So, I'll start with this: a couple years ago, an event planner called me because I was going to do a speaking event. And she called, and she said, "I'm really struggling with how to write about you on the little flyer." And I thought, "Well, what's the struggle?" And she said, "Well, I saw you speak, and I'm going to call you a researcher, I think, but I'm afraid if I call you a researcher, no one will come, because they'll think you're boring and irrelevant."
Ik begin hiermee: een paar jaar geleden belde een organisator van een evenement me omdat ik een lezing zou geven. Ze belde en zei: "Ik weet niet goed hoe ik over jou moet schrijven in de kleine flyer." Ik dacht: hoezo, je weet het niet? Ze antwoordde: "Nou, ik zag je spreken en ik ga je een onderzoeker noemen, denk ik, maar ik ben bang dat er dan niemand komt. Ze zullen denken dat je saai en onbelangrijk bent."
(Laughter)
(Gelach)
And I was like, "Okay." And she said, "But the thing I liked about your talk is you're a storyteller. So I think what I'll do is just call you a storyteller." And of course, the academic, insecure part of me was like, "You're going to call me a what?" And she said, "I'm going to call you a storyteller." And I was like, "Why not 'magic pixie'?"
Oké. Ze zei: "Wat ik zo leuk vond aan jouw lezing is dat je een verhalenverteller bent. Dus ik denk dat ik je gewoon een verhalenverteller noem." En de academische, onzekere kant van mij zegt: "Je gaat me wàt noemen?" "Ik ga je een verhalenverteller noemen." Ik dacht: "Waarom niet de toverfee?"
(Laughter)
(Gelach)
I was like, "Let me think about this for a second." I tried to call deep on my courage. And I thought, you know, I am a storyteller. I'm a qualitative researcher. I collect stories; that's what I do. And maybe stories are just data with a soul. And maybe I'm just a storyteller. And so I said, "You know what? Why don't you just say I'm a researcher-storyteller." And she went, "Ha ha. There's no such thing."
Ik zeg: "Laat me hier even over nadenken." Ik probeerde diep van binnen de moed te vinden. Ik dacht: ik ben een verhalenverteller. Ik ben een kwalitatief onderzoeker. Ik verzamel verhalen, dat is wat ik doe. Misschien zijn verhalen gewoon gegevens met een ziel. En misschien ben ik gewoon een verhalenverteller. Dus zei ik: "Weet je wat? Waarom noem je me niet een onderzoeker/verhalenverteller?" Ze riep: "Haha. Zoiets bestaat helemaal niet."
(Laughter)
(Gelach)
So I'm a researcher-storyteller, and I'm going to talk to you today -- we're talking about expanding perception -- and so I want to talk to you and tell some stories about a piece of my research that fundamentally expanded my perception and really actually changed the way that I live and love and work and parent.
Dus ik ben een onderzoeker-verhalenverteller en ik ga jullie vandaag vertellen over het vergroten van onze waarneming en daarom wil ik jullie enkele verhalen vertellen over een deel van mijn onderzoek dat mijn waarneming fundamenteel heeft vergroot en eigenlijk echt heeft veranderd hoe ik leef en liefheb, werk en moeder ben.
And this is where my story starts. When I was a young researcher, doctoral student, my first year, I had a research professor who said to us, "Here's the thing, if you cannot measure it, it does not exist." And I thought he was just sweet-talking me. I was like, "Really?" and he was like, "Absolutely." And so you have to understand that I have a bachelor's and a master's in social work, and I was getting my Ph.D. in social work, so my entire academic career was surrounded by people who kind of believed in the "life's messy, love it." And I'm more of the, "life's messy, clean it up, organize it and put it into a bento box."
Hier is het allemaal begonnen. Toen ik een jonge onderzoeker was, een promovendus, had ik in mijn eerste jaar een onderzoeksprofessor die tegen ons zei: "Dit staat vast: als je het niet kunt meten, bestaat het niet." Ik dacht dat hij dat alleen maar voor de grap zei. Ik zei: "Echt?" en hij: "Absoluut." Nu moet je begrijpen: ik heb een bachelor en een master in maatschappelijk werk en ik was aan het promoveren in maatschappelijk werk. Mijn hele academische carrière was ik dus omringd door mensen met als basisovertuiging: het leven is rommelig, houd ervan! Ik heb meer iets van: het leven is rommelig, ruim het op, organiseer het en stop het in een lunchbox.
(Laughter)
(Gelach)
And so to think that I had found my way, to found a career that takes me -- really, one of the big sayings in social work is, "Lean into the discomfort of the work." And I'm like, knock discomfort upside the head and move it over and get all A's. That was my mantra. So I was very excited about this. And so I thought, you know what, this is the career for me, because I am interested in some messy topics. But I want to be able to make them not messy. I want to understand them. I want to hack into these things that I know are important and lay the code out for everyone to see.
Ik dacht mijn draai gevonden te hebben, een carrière gevonden te hebben -- echt, één van de bekende gezegden in sociaal werk is: duik in het ongemak van het werk. Ik zeg eerder: sla het ongemak hard op zijn kop, duw het weg en scoor allemaal tienen. Dat was mijn mantra. Ik was hier dus erg enthousiast over. Ik dacht: weet je wat, dit is de carrière voor mij, want ik ben geïnteresseerd in nogal rommelige onderwerpen. Maar ik wil in staat zijn om ze te ontrafelen. Ik wil ze begrijpen. Ik wil die dingen waarvan ik weet dat ze belangrijk zijn, openbreken en de oplossing vinden zodat iedereen die kan zien.
So where I started was with connection. Because, by the time you're a social worker for 10 years, what you realize is that connection is why we're here. It's what gives purpose and meaning to our lives. This is what it's all about. It doesn't matter whether you talk to people who work in social justice, mental health and abuse and neglect, what we know is that connection, the ability to feel connected, is -- neurobiologically that's how we're wired -- it's why we're here.
Ik begon met verbinding. Na 10 jaar sociaal werk realiseer je je dat verbinding de reden is waarom we hier zijn. Het geeft ons een doel en ons leven zin. Daar gaat het om. Of je nu praat met mensen die werken in sociaal raadswerk, geestelijke gezondheid, misbruik en verwaarlozing. We weten dat verbinding, de mogelijkheid om je verbonden te voelen -- we zitten neurobiologisch zo in elkaar -- dat is waarom we hier zijn.
So I thought, you know what, I'm going to start with connection. Well, you know that situation where you get an evaluation from your boss, and she tells you 37 things that you do really awesome, and one "opportunity for growth?"
Dus ik dacht, weet je wat, ik zal starten met verbinding. Je kent wel die situatie waar je een evaluatie krijgt van je baas, en zij vertelt je 37 dingen die je echt fantastisch doet, en één ding 'met ruimte voor ontwikkeling'?
(Laughter)
(Gelach)
And all you can think about is that opportunity for growth, right? Well, apparently this is the way my work went as well, because, when you ask people about love, they tell you about heartbreak. When you ask people about belonging, they'll tell you their most excruciating experiences of being excluded. And when you ask people about connection, the stories they told me were about disconnection.
Het enige waar je aan kunt denken is die 'ruimte voor ontwikkeling', toch? Wel, mijn onderzoek ging ook in die richting: als je mensen vraagt naar liefde, vertellen ze je over een gebroken hart. Als je mensen vraagt naar erbij horen, vertellen ze jou hun meest ondraaglijke ervaringen van buitengesloten zijn. En als je mensen naar verbinding vraagt, gingen de verhalen over niet verbonden zijn.
So very quickly -- really about six weeks into this research -- I ran into this unnamed thing that absolutely unraveled connection in a way that I didn't understand or had never seen. And so I pulled back out of the research and thought, I need to figure out what this is. And it turned out to be shame. And shame is really easily understood as the fear of disconnection: Is there something about me that, if other people know it or see it, that I won't be worthy of connection?
Dus al erg snel -- eigenlijk na zes weken onderzoek -- liep ik tegen dit naamloze ding aan dat verbinding blootlegde op een manier die ik niet begreep en nooit had gezien. Ik nam afstand van mijn onderzoek en dacht: ik moet uitzoeken wat dit betekent. Het bleek over schaamte te gaan. Schaamte is heel gemakkelijk te begrijpen als angst voor verbreking van de verbinding. Is er iets met mij dat, als andere mensen het weten of zien, ik het niet waard ben om mee te verbinden?
The things I can tell you about it: It's universal; we all have it. The only people who don't experience shame have no capacity for human empathy or connection. No one wants to talk about it, and the less you talk about it, the more you have it. What underpinned this shame, this "I'm not good enough," -- which, we all know that feeling: "I'm not blank enough. I'm not thin enough, rich enough, beautiful enough, smart enough, promoted enough." The thing that underpinned this was excruciating vulnerability. This idea of, in order for connection to happen, we have to allow ourselves to be seen, really seen.
Dit kan ik jullie vertellen: het is universeel, we hebben het allemaal. De enige mensen zonder schaamtegevoel, zijn ook niet in staat tot empathie of verbinding. Niemand wil erover praten en hoe minder je erover praat, des te meer je er last van hebt. Waar komt deze schaamte vandaan? Het ik-ben-niet-goed-genoeg-gevoel dat we allemaal kennen. "Ik ben niet puntje, puntje genoeg: niet slank genoeg, mooi genoeg, slim genoeg, niet gepromoveerd genoeg." Dit gevoel kwam voort uit ondraaglijke kwetsbaarheid. Het idee dat we om verbinding mogelijk te maken, onszelf moeten toestaan gezien te worden, écht gezien.
And you know how I feel about vulnerability. I hate vulnerability. And so I thought, this is my chance to beat it back with my measuring stick. I'm going in, I'm going to figure this stuff out, I'm going to spend a year, I'm going to totally deconstruct shame, I'm going to understand how vulnerability works, and I'm going to outsmart it. So I was ready, and I was really excited. As you know, it's not going to turn out well.
Je weet wat ik van kwetsbaarheid vind: ik haat kwetsbaarheid. Dus dacht ik: dit is mijn kans om terug te slaan met mijn meetlat. Hier duik ik in, ik ga dit eens helemaal uitzoeken, binnen een jaar ga ik schaamte eens helemaal uit elkaar halen, ik ga begrijpen hoe kwetsbaarheid werkt, en ik zal slimmer zijn dan kwetsbaarheid. Ik was er klaar voor, ik was heel enthousiast. Je begrijpt het al: dit loopt niet goed af.
(Laughter)
(Gelach)
You know this. So, I could tell you a lot about shame, but I'd have to borrow everyone else's time. But here's what I can tell you that it boils down to -- and this may be one of the most important things that I've ever learned in the decade of doing this research.
Je weet dat wel. Ik zou je heel veel over schaamte kunnen vertellen, maar dan kom ik tijd tekort. Hier komt het op neer -- en dit is wellicht een van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd in de tien jaar die dit onderzoek duurde.
My one year turned into six years: Thousands of stories, hundreds of long interviews, focus groups. At one point, people were sending me journal pages and sending me their stories -- thousands of pieces of data in six years. And I kind of got a handle on it. I kind of understood, this is what shame is, this is how it works. I wrote a book, I published a theory, but something was not okay -- and what it was is that, if I roughly took the people I interviewed and divided them into people who really have a sense of worthiness -- that's what this comes down to, a sense of worthiness -- they have a strong sense of love and belonging -- and folks who struggle for it, and folks who are always wondering if they're good enough.
Mijn ene jaar werden er zes, duizenden verhalen, honderden lange interviews, focusgroepen. Op een bepaald moment zonden mensen me krantenpagina's en hun verhalen -- duizenden stukjes gegevens in zes jaar. Ik begon het te snappen. Ik begreep min of meer: dit is schaamte, zo werkt het. Ik schreef een boek, ik publiceerde een theorie, maar er klopte nog iets niet -- en dat was het volgende. Als ik de geïnterviewden grofweg verdeelde in een groep mensen die echt een gevoel van eigenwaarde hebben -- want daar komt het eigenlijk op neer: een besef van eigenwaarde. Deze mensen hebben een heel sterk besef van liefde en erbij horen -- en een groep mensen die daarmee worstelde en zich altijd afvroeg of ze goed genoeg zijn.
There was only one variable that separated the people who have a strong sense of love and belonging and the people who really struggle for it. And that was, the people who have a strong sense of love and belonging believe they're worthy of love and belonging. That's it. They believe they're worthy. And to me, the hard part of the one thing that keeps us out of connection is our fear that we're not worthy of connection, was something that, personally and professionally, I felt like I needed to understand better. So what I did is I took all of the interviews where I saw worthiness, where I saw people living that way, and just looked at those.
Er was slechts één variabele die het onderscheid vormde tussen de mensen met een sterk besef van liefde en erbij horen en de mensen die daarmee worstelen. De mensen die dat sterke besef hebben, geloven dat ze liefde en erbij horen, waard zijn. Dat is alles. Ze geloven dat ze het waard zijn. Voor mij was de moeilijkheid van dat ene dat ons verhindert om verbinding te maken, onze angst dat we het niet waard zijn om verbinding te maken, iets waar ik, persoonlijk en professioneel, de behoefte aan had om het beter te begrijpen. Dus nam ik alle interviews waar ik 'het-waard-zijn' zag, waar ik mensen zo zag leven, en ik keek alleen naar die mensen.
What do these people have in common? I have a slight office supply addiction, but that's another talk. So I had a manila folder, and I had a Sharpie, and I was like, what am I going to call this research? And the first words that came to my mind were "whole-hearted." These are whole-hearted people, living from this deep sense of worthiness. So I wrote at the top of the manila folder, and I started looking at the data. In fact, I did it first in a four-day, very intensive data analysis, where I went back, pulled the interviews, the stories, pulled the incidents. What's the theme? What's the pattern? My husband left town with the kids because I always go into this Jackson Pollock crazy thing, where I'm just writing and in my researcher mode.
Wat hebben deze mensen gemeenschappelijk? Ik heb een zekere kantoorartikelen-verslaving ... maar dat is een andere lezing. (Gelach) Ik had een documentenmap en een fijnschrijver en ik dacht: hoe zal ik dit onderzoek noemen? Het eerste dat in mij opkwam was hartelijkheid. Dit waren hartelijke mensen, levend vanuit een diep gevoel van het-waard-zijn. Dat schreef ik bovenaan de documentenmap en ik begon mijn gegevens te bestuderen. Eigenlijk begon ik eerst aan een vierdaagse zeer intensieve gegevensanalyse. Ik ging terug, nam de interviews erbij, alle verhalen, alle voorvallen. Wat is het thema? Wat is het patroon? Mijn man verliet de stad met de kinderen want ik duik dan in mijn onderzoek op een Jackson Pollock-manier waar ik alleen maar aan het schrijven ben in mijn onderzoekersmodus.
And so here's what I found. What they had in common was a sense of courage. And I want to separate courage and bravery for you for a minute. Courage, the original definition of courage, when it first came into the English language -- it's from the Latin word "cor," meaning "heart" -- and the original definition was to tell the story of who you are with your whole heart. And so these folks had, very simply, the courage to be imperfect. They had the compassion to be kind to themselves first and then to others, because, as it turns out, we can't practice compassion with other people if we can't treat ourselves kindly. And the last was they had connection, and -- this was the hard part -- as a result of authenticity, they were willing to let go of who they thought they should be in order to be who they were, which you have to absolutely do that for connection.
Dit ontdekte ik: ze hadden een bepaald soort moed gemeenschappelijk. Ik wil eerst even onderscheid maken tussen moed en dapperheid. Moed, vanuit de oorspronkelijke betekenis van het Engelse 'courage' komt van het Latijnse woord cor, wat hart betekent -- en de oorspronkelijke betekenis was: je eigen verhaal van wie je bent, vertellen met je hele hart. Deze mensen hadden heel simpel de moed om onvolmaakt te zijn. Zij hadden het mededogen om eerst aardig te zijn voor zichzelf en dan voor anderen. Want we kunnen niet mededogend zijn met andere mensen als we niet aardig kunnen zijn voor onszelf. Tenslotte hadden zij verbinding -- en dit was het moeilijke deel -- die voortkwam uit authenticiteit. Ze waren bereid om los te laten wie ze dachten te moeten zijn om te zijn wie ze waren, wat je absoluut moet doen voor verbinding.
The other thing that they had in common was this: They fully embraced vulnerability. They believed that what made them vulnerable made them beautiful. They didn't talk about vulnerability being comfortable, nor did they really talk about it being excruciating -- as I had heard it earlier in the shame interviewing. They just talked about it being necessary. They talked about the willingness to say, "I love you" first ... the willingness to do something where there are no guarantees ... the willingness to breathe through waiting for the doctor to call after your mammogram. They're willing to invest in a relationship that may or may not work out. They thought this was fundamental.
Iets anders dat ze gemeen hadden was dit: ze omarmden kwetsbaarheid volledig. Zij geloofden dat wat hen kwetsbaar maakte, hen ook mooie mensen maakte. Ze zeiden niet dat kwetsbaarheid erg comfortabel voelt, en ook niet dat het ondraaglijk was zoals ik eerder in de schaamte-interviews had gehoord. Ze praatten alleen over de noodzakelijkheid ervan. Ze spraken over de bereidheid om als eerste te zeggen: "Ik houd van jou", de bereidheid om iets te doen terwijl er geen garanties zijn, de bereidheid om te blijven ademen terwijl je wacht totdat de dokter je roept na je mammografie. De bereidheid om in een relatie te investeren waarvan niet zeker is of die zal slagen. Ze dachten dat dat fundamenteel was.
I personally thought it was betrayal. I could not believe I had pledged allegiance to research, where our job -- you know, the definition of research is to control and predict, to study phenomena for the explicit reason to control and predict. And now my mission to control and predict had turned up the answer that the way to live is with vulnerability and to stop controlling and predicting. This led to a little breakdown --
Ik persoonlijk dacht dat het verraad was. Ik kon niet geloven dat ik trouw had beloofd als onderzoeker -- de definitie van onderzoek is om te kunnen beheersen en voorspellen, om fenomenen te bestuderen met het expliciete doel om te beheersen en te voorspellen. Nu bleek mijn missie om te beheersen en te voorspellen als antwoord te krijgen dat je moet leven met kwetsbaarheid en moet stoppen met beheersen en voorspellen. Dit leidde tot een kleine instorting --
(Laughter)
(Gelach)
-- which actually looked more like this.
-- die er eigenlijk meer zo uitzag.
(Laughter)
(Gelach)
And it did.
Dat was zo. Ik noem het een instorting,
I call it a breakdown; my therapist calls it a spiritual awakening.
mijn therapeute noemde het een geestelijk ontwaken.
(Laughter)
Een geestelijk ontwaken klinkt beter,
A spiritual awakening sounds better than breakdown, but I assure you, it was a breakdown. And I had to put my data away and go find a therapist. Let me tell you something: you know who you are when you call your friends and say, "I think I need to see somebody. Do you have any recommendations?" Because about five of my friends were like, "Wooo, I wouldn't want to be your therapist."
maar ik verzeker je dat het een instorting was. Ik moest mijn onderzoek staken en een therapeut zoeken. Ik kan je vertellen: je weet pas echt wie je bent als je je vrienden belt en zegt: "Ik denk dat ik iemand nodig heb. Kun je iemand aanbevelen? Want ongeveer vijf van mijn vrienden zeiden: 'Wauw, ik zou jouw therapeut niet willen zijn.'" (Gelach)
(Laughter)
Ik zei: "Wat betekent dat?"
I was like, "What does that mean?" And they're like, "I'm just saying, you know. Don't bring your measuring stick."
Ze antwoordden: "Ik zeg het maar, weet je. Neem je meetlat niet mee." Ik reageerde met: oké.
(Laughter)
I was like, "Okay." So I found a therapist. My first meeting with her, Diana -- I brought in my list of the way the whole-hearted live, and I sat down. And she said, "How are you?" And I said, "I'm great. I'm okay." She said, "What's going on?" And this is a therapist who sees therapists, because we have to go to those, because their B.S. meters are good.
Ik vond een therapeute. Bij mijn eerste ontmoeting met haar, Diana -- bracht ik mijn lijst mee over hoe de hartelijke mensen leven en ik ging zitten. Ze zei: "Hoe gaat het?" Ik antwoordde: "Prima, ik ben oké." Ze zei: "Wat is er aan de hand?" Dit is een therapeute die therapeuten behandelt, daar moeten wij naartoe gaan want zij kennen al de onzin.
(Laughter)
(Gelach)
And so I said, "Here's the thing, I'm struggling." And she said, "What's the struggle?" And I said, "Well, I have a vulnerability issue. And I know that vulnerability is the core of shame and fear and our struggle for worthiness, but it appears that it's also the birthplace of joy, of creativity, of belonging, of love. And I think I have a problem, and I need some help." And I said, "But here's the thing: no family stuff, no childhood shit."
Ik zei dus: "Ik ben aan het worstelen." Zij vroeg: "Wat is de worsteling?" Ik zei: "Ik heb een probleem met kwetsbaarheid. Ik weet dat kwetsbaarheid de kern is van schaamte en angst en onze strijd voor eigenwaarde maar het lijkt erop dat het ook de oorsprong is van plezier, van creativiteit, van erbij horen, van liefde. Ik denk dat ik een probleem heb en wat hulp kan gebruiken." Ik zei: "Maar voor de duidelijkheid: geen familiegedoe, geen jeugdtrauma-gezeur."
(Laughter)
(Gelach)
"I just need some strategies."
"Ik wil gewoon wat strategieën hebben."
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
Thank you. So she goes like this.
Dank je. Zij deed dit.
(Laughter)
(Gelach)
And then I said, "It's bad, right?" And she said, "It's neither good nor bad."
Ik zei: "Het is slecht met mij gesteld?" Zij zei: "Het is noch goed, noch slecht."
(Laughter)
(Gelach)
"It just is what it is." And I said, "Oh my God, this is going to suck."
"Het is gewoon wat het is." Ik zei: "Oh mijn God, dit gaat heel erg worden."
(Laughter)
(Gelach)
And it did, and it didn't. And it took about a year. And you know how there are people that, when they realize that vulnerability and tenderness are important, that they surrender and walk into it. A: that's not me, and B: I don't even hang out with people like that.
En dat deed het en ook weer niet. Het kostte ongeveer een jaar. Weet je: er zijn mensen die, als ze zich realiseren dat kwetsbaarheid en tederheid belangrijk zijn, zich eraan overgeven en erin stappen. A: Zo ben ik niet B: Ik ga zelfs niet om met mensen die zo zijn.
(Laughter)
(Gelach)
For me, it was a yearlong street fight. It was a slugfest. Vulnerability pushed, I pushed back. I lost the fight, but probably won my life back.
Voor mij was het een straatgevecht van een jaar. Het was een knokpartij. Kwetsbaarheid duwde, ik duwde terug. Ik verloor het gevecht maar won waarschijnlijk mijn leven terug.
And so then I went back into the research and spent the next couple of years really trying to understand what they, the whole-hearted, what choices they were making, and what we are doing with vulnerability. Why do we struggle with it so much? Am I alone in struggling with vulnerability? No.
Ik keerde terug naar het onderzoek en besteedde de volgende paar jaar aan het echt proberen begrijpen van de hartelijke mensen, welke keuzen ze maken en wat ze doen met kwetsbaarheid. Waarom worstelen we daar zo mee? Ben ik alleen in mijn strijd met kwetsbaarheid? Nee.
So this is what I learned. We numb vulnerability -- when we're waiting for the call. It was funny, I sent something out on Twitter and on Facebook that says, "How would you define vulnerability? What makes you feel vulnerable?" And within an hour and a half, I had 150 responses. Because I wanted to know what's out there. Having to ask my husband for help because I'm sick, and we're newly married; initiating sex with my husband; initiating sex with my wife; being turned down; asking someone out; waiting for the doctor to call back; getting laid off; laying off people. This is the world we live in. We live in a vulnerable world. And one of the ways we deal with it is we numb vulnerability.
Dit leerde ik: we verdoven kwetsbaarheid -- als we op de oproep wachten. Het was grappig, ik vroeg via Twitter en Facebook: hoe zou je kwetsbaarheid definiëren? Wat geeft je een kwetsbaar gevoel? Anderhalf uur later had ik 150 reacties. Want ik wilde weten wat er aan de hand is. Dat ik mijn man om hulp moet vragen omdat ik ziek ben. We zijn net getrouwd. Het initiatief nemen voor seks met mijn man; initiatief nemen voor seks met mijn vrouw; afgewezen worden; iemand uit vragen; wachten tot de dokter terugbelt; ontslagen worden; mensen ontslaan -- dat is de wereld waarin wij leven. We leven in een kwetsbare wereld. Eén van de manieren waarop we daarmee omgaan is het verdoven van onze kwetsbaarheid.
And I think there's evidence -- and it's not the only reason this evidence exists, but I think it's a huge cause -- We are the most in-debt ... obese ... addicted and medicated adult cohort in U.S. history. The problem is -- and I learned this from the research -- that you cannot selectively numb emotion. You can't say, here's the bad stuff. Here's vulnerability, here's grief, here's shame, here's fear, here's disappointment. I don't want to feel these. I'm going to have a couple of beers and a banana nut muffin.
Ik denk dat er bewijzen zijn -- en het is niet het enige reden dat dit bewijs bestaat, maar ik denk dat het een grote oorzaak is -- wij hebben de meeste geldschulden, overgewicht, verslaving en medicijnengebruik van alle volwassenen in de geschiedenis van de V.S. Het probleem is, en dat heb ik uit het onderzoek geleerd -- dat je emotie niet selectief kunt verdoven. Je kunt niet zeggen: "Hier zijn de nare dingen. Hier is kwetsbaarheid, hier is hartzeer, hier is schaamte, hier is angst, hier is teleurstelling, dat wil ik allemaal niet voelen. Ik neem een paar biertjes en een moorkop met slagroom."
(Laughter)
(Gelach)
I don't want to feel these. And I know that's knowing laughter. I hack into your lives for a living. God.
Ik wil dat allemaal niet voelen. Ik weet dat jullie lachen omdat je het weet. Ik wroet in jullie levens voor mijn beroep. Dat is: haha... verdorie!
(Laughter)
(Gelach)
You can't numb those hard feelings without numbing the other affects, our emotions. You cannot selectively numb. So when we numb those, we numb joy, we numb gratitude, we numb happiness. And then, we are miserable, and we are looking for purpose and meaning, and then we feel vulnerable, so then we have a couple of beers and a banana nut muffin. And it becomes this dangerous cycle.
Je kunt die nare gevoelens niet verdoven zonder je emoties te beïnvloeden. Je kunt niet selectief onderdrukken. Dus als we die verdoven, verdoven we vreugde, we verdoven dankbaarheid, we verdoven geluk. Dan voelen we ons ellendig en we zoeken naar doel en betekenis. En dan voelen we ons kwetsbaar, dus nemen we een paar biertjes en een moorkop met slagroom. Dat wordt een gevaarlijke vicieuze cirkel.
One of the things that I think we need to think about is why and how we numb. And it doesn't just have to be addiction. The other thing we do is we make everything that's uncertain certain. Religion has gone from a belief in faith and mystery to certainty. "I'm right, you're wrong. Shut up." That's it. Just certain. The more afraid we are, the more vulnerable we are, the more afraid we are. This is what politics looks like today. There's no discourse anymore. There's no conversation. There's just blame. You know how blame is described in the research? A way to discharge pain and discomfort. We perfect. If there's anyone who wants their life to look like this, it would be me, but it doesn't work. Because what we do is we take fat from our butts and put it in our cheeks.
Ik denk dat we moeten nadenken over waarom en hoe we verdoven. Het hoeft niet alleen door verslaving te zijn. We doen nog iets anders: we maken alles dat onzeker is zeker. Religie is gegaan van geloof in vertrouwen en mysterie naar zekerheid. Ik heb gelijk, jij hebt het fout. Houd je mond. Dat is het. Gewoon zeker. Hoe angstiger we zijn, hoe kwetsbaarder we zijn, hoe angstiger we zijn. Zo werkt de politiek van vandaag. Er is geen discussie meer. Er is geen dialoog. Er zijn slechts beschuldigingen. Weet je hoe de schuld geven in onderzoek wordt beschreven? Als een manier om af te leiden van pijn en ongemak. We maken alles perfect. Als er iemand is die zijn leven er zo uit wil laten zien dan ben ik het wel, maar het werkt niet. We halen vet weg van onze kont
(Laughter)
en stoppen dat in onze wangen. (Gelach)
Which just, I hope in 100 years, people will look back and go, "Wow."
Ik hoop dat over honderd jaar
(Laughter)
mensen die terugkijken, zullen zeggen: "Wauw."
(Gelach)
And we perfect, most dangerously, our children. Let me tell you what we think about children. They're hardwired for struggle when they get here. And when you hold those perfect little babies in your hand, our job is not to say, "Look at her, she's perfect. My job is just to keep her perfect -- make sure she makes the tennis team by fifth grade and Yale by seventh." That's not our job. Our job is to look and say, "You know what? You're imperfect, and you're wired for struggle, but you are worthy of love and belonging." That's our job. Show me a generation of kids raised like that, and we'll end the problems, I think, that we see today. We pretend that what we do doesn't have an effect on people. We do that in our personal lives. We do that corporate -- whether it's a bailout, an oil spill ... a recall. We pretend like what we're doing doesn't have a huge impact on other people. I would say to companies, this is not our first rodeo, people. We just need you to be authentic and real and say ... "We're sorry. We'll fix it."
We perfectioneren, allergevaarlijkst, onze kinderen. Dit denken we over kinderen. Ze zijn geprogrammeerd om te knokken als ze hier komen. Als je die perfecte kleine baby's in je handen houdt, dan moeten we niet zeggen: "Kijk haar eens, ze is perfect. Het is mijn taak om haar perfect te houden -- zorgen dat ze in het tennisteam komt in groep zeven en op Yale in groep negen." Dat is niet onze taak. Die is te zeggen: Je bent onvolmaakt en geprogrammeerd om te knokken maar je bent het waard om lief te hebben en erbij te horen." Dat is onze taak. Met een generatie kinderen die zo zijn opgevoed en we lossen de problemen van vandaag op, denk ik. We doen net alsof wat we doen geen effect heeft op andere mensen. Dat doen we in ons persoonlijke leven. We doen dat in het bedrijfsleven -- of het nu gaat om steun aan banken of een olieramp een terugroepactie -- we doen net alsof wat we doen geen enorme impact heeft op andere mensen. Ik wil tegen bedrijven zeggen: "We zijn niet van gisteren, mensen. We willen alleen maar dat jullie authentiek en echt zijn en zeggen: 'Het spijt ons. We repareren het.'"
But there's another way, and I'll leave you with this. This is what I have found: To let ourselves be seen, deeply seen, vulnerably seen ... to love with our whole hearts, even though there's no guarantee -- and that's really hard, and I can tell you as a parent, that's excruciatingly difficult -- to practice gratitude and joy in those moments of terror, when we're wondering, "Can I love you this much? Can I believe in this this passionately? Can I be this fierce about this?" just to be able to stop and, instead of catastrophizing what might happen, to say, "I'm just so grateful, because to feel this vulnerable means I'm alive." And the last, which I think is probably the most important, is to believe that we're enough. Because when we work from a place, I believe, that says, "I'm enough" ... then we stop screaming and start listening, we're kinder and gentler to the people around us, and we're kinder and gentler to ourselves.
Maar er is een andere weg en ik wil daarmee eindigen. Ik vond dit: om onszelf te tonen, écht te tonen, te tonen in kwetsbaarheid, om lief te hebben met ons hele hart zelfs al is er geen enkele garantie -- en dat is echt heel moeilijk, en ik kan je als ouder vertellen: dat is vreselijk moeilijk -- om dankbaarheid en vreugde in praktijk te brengen in die momenten van paniek als we ons afvragen: kan ik zoveel van je houden? Kan ik hierin zo gepassioneerd in geloven? Kan ik hier zo vol voor gaan? Gewoon kunnen stoppen en, in plaats van catastrofes te vrezen, gewoon te zeggen: "Ik ben zo dankbaar want me zo kwetsbaar voelen, is weten dat ik leef." En als laatste, ik denk waarschijnlijk het belangrijkste: geloven dat we voldoende zijn. Want als we vertrekken vanuit 'Ik ben genoeg', dan stoppen we met schreeuwen en beginnen te luisteren. Dan zijn we aardiger en zachter voor de mensen om ons heen en aardiger en zachter voor onszelf.
That's all I have. Thank you.
Dat is alles wat ik heb. Dank je wel.
(Applause)
(Applaus)