I want to start with a game. Okay? And to win this game, all you have to do is see the reality that's in front of you as it really is, all right? So we have two panels here, of colored dots. And one of those dots is the same in the two panels. And you have to tell me which one.
Ik wil beginnen met een spelletje. En om dit spelletje te winnen, hoef je alleen maar de werkelijkheid hier voor je neus te zien zoals hij werkelijk is. Goed? Oké, we hebben hier twee panelen met gekleurde stippen. En één van deze stippen op beide panelen. Oké? En jullie moeten me vertellen welke.
Now, I narrowed it down to the gray one, the green one, and, say, the orange one. So by a show of hands, we'll start with the easiest one. Show of hands: how many people think it's the gray one? Really? Okay. How many people think it's the green one? And how many people think it's the orange one? Pretty even split.
Laten we ons beperken tot de grijze, de groene, en, eeh, de oranje. Oké., steek je hand op -- we beginnen met de makkelijkste -- Steek je hand op: wie denken er allemaal dat het de grijze is? Echt? Oké. En wie denken er allemaal dat het de groene is? En wie denken er allemaal dat het de oranje is? Behoorlijk gelijk verdeeld.
Let's find out what the reality is. Here is the orange one.
Laten we kijken hoe het echt is. Hier is de oranje.
(Laughter)
(Gelach)
Here is the green one. And here is the gray one.
Hier is de groene. En hier is de grijze.
(Laughter)
(Gelach)
So for all of you who saw that, you're complete realists. All right?
Iedereen die dat zag: je bent een complete realist. (Gelach)
(Laughter)
So this is pretty amazing, isn't it? Because nearly every living system has evolved the ability to detect light in one way or another. So for us, seeing color is one of the simplest things the brain does. And yet, even at this most fundamental level, context is everything. What I'm going to talk about is not that context is everything, but why context is everything. Because it's answering that question that tells us not only why we see what we do, but who we are as individuals, and who we are as a society.
Verbazingwekkend hè? Want bijna elk levend wezen heeft op de een of andere manier het vermogen om licht te zien ontwikkeld. dus voor ons is kleuren zien een van de simpelste dingen die onze hersenen doen. Maar zelfs op dit meest fundamentele niveau is context alles. Waar ik over wil praten is niet dat context alles is, maar waaróm context alles is. Want het antwoord op die vraag vertelt ons niet alleen waarom we zien wat we zien maar ook wie we zijn als individu en wie we zijn als samenleving.
But first, we have to ask another question, which is, "What is color for?" And instead of telling you, I'll just show you. What you see here is a jungle scene, and you see the surfaces according to the amount of light that those surfaces reflect. Now, can any of you see the predator that's about to jump out at you? And if you haven't seen it yet, you're dead, right?
Maar eerst moeten we een andere vraag stellen, en dat is, "Waarom is er kleur?" En in plaats van dat te vertellen laat ik het jullie nu zien. Wat je hier zien is een jungle-scène En jullie zien de oppervlakten aan de hand van de hoeveelheid licht die deze oppervlaktes reflecteren. Is er iemand die het roofdier kan zien dat klaarstaat om ons te overrompelen? En als je het nog niet hebt gezien, ben je dood.
(Laughter)
(Gelach)
Can anyone see it? Anyone? No? Now let's see the surfaces according to the quality of light that they reflect. And now you see it.
Is er iemand die het zien kan? Iemand? Nee? Ok, laten we nu de oppervlaktes bekijken aan de hand van de kwaliteit van licht die ze reflecteren. En nu zie je het.
So, color enables us to see the similarities and differences between surfaces, according to the full spectrum of light that they reflect. But what you've just done is in many respects mathematically impossible. Why? Because, as Berkeley tells us, we have no direct access to our physical world, other than through our senses. And the light that falls onto our eyes is determined by multiple things in the world, not only the color of objects, but also the color of their illumination, and the color of the space between us and those objects. You vary any one of those parameters, and you'll change the color of the light that falls onto your eye.
Dus kleur zorgt dat wij de overeenkomsten en verschillen tussen oppervlakten kunnen zien, aan de hand van het volledige lichtspectrum wat ze reflecteren. Maar wat jullie zonet gedaan hebben is, in vele opzichten, wiskundig onmogelijk. Waarom? Omdat we, zoals Berkeley ons vertelt, geen directe toegang tot onze fysieke wereld hebben, anders dan via onze zintuigen. En het licht wat in onze ogen valt wordt bepaald door verscheidene dingen in de wereld -- niet alleen de kleur van objecten, maar ook de kleur van hun glans, en de kleur van de ruimte tussen ons en deze objecten. Als je één van deze parameters verandert, verander je de kleur van het licht dat in je ogen valt.
This is a huge problem, because it means that the same image could have an infinite number of possible real-world sources. Let me show you what I mean. Imagine that this is the back of your eye, okay? And these are two projections from the world. They're identical in every single way. Identical in shape, size, spectral content. They are the same, as far as your eye is concerned. And yet they come from completely different sources. The one on the right comes from a yellow surface, in shadow, oriented facing the left, viewed through a pinkish medium. The one on the left comes from an orange surface, under direct light, facing to the right, viewed through sort of a bluish medium. Completely different meanings, giving rise to the exact same retinal information. And yet it's only the retinal information that we get.
Dit is een enorm probleem omdat het betekent dat één en dezelfde afbeelding een oneindige hoeveelheid mogelijke bronnen in de werkelijkheid kan hebben. Ik zal jullie laten zien wat ik bedoel. Stel je voor dat dit je netvlies is. En dit zijn twee projecties van de wereld. Ze zijn volledig identiek. Dezelfde vorm, afmeting, spectrale inhoud. Voor zover je oog kan zien zijn ze hetzelfde. En toch komen ze van compleet verschillende bronnen. Die aan de rechterkant komt van een geel oppervlak, in de schaduw, van links gezien, met een doorzichtig roze vlak ervoor Die aan de linkerkant komt van een oranje oppervlak, met directe belichting, van rechts gezien, Met een blauwachtig vlak ervoor. Volledig verschillende betekenissen leiden tot exact gelijke informatie op het netvlies. En toch krijgen we alleen maar die informatie op ons netvlies.
So how on Earth do we even see? So if you remember anything in this next 18 minutes, remember this: that the light that falls onto your eye, sensory information, is meaningless, because it could mean literally anything. And what's true for sensory information is true for information generally. There's no inherent meaning in information. It's what we do with that information that matters.
Dus hoe kunnen we überhaupt het verschil zien? Als je iets onthoudt van de komende 18 minuten, onthoud dan dit: Dat het licht wat op je ogen valt, zintuigelijke informatie, betekenisloos is. Want het zou letterlijk wat dan ook kunnen betekenen. En wat geldt voor zintuigelijke informatie geldt voor informatie in het algemeen. Er zit geen inherente betekenis in informatie. Het is wat we met die informatie doen wat belangrijk is.
So, how do we see? Well, we see by learning to see. The brain evolved the mechanisms for finding patterns, finding relationships in information, and associating those relationships with a behavioral meaning, a significance, by interacting with the world. We're very aware of this in the form of more cognitive attributes, like language. I'm going to give you some letter strings, and I want you to read them out for me, if you can.
Maar hoe zien we dan? We zien door te leren kijken. Onze hersenen hebben mechanismen ontwikkeld voor het vinden van patronen, het vinden van onderlinge relaties binnen informatie, en het associëren van deze relaties met een betekenis voor ons gedrag een belang, door interactie met de wereld. We zijn ons hier zeer van bewust in de vorm van meer cognitieve eigenschappen, zoals taal. Ik ga jullie een paar letterreeksen laten zien. En ik wil dat jullie ze hardop voorlezen, als jullie kunnen.
Audience: "Can you read this?" "You are not reading this." "What are you reading?"
Publiek: "Can you read this?" "You are not reading this." "What are you reading?"
Beau Lotto: "What are you reading?" Half the letters are missing, right? There's no a priori reason why an "H" has to go between that "W" and "A." But you put one there. Why? Because in the statistics of your past experience, it would have been useful to do so. So you do so again. And yet you don't put a letter after that first "T." Why? Because it wouldn't have been useful in the past. So you don't do it again.
Beau Lotto: "What are you reading?" De helft van de letters mist. Er is geen specifieke reden waarom er een "H" tussen die "W" en "A" moet staan. Maar jullie zetten er één neer. Waarom? Omdat in de statistieken van je ervaring tot nu toe het praktisch was om dat te doen. Dus doe je het opnieuw. Maar je zet geen letter na de eerste "T." Waarom? Omdat het in het verleden niet praktisch zou zijn geweest. Dus doe je het niet nog een keer.
So, let me show you how quickly our brains can redefine normality, even at the simplest thing the brain does, which is color. So if I could have the lights down up here. I want you to first notice that those two desert scenes are physically the same. One is simply the flipping of the other. Now I want you to look at that dot between the green and the red. And I want you to stare at that dot. Don't look anywhere else. We're going to look at it for about 30 seconds, which is a bit of a killer in an 18-minute talk.
Ik zal jullie laten zien hoe snel onze hersenen normaliteit kunnen herdefiniëren, zelfs met het simpelste wat de hersenen doen, kleur herkennen. Kan iemand het licht op het toneel dimmen? Ten eerste wil ik dat jullie zien dat deze twee woestijnlandschappen fysiek hetzelfde zijn. De een is simpelweg een spiegelbeeld van de ander. Goed? Nu wil ik dat jullie naar de stip tussen het groen en het rood kijken. O.K.? En ik wil dat jullie naar die stip blijven staren, en nergens anders naar. En dat gaan we zo'n 30 seconden volhouden, wat nogal saai is in een 18 minuten lange voordracht.
(Laughter)
(Gelach)
But I really want you to learn. And I'll tell you -- don't look anywhere else -- I'll tell you what's happening in your head. Your brain is learning, and it's learning that the right side of its visual field is under red illumination; the left side of its visual field is under green illumination. That's what it's learning. Okay? Now, when I tell you, I want you to look at the dot between the two desert scenes. So why don't you do that now?
Maar ik wil jullie graag laten leren. En ik zal jullie vertellen -- blijven staren -- en ik zal jullie vertellen wat er binnenin jullie hoofd gebeurt. Je hersens zijn aan het leren. Ze zijn aan het leren dat de rechterkant van hun gezichtsveld rood belicht wordt; de linkerkant van het gezichtsveld word groen belicht. Dat is wat ze aan het leren zijn. Oké? En dan wil ik dat jullie nu, als ik het zeg, naar de stip tussen de twee woestijnlandschappen kijken. Oké, kijk maar.
(Laughter)
(Gelach)
Can I have the lights up again?
Kan iemand de lichten weer aandoen?
I take it from your response they don't look the same anymore, right?
Ik maak uit jullie reactie op dat ze er niet meer hetzelfde uitzien. Klopt dat?
(Applause)
(Applaus)
Why? Because your brain is seeing that same information as if the right one is still under red light, and the left one is still under green light. That's your new normal. Okay? So, what does this mean for context? It means I can take two identical squares, put them in light and dark surrounds, and the one on the dark surround looks lighter than on the light surround. What's significant is not simply the light and dark surrounds that matter. It's what those light and dark surrounds meant for your behavior in the past.
Waarom? Omdat jullie hersenen de informatie zien alsof de rechter nog steeds rood belicht wordt, en de linker nog steeds groen belicht wordt. Dat is jullie nieuwe normaal. Wat betekent dit voor context? Het betekent dat ik deze twee identieke vierkanten in lichte en donkere omgevingen kan plaatsen. En dat nu degene met de donkere omgeving lichter lijkt dan die met de lichte omgeving. Het is zijn niet zozeer de lichte en donkere omgeving die hier van belang zijn. Belangrijk is wat deze lichte en donkere omgeving in het verleden voor je gedrag hebben betekend.
So I'll show you what I mean. Here we have that exact same illusion. We have two identical tiles on the left, one in a dark surround, one in a light surround. And the same thing over on the right. Now, I'll reveal those two scenes, but I'm not going to change anything within those boxes, except their meaning. And see what happens to your perception.
Ik zal jullie laten zien wat ik bedoel. Hier hebben we precies dezelfde illusie. Twee identieke tegels, links één met een donkere omgeving en één met een lichte omgeving En aan de rechterkant hetzelfde. Wat ik nu ga doen is deze twee beelden inspecteren. Maar ik ga niets veranderen binnen deze vakken, behalve hun betekenis. En laten we kijken wat er met jullie perceptie gebeurt.
Notice that on the left the two tiles look nearly completely opposite: one very white and one very dark, right? Whereas on the right, the two tiles look nearly the same. And yet there is still one on a dark surround, and one on a light surround. Why? Because if the tile in that shadow were in fact in shadow, and reflecting the same amount of light to your eye as the one outside the shadow, it would have to be more reflective -- just the laws of physics. So you see it that way.
Je ziet dat aan de linkerkant de twee tegels bijna tegenovergesteld lijken: één heel erg wit en de ander heel erg donker. Ja? Terwijl, aan de rechterkant, de tegels er bijna hetzelfde uitzien. Terwijl er nog steeds één een donkere, en de ander een lichte omgeving heeft. Waarom? Omdat als de tegel in die schaduw echt in de schaduw zou liggen en dezelfde hoeveelheid licht in je ogen zou reflecteren als degene buiten de schaduw hij meer zou moeten reflecteren -- gewoon de wetten van de natuurkunde. Dus zie je het zo.
Whereas on the right, the information is consistent with those two tiles being under the same light. If they're under the same light reflecting the same amount of light to your eye, then they must be equally reflective. So you see it that way. Which means we can bring all this information together to create some incredibly strong illusions.
Terwijl aan de rechterkant de informatie consistent is met het beeld van twee tegels onder hetzelfde licht. Als ze hetzelfde licht krijgen, en dezelfde hoeveelheid licht naar je oog weerkaatsen dan moeten ze evenveel reflecteren. Dus zie je het zo. Hetgeen betekent dat we al deze informatie samen kunnen voegen om een paar ongelofelijk sterke illusies te creëren.
This is one I made a few years ago. And you'll notice you see a dark brown tile at the top, and a bright orange tile at the side. That is your perceptual reality. The physical reality is that those two tiles are the same.
Dit is er een die ik een paar jaar geleden heb gemaakt. Bovenaan zie je een donkerbruine tegel, en aan de zijkant een feloranje tegel. Dat is je perceptuele werkelijkheid. De fysieke werkelijkheid is dat deze twee tegels hetzelfde zijn.
Here you see four gray tiles on your left, seven gray tiles on the right. I'm not going to change those tiles at all, but I'm going to reveal the rest of the scene. And see what happens to your perception. The four blue tiles on the left are gray. The seven yellow tiles on the right are also gray. They are the same. Okay? Don't believe me? Let's watch it again.
Hier zie je vier grijze tegels aan de linkerkant, zeven grijze tegels aan de rechterkant. Ik verander er helemaal niks aan. Maar ik ga de rest van het plaatje laten zien. En kijk wat er gebeurt met je perceptie. De vier blauwe tegels links zijn grijs. De zeven gele tegels rechts zijn óók grijs. Ze zijn hetzelfde. Geloven jullie met niet? Laten we nog een keer kijken.
What's true for color is also true for complex perceptions of motion. So, here we have -- let's turn this around -- a diamond. And what I'm going to do is, I'm going to hold it here, and I'm going to spin it. And for all of you, you'll see it probably spinning this direction. Now I want you to keep looking at it. Move your eyes around, blink, maybe close one eye. And suddenly it will flip, and start spinning the opposite direction. Yes? Raise your hand if you got that. Yes? Keep blinking. Every time you blink, it will switch. So I can ask you, which direction is it rotating? How do you know? Your brain doesn't know, because both are equally likely. So depending on where it looks, it flips between the two possibilities.
Wat waar is voor kleur is net zo waar voor de complexe perceptie van beweging. Hier hebben we -- Laten we dit omdraaien -- een diamant. En wat ik ga doen is dat ik hem hier vasthoud, en rond laat draaien. En jullie zijn hem waarschijnlijk allemaal deze kant om draaien. Nu wil ik dat jullie er naar blijven kijken. Beweeg jullie ogen, knipper, misschien dat je één oog dicht kunt doen. En opeens begint hij de andere kant op te draaien. Ja? Steek je hand omhoog als je het gezien hebt. Ja? Blijf knipperen. Elke keer dat je knippert verandert hij van richting. Oké? Dus ik kan jullie vragen, welke kant draait hij om? Hoe weet je dat? Je hersenen weten het niet. Omdat allebei de alternatieven evenzeer mogelijk zijn. Dus afhankelijk van waar je kijkt verandert de richting tussen de twee mogelijkheden.
Are we the only ones that see illusions? The answer to this question is no. Even the beautiful bumblebee, with its mere one million brain cells, which is 250 times fewer cells than you have in one retina, sees illusions, does the most complicated things that even our most sophisticated computers can't do. So in my lab we work on bumblebees, because we can completely control their experience, and see how it alters the architecture of their brain. We do this in what we call the Bee Matrix.
Zijn wij de enige die illusies zijn? Het antwoord op deze vraag is nee. Zelfs de prachtige hommel met slecht één miljoen hersencellen, 250 keer minder cellen dan wat jullie in je netvlies hebben, ziet illusies, doet de meest gecompliceerde dingen die zelfs onze meest geavanceerde computers niet kunnen doen. In mijn laboratorium werken we dus met hommels. Omdat we hun beleving compleet kunnen bepalen, en zien hoe die beleving de architectuur van hun hersenen verandert. En dit doen we in onze zogenaamde Bee Matrix.
Here you have the hive. You can see the queen bee, the large bee in the middle. Those are her daughters, the eggs. They go back and forth between this hive and the arena, via this tube. You'll see one of the bees come out here. You see how she has a little number on her? There's another one coming out, she also has a number on her. Now, they're not born that way, right? We pull them out, put them in the fridge, and they fall asleep. Then you can superglue little numbers on them.
Hier zien jullie het nest. In het midden, die grote hommel, dat is de koningin. Eromheen zie je al haar dochters, de eitjes. En ze gaan heen en weer tussen het nest en de arena, via deze buis. En hier zien jullie één van de hommels naar buiten komen. Zien jullie dat ze een klein nummertje op haar rug heeft? En daar komt er nog één. Zij heeft en ander nummertje. Zo zijn ze natuurlijk niet geboren. We halen ze uit het nest, stoppen ze in de koelkast, en dan vallen ze in slaap. En dan kun je met secondenlijm kleine nummertjes op ze plakken.
(Laughter)
(Gelach)
And now, in this experiment they get a reward if they go to the blue flowers. They land on the flower, stick their tongue in there, called a proboscis, and drink sugar water. She's drinking a glass of water that's about that big to you and I, will do that about three times, then fly. And sometimes they learn not to go to the blue, but to go where the other bees go. So they copy each other. They can count to five. They can recognize faces. And here she comes down the ladder. And she'll come into the hive, find an empty honey pot, and throw up, and that's honey.
In het experiment wat je hier ziet krijgen ze een beloning als ze naar de blauwe bloemen gaan. En ze landen op de bloem. Ze steken hun tong er in, de proboscis zoals die heet, en ze drinken suikerwater. Nu drinkt ze een glas of water wat er voor ons ongeveer zo groot uit zou zien, en dat doet ze drie keer, en daarna vliegt ze weg. Soms leren ze ook om niet naar de blauwe bloemen te gaan, maar om dezelfde plek op te zoeken als de andere bijen. Dus ze doen elkaar na. Ze kunnen tot vijf tellen. Ze kunnen gezichten herkennen. En hier komt ze van de ladder af. En dan gaat ze naar het nest, zoekt een lege honingcel, en geeft over, en dat is honing.
(Laughter)
(Gelach)
Now remember, she's supposed to be going to the blue flowers, but what are these bees doing in the upper right corner? It looks like they're going to green flowers. Now, are they getting it wrong? And the answer to the question is no. Those are actually blue flowers. But those are blue flowers under green light. So they're using the relationships between the colors to solve the puzzle, which is exactly what we do.
Oké, onthoud -- (Gelach) -- het is de bedoeling dat ze naar de blauwe bloemen gaat. Maar wat zijn die bijen daar rechts boven in de hoek aan het doen? Het ziet er naar uit dat ze naar de groene bloemen vliegen. Hebben ze het mis? En het antwoord op de vraag is nee. In werkelijkheid zijn het blauwe bloemen. Maar we laten ze zien met groene belichting. Dus ze gebruiken de onderlinge relatie tussen de kleuren om de puzzel op te lossen. Wat precies hetzelfde is als wat wij doen.
So, illusions are often used, especially in art, in the words of a more contemporary artist, "to demonstrate the fragility of our senses." Okay, this is complete rubbish. The senses aren't fragile. And if they were, we wouldn't be here. Instead, color tells us something completely different, that the brain didn't actually evolve to see the world the way it is. We can't. Instead, the brain evolved to see the world the way it was useful to see in the past. And how we see is by continually redefining normality.
Dus illusies worden vaak gebruikt, vooral in de kunst, zoals een meer hedendaagse kunstenaar het zegt, "om de kwetsbaarheid van onze zintuigen zichtbaar te maken" Oké. Dat is complete onzin. Onze zintuigen zijn niet kwetsbaar. Als ze dat waren zouden we nu hier niet zitten. Kleuren vertellen ons juist iets heel anders, namelijk dat onze hersenen niet zijn geëvolueerd om de wereld te zien zoals hij is. Dat kunnen we niet. In plaats daarvan hebben onze hersenen geleerd de wereld te zien zoals het praktisch was in het verleden. We zien door voortdurend de norm te herdefiniëren.
So, how can we take this incredible capacity of plasticity of the brain and get people to experience their world differently? Well, one of the ways we do it in my lab and studio is we translate the light into sound, and we enable people to hear their visual world. And they can navigate the world using their ears.
Hoe kunnen we met deze ongelofelijke capaciteit en vormbaarheid van onze hersenen mensen hun wereld anders laten beleven? Een van de manieren die we in mijn laboratorium en atelier gebruiken is het vertalen van licht in geluid en we maken het mogelijk voor mensen om hun visuele wereld te horen. En ze hun weg te laten vinden met hun oren.
Here's David on the right, and he's holding a camera. On the left is what his camera sees. And you'll see there's a faint line going across that image. That line is broken up into 32 squares. In each square, we calculate the average color. And then we just simply translate that into sound. And now he's going to turn around, close his eyes, and find a plate on the ground with his eyes closed.
Hier rechts zie je David, hij heeft een camera vast. Hier links zie je wat de camera ziet. En je ziet een lijn, een vage lijn die recht door het beeld loopt. Die lijn is verdeeld in 32 vierkantjes. In elk vierkant berekenen we de gemiddelde kleur. En dan vertalen we dat simpelweg naar geluid. En nu gaat hij zich omdraaien zijn ogen dichtdoen en een bord op de grond zoeken, met zijn ogen dicht.
(Continuous sound)
(Sound changes momentarily)
(Sound changes momentarily)
(Sound changes momentarily)
(Sound changes momentarily)
(Sound changes momentarily)
Beau Lotto: He finds it. Amazing, right? So not only can we create a prosthetic for the visually impaired, but we can also investigate how people literally make sense of the world. But we can also do something else. We can also make music with color. So, working with kids, they created images, thinking about what might the images you see sound like if we could listen to them. And then we translated these images. And this is one of those images. And this is a six-year-old child composing a piece of music for a 32-piece orchestra. And this is what it sounds like.
Hij vind het. Ongelofelijk hè? Dus we kunnen niet alleen protheses voor mensen met een visuele handicap maken, we kunnen ook onderzoeken hoe mensen de wereld beleven en begrijpen via hun zintuigen. Maar er is nog iets wat we kunnen doen. We kunnen ook muziek maken met kleuren. We hebben een aantal kinderen afbeeldingen laten maken en ze laten bedenken hoe de beelden die je ziet zouden klinken als je er naar zou kunnen luisteren. En toen hebben we deze beelden vertaald. Dit is een van die afbeeldingen. En dit is een zesjarige die een compositie maakt voor een 32-delig orkest. En zo klinkt het.
(Electronic representation of orchestral music)
So, a six-year-old child. Okay?
Gedaan door een zes jaar oud kind. Niet te geloven.
Now, what does all this mean? What this suggests is that no one is an outside observer of nature, okay? We're not defined by our central properties, by the bits that make us up. We're defined by our environment and our interaction with that environment, by our ecology. And that ecology is necessarily relative, historical and empirical. So, what I'd like to finish with is this over here. Because what I've been trying to do is really celebrate uncertainty. Because I think only through uncertainty is there potential for understanding.
En wat betekent dit allemaal? Wat dit suggereert is dat niemand een objectieve beschouwer van de natuur is. Goed? We worden niet gedefiniëerd door onze centrale eigenschappen, door de stukjes waarvan we gemaakt zijn. We worden gedefiniëerd door onze omgeving en onze interactie met die omgeving -- door onze ecologie. En deze ecologie is noodzakelijkerwijs relatief, historisch en empirisch. Waarmee ik wil afsluiten is het volgende. Want wat ik heb geprobeerd te doen is de onzekerheid vieren. Want ik denk dat we alleen door zekerheid een mogelijkheid hebben om te begrijpen.
So, if some of you are still feeling a bit too certain, I'd like to do this one. So, if we have the lights down. And what we have here -- Can everyone see 25 purple surfaces on your left, and 25, call it yellowish, surfaces on your right? So now, what I want to do, I'm going to put the middle nine surfaces here under yellow illumination, by simply putting a filter behind them. Now you can see that changes the light that's coming through there, right? Because now the light is going through a yellowish filter and then a purplish filter. I'm going to do the opposite on the left here. I'm going to put the middle nine under a purplish light.
Dus, als sommige van jullie zich nog steeds iets te zeker voelen, wil ik het volgende doen. Kan iemand het licht uitdoen? Wat we hier hebben -- Kan iedereen 25 paarse vlakken zien aan de linkerkant, en 25 geelachtige vlakken aan de rechterkant? Oké, wat ik nu wil doen: Ik ga de negen middelste vlakken met geel belichten door er een filter achter te zetten. Goed. Jullie kunnen zien dat dat het licht verandert wat er doorheenschijnt. Oké? Want nu komt het licht eerst door een geelachtig filter en daarna door een paarsachtig filter. Nu ga ik het tegenovergestelde doen hier aan de linkerkant. Ik ga de negen middelste vlakken met paars belichten.
Now, some of you will have noticed that the consequence is that the light coming through those middle nine on the right, or your left, is exactly the same as the light coming through the middle nine on your right. Agreed? Yes? Okay. So they are physically the same. Let's pull the covers off. Now remember -- you know that the middle nine are exactly the same. Do they look the same? No. The question is, "Is that an illusion?" And I'll leave you with that.
Sommigen van jullie zal het opvallen dat de het gevolg hiervan is dat dat het licht wat door de middelste negen vlakken aan de rechterkant, links voor jullie, exact hetzelfde is als het licht wat door de negen middelste vlakken aan jullie rechterkant schijnt. Mee eens? Ja? Oké. Dus ze zijn fysiek hetzelfde. Laten we de voorplaten eraf halen. Onthoud dat je weet dat de negen vlakken in het midden exact hetzelfde zijn. Zien ze er hetzelfde uit? Nee. De vraag is, "Is dit een illusie?" En daarmee laat ik jullie achter.
So, thank you very much.
Bedankt!
(Laughter)
(Applaus)
(Applause)