Hi. So today, I'd like to share some works in progress. Since we are still realizing these works, we are largely working within the realm of intuition and mystery, still. So I'm going to try and describe some of the experiences that we're looking for through each of the works.
Vandaag wil ik een paar lopende projecten laten zien. Omdat deze projecten nog niet klaar zijn, werken we vooral in de sfeer van intuïtie en geheimzinningheid. Ik zal proberen te beschrijven naar welke ervaringen we op zoek zijn aan de hand van de projecten.
So the first work is called the Imperial Monochromes. A viewer sort of unsuspectingly walks into the room, and catches a glimpse of these panels in a messy composition on the wall. Within seconds, as if the panels have noticed the presence of the viewer, they appear to panic and sort of get into a strict symmetry. (Laughter) So this is the sketch of the two states. One is total chaos. The other is absolute order. And we were interested in seeing how little change it takes to move from one state to the other state. This also reminded us of two very different pictorial traditions. One is the altar tablets of the 15th century, and the other is about 100 years ago, Malevich's abstract compositions. So I'm just going to take you to a video. To give you a sense of scale, the largest panel is about two meters high. That's about this much. And the smallest one is an A4. So a viewer enters the space, and they snap to attention. And after a while, if the viewer continues to remain in the space, the panels will sort of become immune to the presence of the viewer and become lax and autonomous again, until they sort of sense a presence in the room or a movement, when they will again snap to attention. (Laughter) So here it appears as if it's the viewer that's sort of instigating the sense of order among the panels, but it could also be the other way around, that the panels are so stuck within their preconditioned behaviors that they sort of thrust the viewer with the role of a tyrant.
Het eerste werk heet 'Imperial Monochromes'. Een kijker loopt argeloos de ruimte in en vangt een glimp op van deze panelen in een rommelige compositie aan de muur. Binnen een paar seconden, alsof ze hebben gemerkt dat er iemand is, lijken de panelen in paniek te raken en springen ze in een strakke symmetrie. Dit is de schets van de twee toestanden. De een is totale chaos, de andere absolute orde. En we waren benieuwd hoe weinig er nodig was om van de ene toestand naar de andere te gaan. Dit deed ons denken aan twee totaal verschillende beeldende tradities. De een is de altaarstukken uit de 15e eeuw, de ander, van ongeveer 100 jaar geleden, Malevitsj' abstracte composities. Nu laat ik jullie een video zien. Voor een idee van de schaal: het grootste paneel is zo'n twee meter hoog. Zo groot ongeveer. En de kleinste is een A4. Dus een kijker komt de ruimte binnen en ze springen in de houding. En na een tijdje, als de kijker in de ruimte blijft, worden de panelen immuun voor de aanwezigheid van de kijker. Ze worden weer los en autonoom, tot ze weer aanwezigheid of beweging in de ruimte opmerken, om dan opnieuw in de houding te springen. (Gelach) Het lijkt er hier op dat de kijker de ordening van de panelen teweegbrengt, maar het zou ook andersom kunnen zijn. Dat de panelen zo vastzitten in hun gedragspatronen, dat ze de kijker de rol van tiran opdringen. Dat brengt me naar een rustiger, kleiner project genaamd 'Handheld'.
So this brings me to a quieter, small work called Handheld. The viewer sees a piece of paper that's mounted on the far end of the wall, but when you go closer, you see that it's a blank A4, or a letter-sized piece of paper, that's held on either side by two small hands that appear to be carved with a great deal of attention and care from a small block of wood. The viewer also sees that this entire sculpture is sort of moving very slightly, as if these two hands are trying to hold the paper very still for a long period of time, and somehow are not managing to. So this instability in the movement very closely resembles the unsteady nature of images seen through a handheld camera. So here I'm going to show you two tandem clips. One is through a still camera and the other is through a handheld camera. And you immediately see how the unsteady nature of the video suggests the presence of an observer and a subjective point of view. So we've just removed the camera and transferred that movement onto the panel. So here's a video. You have to imagine the other hand. It's not there yet. But to us, we're sort of trying to evoke a self-effacing gesture, as if there's a little person with outstretched arms behind this enormous piece of paper. That sort of likens it to the amount of strain to be at the service of the observer and present this piece of paper very delicately to the viewer in front of them.
De kijker ziet een stuk papier dat aan het andere eind van de muur is aangebracht, maar wanneer je dichterbij komt, zie je dat het een wit vel A4-papier is dat aan beide kanten wordt vastgehouden door twee kleine handjes die eruitzien alsof ze met veel zorg en aandacht uit een klein blok hout zijn gesneden. De kijker ziet ook dat het hele beeld licht aan het bewegen is, alsof deze twee handjes het papier langere tijd heel stil proberen te houden, maar dat dat niet helemaal lukt. Deze instabiliteit lijkt heel erg op het onvaste karakter van beelden die met een handcamera zijn gemaakt. Hier laat ik twee clips naast elkaar zien. De ene is gemaakt met een vaste camera en de andere met een handcamera. En je kunt meteen zien hoe het onvaste karakter van de video de aanwezigheid van een waarnemer en een subjectief standpunt doet vermoeden. We hebben de camera weggehaald en die beweging overgezet naar het paneel. Dit is een video daarvan. Je moet de andere hand erbij denken. Hiermee proberen we een bescheiden gebaar op te roepen, alsof er een klein persoontje met uitgestrekte armen achter dit immens grote papier zit. Dat komt overeen met de inspanning die nodig is om zich in dienst van de waarnemer te stellen en dit stuk papier heel voorzichtig aan de kijker te laten zien.
The next work is Decoy. This is a cardboard model, so the object is about as tall as I am. It has a rounded body, two arms, and a very tall, head-like antenna, and its sole purpose is to attract attention towards itself. So when a viewer passes by, it sort of tilts from side to side, and moves its arms more and more frantically as the person gets closer. So here is the first test scenario. You see the two movements integrated, and the object seems to be employing its entire being in this expression of desperation. But the idea is that once it's got the person's attention, it's no longer interested, and it looks for the next person whose attention to get. (Laughter) So this is the final fabricated body of the Decoy. It appears to be mass-manufactured like it came out of a factory like vacuum cleaners and washing machines. Because we are always working from a very personal space, we like how this consumer aesthetic sort of depersonalizes the object and gives us a bit of distance in its appearance, at least. And so to us this is a kind of sinister being which is trying to distract you from the things that actually need your attention, but it could also be a figure that needs a lot of help. The next work is an object, that's also a kind of sound instrument. In the shape of an amphitheater that's scaled to the size of an audience as perceived from somebody from the stage. So from where I'm standing, each of you appears to be this big, and the audience sort of takes the entire field of my vision. Seated in this audience are 996 small figures. They're mechanically enabled to clap of their own free will. This means that each of them can decide if and when they want to clap, how hard, for how long, how they want to be influenced by those around them or influence others, and if they want to contribute to innovation. So when the viewer steps in front of the audience, there will be a response. It could be a few claps or a strong applause, and then nothing happens until the viewer leaves the stage, and again the audience will respond. It could be anything from a few feeble claps from members in the audience, or it could be a very loud ovation. So to us, I think we're really looking at an audience as its own object or its own organism that's also got a sort of musical-like quality to it, an instrument. So the viewer can play it by eliciting quite complex and varied, nuanced musical or sound patterns, but cannot really provoke the audience into any particular kind of response. So there's a sense of judgment and capriciousness and uneasiness involved. It also has an alluring and trap-like quality to it. So here if you see we're quite excited about the image of the head splitting to form the two hands. So here's a small visual animation, as if the two sides of the brain are sort of clashing against each other to kind of make sense of the duality and the tension. And here is a prototype. So we can't wait to be engulfed by 996 of them.
Het volgende werk is 'Decoy'. Dit is een kartonnen model. Het object is ongeveer even groot als ik. Het heeft een rond lichaam, twee armen en een heel lange hoofdachtige antenne. Zijn enige doel is de aandacht op zichzelf te vestigen. Dus wanneer een kijker voorbij loopt, schommelt hij heen en weer en zwaait zijn armen steeds uitbundiger naarmate de persoon dichterbij komt. Dit is het eerste testscenario. De twee bewegingen zijn samengevoegd en het object lijkt zijn hele zijn te gebruiken in deze uitdrukking van wanhoop. (Gelach) De ironie is dat wanneer hij iemands aandacht heeft, hij niet meer geïnteresseerd is en op zoek gaat naar de aandacht van de volgende persoon. (Gelach) Dit is de uiteindelijke versie van Decoy. Het lijkt een massaproduct, alsof het uit een fabriek komt, zoals stofzuigers en vaatwasmachines. Omdat we altijd vanuit een persoonlijk oogpunt werken, vinden we het interessant hoe deze consumentenesthetiek het object ontdoet van zijn persoonlijkheid en ons een beetje afstand geeft, door zijn verschijning althans. Voor ons is het een soort boosaardig wezen dat je probeert af te leiden van de dingen die juist je aandacht nodig hebben. Maar het kan ook een figuur zijn die veel hulp nodig heeft. Het volgende werk is een object dat ook een soort geluidsinstrument is, in de vorm van een amfitheater dat is gemaakt op de schaal van een publiek, gezien vanuit iemand die op het podium staat. Dus van waar ik sta, lijkt ieder van jullie zo groot en het hele publiek vult als het ware mijn hele gezichtsveld. In het publiek zitten 996 kleine figuurtjes. Door een mechanisme kunnen ze uit eigen beweging klappen. Daardoor kunnen ze zelf beslissen of en wanneer ze willen klappen, hoe hard, voor hoe lang, hoe ze zich laten beïnvloeden en of zij anderen willen beïnvloeden en of ze willen bijdragen aan innovatie. Dus wanneer de kijker voor het publiek gaat staan, komt er een reactie. Dat kunnen een paar klappen of een luid applaus zijn en dan gebeurt er niets meer, tot de kijker het podium verlaat en het publiek opnieuw reageert. Dat kan variëren van een paar zwakke klappen van mensen in het publiek, tot een ontzettend luide ovatie. We kijken naar een publiek als zijn eigen object of zijn eigen organisme, dat ook een soort muzikale capaciteit heeft, een instrument. Dus de kijker kan het bespelen door het vrij complexe en gevarieerde, genuanceerde muzikale of geluidspatronen te ontlokken, maar kan het publiek niet bewegen tot een specifieke soort reactie. Er ontstaat een gevoel van veroordeling, onvoorspelbaarheid en ongemakkelijkheid. Het heeft ook een aanlokkelijke en fuikachtige kwaliteit. We zijn opgetogen over het beeld van de splijtende hoofden, die zo elk twee handen vormen. Dit is een korte visuele animatie, alsof de twee delen van het brein tegen elkaar botsen om wijs te worden uit de dualiteit en de spanning. Dit is een prototype. Dus we kunnen niet wachten om door 996 van hen overspoeld te worden.
Okay, this is the last work. It's called the Framerunners. It comes out of the idea of a window. This is an actual window in our studio, and as you can see, it's made up of three different thicknesses of wooden sections. So we used the same window vocabulary to construct our own frame or grid that's suspended in the room and that can be viewed from two sides. This grid is inhabited by a tribe of small figures. They're also made up of three different sizes, as if to suggest a kind of perspective or landscape on the single plain. Each of these figures can also run backward and forward in the track and hide behind two adjacent tracks. So in contrast to this very tight grid, we wanted to give these figures a very comical and slapstick-like quality, as if a puppeteer has taken them and physically animated them down the path. So we like the idea of these figures sort of skipping along like they're oblivious and carefree and happy-go-lucky and content, until they sort of sense a movement from the viewer and they will hide behind the fastest wall. So to us, this work also presents its own contradiction. These figures are sort of entrapped within this very strong grid, which is like a prison, but also a fortress, because it allows them to be oblivious and naive and carefree and quite oblivious of the external world. So all these real life qualities that I talk about are sort of translated to a very specific technical configuration, and we were very lucky to collaborate with ETH Zurich to develop the first prototype. So you see they extracted the motion cogs from our animations and created a wiggle that integrated the head-bobbing movement and the back-and-forth movement. So it's really quite small. You can see it can fit into the palm of my hand. So imagine our excitement when we saw it really working in the studio, and here it is.
Dit is het laatste project. Het heet 'Framerunners'. Het komt voort uit het idee van een raam. Dit is een bestaand raam in onze studio. Het bestaat uit houten delen van drie verschillende diktes. We hebben dezelfde stijlvormen gebruikt om ons eigen raam of rooster te bouwen dat in de ruimte hangt en van twee kanten kan worden bekeken. Het rooster wordt bewoond door een groep kleine figuren. Zij hebben ook drie verschillende groottes, wat het idee van perspectief of een landschap oproept op het platte vlak. Elk van deze figuren kan voorwaarts en achterwaarts bewegen op de baan en zich verstopppen achter twee aangrenzende banen. In contrast met dit strakke rooster wilden we deze figuren een komisch en slapstick-achtig karakter geven, alsof een poppenspeler ze bestuurt en langs het pad beweegt. We vinden het een leuk idee dat deze figuren voorthuppelen, alsof ze onoplettend en onbezorgd en opgewekt en tevreden zijn, totdat ze een beweging van de kijker opmerken en zich verstoppen achter de dichtsbijzijnde muur. Voor ons stelt dit werk zijn eigen tegenstrijdigheid voor. Deze figuren zitten vast in dit stevige rooster dat lijkt op een gevangenis, maar ook op een vesting, omdat het ze in staat stelt naïef en onbezorgd en zich niet bewust van de buitenwereld te zijn. Al deze werkelijke eigenschappen waar ik het over heb, zijn vertaald naar een heel specifieke technische configuratie. We hebben veel geluk dat we samenwerken met ETH Zurich in de ontwikkeling van het eerste prototype. Zij namen de tandwielen uit onze animaties en maakten een mechaniek dat het op een neer en heen en weer bewegen combineert. Het is vrij klein. Het past in mijn hand. Je kunt je onze opwinding voorstellen toen we het in werking zagen. En hier is hij.
(Laughter)
(Gelach)
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)