I, like many of you, am one of the two billion people on Earth who live in cities. And there are days -- I don't know about the rest of you -- but there are days when I palpably feel how much I rely on other people for pretty much everything in my life. And some days, that can even be a little scary. But what I'm here to talk to you about today is how that same interdependence is actually an extremely powerful social infrastructure that we can actually harness to help heal some of our deepest civic issues, if we apply open-source collaboration.
Net als velen van jullie, ben ik een van de twee miljard mensen op aarde die in steden wonen. Er zijn dagen - ik weet niet hoe het bij jullie zit - maar er zijn dagen dat ik lijfelijk ervaar hoezeer ik afhang van andere mensen voor vrijwel alles in mijn leven. Soms is dat zelfs een beetje eng. Maar vandaag wil ik duidelijk maken dat die onderlinge afhankelijkheid in feite een uiterst krachtige sociale infrastructuur is die we daadwerkelijk kunnen benutten om sommige van onze ergste gemeenschapskwalen te helpen genezen, door open-bronsamenwerking toe te passen.
A couple of years ago, I read an article by New York Times writer Michael Pollan, in which he argued that growing even some of our own food is one of the best things that we can do for the environment. Now at the time that I was reading this, it was the middle of the winter and I definitely did not have room for a lot of dirt in my New York City apartment. So I was basically just willing to settle for just reading the next Wired magazine and finding out how the experts were going to figure out how to solve all these problems for us in the future. But that was actually exactly the point that Michael Pollan was making in this article -- it's precisely when we hand over the responsibility for all these things to specialists that we cause the kind of messes that we see with the food system.
Een paar jaar geleden las ik een artikel van Michael Pollan, schrijver voor de New York Times. Hij betoogde dat zelfs een beetje eigen voedsel kweken een van de beste dingen is die we kunnen doen voor het milieu. Terwijl ik dit las, was het midden in de winter en ik heb zeker geen plaats voor een hoop grond in mijn appartement in New York City. Ik wou eigenlijk genoegen nemen met alleen maar het volgende Wired magazine te lezen en uit te vissen hoe de experts dit voor ons in de toekomst gingen oplossen. Maar daar ging het Michael Pollan in dit artikel precies om - omdat we veel te veel van deze zaken overlaten aan specialisten, veroorzaken we juist rotzooi
So, I happen to know a little bit from my own work
in het voedselsysteem.
about how NASA has been using hydroponics to explore growing food in space. And that you can actually get optimal nutritional yield by running a kind of high-quality liquid soil over plants' root systems. Now to a vegetable plant, my apartment has got to be about as foreign as outer space. But I can offer some natural light and year-round climate control.
Toevallig weet ik door mijn eigen werk een klein beetje hoe NASA met behulp van hydrocultuur het kweken van voedsel in de ruimte onderzoekt. Je kunt daadwerkelijk een optimaal nutritioneel rendement krijgen door een voedingsvloeistof van hoge kwaliteit over de wortelsystemen van planten te laten lopen. Voor een groentegewas moet mijn appartement wel een net zo vreemde omgeving zijn als de ruimte. Maar ik kan haar wat natuurlijk licht en het hele jaar door klimaatbeheersing bieden.
Fast-forward two years later: we now have window farms, which are vertical, hydroponic platforms for food-growing indoors. And the way it works is that there's a pump at the bottom, which periodically sends this liquid nutrient solution up to the top, which then trickles down through plants' root systems that are suspended in clay pellets -- so there's no dirt involved. Now light and temperature vary with each window's microclimate, so a window farm requires a farmer, and she must decide what kind of crops she is going to put in her window farm, and whether she is going to feed her food organically.
Snel doorspoelen naar twee jaar later: we hebben nu vensterboerderijen. Het zijn verticale, hydroponische systemen om binnenshuis voedsel te kweken. Onderaan zit er een pomp, die periodiek voedingsoplossing naar boven stuurt. Die sijpelt vervolgens naar beneden door de wortelsystemen van de planten die opgehangen zijn in kleipellets - er komt dus geen grond aan te pas. Licht en temperatuur variëren bij elk venstermicroklimaat, dus heeft een vensterboerderij een boer nodig. Zij moet beslissen wat voor soort gewassen ze in haar vensterboerderij gaat zetten, en of ze haar voedsel organisch gaat bemesten.
Back at the time, a window farm was no more than a technically complex idea that was going to require a lot of testing. And I really wanted it to be an open project, because hydroponics is one of the fastest growing areas of patenting in the United States right now, and could possibly become another area like Monsanto, where we have a lot of corporate intellectual property in the way of people's food. So I decided that, instead of creating a product, what I was going to do was open this up to a whole bunch of codevelopers.
In het begin was een vensterboerderij niet meer dan een technisch complex idee dat een heleboel testen zou vereisen. Ik wilde dat het een open project zou zijn, omdat op gebied van hydrocultuur op dit moment steeds meer patenten worden verstrekt in de Verenigde Staten en het een nieuw Monsanto zou kunnen worden. Die bezitten veel intellectuele bedrijfsrechten wat menselijke voeding aangaat. Daarom besloot ik om in plaats van een product te creëren, dit open te stellen voor een hele groep van mede-ontwikkelaars.
The first few systems that we created, they kind of worked. We were actually able to grow about a salad a week in a typical New York City apartment window. And we were able to grow cherry tomatoes and cucumbers, all kinds of stuff. But the first few systems were these leaky, loud power-guzzlers that Martha Stewart would definitely never have approved.
De eerste paar systemen die we ontwikkelden, werkten een beetje. We konden voor een venster van een typisch New York City appartement ongeveer een salade per week kweken. Ook kerstomaatjes, komkommers, allerlei spullen. Maar de eerste systemen waren lekkende, luidruchtige energievreters die Martha Stewart zeker nooit zou hebben goedgekeurd.
(Laughter)
(Gelach)
So to bring on more codevelopers, what we did was we created a social media site on which we published the designs, we explained how they worked, and we even went so far as to point out everything that was wrong with these systems. And then we invited people all over the world to build them and experiment with us. So actually now on this website, we have 18,000 people. And we have window farms all over the world.
Om er meer mede-ontwikkelaars bij te betrekken, creëerden we een sociale mediasite waarop we de ontwerpen publiceerden en uitlegden hoe ze werkten. We gingen zelfs zo ver om te tonen wat er mis ging met deze systemen. We nodigden mensen over de hele wereld uit om ze samen met ons te bouwen en te experimenteren. Op deze website hebben we 18.000 mensen. We hebben vensterboerderijen over de hele wereld.
What we're doing is what NASA or a large corporation would call R&D, or research and development. But what we call it is R&D-I-Y, or "research and develop it yourself."
Dit zou NASA of een grote onderneming R&D of ‘onderzoek en ontwikkeling’ noemen. Maar wij noemen het R&R-I-Y, of onderzoek en ontwikkel het zelf (O&O-H-Z).
(Laughter)
Zo stelde
So, for example, Jackson came along and suggested that we use air pumps instead of water pumps. It took building a whole bunch of systems to get it right, but once we did, we were able to cut our carbon footprint nearly in half. Tony in Chicago has been taking on growing experiments, like lots of other window farmers, and he's been able to get his strawberries to fruit for nine months of the year in low-light conditions by simply changing out the organic nutrients. And window farmers in Finland have been customizing their window farms for the dark days of the Finnish winters by outfitting them with LED grow lights that they're now making open source and part of the project.
Jackson voor luchtpompen in plaats van waterpompen te gebruiken. We moesten een heleboel systemen bouwen om het goed te krijgen maar toen het er eenmaal was, konden we onze koolstofvoetafdruk bijna halveren. Tony in Chicago heeft net als vele andere vensterboeren kweekexperimenten opgezet. Hij kon zijn aardbeien negen maanden van het jaar bij weinig licht vrucht laten dragen door simpelweg de organische voedingsstoffen te veranderen. Andere vensterboeren in Finland passen hun vensterboerderijen aan aan de donkere dagen van de Finse winters door ze van LED-verlichting te voorzien. Dat is nu een deel van het open-bronproject.
So window farms have been evolving through a rapid versioning process similar to software. And with every open source project, the real benefit is the interplay between the specific concerns of people customizing their systems for their own particular concerns, and the universal concerns. So my core team and I are able to concentrate on the improvements that really benefit everyone. And we're able to look out for the needs of newcomers.
De vensterboerderijen evolueren snel door verschillende versies vergelijkbaar met software. Het echte voordeel van elk open-bronproject, is het samenspel tussen de specifieke punten van zorg waarmee de mensen hun systemen aanpassen aan hun eigen problemen en de universele problemen. Mijn kernteam en ik kunnen ons concentreren op de verbeteringen die voor iedereen voordelig zijn. We kunnen ons bezig houden met de behoeften van de nieuwkomers.
So for do-it-yourselfers, we provide free, very well-tested instructions so that anyone, anywhere around the world, can build one of these systems for free. And there's a patent pending on these systems as well that's held by the community. And to fund the project, we partner to create products that we then sell to schools and to individuals who don't have time to build their own systems.
Voor de doe-het-zelvers bieden wij gratis, zeer goed geteste instructies zodat iedereen, waar ook ter wereld, een van deze systemen gratis kan bouwen. Er is een patent aangevraagd op deze systemen, dat in handen van de gemeenschap is. Om het project te financieren maken we samen producten die we dan verkopen aan scholen en aan particulieren die geen tijd hebben om hun eigen systemen te bouwen.
Now within our community, a certain culture has appeared. In our culture, it is better to be a tester who supports someone else's idea than it is to be just the idea guy. What we get out of this project is support for our own work, as well as an experience of actually contributing to the environmental movement in a way other than just screwing in new light bulbs. But I think that Eleen expresses best what we really get out of this, which is the actual joy of collaboration. So she expresses here what it's like to see someone halfway across the world having taken your idea, built upon it and then acknowledging you for contributing. If we really want to see the kind of wide consumer behavior change that we're all talking about as environmentalists and food people, maybe we just need to ditch the term "consumer" and get behind the people who are doing stuff.
Binnen onze gemeenschap is er een bepaalde cultuur ontstaan. In onze cultuur is het beter om een tester te zijn die het idee van iemand anders ondersteunt dan om de kerel met de ideeën te zijn. Wat we uit dit project halen, is dat we steun krijgen voor ons eigen werk, evenals expertise om daadwerkelijk bij te dragen aan de milieubeweging op een andere wijze dan alleen maar door nieuwe lampen in te draaien. Maar ik denk dat Eileen het best uitdrukt dat wat we hier echt uithalen, de vreugde van het samenwerken is. Ze drukt hier uit hoe het voelt als iemand halverwege de wereld jouw idee heeft overgenomen, erop verder bouwt en je dan erkent om je bijdrage. Als we het consumentengedrag waar we het als milieuactivisten en voedingsdeskundigen altijd over hebben, echt ingrijpend willen zien veranderen, hoeven we misschien alleen maar de term ‘consument’ te dumpen en de mensen die iets ondernemen te steunen.
Open source projects tend to have a momentum of their own. And what we're seeing is that R&D-I-Y has moved beyond just window farms and LEDs into solar panels and aquaponic systems. And we're building upon innovations of generations who went before us. And we're looking ahead at generations who really need us to retool our lives now. So we ask that you join us in rediscovering the value of citizens united, and to declare that we are all still pioneers.
Open-bronprojecten hebben de neiging om een eigen dynamiek te ontwikkelen. Wat we nu zien is dat de O&O-H-Z verder gaat van alleen maar vensterboerderijen en LEDs naar zonnepanelen en hydroponische systemen. We bouwen verder op de innovaties van de generaties die ons zijn voorgegaan. We kijken vooruit naar generaties die het echt nodig zullen hebben dat we onze manier van leven herdenken. Daarom vragen wij jullie om bij ons aan te sluiten om de waarde van het verenigen van burgers te herontdekken en te verklaren dat we allemaal nog steeds pioniers zijn.
(Applause)
(Applaus)