I've been doing some thinking. I'm going to kill my dad. I called my sister.
Ik heb eens nagedacht. Ik ga mijn vader vermoorden. Ik heb mijn zus opgebeld.
"Listen, I've been doing some thinking. I'm going to kill Dad. I'm going to take him to Oregon, find some heroin, and give it to him."
"Luister, ik heb eens nagedacht. Ik ga pap vermoorden. Ik breng hem naar Oregon, koop wat heroïne en geeft dat aan hem."
My dad has frontotemporal lobe dementia, or FTD. It's a confusing disease that hits people in their 50s or 60s. It can completely change someone's personality, making them paranoid and even violent. My dad's been sick for a decade, but three years ago he got really sick, and we had to move him out of his house -- the house that I grew up in, the house that he built with his own hands. My strapping, cool dad with the falsetto singing voice had to move into a facility for round-the-clock care when he was just 65.
Mijn vader heeft frontotemporale dementie, of FTD. Een verwarrende ziekte die vijftigers of zestigers treft. Het kan iemands persoonlijkheid totaal veranderen door hem paranoïde en gewelddadig te maken. Mijn vader is al een decennium lang ziek, maar drie jaar geleden werd hij echt ziek en we moesten hem uit zijn huis plaatsen -- het huis waarin ik ben opgegroeid, het huis dat hij met zijn eigen handen heeft gebouwd. Mijn flinke, coole vader met zijn falsetstem moest naar een faciliteit voor 24-uurszorg toen hij slechts 65 was.
At first my mom and sisters and I made the mistake of putting him in a regular nursing home. It was really pretty; it had plush carpet and afternoon art classes and a dog named Diane. But then I got a phone call.
Mijn moeder, mijn zussen, en ik hadden eerst een fout gemaakt door hem in een gewoon zorgtehuis te plaatsen. Het was erg mooi; het had een pluche tapijt en 's middags kunstlessen en een hond genaamd Diane. Maar toen kreeg ik een telefoontje:
"Ms. Malone, we've arrested your father."
"Mevrouw Malone, we hebben uw vader gearresteerd."
"What?"
"Wat?"
"Well, he threatened everybody with cutlery. And then he yanked the curtains off the wall, and then he tried to throw plants out the window. And then, well, he pulled all the old ladies out of their wheelchairs."
"Nou, hij bedreigde iedereen met bestek. Toen trok hij de gordijnen van de muur en toen probeerde hij de planten uit het raam te gooien. En toen, tsja, trok hij alle oude vrouwtjes uit hun rolstoel."
"All the old ladies?"
"Alle oude vrouwtjes?"
(Laughter)
(Gelach)
"What a cowboy."
"Wat een cowboy."
(Laughter)
(Gelach)
After he got kicked out of there, we bounced him between a bunch of state-run facilities before finding a treatment center specifically for people with dementia. At first, he kind of liked it, but over time his health declined, and one day I walked in and found him sitting hunched over on the ground wearing a onesie -- those kinds of outfits that zip in the back. I watched him for about an hour as he yanked at it, trying to find a way out of this thing. And it's supposed to be practical, but to me it looked like a straightjacket. And so I ran out. I left him there. I sat in my truck -- his old truck -- hunched over, this really deep guttural cry coming out of the pit of my belly. I just couldn't believe that my father, the Adonis of my youth, my really dear friend, would think that this kind of life was worth living anymore.
En nadat hij daar weggestuurd werd, stuurden we hem heen en weer tussen overheidsinstellingen, totdat we een behandelcentrum vonden specifiek voor dementerenden. In het begin vond hij het wel leuk, maar zijn gezondheid verslechterde, en op een dag kwam ik binnen en vond ik hem voorovergebogen op de grond met een onesie aan, een kledingstuk dat je op de rug dichtritst. Ik heb een uur naar hem gekeken terwijl hij eraan zat te trekken en eruit probeerde te komen. Het is de bedoeling dat het praktisch is, maar het leek voor mij op een dwangbuis. En dus rende ik naar buiten en liet ik hem daar achter. Ik zat in mijn truck -- zijn oude truck -- voorovergebogen, een zeer diep gehuil klonk vanuit onder in mijn buik. Ik kon gewoon niet geloven dat mijn vader, de Adonis van mijn jeugd, mijn zeer trouwe vriend, zou denken dat dit nog een waardevol leven is.
We're programmed to prioritize productivity. So when a person -- an Adonis in this case -- is no longer productive in the way we expect him to be, the way that he expects himself to be, what value does that life have left? That day in the truck, all I could imagine was that my dad was being tortured and his body was the vessel of that torture. I've got to get him out of that body. I've got to get him out of that body; I'm going to kill Dad.
We zijn geprogrammeerd om productiviteit voorrang te geven. Dus wanneer een persoon -- een Adonis in casu -- niet langer productief is op de manier die wij van hem verwachten, op de manier die hij van zichzelf verwacht, wat voor waarde heeft het leven dan nog? Die dag in de truck kon ik me alleen maar voorstellen dat mijn vader gemarteld werd en zijn lichaam het vaartuig was van die marteling. Ik moet hem uit dat lichaam halen. Ik moet hem uit dat lichaam halen: ik ga pap vermoorden.
I call my sister.
Ik bel mijn zus op.
"Beth," she said. "You don't want to live the rest of your life knowing that you killed your father. And you'd be arrested I think, because he can't condone it. And you don't even know how to buy heroin."
"Beth," zei ze, "je wil niet de rest van je leven leiden wetende dat je je vader hebt vermoord. En ik denk dat je opgepakt wordt, omdat hij het niet kan accepteren. En je weet niet eens hoe je heroïne moet kopen."
(Laughter)
(Gelach)
It's true, I don't.
Het is waar; ik weet het niet.
(Laughter) The truth is we talk about his death a lot. When will it happen? What will it be like? But I wish that we would have talked about death when we were all healthy. What does my best death look like? What does your best death look like? But my family didn't know to do that. And my sister was right. I shouldn't murder Dad with heroin, but I've got to get him out of that body.
(Gelach) De waarheid is dat we veel over zijn dood praten. Wanneer zal het gebeuren? Hoe zal het zijn? Maar ik wou dat we over de dood hadden gepraat toen we nog allemaal gezond waren. Hoe ziet mijn beste dood eruit? Hoe ziet jouw beste dood eruit? Maar mijn familie wist niet hoe dit moest. En mijn zus had gelijk. Ik moest pap niet vermoorden met heroïne, maar ik moest hem uit dat lichaam krijgen.
So I went to a psychic. And then a priest, and then a support group, and they all said the same thing: sometimes people hang on when they're worried about loved ones. Just tell them you're safe, and it's OK to go when you're ready.
Dus ging ik naar een medium. En toen naar een priester, en naar een steungroep, en ze zeiden allemaal hetzelfde: soms willen mensen niet sterven omdat ze bezorgd zijn om geliefden. Dus vertel ze dat je veilig bent en dat ze kunnen gaan als ze zover zijn.
So I went to see Dad. I found him hunched over on the ground in the onesie. He was staring past me and just kind of looking at the ground. I gave him a ginger ale and just started talking about nothing in particular, but as I was talking, he sneezed from the ginger ale. And the sneeze -- it jerked his body upright, sparking him back to life a little bit. And he just kept drinking and sneezing and sparking, over and over and over again until it stopped. And I heard, "Heheheheheh, heheheheheh ... this is so fabulous. This is so fabulous."
Dus ging ik naar pap toe. Ik zag hem voorovergebogen op de grond in de onesie. Hij staarde langs me heen en keek gewoon naar de grond. Ik gaf hem een glas cola en begon over koetjes en kalfjes te praten, maar terwijl ik aan het praten was, moest hij niezen van zijn drankje en de nies -- het schokte zijn lichaam rechtop en bracht hem een beetje tot leven. En hij bleef maar drinken en niezen en tot leven komen, steeds opnieuw, tot het stopte. En ik hoorde, "Heheheheheh, heheheheheh ... dit is zo prachtig. Dit is zo prachtig."
His eyes were open and he was looking at me, and I said, "Hi, Dad!" and he said, "Hiya, Beth." And I opened my mouth to tell him, right? "Dad, if you want to die, you can die. We're all OK." But as I opened my mouth to tell him, all I could say was, "Dad! I miss you." And then he said, "Well, I miss you, too." And then I just fell over because I'm just a mess.
Zijn ogen waren wijd open en hij keek me aan, en ik zei: "Hoi, pap!" en hij zei: "Hey, Beth." En ik opende mijn mond om het te vertellen: "Pap, als je wil sterven, kun je sterven. We zijn allemaal oké." Maar toen ik mijn mond open deed, kon ik alleen maar zeggen: "Pap! Ik mis je." En toen zei hij: "Nou, ik mis jou ook." En toen viel ik gewoon voorover, omdat ik een puinhoop ben.
So I fell over and I sat there with him because for the first time in a long time he seemed kind of OK. And I memorized his hands, feeling so grateful that his spirit was still attached to his body. And in that moment I realized I'm not responsible for this person. I'm not his doctor, I'm not his mother, I'm certainly not his God, and maybe the best way to help him and me is to resume our roles as father and daughter.
Dus ik viel voorover en zat daar met hem, want voor het eerst in tijden zag hij er best oké uit. En ik herinnerde me zijn handen en ik voelde me dankbaar dat zijn ziel nog steeds verbonden was met zijn lichaam. Op dat moment realiseerde ik me dat ik niet verantwoordelijk ben voor deze persoon. Ik ben zijn dokter niet, ik ben zijn moeder niet, ik ben zeker zijn God niet en misschien was de beste manier om hem en mezelf te helpen: door onze rollen als vader en dochter voort te zetten.
And so we just sat there, calm and quiet like we've always done. Nobody was productive. Both of us are still strong.
En dus zaten we daar gewoon, kalm en rustig zoals altijd. Niemand was productief. We zijn beiden nog steeds sterk.
"OK, Dad. I'm going to go, but I'll see you tomorrow."
"Oké, pap, ik ga, maar ik zie je morgen."
"OK," he said. "Hey, this is a pretty nice hacienda."
"Oké", zei hij. "Hey, dit is best een mooie hacienda."
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)