live in now, a world stuck in fast-forward.
Waar ik graag mee zou willen beginnen is een observatie, en die is dat als ik iets geleerd heb gedurende het afgelopen jaar, het zo is dat de geweldige ironie van het publiceren van een boek over traagheid is dat je erg snel moet rondtoeren om het te promoten. Het lijkt erop dat ik op dit moment het meeste tijd besteed aan me te haasten van stad naar stad, van studio naar studio, van interview naar interview, het boek voorstellend in werkelijk minieme hapklare blokjes. Want iedereen wil tegenwoordig weten hoe langzamer te leven maar ze willen erg snel weten hoe te vertragen. Dus ... dus onlangs deed ik een spot op CNN waar ik meer tijd besteedde in make-up dan praten in de show. En ik denk dat -- dat is niet echt verwonderlijk, niet? Want dat is het soort van wereld waarin we -- we nu leven, een wereld die vast zit in 'vooruitspoelen'.
A world obsessed with speed, with doing everything faster, with cramming more and more into less and less time. Every moment of the day feels like a race against the clock. To borrow a phrase from Carrie Fisher, which is in my bio there; I'll just toss it out again -- "These days even instant gratification takes too long." (Laughter) And if you think about how we to try to make things better, what do we do? No, we speed them up, don't we? So we used to dial; now we speed dial. We used to read; now we speed read. We used to walk; now we speed walk. And of course, we used to date and now we speed date. And even things that are by their very nature slow -- we try and speed them up too. So I was in New York recently, and I walked past a gym that had an advertisement in the window for a new course, a new evening course. And it was for, you guessed it, speed yoga. So this -- the perfect solution for time-starved professionals who want to, you know, salute the sun, but only want to give over about 20 minutes to it. I mean, these are sort of the extreme examples, and they're amusing and good to laugh at.
Een wereld geobsedeerd door snelheid, geobsedeerd door alles sneller doen, door steeds meer steken in steeds minder tijd. Ieder moment van de dag voelt als een race tegen de klok. Om een uitdrukking te lenen van Carrie Fisher, welke -- staat in mijn bio daar, Ik zal het even terug laten zien -- "Dezer dagen duurt zelfs ogenblikkelijke bevrediging te lang." En als je denkt over hoe we proberen om dingen beter te maken, wat doen we? Nee, we versnellen ze, niet? Vroeger toetsten we; nu sneltoetsen we. Vroeger lazen we; nu doen we aan snellezen. Vroeger wandelden we; nu doen we aan snelwandelen. En natuurlijk, vroeger deden we aan daten en nu doen we aan speed-dating. En zelfs dingen die van nature erg traag zijn -- we proberen en versnellen ze ook. Dus -- Dus ik was recent in New York, en ik wandelde voorbij een gym die reclame in het raam had hangen voor een nieuwe cursus, een nieuwe avondcursus. En het was voor, u raadt het al, speed-yoga. Dus dit -- de perfecte oplossing voor professionals in tijdsnood die, u weet wel, de zon willen groeten, maar hier slechts 20 minuten aan willen spenderen. Ik bedoel, dit zijn de extreme voorbeelden, en ze zijn amusant en goed om eens mee te lachen.
But there's a very serious point, and I think that in the headlong dash of daily life, we often lose sight of the damage that this roadrunner form of living does to us. We're so marinated in the culture of speed that we almost fail to notice the toll it takes on every aspect of our lives -- on our health, our diet, our work, our relationships, the environment and our community. And sometimes it takes a wake-up call, doesn't it, to alert us to the fact that we're hurrying through our lives, instead of actually living them; that we're living the fast life, instead of the good life. And I think for many people, that wake-up call takes the form of an illness. You know, a burnout, or eventually the body says, "I can't take it anymore," and throws in the towel. Or maybe a relationship goes up in smoke because we haven't had the time, or the patience, or the tranquility, to be with the other person, to listen to them.
Maar het is een erg serieuze kwestie, en ik denk dat in het onbesuisde gehol van het dagelijkse leven, we vaak de schade uit het oog verliezen die deze snelheidsduivel-vorm van leven bij ons aanricht. We zijn zo gemarineerd in de cultuur van snelheid dat we haast niet slagen om ons gewaar te worden van de tol die dit eist op elk aspect van ons leven. Op onze gezondheid, ons dieet, ons werk, onze relaties, de omgeving en onze gemeenschap. En soms is er een -- een openbaring nodig, niet? om -- ons alert te maken op het feit dat we ons haasten door onze levens, in plaats van ze werkelijk te leven; dat we het snelle leven leven, in plaast van het goede leven. En ik denk dat voor vele mensen, die openbaring de vorm van een ziekte aanneemt. U weet wel, een burn-out, of uiteindelijk het lichaam dat zegt, "ik kan het niet meer aan," en het gooit de handdoek in de ring. Of misschien een relatie die in rook opgaat want we hebben niet de tijd gehad, of het geduld, of de kalmte, om met de andere persoon te zijn, om naar ze te luisteren.
And my wake-up call came when I started reading bedtime stories to my son, and I found that at the end of day, I would go into his room and I just couldn't slow down -- you know, I'd be speed reading "The Cat In The Hat." I'd be -- you know, I'd be skipping lines here, paragraphs there, sometimes a whole page, and of course, my little boy knew the book inside out, so we would quarrel. And what should have been the most relaxing, the most intimate, the most tender moment of the day, when a dad sits down to read to his son, became instead this kind of gladiatorial battle of wills, a clash between my speed and his slowness. And this went on for some time, until I caught myself scanning a newspaper article with timesaving tips for fast people. And one of them made reference to a series of books called "The One-Minute Bedtime Story." And I wince saying those words now, but my first reaction at the time was very different. My first reflex was to say, "Hallelujah -- what a great idea! This is exactly what I'm looking for to speed up bedtime even more." But thankfully, a light bulb went on over my head, and my next reaction was very different, and I took a step back, and I thought, "Whoa -- you know, has it really come to this? Am I really in such a hurry that I'm prepared to fob off my son with a sound byte at the end of the day?" And I put away the newspaper -- and I was getting on a plane -- and I sat there, and I did something I hadn't done for a long time -- which is I did nothing. I just thought, and I thought long and hard. And by the time I got off that plane, I'd decided I wanted to do something about it. I wanted to investigate this whole roadrunner culture, and what it was doing to me and to everyone else.
En mijn eigen openbaring kwam toen ik begon met het lezen van bedverhalen aan mijn zoon, en ik ontdekte dat op het einde van de dag, ik binnenging in zijn kamer, en ik kon niet vertragen -- weet u wel, ik zou "De kat in de hoed" snellezen. Ik zou -- u weet wel, ik zou hier en daar zinnen, paragrafen en soms hele bladzijden overslaan. En natuurlijk, mijn zoon kende het boek van binnen en van buiten, dus ruzieden we hierover. En wat het meest ontspannende, het intiemste, het meest liefkozend moment van de dag zou moeten zijn, wanneer een vader neerzit om voor te lezen voor zijn zoon, werd in plaats hiervan een soort van gladiatoren-gevecht der willen; een botsing tussen zijn snelheid en mijn -- of eerder, mijn snelheid en zijn traagheid. En dit zette zich een tijdje voort, totdat ik mezelf betrapte op het scannen van een krantenartrikel met tijdbesparende tips voor snelle mensen. En één van hen refereerde naar een boekenserie genaamd "Het bedverhaal van één minuut." En ik -- Ik huiver wanneer ik die woorden nu zeg, maar mijn eerste reactie indertijd was heel anders. Mijn eerste reflex was, "Halleluja -- wat een geweldig idee! Dit is exact wat ik zoek om het slapengaan nog te versnellen." Maar gelukkig, ging er een lichtje branden in mijn hoofd, en mijn volgende reactie was heel anders, en ik nam een stap terug, en ik dacht, Ho even, is het echt zo erg? Ben ik werkelijk zo gehaast dat ik bereid ben om mijn zoon af te schepen met een paar citaten aan het einde van de dag?" En ik -- ik stopte de krant weg -- en ik stapte op een vliegtuig -- en ik zat daar, en ik deed iets wat ik lange tijd niet meer gedaan had -- ik deed niets. Ik dacht enkel nog na, en ik dacht lang en diep. En tegen de tijd dat ik van het vliegtuig stapte, had ik besloten dat ik er iets aan wilde doen. Ik wilde deze hele snelheidsduivel-cultuur onderzoeken, en wat het deed met mij en met alle anderen. En ik --
And I had two questions in my head. The first was, how did we get so fast? And the second is, is it possible, or even desirable, to slow down? Now, if you think about how our world got so accelerated, the usual suspects rear their heads. You think of, you know, urbanization, consumerism, the workplace, technology. But I think if you cut through those forces, you get to what might be the deeper driver, the nub of the question, which is how we think about time itself. In other cultures, time is cyclical. It's seen as moving in great, unhurried circles. It's always renewing and refreshing itself. Whereas in the West, time is linear. It's a finite resource; it's always draining away. You either use it, or lose it. "Time is money," as Benjamin Franklin said. And I think what that does to us psychologically is it creates an equation. Time is scarce, so what do we do? Well -- well, we speed up, don't we? We try and do more and more with less and less time. We turn every moment of every day into a race to the finish line -- a finish line, incidentally, that we never reach, but a finish line nonetheless. And I guess that the question is, is it possible to break free from that mindset? And thankfully, the answer is yes, because what I discovered, when I began looking around, that there is a global backlash against this culture that tells us that faster is always better, and that busier is best.
En ik had twee vragen in mijn hoofd. De eerste was, hoe zijn we zo snel geworden? En de tweede is, is het mogelijk, of zelfs begerenswaardig om te vertagen? Nu, als je erover denkt hoe onze wereld zo versnelt, duiken de gewoonlijke verdachten op. Je denkt aan, je weet wel, verstedelijking, consumentisme, het werk, technologie Maar ik denk dat als je doorheen die krachten kijkt dat je komt aan wat de diepere reden, de kern van de zaak is. Welke is hoe we over tijd zelf denken. In andere culturen is tijd cyclisch. Het wordt gezien als bewegend in grote ongehaaste circels. Het is altijd bezig zichzelf te vernieuwen en te verversen. Terwijl in het Westen tijd lineair is. Het is een eindige voorziening, het neemt voortdurend af. Of je gebruikt het, of je verliest het. Tijd is geld, zoals Benjamin Franklin zei. En wat dat -- wat dat psychologisch met ons doet is dat het -- het creëert een vergelijking. Tijd is schaars, dus wat doen we? Wel -- wel, we versnellen, niet? We proberen steeds meer te doen met steeds minder tijd. We maken elk moment van elke dag tot een race naar de aankomstlijn. Een aankomstlijn, trouwens, die we nooit bereiken, maar niettemin een aankomstlijn. En ik denk dat de vraag is, is het mogelijk om ons te bevrijden van die ingesteldheid? En gelukkig, het antwoord is ja, want wat ik ontdekte, toen ik begon rond te kijken, is dat er een -- een globale terugslag is tegen deze cultuur die ons vertelt dat sneller altijd beter is, en dat druk altijd goed.
Right across the world, people are doing the unthinkable: they're slowing down, and finding that, although conventional wisdom tells you that if you slow down, you're road kill, the opposite turns out to be true: that by slowing down at the right moments, people find that they do everything better. They eat better; they make love better; they exercise better; they work better; they live better. And, in this kind of cauldron of moments and places and acts of deceleration, lie what a lot of people now refer to as the "International Slow Movement."
Over de hele wereld, doen mensen het ondenkbare: ze vertragen, en ze ondervinden dat hoewel conventionele wijsheid je vertelt dat als je vertraagd, je gezien bent, het omgekeerde blijkt waar te zijn. Dat door te vertragen op de juiste momenten, merken mensen dat ze alles beter doen. Ze eten beter, ze vrijen beter, ze sporten beter ze werken beter, ze leven beter. En in deze soort van mengelmoes van gedachten, en plaatsen, en handelingen van vertraging, ligt waar vele mensen nu naar refereren als de Internationale Traagheidsbeweging.
Now if you'll permit me a small act of hypocrisy, I'll just give you a very quick overview of what's going on inside the Slow Movement. If you think of food, many of you will have heard of the Slow Food movement. Started in Italy, but has spread across the world, and now has 100,000 members in 50 countries. And it's driven by a very simple and sensible message, which is that we get more pleasure and more health from our food when we cultivate, cook and consume it at a reasonable pace. I think also the explosion of the organic farming movement, and the renaissance of farmers' markets, are other illustrations of the fact that people are desperate to get away from eating and cooking and cultivating their food on an industrial timetable. They want to get back to slower rhythms. And out of the Slow Food movement has grown something called the Slow Cities movement, which has started in Italy, but has spread right across Europe and beyond. And in this, towns begin to rethink how they organize the urban landscape, so that people are encouraged to slow down and smell the roses and connect with one another. So they might curb traffic, or put in a park bench, or some green space.
Nu als u me een kleine daad van schijnheiligheid toelaat, zal ik u een heel kort overzicht geven van wat -- wat er gebeurt binnen de Traagheidsbeweging. Als je denkt aan voedsel, zullen velen van jullie gehoord hebben van de Slow Food-beweging. Gestart in Italië, maar verspreid over de hele wereld, en heeft nu 100 000 leden in 50 landen. En het wordt gedreven door een erg simpele en verstandige boodschap, welke is dat we meer genot en gezondheid krijgen via eten wanneer we het kweken, koken en consumeren op een redelijk tempo. Ik denk ook dat de explosie van de organisch landbouw-beweging, en de renaissance boerenmarkten, een ander -- andere voorbeelden zijn van het feit dat mensen wanhopig zijn om af te raken van het eten en koken en kweken van hun voedsel in een industrieel tempo. Ze willen teruggaan naar een trager ritme. En uit de Slow Food-beweging is iets gegroeid genaamd de Trage Steden-beweging, welke gestart is in Italië, maar zich heeft verspreid over Europa en daarbuiten. En zo, beginnen dorpen te heroverwegen hoe ze het stedelijk landschap organiseren, zo dat mensen aangemoedigd worden om -- om te vertragen en wakker te worden en te binden met elkaar. Zodat ze het verkeer zouden kunnen bedwingen, of een parkbank installeren, of groene ruimte.
And in some ways, these changes add up to more than the sum of their parts, because I think when a Slow City becomes officially a Slow City, it's kind of like a philosophical declaration. It's saying to the rest of world, and to the people in that town, that we believe that in the 21st century, slowness has a role to play. In medicine, I think a lot of people are deeply disillusioned with the kind of quick-fix mentality you find in conventional medicine. And millions of them around the world are turning to complementary and alternative forms of medicine, which tend to tap into sort of slower, gentler, more holistic forms of healing. Now, obviously the jury is out on many of these complementary therapies, and I personally doubt that the coffee enema will ever, you know, gain mainstream approval. But other treatments such as acupuncture and massage, and even just relaxation, clearly have some kind of benefit. And blue-chip medical colleges everywhere are starting to study these things to find out how they work, and what we might learn from them.
En op een bepaalde manier, tellen deze veranderingen op tot meer dan de som van de delen, want ik denk dat wanneer een Trage Stad officieel een Trage Stad wordt, dat het een soor filosofische betuiging is. Het is zeggen tegen de rest van de wereld, en tegen de mensen in dat dorp, dat we geloven dat in de 21e eeuw, traagheid een rol te spelen heeft. In de geneeskunde denk ik dat veel mensen diep gedesillusioneerd zijn met een soort snelle oplossings-mentaliteit die je vindt in conventionele geneeskunde. En miljoenen onder hen over de hele wereld richten zich op complementaire en alternatieve vormen van geneeskunde, welke meestal gebruikmaken van een meer tragere, rustigere, meer holistische vormen van genezing. Nu, het is duidelijk dat vele van deze complementaire therapieën nog niet bewezen zijn, en ik twijfel persoonlijk dat koffie-lavementen ooit, u weet wel, algemeen aanvaard zullen worden. Maar andere behandelingen zoals acupunctuur en massage, en zelfs gewoon relaxatie, hebben duidelijk een soort voordeel. En erkende medische scholen overal beginnen -- beginnen deze dingen te bestuderen om te ontdekken hoe ze werken, en wat we van ze kunnen leren.
Sex. There's an awful lot of fast sex around, isn't there? I was coming to -- well -- no pun intended there. I was making my way, let's say, slowly to Oxford, and I went through a news agent, and I saw a magazine, a men's magazine, and it said on the front, "How to bring your partner to orgasm in 30 seconds." So, you know, even sex is on a stopwatch these days. Now, you know, I like a quickie as much as the next person, but I think that there's an awful lot to be gained from slow sex -- from slowing down in the bedroom. You know, you tap into that -- those deeper, sort of, psychological, emotional, spiritual currents, and you get a better orgasm with the buildup. You can get more bang for your buck, let's say. I mean, the Pointer Sisters said it most eloquently, didn't they, when they sang the praises of "a lover with a slow hand." Now, we all laughed at Sting a few years ago when he went Tantric, but you fast-forward a few years, and now you find couples of all ages flocking to workshops, or maybe just on their own in their own bedrooms, finding ways to put on the brakes and have better sex. And of course, in Italy where -- I mean, Italians always seem to know where to find their pleasure -- they've launched an official Slow Sex movement.
Seks. Er is ongelooflijk veel snelle seks gaande, niet? Ik ging komen tot -- wel -- geen bedoelde woordspeling. Ik was bezig om, zeg maar, langzaam naar Oxford te gaan, en ik ging binnen in een boekenwinkel, en ik zag een tijdschrift, een mannenblad, en het blokletterde op de voorpagina, "Hoe je partner tot een orgasme te brengen in 30 seconden." Dus, zelfs seks wordt door snelheid beïnvloed dezer dagen. Nu, u weet, ik houd even veel van een vluggertje als wie dan ook, maar ik denk dat er ongelooflijk veel gewonnen kan worden met trage seks -- met vertragen in de slaapkamer. Zodat je voeling krijgt met -- die diepere, een soort van, psychologische, emotionele, spirituele stromen, en je krijgt een beter orgasme door de opbouw. Je krijgt meer waarde voor je geld, laten we zeggen. Ik bedoel, de Pointer Sisters zeiden het erg eloquent, toch? Wanneer ze zongen over het prijzen van de geliefde met de trage hand. Nu, we lachten allemaal om Sting een paar jaar geleden toen hij voor Tantrisch koos, maar als je enkele jaren verder kijkt, zie je dat koppels van alle leeftijden deelnemen aan workshops, of misschien vinden ze op zichzelf in hun eigen slaapkamers manieren om op de remmen te gaan staan en betere seks te hebben. En natuurlijk, in Italië waar -- Ik bedoel, italianen blijken altijd te weten waar ze hun genot moeten vinden -- ze een officiële Trage Seks beweging hebben opgestart.
The workplace. Right across much of the world -- North America being a notable exception -- working hours have been coming down. And Europe is an example of that, and people finding that their quality of life improves as they're working less, and also that their hourly productivity goes up. Now, clearly there are problems with the 35-hour workweek in France -- too much, too soon, too rigid. But other countries in Europe, notably the Nordic countries, are showing that it's possible to have a kick-ass economy without being a workaholic. And Norway, Sweden, Denmark and Finland now rank among the top six most competitive nations on Earth, and they work the kind of hours that would make the average American weep with envy. And if you go beyond sort of the country level, down at the micro-company level, more and more companies now are realizing that they need to allow their staff either to work fewer hours or just to unplug -- to take a lunch break, or to go sit in a quiet room, to switch off their Blackberrys and laptops -- you at the back -- mobile phones, during the work day or on the weekend, so that they have time to recharge and for the brain to slide into that kind of creative mode of thought.
Op het werk -- over een groot deel van de wereld -- Noord-Amerika is een vermeldenswaardige uitzondering -- zijn de werkuren aan het dalen. En Europa is daar een voorbeeld van, en mensen ondervinden dat hun levenskwaliteit verbetert wanneer ze minder werken, en ook dat hun productiviteit omhoog gaat. Nu, er zijn duidelijk problemen met de 35-uren werkweek in Frankrijk -- te veel, te snel, te rigide. Maar andere landen in Europa, vooral de noordelijke, tonen dat het mogelijk is om een geweldige economie te hebben zonder een workaholic te zijn. En Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland zijn nu gerangschikt tussen de zes meest competititeve landen ter wereld, en ze werken het aantal uren die de gemiddelde Amerikaan groen zou maken van afgunst. En als je verder kijkt dan het landelijk niveau, naar het micro-bedrijfsniveau, realiseren meer en meer bedrijven nu dat ze al hun personeel moeten toelaten om ofwel minder uren te werken ofwel om gewoon te kunnen ontkoppelen -- om een middagpauze te nemen, of om in een rustige kamer te gaan zitten, om hun Blackberrys -- jullie daar vanachter -- en hun GSM's af te zetten gedurende de werkdag of tijdens het weekend. Zodat ze tijd hebben om te herladen en om, de geest in die soort van creatieve gedachtengang te brengen.
It's not just, though, these days, adults who overwork, though, is it? It's children, too. I'm 37, and my childhood ended in the mid-'80s, and I look at kids now, and I'm just amazed by the way they race around with more homework, more tutoring, more extracurriculars than we would ever have conceived of a generation ago. And some of the most heartrending emails that I get on my website are actually from adolescents hovering on the edge of burnout, pleading with me to write to their parents, to help them slow down, to help them get off this full-throttle treadmill. But thankfully, there is a backlash there in parenting as well, and you're finding that, you know, towns in the United States are now banding together and banning extracurriculars on a particular day of the month, so that people can, you know, decompress and have some family time, and slow down.
Het zijn deze dagen, echter, niet alleen volwassenen die zich overwerken, niet? Het zijn ook de kinderen. Ik ben 37, en mijn kindertijd eindigde in het midden van de jaren 80, en ik kijk naar kinderen vandaag, en ik ben verbaasd over de manier waarop ze rondracen met meer huiswerk, meer onderwijs, meer extra dingen buiten het leerplan, dan we ooit voor mogelijk zouden hebben gehouden van een vorige generatie. En sommige van de meest hartverscheurende emails die ik krijg op mijn website zijn afkomstig van adolescenten zwevend op de rand van een burn-out, smekend aan mij om naar hun ouders te schrijven, om hen te helpen vertragen, om hen te helpen om van deze 'draaimolen in volle vaart' af te komen. Maar gelukkig, er is ook een terugslag gaande in de opvoeding, en je ziet dat steden in de Verenigde Staten nu samenwerken en extra-curricula verbannen op een bepaalde dag van de maand, zodat mensen kunnen, u weet wel, decompresseren en wat tijd aan hun gezin besteden, en vertragen.
Homework is another thing. There are homework bans springing up all over the developed world in schools which had been piling on the homework for years, and now they're discovering that less can be more. So there was a case up in Scotland recently where a fee-paying, high-achieving private school banned homework for everyone under the age of 13, and the high-achieving parents freaked out and said, "What are you -- you know, our kids will fall" -- the headmaster said, "No, no, your children need to slow down at the end of the day." And just this last month, the exam results came in, and in math, science, marks went up 20 percent on average last year. And I think what's very revealing is that the elite universities, who are often cited as the reason that people drive their kids and hothouse them so much, are starting to notice the caliber of students coming to them is falling. These kids have wonderful marks; they have CVs jammed with extracurriculars, to the point that would make your eyes water. But they lack spark; they lack the ability to think creatively and think outside -- they don't know how to dream. And so what these Ivy League schools, and Oxford and Cambridge and so on, are starting to send a message to parents and students that they need to put on the brakes a little bit. And in Harvard, for instance, they send out a letter to undergraduates -- freshmen -- telling them that they'll get more out of life, and more out of Harvard, if they put on the brakes, if they do less, but give time to things, the time that things need, to enjoy them, to savor them. And even if they sometimes do nothing at all. And that letter is called -- very revealing, I think -- "Slow Down!" -- with an exclamation mark on the end.
Huiswerk is ook zoiets. Er zijn huiswerk-verboden die overal in de ontwikkelde wereld te voorschijn komen in scholen die jarenlang het huiswerk bleven opstapelen, en nu ontdekken ze dat minder meer kan zijn. Er was dus een recent geval in Schotland waar een betalende, hoog presterende private school huiswerk verbood voor iedereen jonger dan 13, en de goed presterende ouders panikeerden en zeiden, "Dat doen jullie? Onze kinderen zullen achterop geraken" -- de schooldirecteur zei, "Nee nee, jullie kinderen moeten vertragen op het einde van de dag." En afgelopen maand kwamen de examenresultaten binnen, en in wiskunde en wetenschappen gingen de resultaten omhoog met gemiddeld 20 procent het afgelopen jaar. En ik denk dat wat erg onthullend is dat de elitaire universiteiten, die soms genoemd worden als de reden waarom mensen hun kinderen zo afjagen, beginnen te merken dat het kaliber van studenten dat naar hen toekomt aan het dalen is. Deze kinderen behalen geweldige punten, ze hebben CV's volgepropt met extra-curricula, tot op het punt dat je er weemoedig van zou worden. Maar ze missen de vonk, ze missen de mogelijkheid om creatief te denken en om buiten de lijntjes -- ze weten niet hoe ze moeten dromen. En dus het bericht dat Ivy League-scholen, en Oxford en Cambridge enzoverder beginnen te verspreiden naar ouders en studenten toe is dat ze een beetje gas moeten terugnemen. En in Harvard, bijvoorbeeld, sturen ze een brief naar graduaatsstudenten -- eerstejaars -- waarin staat dat ze meer uit het leven halen, en meer uit Harvard, als ze wat gas terugnemen. Als ze minder doen, maar de tijd geven aan dingen, de tijd die dingen nodig hebben, om er van te genieten, om ze te beleven. En zelfs als ze soms helemaal niets doen. En die brief is genaamd -- erg onthullend, vind ik -- "Vertraag!" -- met een uitroepingsteken op het einde.
So wherever you look, the message, it seems to me, is the same: that less is very often more, that slower is very often better. But that said, of course, it's not that easy to slow down, is it? I mean, you heard that I got a speeding ticket while I was researching my book on the benefits of slowness, and that's true, but that's not all of it. I was actually en route to a dinner held by Slow Food at the time. And if that's not shaming enough, I got that ticket in Italy. And if any of you have ever driven on an Italian highway, you'll have a pretty good idea of how fast I was going.
Dus waar je ook kijkt, de boodschap, zo lijkt het voor mij, is dezelfde. Dat minder erg vaak meer is, dat trager erg vaak beter is. Maar dat gezegd zijnde, natuurlijk is het niet zo eenvoudig om te vertragen, niet? Ik bedoel, u heeft gehoord dat ik een snelheidsbekeuring kreeg terwijl ik onderzoek deed voor mijn boek over de voordelen van traagheid, en dat is waar, maar dat is niet alles. Ik was eigenlijk op weg naar een diner indertijd gehouden door Slow Food. En alsof dat nog niet beschamend genoeg is, ik kreeg de bekeuring in Italië. En als sommige onder jullie ooit op een italiaanse snelweg hebben gereden, zullen jullie een vrij goed idee hebben over hoe snel ik ging.
(Laughter)
(Gelach)
But why is it so hard to slow down? I think there are various reasons. One is that speed is fun, you know, speed is sexy. It's all that adrenaline rush. It's hard to give it up. I think there's a kind of metaphysical dimension -- that speed becomes a way of walling ourselves off from the bigger, deeper questions. We fill our head with distraction, with busyness, so that we don't have to ask, am I well? Am I happy? Are my children growing up right? Are politicians making good decisions on my behalf? Another reason -- although I think, perhaps, the most powerful reason -- why we find it hard to slow down is the cultural taboo that we've erected against slowing down. "Slow" is a dirty word in our culture. It's a byword for "lazy," "slacker," for being somebody who gives up. You know, "he's a bit slow." It's actually synonymous with being stupid.
Maar waarom is het zo moeilijk om te vertragen? Ik denk dat er verschillende redenen zijn. Eén is dat -- snelheid leuk is -- u weet wel, snelheid is sexy. Het gaat allemaal om de adrenaline-stoot. Het is moeilijk om die op te geven. Ik denk dat er een soort van metafysieke dimensie is -- waarin snelheid een manier wordt waarop we onszelf afschermen van de grotere, diepere vragen. We vullen ons hoofd met afleiding, met druk-heid, zodat we ons niet hoeven afvragen, ben ik in orde? Ben ik gelukkig? Groeien mijn kinderen goed op? Maken politici namens mij de juiste beslissingen? Een andere reden -- alhoewel ik denk, misschien, de meest krachtige reden -- waarom we het moeilijk vinden om te vertragen, is de culturele taboe die we hebben opgetrokken tegen vertragen. Traag is een vuil woord in onze cultuur. Het is een synoniem voor lui, nietsnut, voor iemand zijn die opgeeft. U weet wel, "hij is een beetje traag." is werkelijk synoniem voor -- voor dom zijn.
I guess what the Slow Movement -- the purpose of the Slow Movement, or its main goal, really, is to tackle that taboo, and to say that yes, sometimes slow is not the answer, that there is such a thing as "bad slow." You know, I got stuck on the M25, which is a ring road around London, recently, and spent three-and-a-half hours there. And I can tell you, that's really bad slow. But the new idea, the sort of revolutionary idea, of the Slow Movement, is that there is such a thing as "good slow," too. And good slow is, you know, taking the time to eat a meal with your family, with the TV switched off. Or taking the time to look at a problem from all angles in the office to make the best decision at work. Or even simply just taking the time to slow down and savor your life.
Ik denk dat de Trage Beweging -- te bedoeling van de Trage Beweging, of het hoofddoel, werkelijk is om dat taboe te doorbreken, en te zeggen dat -- dat jawel, soms is traag niet het -- het antwoord, dat er zoiets is als "slecht traag." U weet wel. Dat -- Recent raakte Ik vast op de M25, wat een ringweg rond Londen is, en ik spendeerde daar drie en een half uur. En ik kan u vertellen, das is echt slecht traag. Maar het nieuwe idee, het soort van revolutionair idee van de Trage Beweging, is dat er ook zoiets is als "goed traag". En goed traag is, u weet wel, de tijd nemen om een maaltijd te eten met je famillie, met de televisie uitgeschakeld. Of -- de tijd nemen om een probleem langs alle kanten te bekijken op kantoor om de beste beslissing te maken. op het werk. Of zelfs gewoon de tijd nemen om te vertragen en te genieten van je leven.
Now, one of the things that I found most uplifting about all of this stuff that's happened around the book since it came out, is the reaction to it. And I knew that when my book on slowness came out, it would be welcomed by the New Age brigade, but it's also been taken up, with great gusto, by the corporate world -- you know, business press, but also big companies and leadership organizations. Because people at the top of the chain, people like you, I think, are starting to realize that there's too much speed in the system, there's too much busyness, and it's time to find, or get back to that lost art of shifting gears. Another encouraging sign, I think, is that it's not just in the developed world that this idea's been taken up. In the developing world, in countries that are on the verge of making that leap into first world status -- China, Brazil, Thailand, Poland, and so on -- these countries have embraced the idea of the Slow Movement, many people in them, and there's a debate going on in their media, on the streets. Because I think they're looking at the West, and they're saying, "Well, we like that aspect of what you've got, but we're not so sure about that."
Nu, een van de dingen die ik het meest bemoedigend vond van alle dingen die gebeurd zijn rond het boek sinds het uitgekomen is, is de reactie erop. En ik wist dat wanneer mijn boek over traagheid uitkwam, het verwelkomd zou worden door de New Age brigade, maar het is ook aangenomen, met veel genoegen, door de bedrijfswereld -- u weet wel, de bedrijfspers, maar ook, grote bedrijven en leider-organisaties. Omdat mensen aan de top van de keten, mensen zoals u, denk ik zich beginnen te realiseren dat er te veel snelheid in het systeem zit, er is te veel bezig-heid, en het is tijd om op zoek te gaan, of om terug te gaan naar die verloren kunst van het ontkoppelen. Een ander bemoedigend teken, denk ik, is dat het niet alleen de ontwikkelde wereld is waarin deze ideëen opduiken. In de ontwikkelingslanden, in landen die op het punt staan om die stap te maken naar eerste-wereld-status -- China, Brazilië Thailand, Polen, en zovoort -- deze landen zijn -- hebben de ideëen van de Trage Beweging omarmd, vele mensen in deze landen, en er is een debat gaande in hun media, op straat. Want ik denk dat ze naar het Westen kijken, en ze zeggen, "Wel, we houden van dat aspect dat jullie hebben, maar we zijn niet zo zeker van dat andere."
So all of that said, is it, I guess, is it possible? That's really the main question before us today. Is it possible to slow down? And I'm happy to be able to say to you that the answer is a resounding yes. And I present myself as Exhibit A, a kind of reformed and rehabilitated speed-aholic. I still love speed. You know, I live in London, and I work as a journalist, and I enjoy the buzz and the busyness, and the adrenaline rush that comes from both of those things. I play squash and ice hockey, two very fast sports, and I wouldn't give them up for the world. But I've also, over the last year or so, got in touch with my inner tortoise.
Zodus, na dit alles, is het, is het mogelijk? Dat is namelijk de voornaamste vraag die we ons vandaag moeten stellen. Is het mogelijk om te vertragen? En ik -- ik ben blij om jullie te kunnen zeggen dat het antwoord een eenmondige 'ja' is. En ik presenteer mezelf als bewijsstuk A, een soort van hervormde-en-gerehabiliteerde snelheidsmaniak. Ik houd nog steeds van snelheid. Weet u, ik leef in Londen, en ik werk als journalist, en ik geniet van de heisa en van de druk-heid, en de adrenaline-stoot die voortkomt van beiden. Ik speel squash en ijshockey, twee erg snelle sporten, ik zou ze voor geen geld van de wereld opgeven. Maar ik ben ook, over ongeveer het afgelopen jaar, in contact gekomen met mijn innerlijke schildpad.
(Laughter)
(Gelach)
And what that means is that I no longer overload myself gratuitously. My default mode is no longer to be a rush-aholic. I no longer hear time's winged chariot drawing near, or at least not as much as I did before. I can actually hear it now, because I see my time is ticking off. And the upshot of all of that is that I actually feel a lot happier, healthier, more productive than I ever have. I feel like I'm living my life rather than actually just racing through it. And perhaps, the most important measure of the success of this is that I feel that my relationships are a lot deeper, richer, stronger.
En wat dat bedoelt is dat ik niet -- niet langer mezelf nodeloos overlaad. Mijn standaard-modus is niet langer het zijn van een snelheidsmaniak. Ik zie niet langer de zandloper der tijd leeglopen, of ten minste niet meer zoveel als ik dat vroeger deed. Ik kan het nu werkelijk zien, omdat ik zie dat mijn tijd verkort. En het voordeel van dat alles is dat ik me werkelijk een stuk gelukkiger, gezonder en productiever voel dan ooit tevoren. Ik voel me alsof ik -- als of ik mijn leven leef eerder dan er waarlijk door te racen. En misschien, de meest belangrijke maat voor succes van dit alles is dat ik voel dat mijn relaties veel dieper zijn, rijker, sterker.
And for me, I guess, the litmus test for whether this would work, and what it would mean, was always going to be bedtime stories, because that's sort of where the journey began. And there too the news is rosy. You know, at the end of the day, I go into my son's room. I don't wear a watch. I switch off my computer, so I can't hear the email pinging into the basket, and I just slow down to his pace and we read. And because children have their own tempo and internal clock, they don't do quality time, where you schedule 10 minutes for them to open up to you. They need you to move at their rhythm. I find that 10 minutes into a story, you know, my son will suddenly say, "You know, something happened in the playground today that really bothered me." And we'll go off and have a conversation on that. And I now find that bedtime stories used to be a box on my to-do list, something that I dreaded, because it was so slow and I had to get through it quickly. It's become my reward at the end of the day, something I really cherish. And I have a kind of Hollywood ending to my talk this afternoon, which goes a little bit like this:
En voor mij is de -- Ik denk, de ultieme test of dit allemaal zou werken, en wat het zou betekenen, altijd de bedverhalen geweest, omdat dat eigenlijk is waar de -- de tocht begon. En ook daar zijn de bevindingen rooskleurig. Ik, u weet wel, op het einde van de dag, ga ik binnen in mijn zoon's kamer. En ik draag dan geen horloge. Ik zet mijn computer af, zodat ik de e-mails niet kan horen binnenkomen, en ik vertraag naar zijn tempo en -- en we lezen. En omdat kinderen hun eigen tempo en interne klok hebben, doen ze niet aan 'quality time', waarin je 10 minuten plant voor hen zodat ze zich kunnen openstellen voor jou. Je moet je bewegen op hun tempo. Ik merkte dat, 10 minuten in een verhaal, u weet wel, dat mijn zoon plotseling zal zeggen, "Weet je, er gebeurde vandaag iets op het speelplein dat me echt bezighoudt." En dan hebben we daar een gesprek over. En ik vind nu dat bedverhalen een soort van -- item op mijn lijst waren, iets waar ik tegenop zag, omdat het zo traag ging en ik er snel doorheen moest. Het is mijn beloning geworden op het einde van de dag, iets wat ik echt -- echt koester. En ik heb een soort van Hollywood einde voor mijn presentatie deze namiddag, het gaat als volgt.
a few months ago, I was getting ready to go on another book tour, and I had my bags packed. I was downstairs by the front door, and I was waiting for a taxi, and my son came down the stairs and he'd made a card for me. And he was carrying it. He'd gone and stapled two cards, very like these, together, and put a sticker of his favorite character, Tintin, on the front. And he said to me, or he handed this to me, and I read it, and it said, "To Daddy, love Benjamin." And I thought, "Aw, that's really sweet. Is that a good luck on the book tour card?" And he said, "No, no, no, Daddy -- this is a card for being the best story reader in the world." And I thought, "Yeah, you know, this slowing down thing really does work."
Een paar maanden geleden, maakte ik me klaar om op weer maar eens een boek-tour te gaan, en ik had mijn tassen gepakt. En ik was beneden bij de voordeur, en ik wachtte op een taxi, en mijn zoon kwam naar beneden en hij had -- hij had een kaart voor me gemaakt. En hij had ze bij. Hij had twee kaarten samen geniet, erg gelijkend op deze. en hij had een sticker van zijn favoriete personage, Kuifje, op de voorkant gekleefd. En hij zei me, of hij gaf dit aan mij, en -- en ik las het, en het zei, "Aan papa, liefs Benjamin." En ik dacht, "Ah, dat is echt lief, je weet wel, is dat een geluksbrenger voor de boek-tour?" En hij zei, "Nee, nee, nee, papa -- dit is een kaart voor de beste verhalen-voorlezer van de wereld." En ik dacht, "Ja, weet je, dit traagheidsgedoe werkt echt."
Thank you very much.
Erg bedankt.