What I'd like to talk about is really the biggest problems in the world. I'm not going to talk about "The Skeptical Environmentalist" -- probably that's also a good choice. (Laughter)
Ik wil graag praten over de grootste problemen in de wereld. Ik ga niet praten over "De Sceptische Wereldverbeteraar"-- hoewel dat waarschijnlijk ook een goeie keuze is. (Gelach)
But I am going talk about: what are the big problems in the world? And I must say, before I go on, I should ask every one of you to try and get out pen and paper because I'm actually going to ask you to help me to look at how we do that. So get out your pen and paper. Bottom line is, there is a lot of problems out there in the world. I'm just going to list some of them. There are 800 million people starving. There's a billion people without clean drinking water. Two billion people without sanitation. There are several million people dying of HIV and AIDS. The lists go on and on. There's two billions of people who will be severely affected by climate change -- so on. There are many, many problems out there.
Ik ga praten over de vraag: wat zijn de grootste problemen in de wereld? Voor ik verder ga, zou ik ieder van jullie moeten vragen om pen en papier te pakken, want ik ga jullie vragen mij te helpen hoe we dat kunnen doen. Dus neem jullie pen en papier. Feitelijk zijn er veel problemen in de wereld. Ik ga er een aantal opnoemen. 800 miljoen mensen verhongeren. Een miljard mensen heeft geen schoon drinkwater. Voor twee miljard mensen is er geen volksgezondheid. Miljoenen mensen sterven aan HIV en AIDS. De lijst is eindeloos lang. Twee miljoen mensen worden hard getroffen door klimaatveranderingen, enzovoorts. Er zijn veel, veel problemen.
In an ideal world, we would solve them all, but we don't. We don't actually solve all problems. And if we do not, the question I think we need to ask ourselves -- and that's why it's on the economy session -- is to say, if we don't do all things, we really have to start asking ourselves, which ones should we solve first? And that's the question I'd like to ask you. If we had say, 50 billion dollars over the next four years to spend to do good in this world, where should we spend it? We identified 10 of the biggest challenges in the world, and I will just briefly read them: climate change, communicable diseases, conflicts, education, financial instability, governance and corruption, malnutrition and hunger, population migration, sanitation and water, and subsidies and trade barriers. We believe that these in many ways encompass the biggest problems in the world. The obvious question would be to ask, what do you think are the biggest things? Where should we start on solving these problems? But that's a wrong problem to ask. That was actually the problem that was asked in Davos in January.
In de ideale wereld zouden we die allemaal oplossen, maar dat doen we niet. We lossen niet werkelijk alle problemen op. En als we dat niet doen, moeten we ons de vraag stellen - en daarom is het een economische kwestie -- als we niet alles doen, moeten we ons gaan afvragen, welke kwesties lossen we het eerst op? En dat is de vraag die ik jullie zou willen stellen. Laten we zeggen dat we voor de komende vier jaar 50 miljard dollar te besteden hebben om de wereld te verbeteren, waaraan zouden we het moeten uitgeven? We hebben tien van de grootste uitdagingen in de wereld uitgezocht, en ik zal ze kort weergeven. Klimaatverandering, besmettelijke ziektes, conflicten, onderwijs, financiële instabiliteit, bestuur en corruptie, ondervoeding en voedseltekort, bevolkingsmigratie, volksgezondheid en water, subsidies en handelsbarrières. Wij geloven dat deze op veel manieren de grootste problemen in de wereld omvatten. De voor de hand liggende vraag zou zijn om te vragen, wat denken jullie dat het grootste probleem is? Waar moeten we beginnen met het oplossen van deze problemen? Maar dat is niet het goeie vraagstuk om voor te leggen. Dit was feitelijk het vraagstuk dat in januari in Davos werd voorgelegd.
But of course, there's a problem in asking people to focus on problems. Because we can't solve problems. Surely the biggest problem we have in the world is that we all die. But we don't have a technology to solve that, right? So the point is not to prioritize problems, but the point is to prioritize solutions to problems. And that would be -- of course that gets a little more complicated. To climate change that would be like Kyoto. To communicable diseases, it might be health clinics or mosquito nets. To conflicts, it would be U.N.'s peacekeeping forces, and so on. The point that I would like to ask you to try to do, is just in 30 seconds -- and I know this is in a sense an impossible task -- write down what you think is probably some of the top priorities. And also -- and that's, of course, where economics gets evil -- to put down what are the things we should not do, first. What should be at the bottom of the list? Please, just take 30 seconds, perhaps talk to your neighbor, and just figure out what should be the top priorities and the bottom priorities of the solutions that we have to the world's biggest issues.
Uiteraard is het moeilijk om mensen te vragen om te focussen op problemen. Omdat we ze niet kunnen oplossen. Het grootste probleem in de wereld is natuurlijk dat we allemaal doodgaan. Maar we hebben geen technologie om dat op te lossen, nietwaar? Dus het punt is niet om problemen voorrang te geven, maar het punt is om voorrang te geven aan de oplossing van problemen. En dat zou zijn -- natuurlijk wordt dat iets gecompliceerder. Voor klimaatverandering zou dat bijvoorbeeld Kyoto zijn. Voor besmettelijke ziektes zouden het gezondheidscentra of muggenklamboes zijn. Voor conflicten zouden het VN-vredesmissies zijn, enzovoorts. Ik zou jullie willen vragen om het volgende te doen, om gewoon in 30 seconden - en ik weet dat dit min of meer een onmogelijke taak is -- te schrijven wat volgens jullie waarschijnlijk enkele van de topprioriteiten zijn. En ook - en dat is natuurlijk waar de economie venijnig wordt - op te schrijven wat we niet zouden moeten doen, in eerste instantie. Wat zou er onder aan de lijst komen? Alsjeblieft, neem 30 seconden, praat wellicht met je buurman, en bepaal wat de topprioriteiten zouden moeten zijn en de minder belangrijke prioriteiten voor onze oplossingen voor de grootste zaken in de wereld.
The amazing part of this process -- and of course, I mean, I would love to -- I only have 18 minutes, I've already given you quite a substantial amount of my time, right? I'd love to go into, and get you to think about this process, and that's actually what we did. And I also strongly encourage you, and I'm sure we'll also have these discussions afterwards, to think about, how do we actually prioritize? Of course, you have to ask yourself, why on Earth was such a list never done before? And one reason is that prioritization is incredibly uncomfortable. Nobody wants to do this. Of course, every organization would love to be on the top of such a list. But every organization would also hate to be not on the top of the list. And since there are many more not-number-one spots on the list than there is number ones, it makes perfect sense not to want to do such a list. We've had the U.N. for almost 60 years, yet we've never actually made a fundamental list of all the big things that we can do in the world, and said, which of them should we do first? So it doesn't mean that we are not prioritizing -- any decision is a prioritization, so of course we are still prioritizing, if only implicitly -- and that's unlikely to be as good as if we actually did the prioritization, and went in and talked about it.
Het verbazingwekkende van dit proces is - en ik bedoel natuurlijk, Ik zou wel willen maar ik heb maar 18 minuten. Ik heb jullie best al veel van mijn tijd gegeven, niet? Ik zou er graag dieper op in gaan, en jullie laten nadenken over dit proces, en dat is feitelijk wat we gedaan hebben. En ik wil jullie ook sterk aanmoedigen, en ik ben er van overtuigd dat we deze discussies achteraf zullen hebben, om na te denken hoe we werkelijk prioriteiten gaan bepalen. Natuurlijk moet u zichzelf afvragen, waarom in hemelsnaam zo'n lijst niet eerder gemaakt is. Eén reden is dat prioriteren ongelofelijk ongemakkelijk is. Niemand wil dit doen. Natuurlijk wil iedere organisatie graag bovenaan zo'n lijst staan. Maar iedere organisatie baalt er ook van om niet bovenaan de lijst te staan. En omdat er veel meer niet-nummer-één-plekken op de lijst staan dan nummers één, ligt het voor de hand zo'n lijst niet te willen. We hebben nu al bijna 60 jaar de VN, maar we hebben nooit een lijst opgesteld van alle belangrijke dingen die we in de wereld kunnen doen, en welke moeten we het eerst doen? Maar dat betekent niet dat we niet prioriteren -- elk besluit is een prioriteit, dus natuurlijk prioriteren we allemaal misschien impliciet -- en dat is waarschijnlijk niet zo goed als een werkelijke prioritering, die uitgebreid besproken is.
So what I'm proposing is really to say that we have, for a very long time, had a situation when we've had a menu of choices. There are many, many things we can do out there, but we've not had the prices, nor the sizes. We have not had an idea. Imagine going into a restaurant and getting this big menu card, but you have no idea what the price is. You know, you have a pizza; you've no idea what the price is. It could be at one dollar; it could be 1,000 dollars. It could be a family-size pizza; it could be a very individual-size pizza, right? We'd like to know these things.
Dus wat ik wil voorstellen is zeggen dat we, al heel lang, een situatie hebben waarin we een keuzemenu hadden. Er zijn heel veel dingen die we kunnen doen, maar we wisten de prijzen niet, noch de afmetingen. We hadden geen idee. Stel je voor dat je naar een restaurant gaat en je krijgt een grote menukaart, maar je hebt geen idee van de prijzen. Dat je een pizza wilt, maar geen idee hebt wat hij kost. Het zou één dollar kunnen zijn, maar ook 1000 dollar. Het kan een familie-pizza zijn. Het kan ook een éénpersoons-pizza zijn, hè? Die dingen willen we weten.
And that is what the Copenhagen Consensus is really trying to do -- to try to put prices on these issues. And so basically, this has been the Copenhagen Consensus' process. We got 30 of the world's best economists, three in each area. So we have three of world's top economists write about climate change. What can we do? What will be the cost and what will be the benefit of that? Likewise in communicable diseases. Three of the world's top experts saying, what can we do? What would be the price? What should we do about it, and what will be the outcome? And so on.
En dat is wat de Kopenhagen-Consensus probeert te doen -- prijzen proberen te bepalen van deze problemen. En dat is vooral het proces van de Kopenhagen-Consensus geweest. We hebben 30 van de beste economen in de wereld, drie op elk gebied. Dus we laten drie wereldtopeconomen over klimaatverandering schrijven. Wat kunnen we doen? Wat gaat het kosten? En wat zal het opleveren? Op dezelfde manier met overdraagbare ziekten. Drie van de topexperts die zeggen: "Wat kunnen we doen?". Wat zou het kosten? Wat moeten we eraan doen, en wat zou de uitkomst moeten zijn? Enzovoort.
Then we had some of the world's top economists, eight of the world's top economists, including three Nobel Laureates, meet in Copenhagen in May 2004. We called them the "dream team." The Cambridge University prefects decided to call them the Real Madrid of economics. That works very well in Europe, but it doesn't really work over here. And what they basically did was come out with a prioritized list. And then you ask, why economists? And of course, I'm very happy you asked that question -- (Laughter) -- because that's a very good question. The point is, of course, if you want to know about malaria, you ask a malaria expert. If you want to know about climate, you ask a climatologist. But if you want to know which of the two you should deal with first, you can't ask either of them, because that's not what they do. That is what economists do. They prioritize. They make that in some ways disgusting task of saying, which one should we do first, and which one should we do afterwards?
Verder brachten we een aantal topeconomen, de acht besten van de wereld, waaronder drie Nobelprijswinnaars, samen in Kopenhagen in mei 2004. We noemden ze het droomteam. De prefecten van de Universiteit van Cambridge besloten ze de Real Madrid van de economie te noemen. Dat werkt prima in Europa, maar hier niet zo. En wat ze vooral deden, was een lijst met prioriteiten samenstellen. En dan vragen jullie: "Waarom economen?". En natuurlijk ben ik heel blij dat jullie die vraag stellen. -- (Gelach) -- want het is een hele goede vraag. Het punt is natuurlijk, als je iets wilt weten over malaria, dan vraag je dat aan een malaria-expert. Als je wat van het klimaat wilt weten, vraag je het aan een klimatoloog. Maar als je wilt weten welke van de twee je eerst moet oppakken, kun je het geen van beiden vragen, want dat doen ze niet. Dat is wat economen doen. Ze prioriteren. Ze voeren de enigszins walgelijke taak uit te bepalen welke we eerst moeten doen, en welke we daarna zouden moeten doen.
So this is the list, and this is the one I'd like to share with you. Of course, you can also see it on the website, and we'll also talk about it more, I'm sure, as the day goes on. They basically came up with a list where they said there were bad projects -- basically, projects where if you invest a dollar, you get less than a dollar back. Then there's fair projects, good projects and very good projects. And of course, it's the very good projects we should start doing. I'm going to go from backwards so that we end up with the best projects.
Dit is dus de lijst en deze wil ik met jullie delen. Natuurlijk kun je hem ook vinden op de website, en we zullen er vandaag ongetwijfeld nog meer over spreken. Ze kwamen met een lijst op de proppen met slechte projecten -- eigenlijk projecten waarvoor geldt dat als je een dollar investeert, je minder terug krijgt. Dan zijn er nog redelijke projecten, goede en hele goede projecten. En natuurlijk zijn het de hele goede projecten waarmee we moeten beginnen. Ik begin achteraan zodat we eindigen met de beste projecten.
These were the bad projects. As you might see the bottom of the list was climate change. This offends a lot of people, and that's probably one of the things where people will say I shouldn't come back, either. And I'd like to talk about that, because that's really curious. Why is it it came up? And I'll actually also try to get back to this because it's probably one of the things that we'll disagree with on the list that you wrote down.
Dit waren de slechte projecten. Zoals je ziet staat klimaatverandering onderaan de lijst. Dit beledigt veel mensen en dat is waarschijnlijk één van de redenen waarom mensen zeggen dat ik niet meer terug hoef te komen. Ik wil het hierover hebben, want dat is erg merkwaardig. Hoe is dit veroorzaakt? En ik wil hier ook op terugkomen omdat het waarschijnlijk een van de verschillen is met de lijst die jullie hebben opgeschreven.
The reason why they came up with saying that Kyoto -- or doing something more than Kyoto -- is a bad deal is simply because it's very inefficient. It's not saying that global warming is not happening. It's not saying that it's not a big problem. But it's saying that what we can do about it is very little, at a very high cost. What they basically show us, the average of all macroeconomic models, is that Kyoto, if everyone agreed, would cost about 150 billion dollars a year. That's a substantial amount of money. That's two to three times the global development aid that we give the Third World every year. Yet it would do very little good. All models show it will postpone warming for about six years in 2100. So the guy in Bangladesh who gets a flood in 2100 can wait until 2106. Which is a little good, but not very much good. So the idea here really is to say, well, we've spent a lot of money doing a little good.
De reden waarom ze erop uitkwamen dat Kyoto -- of meer doen dan Kyoto -- een slechte optie is, is eenvoudig omdat het erg inefficiënt is. Het zegt niet dat er geen opwarming aan de gang is. Het zegt niet dat het geen groot probleem is. Maar het zegt dat wat we er erg weinig aan kunnen doen, tegen hele hoge kosten. Wat ze ons laten zien, het gemiddelde van alle macro-economische modellen, is dat Kyoto, zo'n 150 miljard dollar per jaar kost als iedereen het ermee eens is. Dat is een substantieel bedrag. Dat is twee à drie keer de wereldwijde ontwikkelingshulp die we de Derde Wereld ieder jaar geven. Toch zou het weinig goeds uithalen. Alle modellen tonen aan dat het de opwarming ongeveer zes jaar zal uitstellen in 2100. De man in Bangladesh die een overstroming krijgt in 2100 kan dan wachten tot 2106. Dat is wel een beetje goed, maar niet zo heel erg. Dus het idee hierachter is: "We hebben heel veel geld uitgegeven aan een beetje goed."
And just to give you a sense of reference, the U.N. actually estimate that for half that amount, for about 75 billion dollars a year, we could solve all major basic problems in the world. We could give clean drinking water, sanitation, basic healthcare and education to every single human being on the planet. So we have to ask ourselves, do we want to spend twice the amount on doing very little good? Or half the amount on doing an amazing amount of good? And that is really why it becomes a bad project. It's not to say that if we had all the money in the world, we wouldn't want to do it. But it's to say, when we don't, it's just simply not our first priority.
En om jullie een idee te geven, de VN schat dat voor de helft van dat bedrag, voor ongeveer 75 miljard dollar per jaar, we alle belangrijke basisproblemen in de wereld zouden kunnen oplossen. We kunnen zorgen voor schoon drinkwater, hygiëne, basisgezondheidszorg en onderwijs voor ieder mens op de planeet. Dus we moeten ons afvragen: "Willen we twee maal dat bedrag uitgeven om maar een beetje goed te doen? Of de helft om een verrassende hoeveelheid goeds te doen?" En dat is in feite waarom het een slecht project is geworden. Het is niet zo dat als we al het geld in de wereld hadden, we het niet zouden willen. Maar als we het niet doen, is het gewoon niet onze eerste prioriteit.
The fair projects -- notice I'm not going to comment on all these -- but communicable diseases, scale of basic health services -- just made it, simply because, yes, scale of basic health services is a great thing. It would do a lot of good, but it's also very, very costly. Again, what it tells us is suddenly we start thinking about both sides of the equation. If you look at the good projects, a lot of sanitation and water projects came in. Again, sanitation and water is incredibly important, but it also costs a lot of infrastructure. So I'd like to show you the top four priorities which should be at least the first ones that we deal with when we talk about how we should deal with the problems in the world.
De redelijke projecten -- ik ga ze niet allemaal bespreken -- maar overdraagbare ziekten, schaal van de basisgezondheidszorg -- haalden het eenvoudigweg omdat schaal van de basisgezondheidszorg iets geweldigs is. Het doet veel goeds, maar het is ook erg prijzig. Wat het ons weer vertelt is dat we plotseling rekening houden met beide kanten van de vergelijking. Als je naar de goede projecten kijkt, zie je veel hygiëne- en waterprojecten. Hygiëne en water is ook ongelofelijk belangrijk, maar het kost ook een hoop aan infrastructuur. Dus ik wil jullie de bovenste vier projecten laten zien die tenminste de eerste horen te zijn om op te pakken als we praten over hoe we de wereldproblemen te lijf moeten gaan.
The fourth best problem is malaria -- dealing with malaria. The incidence of malaria is about a couple of [million] people get infected every year. It might even cost up towards a percentage point of GDP every year for affected nations. If we invested about 13 billion dollars over the next four years, we could bring that incidence down to half. We could avoid about 500,000 people dying, but perhaps more importantly, we could avoid about a [million] people getting infected every year. We would significantly increase their ability to deal with many of the other problems that they have to deal with -- of course, in the long run, also to deal with global warming.
Het vierde beste probleem is malaria -- bestrijden van malaria. Een paar [miljoen] mensen worden elk jaar besmet met malaria. Het kost de betrokken landen elk jaar zelfs ongeveer een procent van het BNP. Als we de komende vier jaar zo'n 13 miljard dollar investeren, kunnen we het aantal slachtoffers met de helft terugbrengen. We kunnen voorkomen dat er 500.000 mensen sterven elke dag, maar misschien nog belangrijker is dat we voorkomen dat een miljard mensen ieder jaar besmet raken. We zouden hun mogelijkheden aanzienlijk verbeteren om de vele andere problemen die ze hebben, aan te kunnen pakken. En op de lange termijn natuurlijk ook de aardopwarming aanpakken.
This third best one was free trade. Basically, the model showed that if we could get free trade, and especially cut subsidies in the U.S. and Europe, we could basically enliven the global economy to an astounding number of about 2,400 billion dollars a year, half of which would accrue to the Third World. Again, the point is to say that we could actually pull two to three hundred million people out of poverty, very radically fast, in about two to five years. That would be the third best thing we could do.
De derde beste was vrije handel. Het model toont aan dat als we vrije handel invoeren, vooral door subsidies in de VS en Europa af te schaffen, we de wereldeconomie kunnen oppeppen tot een ongelofelijk niveau van ongeveer 2.400 miljard dollar per jaar, waarvan de helft zal toekomen aan de Derde Wereld. Ook hier is het punt weer dat we echt twee tot driehonderd miljoen mensen uit armoede kunnen halen, en radicaal snel, in twee tot vijf jaar. Dat zou het derde beste zijn dat we kunnen doen.
The second best thing would be to focus on malnutrition. Not just malnutrition in general, but there's a very cheap way of dealing with malnutrition, namely, the lack of micronutrients. Basically, about half of the world's population is lacking in iron, zinc, iodine and vitamin A. If we invest about 12 billion dollars, we could make a severe inroad into that problem. That would be the second best investment that we could do.
Het tweede beste zal zijn meer aandacht voor ondervoeding. Niet ondervoeding in het algemeen, maar er is een heel goedkope manier om ondervoeding aan te pakken, namelijk het gebrek aan sporenelementen. De helft van de wereldbevolking heeft een tekort aan ijzer, zink, jodium en vitamine A. Als we hiervoor 12 miljard dollar uittrekken, kunnen we dat probleem stevig aanpakken. Dat zou de tweede beste investering zijn die we kunnen doen.
And the very best project would be to focus on HIV/AIDS. Basically, if we invest 27 billion dollars over the next eight years, we could avoid 28 new million cases of HIV/AIDS. Again, what this does and what it focuses on is saying there are two very different ways that we can deal with HIV/AIDS. One is treatment; the other one is prevention. And again, in an ideal world, we would do both. But in a world where we don't do either, or don't do it very well, we have to at least ask ourselves where should we invest first. And treatment is much, much more expensive than prevention. So basically, what this focuses on is saying, we can do a lot more by investing in prevention. Basically for the amount of money that we spend, we can do X amount of good in treatment, and 10 times as much good in prevention. So again, what we focus on is prevention rather than treatment, at first rate.
En het allerbeste project zou zijn de aandacht voor HIV/AIDS. Als we de komende acht jaar 25 miljard dollar investeren, kunnen we 28 miljoen nieuwe gevallen van HIV/AIDS voorkomen. Hier constateren ze dat er twee heel verschillende manieren bestaan om HIV/AIDS aan te pakken. De ene is behandeling, de andere is preventie. En wederom, in een ideale wereld zouden we beiden doen. Maar in een wereld waar we geen van tweeën doen, of halfslachtig doen, moeten we onszelf afvragen waarin we het eerst moeten investeren. En behandeling is veel, veel duurder dan preventie. Dus op dit punt constateert men dat we zoveel meer kunnen doen door in preventie te investeren. Je kunt stellen dat we voor het geldbedrag dat we uitgeven we een X-bedrag goed doen met behandeling, en 10 keer zoveel goed doen met preventie. Dus nogmaals, we richten ons liever op preventie dan behandeling, op de eerste plaats.
What this really does is that it makes us think about our priorities. I'd like to have you look at your priority list and say, did you get it right? Or did you get close to what we came up with here? Well, of course, one of the things is climate change again. I find a lot of people find it very, very unlikely that we should do that.
Wat dit doet is dat het ons laat nadenken over onze prioriteiten. Kijken jullie ook eens naar jullie prioriteitenlijst en zeg eens, hadden jullie dit goed? Of zaten jullie in de buurt van waar wij mee kwamen? Natuurlijk is klimaatverandering weer een van de punten. Ik denk dat veel mensen het heel, heel onwaarschijnlijk vinden het zo te doen.
We should also do climate change, if for no other reason, simply because it's such a big problem. But of course, we don't do all problems. There are many problems out there in the world. And what I want to make sure of is, if we actually focus on problems, that we focus on the right ones. The ones where we can do a lot of good rather than a little good. And I think, actually -- Thomas Schelling, one of the participants in the dream team, he put it very, very well. One of things that people forget, is that in 100 years, when we're talking about most of the climate change impacts will be, people will be much, much richer. Even the most pessimistic impact scenarios of the U.N. estimate that the average person in the developing world in 2100 will be about as rich as we are today. Much more likely, they will be two to four times richer than we are. And of course, we'll be even richer than that.
We zouden ook klimaatverandering moeten aanpakken, om de doodeenvoudige reden dat het zo'n groot probleem is. Maar natuurlijk pakken we niet alle problemen aan. Er zijn veel problemen daarbuiten in de wereld. En ik wil zeker weten dat, als we ons richten op bepaalde problemen, dat we ons op de juiste richten. De problemen waar we veel goeds kunnen bereiken in plaats van slechts een beetje. En ik denk eigenlijk -- Thomas Schelling, één van de deelnemers aan het droomteam, stelde het heel sterk. Eén van de dingen die mensen vergeten, is dat over 100 jaar, de termijn waarop de meeste klimaateffecten zullen gelden, de mensen veel, veel rijker zullen zijn. Zelfs het meest pessimistische scenario van de VN schat dat de gemiddelde persoon in de ontwikkelingslanden in 2100 ongeveer net zo rijk zal zijn als wij nu. Maar waarschijnlijker is dat ze twee tot vier keer zo rijk als wij zullen zijn. En natuurlijk zullen wij zelfs nog rijker zijn.
But the point is to say, when we talk about saving people, or helping people in Bangladesh in 2100, we're not talking about a poor Bangladeshi. We're actually talking about a fairly rich Dutch guy. And so the real point, of course, is to say, do we want to spend a lot of money helping a little, 100 years from now, a fairly rich Dutch guy? Or do we want to help real poor people, right now, in Bangladesh, who really need the help, and whom we can help very, very cheaply? Or as Schelling put it, imagine if you were a rich -- as you will be -- a rich Chinese, a rich Bolivian, a rich Congolese, in 2100, thinking back on 2005, and saying, "How odd that they cared so much about helping me a little bit through climate change, and cared so fairly little about helping my grandfather and my great grandfather, whom they could have helped so much more, and who needed the help so much more?"
Maar het punt is: als we praten over het redden van mensen, of mensen in Bangladesh helpen in 2100, dan praten we niet meer over een arme Bangladeshi. We hebben het dan over een redelijk rijke Nederlander. En dus de echte kwestie is of we een hoop geld willen uitgeven aan het helpen van een redelijk rijke Nederlander over 100 jaar. Of willen we nu mensen helpen in Bangladesh die echt arm zijn, die echt hulp nodig hebben, en die we heel, heel goedkoop kunnen helpen? Of zoals Schelling het zegt, stel je voor dat je rijk bent -- wat je zult zijn -- een rijke Chinees, een rijke Boliviaan, een rijke Congolees, die terugdenkt aan 2005 in 2100 en zegt: "Wat raar dat ze zich zo inspanden om mij een beetje te helpen met klimaatverandering, en zo weinig deden om mijn grootvader en overgrootvader te helpen, die zoveel meer geholpen hadden kunnen worden, en die zoveel meer hulp nodig hadden?"
So I think that really does tell us why it is we need to get our priorities straight. Even if it doesn't accord to the typical way we see this problem. Of course, that's mainly because climate change has good pictures. We have, you know, "The Day After Tomorrow" -- it looks great, right? It's a good film in the sense that I certainly want to see it, right, but don't expect Emmerich to cast Brad Pitt in his next movie digging latrines in Tanzania or something. (Laughter) It just doesn't make for as much of a movie. So in many ways, I think of the Copenhagen Consensus and the whole discussion of priorities as a defense for boring problems. To make sure that we realize it's not about making us feel good. It's not about making things that have the most media attention, but it's about making places where we can actually do the most good.
Dus ik denk dat dit ons leert waarom we onze prioriteiten helder moeten stellen. Zelfs als dit niet overeenstemt met de gebruikelijke manier waarop we dit probleem zien. Dat is natuurlijk vooral omdat klimaatverandering zulke goede films heeft. We hebben, "The Day After Tomorrow" -- ziet er goed uit, hè? Het is een goede film in die zin dat ik hem zeker wil zien, maar verwacht niet dat Emmerich Brad Pitt zal casten in zijn volgende film om latrines te graven in Tanzania of zoiets. (Gelach) Dat is niet zo geschikt voor een film. Dus ik denk aan de Kopenhagen-Consensus en die hele discussie over prioriteiten als een verdediging tegen saaie problemen. Om zeker te weten dat we beseffen dat het er niet om gaat om ons een goed gevoel te geven, het gaat niet om zaken op te pakken die de meeste media-aandacht krijgen, maar het gaat om die zaken waar we het meeste kunnen bereiken.
The other objections, I think, that are important to say, is that I'm somehow -- or we are somehow -- positing a false choice. Of course, we should do all things, in an ideal world -- I would certainly agree. I think we should do all things, but we don't. In 1970, the developed world decided we were going to spend twice as much as we did, right now, than in 1970, on the developing world. Since then our aid has halved. So it doesn't look like we're actually on the path of suddenly solving all big problems.
Het ander bezwaar is, dat het van belang is om te zeggen dat ik ergens -- of dat wij ergens -- een verkeerde keuze poneren. Natuurlijk, we zouden alles moeten oppakken, in een ideale wereld -- ik zou er zeker mee instemmen. Ik vind dat we alles moeten doen, maar dat doen we niet. In 1970 besloten de rijke landen dat we nu aan ontwikkelingshulp twee keer zoveel zouden moeten uitgeven dan we toen deden. Sindsdien is onze hulp gehalveerd. Dus het ziet er niet naar uit dat we al op het juiste pad zitten om in één klap alle grote problemen op te lossen.
Likewise, people are also saying, but what about the Iraq war? You know, we spend 100 billion dollars -- why don't we spend that on doing good in the world? I'm all for that. If any one of you guys can talk Bush into doing that, that's fine. But the point, of course, is still to say, if you get another 100 billion dollars, we still want to spend that in the best possible way, don't we? So the real issue here is to get ourselves back and think about what are the right priorities. I should just mention briefly, is this really the right list that we got out? You know, when you ask the world's best economists, you inevitably end up asking old, white American men. And they're not necessarily, you know, great ways of looking at the entire world.
Zo zeggen mensen ook: "En de oorlog in Irak dan?" Weet je, we geven 100 miljard dollar uit. Waarom geven we dat niet uit aan goede dingen in de wereld? Ben ik helemaal voor. Als één van jullie Bush kan ompraten om dat te doen, zou dat mooi zijn. Maar het punt blijft natuurlijk, als je nog eens 100 miljard dollar krijgt, willen we dat nog steeds op de beste manier besteden, toch? Dus de echte kwestie blijft, dat we opnieuw moeten nadenken over de juiste prioriteiten. Ik zou ons kort afvragen, is dit echt de juiste lijst die we hebben? Als je het de beste economen ter wereld vraagt, kom je onvermijdelijk uit bij blanke Amerikaanse mannen. En zij hebben niet per se een goede kijk op de hele wereld.
So we actually invited 80 young people from all over the world to come and solve the same problem. The only two requirements were that they were studying at the university, and they spoke English. The majority of them were, first, from developing countries. They had all the same material but they could go vastly outside the scope of discussion, and they certainly did, to come up with their own lists. And the surprising thing was that the list was very similar -- with malnutrition and diseases at the top and climate change at the bottom. We've done this many other times. There's been many other seminars and university students, and different things. They all come out with very much the same list. And that gives me great hope, really, in saying that I do believe that there is a path ahead to get us to start thinking about priorities, and saying, what is the important thing in the world? Of course, in an ideal world, again we'd love to do everything. But if we don't do it, then we can start thinking about where should we start?
Dus we nodigden 80 jonge mensen van over de hele wereld uit om hetzelfde probleem op te lossen. De enige twee eisen waren dat ze aan een universiteit studeerden, en dat ze Engels spraken. De meerderheid van hen kwam uit ontwikkelingslanden. Ze hadden allemaal hetzelfde materiaal maar ze mochten ver buiten het discussiedomein om gaan, en dat deden ze, om zo met hun eigen lijsten te komen. En het verrassende was dat deze lijst erg veel leek op de onze -- met ondervoeding en ziektes bovenaan en klimaatverandering onderaan. We hebben dit vaak herhaald. Er zijn veel andere seminaries en universiteitstudenten geweest. Ze komen allemaal met ongeveer dezelfde lijst. En dat geeft mij veel hoop te zeggen dat ik geloof dat er een weg voor ons ligt waarbij we gaan nadenken over prioriteiten. En zeggen: "Wat is het belangrijkste in de wereld?" Nogmaals, in een ideale wereld zouden we natuurlijk alles willen doen. Maar als we dat niet doen, kunnen we beginnen na te denken waar we moeten beginnen?
I see the Copenhagen Consensus as a process. We did it in 2004, and we hope to assemble many more people, getting much better information for 2008, 2012. Map out the right path for the world -- but also to start thinking about political triage. To start thinking about saying, "Let's do not the things where we can do very little at a very high cost, not the things that we don't know how to do, but let's do the great things where we can do an enormous amount of good, at very low cost, right now."
Ik zie de Kopenhagen-Consensus als een proces. We deden het in 2004, en we hopen veel meer mensen bij elkaar te brengen, met betere informatie in 2008, 2012. De juiste weg voor de wereld wijzen. Maar ook gaan nadenken over politieke triage. Gaan nadenken en zeggen: "Laten we niet de dingen aanpakken waar we heel weinig doen tegen hoge kosten, niet de dingen waarvan we niet weten hoe, maar laten we meteen die dingen aanpakken waar we een enorme hoeveelheid goeds bereiken, tegen heel lage kosten."
At the end of the day, you can disagree with the discussion of how we actually prioritize these, but we have to be honest and frank about saying, if there's some things we do, there are other things we don't do. If we worry too much about some things, we end by not worrying about other things. So I hope this will help us make better priorities, and think about how we better work for the world. Thank you.
Aan het einde van de dag kun je het oneens zijn met de discussie van hoe we deze werkelijk prioriteren, maar we moeten eerlijk en oprecht zijn, want als we een aantal zaken aanpakken, zijn er andere die we laten liggen. Als we ons teveel druk maken over sommige dingen, zullen we ons uiteindelijk niet druk maken om andere dingen. Dus ik hoop dat dit ons helpt om betere prioriteiten te stellen, en nadenken hoe we beter kunnen werken voor de wereld. Dank u.