My subject today is learning. And in that spirit, I want to spring on you all a pop quiz. Ready? When does learning begin? Now as you ponder that question, maybe you're thinking about the first day of preschool or kindergarten, the first time that kids are in a classroom with a teacher. Or maybe you've called to mind the toddler phase when children are learning how to walk and talk and use a fork. Maybe you've encountered the Zero-to-Three movement, which asserts that the most important years for learning are the earliest ones. And so your answer to my question would be: Learning begins at birth.
Mijn onderwerp van vandaag is leren. Om in de sfeer te komen, begin ik gelijk met een vraag. Klaar? Wanneer begint leren? Als je nadenkt over deze vraag, denk je misschien aan de eerste dag op de kinderopvang of de kleuterschool, de eerste keer dat kinderen in een klas zitten met een leerkracht. Of je denkt misschien terug aan de peuterfase, als kinderen leren lopen of praten en een vork leren gebruiken. Misschien heb je kennisgemaakt met de 0-tot-3-beweging die beweert dat de eerste drie jaren van ons leven de belangrijkste van ons leven zijn. Jullie antwoord op mijn vraag zou dan zijn: leren begint bij de geboorte.
Well today I want to present to you an idea that may be surprising and may even seem implausible, but which is supported by the latest evidence from psychology and biology. And that is that some of the most important learning we ever do happens before we're born, while we're still in the womb. Now I'm a science reporter. I write books and magazine articles. And I'm also a mother. And those two roles came together for me in a book that I wrote called "Origins." "Origins" is a report from the front lines of an exciting new field called fetal origins. Fetal origins is a scientific discipline that emerged just about two decades ago, and it's based on the theory that our health and well-being throughout our lives is crucially affected by the nine months we spend in the womb. Now this theory was of more than just intellectual interest to me. I was myself pregnant while I was doing the research for the book. And one of the most fascinating insights I took from this work is that we're all learning about the world even before we enter it.
Vandaag wil ik jullie een idee voorstellen dat misschien verrassend is en misschien ongeloofwaardig lijkt, maar dat ondersteund wordt door recente bewijzen uit de psychologie en de biologie. Een belangrijk deel van wat we leren, gebeurt voordat we geboren zijn, als we nog in de baarmoeder zitten. Ik ben wetenschapsjournalist. Ik schrijf boeken en artikels in tijdschriften. Ik ben ook moeder. Die twee rollen vielen samen in een boek dat ik schreef met de titel: 'Origins'. (Oorsprong) 'Origins' is een rapport van de frontlijn van een opwindend nieuw veld: foetale oorsprong. Foetale oorsprong is een wetenschappelijke discipline die pas twintig jaar geleden ontstond en gebaseerd is op de theorie dat onze gezondheid en welbevinden doorheen ons leven cruciaal beïnvloed worden door de negen maanden die we in de baarmoeder doorbrengen. Die theorie interesseerde me niet enkel intellectueel. Ik was zelf zwanger terwijl ik onderzoek deed voor het boek. Een van de meest fascinerende inzichten die ik leerde uit dit werk is dat we allemaal de wereld al leren kennen nog voordat we op die wereld komen.
When we hold our babies for the first time, we might imagine that they're clean slates, unmarked by life, when in fact, they've already been shaped by us and by the particular world we live in. Today I want to share with you some of the amazing things that scientists are discovering about what fetuses learn while they're still in their mothers' bellies.
Als we onze baby's voor de eerste keer vasthouden, zouden we ons kunnen voorstellen dat ze onbeschreven bladen zijn nog niet getekend door het leven, maar eigenlijk zijn ze al gevormd door ons en in het bijzonder door de wereld die we bewonen. Vandaag wil ik jullie enkele bijzondere zaken tonen die wetenschappers ontdekken over wat foetussen leren terwijl ze nog in moeders buik zitten.
First of all, they learn the sound of their mothers' voices. Because sounds from the outside world have to travel through the mother's abdominal tissue and through the amniotic fluid that surrounds the fetus, the voices fetuses hear, starting around the fourth month of gestation, are muted and muffled. One researcher says that they probably sound a lot like the the voice of Charlie Brown's teacher in the old "Peanuts" cartoon. But the pregnant woman's own voice reverberates through her body, reaching the fetus much more readily. And because the fetus is with her all the time, it hears her voice a lot. Once the baby's born, it recognizes her voice and it prefers listening to her voice over anyone else's.
Het eerste wat ze leren, is het geluid van stem van hun moeder. Geluid reist van de buitenwereld door het buikweefsel van de moeder en door het vruchtwater dat de foetus omringt. De foetus hoort de stemmen vanaf de vierde maand van de zwangerschap. Hij hoort ze gedempt. Een onderzoeker zegt dat ze waarschijnlijk gelijken op de stem van Charlie Browns leraar in de oude 'Peanuts'-cartoon. Maar de stem van de zwangere vrouw resoneert via haar lichaam en bereikt de foetus sneller. Omdat de foetus steeds bij haar is, hoort hij haar stem zeer veel. Eens de baby geboren is, herkent hij haar stem en luistert bij voorkeur naar haar stem, in plaats van naar een andere stem.
How can we know this? Newborn babies can't do much, but one thing they're really good at is sucking. Researchers take advantage of this fact by rigging up two rubber nipples, so that if a baby sucks on one, it hears a recording of its mother's voice on a pair of headphones, and if it sucks on the other nipple, it hears a recording of a female stranger's voice. Babies quickly show their preference by choosing the first one. Scientists also take advantage of the fact that babies will slow down their sucking when something interests them and resume their fast sucking when they get bored. This is how researchers discovered that, after women repeatedly read aloud a section of Dr. Seuss' "The Cat in the Hat" while they were pregnant, their newborn babies recognized that passage when they hear it outside the womb. My favorite experiment of this kind is the one that showed that the babies of women who watched a certain soap opera every day during pregnancy recognized the theme song of that show once they were born. So fetuses are even learning about the particular language that's spoken in the world that they'll be born into.
Hoe weten we dit? Pasgeboren baby's doen niet veel, maar ze kunnen wel goed zuigen. Onderzoekers gebruiken dat gegeven. Ze zorgen voor twee rubberen spenen en als de baby op een ervan zuigt, hoort hij een opname van zijn moeders stem in een hoofdtelefoon. Als hij op de andere speen zuigt, hoort hij de opgenomen stem van een vreemde vrouw. Baby's tonen zeer snel hun voorkeur door te kiezen voor de eerste. Wetenschappers halen ook voordeel uit het feit dat baby's vertragen met zuigen als hen iets interesseert en opnieuw snel beginnen zuigen als ze zich vervelen. Zo ontdekten onderzoekers dat nadat vrouwen tijdens hun zwangerschap herhaaldelijk een deel van Dr. Seuss 'De kat met de hoed' luidop lazen, hun pasgeboren baby's die passage herkenden wanneer ze die horen buiten de baarmoeder. Ik heb een favoriet soortgelijke experiment. Hierin werd aangetoond dat baby's van vrouwen die elke dag van hun zwangerschap een bepaalde soapserie bekeken, de begintune van die show herkenden eens ze geboren waren. Foetussen leren zelfs over hun specifieke taal die gesproken wordt in de wereld waarin ze gaan geboren worden.
A study published last year found that from birth, from the moment of birth, babies cry in the accent of their mother's native language. French babies cry on a rising note while German babies end on a falling note, imitating the melodic contours of those languages. Now why would this kind of fetal learning be useful? It may have evolved to aid the baby's survival. From the moment of birth, the baby responds most to the voice of the person who is most likely to care for it -- its mother. It even makes its cries sound like the mother's language, which may further endear the baby to the mother, and which may give the baby a head start in the critical task of learning how to understand and speak its native language.
Een vorig jaar gepubliceerde studie ontdekte dat de baby op het moment van de geboorte weent met het accent van zijn moeders moedertaal. Franse baby's wenen met een stijgende noot en Duitse baby's wenen met een dalende noot. Ze imiteren de melodische tonen van deze talen. Waarom is dit foetale leren nuttig? Het kan ontwikkeld zijn om de baby te helpen overleven. Van het moment van de geboorte reageert de baby meer op de stem van de persoon die voor hem zal zorgen: zijn moeder. Hij zorgt er zelfs voor dat zijn geween klinkt zoals zijn moeders taal. Dat vertedert de moeder nog meer en geeft de baby een voorsprong bij de belangrijke taak om zijn moedertaal te leren begrijpen en spreken.
But it's not just sounds that fetuses are learning about in utero. It's also tastes and smells. By seven months of gestation, the fetus' taste buds are fully developed, and its olfactory receptors, which allow it to smell, are functioning. The flavors of the food a pregnant woman eats find their way into the amniotic fluid, which is continuously swallowed by the fetus. Babies seem to remember and prefer these tastes once they're out in the world. In one experiment, a group of pregnant women was asked to drink a lot of carrot juice during their third trimester of pregnancy, while another group of pregnant women drank only water. Six months later, the women's infants were offered cereal mixed with carrot juice, and their facial expressions were observed while they ate it. The offspring of the carrot juice drinking women ate more carrot-flavored cereal, and from the looks of it, they seemed to enjoy it more.
Het is niet enkel geluid dat de foetus leert in de baarmoeder. Hij leert ook smaken en geuren. Na zeven maanden zwangerschap zijn de smaakpapillen van de foetus volledig ontwikkeld. De olfactorische receptoren waardoor de baby kan ruiken, functioneren. De smaken van het voedsel dat de zwangere vrouw eet, vinden hun weg naar het vruchtwater dat voortdurend ingeslikt wordt door de foetus. Baby's lijken zich deze smaken te herinneren en geven er de voorkeur aan, eens ze geboren zijn. In een experiment werd aan een groep zwangere vrouwen gevraagd om veel wortelsap te drinken gedurende het derde trimester van hun zwangerschap, terwijl een andere groep zwangere vrouwen enkel water dronk. Zes maanden later werd aan de zuigelingen van de vrouwen pap gemengd met wortelsap aangeboden. Hun gezichtsuitdrukking werd geobserveerd terwijl ze aten. De baby's van de vrouwen die wortelsap dronken, aten meer pap met wortelsmaak. Het leek dat ze het lekkerder vonden
A sort of French version of this experiment was carried out in Dijon, France where researchers found that mothers who consumed food and drink flavored with licorice-flavored anise during pregnancy showed a preference for anise on their first day of life, and again, when they were tested later, on their fourth day of life. Babies whose mothers did not eat anise during pregnancy showed a reaction that translated roughly as "yuck." What this means is that fetuses are effectively being taught by their mothers about what is safe and good to eat. Fetuses are also being taught about the particular culture that they'll be joining through one of culture's most powerful expressions, which is food. They're being introduced to the characteristic flavors and spices of their culture's cuisine even before birth.
Een Franse versie van het experiment werd uitgevoerd in Dijon, Frankrijk. Onderzoekers ontdekten dat moeders wier eten en drinken tijdens de zwangerschap op smaak gebracht was met drop-anijs, een voorkeur voor anijs vertoonden op de eerste dag van hun leven en opnieuw toen ze later nogmaals getest werden op de vierde dag van hun leven. Baby's van wie de moeder geen anijs at tijdens de zwangerschap, vertoonden een reactie die je kan vertalen als 'bah'. Dit betekent dat foetussen effectief van hun moeder leren welk voedsel veilig en goed is om te eten. Foetussen leren ook over de specifieke cultuur waarin ze geboren zullen worden door een krachtige uiting van die cultuur: voedsel. Ze worden ingewijd in de karakteristieke smaken en kruiden van de keuken van hun cultuur, zelfs voor de geboorte.
Now it turns out that fetuses are learning even bigger lessons. But before I get to that, I want to address something that you may be wondering about. The notion of fetal learning may conjure up for you attempts to enrich the fetus -- like playing Mozart through headphones placed on a pregnant belly. But actually, the nine-month-long process of molding and shaping that goes on in the womb is a lot more visceral and consequential than that. Much of what a pregnant woman encounters in her daily life -- the air she breathes, the food and drink she consumes, the chemicals she's exposed to, even the emotions she feels -- are shared in some fashion with her fetus. They make up a mix of influences as individual and idiosyncratic as the woman herself. The fetus incorporates these offerings into its own body, makes them part of its flesh and blood. And often it does something more. It treats these maternal contributions as information, as what I like to call biological postcards from the world outside.
Het blijkt dat foetussen nog een grotere les leren. Voor ik dat onderwerp aansnijd, wil ik iets vermelden dat je je misschien al afgevraagd hebt. De notie van foetaal leren doet je misschien denken aan pogingen om de foetus te stimuleren met muziek van Mozart via een hoofdtelefoon die op een zwangere buik wordt gelegd. Maar eigenlijk is het proces van negen maanden kneden en vormen in de baarmoeder veel diepgaander en ver-reikender dan dat. Veel van wat de zwangere vrouw tegenkomt in haar dagelijkse leven -- de lucht die ze inademt, de voeding en drank die ze consumeert, de chemicaliën waaraan ze blootgesteld wordt, zelfs de emoties die ze voelt -- wordt op de een of andere manier met haar foetus gedeeld. Ze vormen een mengeling van invloeden die even individueel en eigenaardig zijn als de vrouw zelf. De foetus verwerkt dit alles in zijn eigen lichaam, en maakt het tot deel van zijn vlees en bloed. Meestal doet hij nog meer. Hij behandelt deze moederlijke bijdrage als informatie, als, zoals ik het graag noem, biologische postkaarten van de buitenwereld.
So what a fetus is learning about in utero is not Mozart's "Magic Flute" but answers to questions much more critical to its survival. Will it be born into a world of abundance or scarcity? Will it be safe and protected, or will it face constant dangers and threats? Will it live a long, fruitful life or a short, harried one? The pregnant woman's diet and stress level in particular provide important clues to prevailing conditions like a finger lifted to the wind. The resulting tuning and tweaking of a fetus' brain and other organs are part of what give us humans our enormous flexibility, our ability to thrive in a huge variety of environments, from the country to the city, from the tundra to the desert.
De foetus leert in de baarmoeder niet over Mozarts 'Toverfluit' maar beantwoordt vragen die crucialer zijn voor zijn overleving. Zal hij in een wereld van overvloed of schaarste geboren worden? Zal hij veilig en beschermd worden of zal hij constant aan gevaar en bedreigingen blootgesteld worden? Zal hij een lang en vruchtbaar leven leiden of een kort en gejaagd leven? Het dieet van de zwangere vrouw en het stressniveau in het bijzonder geven belangrijke aanwijzingen over de heersende omstandigheden, zoals een omhooggestoken vinger in de wind. Het afstemmen en afregelen van het brein en de organen van de foetus als gevolg daarvan, zijn deel van wat ons mensen een enorme flexibiliteit geeft. Ons vermogen om te gedijen in een enorme variatie van omstandigheden, van het platteland tot de stad, van de toendra tot de woestijn.
To conclude, I want to tell you two stories about how mothers teach their children about the world even before they're born. In the autumn of 1944, the darkest days of World War II, German troops blockaded Western Holland, turning away all shipments of food. The opening of the Nazi's siege was followed by one of the harshest winters in decades -- so cold the water in the canals froze solid. Soon food became scarce, with many Dutch surviving on just 500 calories a day -- a quarter of what they consumed before the war. As weeks of deprivation stretched into months, some resorted to eating tulip bulbs. By the beginning of May, the nation's carefully rationed food reserve was completely exhausted. The specter of mass starvation loomed. And then on May 5th, 1945, the siege came to a sudden end when Holland was liberated by the Allies.
Om te besluiten, wil ik jullie twee verhalen vertellen over hoe moeders hun kinderen over de wereld leren nog voor ze geboren zijn. In de herfst van 1944, de donkerste dagen van Wereldoorlog II, blokkeerden Duitse troepen het westen van Holland, Ze stuurden alle leveringen van voedsel weg. Het begin van het beleg door de Nazi's werd gevolgd door een van de strengste winters sedert tientallen jaren. Het koude water in de kanalen bevroor. Al snel werd voedsel schaars. Veel Nederlanders overleefden op een schamele 500 calorieën per dag -- een kwart van wat ze aten voor de oorlog. De weken van ontbering werden maanden. Sommigen namen hun toevlucht tot het eten van tulpenbollen. Tegen begin mei was de zorgvuldig gerantsoeneerde voedselreserve compleet uitgeput. Het spook van massale hongersnood dreigde. Dan, op 5 mei 1945, eindigde het beleg zeer plots, toen Holland bevrijd werd door de Geallieerden.
The "Hunger Winter," as it came to be known, killed some 10,000 people and weakened thousands more. But there was another population that was affected -- the 40,000 fetuses in utero during the siege. Some of the effects of malnutrition during pregnancy were immediately apparent in higher rates of stillbirths, birth defects, low birth weights and infant mortality. But others wouldn't be discovered for many years. Decades after the "Hunger Winter," researchers documented that people whose mothers were pregnant during the siege have more obesity, more diabetes and more heart disease in later life than individuals who were gestated under normal conditions. These individuals' prenatal experience of starvation seems to have changed their bodies in myriad ways. They have higher blood pressure, poorer cholesterol profiles and reduced glucose tolerance -- a precursor of diabetes.
De 'Hongerwinter', zoals hij genoemd werd, doodde ongeveer 10.000 mensen en verzwakte duizenden meer. Er werd echter nog een andere populatie beïnvloed: de 40.000 foetussen die zich tijdens het beleg in de baarmoeder bevonden. Enkele effecten van ondervoeding tijdens de zwangerschap werden onmiddellijk duidelijk in een hoger aantal doodgeborenen, aangeboren afwijkingen, een laag geboortegewicht en zuigelingensterfte. Andere bleven lang verborgen. Tientallen jaren na de 'Hongerwinter' stelden onderzoekers vast dat mensen wier moeder zwanger was tijdens het beleg meer obesitas, meer diabetes en hartziekten kenden later in hun leven dan mensen wier moeder zwanger was onder normale omstandigheden. De ervaring van uithongering had schijnbaar hun lichaam veranderd op diverse manieren. Ze hadden last van hoge bloeddruk, slechte cholesterolprofielen en verlaagde glucosetolerantie -- de voorloper van diabetes.
Why would undernutrition in the womb result in disease later? One explanation is that fetuses are making the best of a bad situation. When food is scarce, they divert nutrients towards the really critical organ, the brain, and away from other organs like the heart and liver. This keeps the fetus alive in the short-term, but the bill comes due later on in life when those other organs, deprived early on, become more susceptible to disease.
Waarom zou ondervoeding in de baarmoeder later leiden tot ziekte? Een verklaring is dat de foetus het beste maakt van een slechte situatie. Als voedsel schaars is, leiden ze voedingsstoffen naar een cruciaal orgaan, het brein, en weg van andere organen zoals het hart en de lever. Dit houdt de foetus in leven op korte termijn, maar de rekening wordt vereffend later in het leven als die andere organen die te kort kwamen in een vroeg stadium, meer vatbaar worden voor ziekte.
But that may not be all that's going on. It seems that fetuses are taking cues from the intrauterine environment and tailoring their physiology accordingly. They're preparing themselves for the kind of world they will encounter on the other side of the womb. The fetus adjusts its metabolism and other physiological processes in anticipation of the environment that awaits it. And the basis of the fetus' prediction is what its mother eats. The meals a pregnant woman consumes constitute a kind of story, a fairy tale of abundance or a grim chronicle of deprivation. This story imparts information that the fetus uses to organize its body and its systems -- an adaptation to prevailing circumstances that facilitates its future survival. Faced with severely limited resources, a smaller-sized child with reduced energy requirements will, in fact, have a better chance of living to adulthood.
Maar dat is niet alles. Het lijkt alsof foetussen informatie halen uit de baarmoederlijke omgeving en hun fysiologie hieraan aanpassen. Ze bereiden zichzelf voor op de wereld waarin ze zullen leven aan de andere kant van de baarmoeder. De foetus past zijn metabolisme en andere fysiologische processen aan, in afwachting van de omgeving die hem te wachten staat. De basis van de voorspelling van de foetus is wat zijn moeder eet. De maaltijden van de zwangere vrouw vertellen een verhaal: een sprookje van overvloed of een grimmige kroniek van ontbering. Het verhaal geeft informatie die de foetus gebruikt om zijn lichaam en zijn systemen te organiseren -- een aanpassing aan de heersende omstandigheden die zijn overleving in de toekomst vergemakkelijkt. Indien de middelen zeer beperkt zijn, zal een kleiner kind met kleinere energiebehoeften een betere kans hebben om de volwassenheid te bereiken.
The real trouble comes when pregnant women are, in a sense, unreliable narrators, when fetuses are led to expect a world of scarcity and are born instead into a world of plenty. This is what happened to the children of the Dutch "Hunger Winter." And their higher rates of obesity, diabetes and heart disease are the result. Bodies that were built to hang onto every calorie found themselves swimming in the superfluous calories of the post-war Western diet. The world they had learned about while in utero was not the same as the world into which they were born.
De echte moeilijkheden komen als zwangere vrouwen onbetrouwbare 'vertellers' zijn zodat foetussen een wereld van schaarste verwachten en in plaats daarvan geboren worden in een wereld van overvloed. Dit gebeurde met de kinderen van de Nederlandse 'Hongerwinter'. Met een vaker voorkomen van obesitas, diabetes en hartziekten als gevolg. Lichamen die gebouwd waren om elke calorie vast te houden, kwamen terecht in de overvloed aan calorieën van het Westerse dieet van na de oorlog. De wereld waarover ze geleerd hadden in de baarmoeder was niet meer dezelfde als de wereld waarin ze geboren werden.
Here's another story. At 8:46 a.m. on September 11th, 2001, there were tens of thousands of people in the vicinity of the World Trade Center in New York -- commuters spilling off trains, waitresses setting tables for the morning rush, brokers already working the phones on Wall Street. 1,700 of these people were pregnant women. When the planes struck and the towers collapsed, many of these women experienced the same horrors inflicted on other survivors of the disaster -- the overwhelming chaos and confusion, the rolling clouds of potentially toxic dust and debris, the heart-pounding fear for their lives.
Hier is een ander verhaal. Om 8:46 op 11 september 2001 waren er tienduizenden mensen in de nabijheid van het World Trade Center in New York -- forenzen stroomden uit de treinen, serveersters dekten de tafels voor de ochtenddrukte, makelaars waren al aan het werk in Wall Street. 1700 van hen waren zwangere vrouwen. Toen de vliegtuigen in de torens vlogen en deze instortten, ervoeren deze vrouwen dezelfde verschrikkingen als de andere overlevenden van de ramp: de allesoverheersende chaos en verwarring de gigantische wolken met potentieel giftig stof en afval, de bloedstollende angst voor hun leven.
About a year after 9/11, researchers examined a group of women who were pregnant when they were exposed to the World Trade Center attack. In the babies of those women who developed post-traumatic stress syndrome, or PTSD, following their ordeal, researchers discovered a biological marker of susceptibility to PTSD -- an effect that was most pronounced in infants whose mothers experienced the catastrophe in their third trimester. In other words, the mothers with post-traumatic stress syndrome had passed on a vulnerability to the condition to their children while they were still in utero.
Ongeveer een jaar later werd een groep vrouwen onderzocht die zwanger waren toen ze blootgesteld werden aan de aanvallen op het WTC. Bij de baby's van deze vrouwen die posttraumatisch stress-syndroom of PTSS ontwikkelden als gevolg van de doorstane beproeving, vonden onderzoekers een biologische marker van gevoeligheid voor PTSS -- een effect dat het meest uitgesproken was bij zuigelingen wier moeder de catastrofe in het derde trimester meemaakte. Met andere woorden: de moeders met posttraumatisch stress-syndroom gaven een vatbaarheid voor dit syndroom door aan hun kinderen terwijl ze nog in de baarmoeder zaten.
Now consider this: post-traumatic stress syndrome appears to be a reaction to stress gone very wrong, causing its victims tremendous unnecessary suffering. But there's another way of thinking about PTSD. What looks like pathology to us may actually be a useful adaptation in some circumstances. In a particularly dangerous environment, the characteristic manifestations of PTSD -- a hyper-awareness of one's surroundings, a quick-trigger response to danger -- could save someone's life. The notion that the prenatal transmission of PTSD risk is adaptive is still speculative, but I find it rather poignant. It would mean that, even before birth, mothers are warning their children that it's a wild world out there, telling them, "Be careful."
Overweeg dit even: posttraumatisch stress-syndroom blijkt een buitensporige reactie te zijn op stress die aan zijn slachtoffers veel onnodig lijden veroorzaakt. Er is een andere manier om over PTSS te denken. Wat een ziekte lijkt voor ons is misschien een nuttige aanpassing in bepaalde omstandigheden. In een erg gevaarlijke omgeving kunnen de karakteristieke symptomen van PTSS -- een hypergevoeligheid voor zijn omgeving snel getriggerd worden door gevaar -- iemands leven redden. De notie dat de prenatale overdracht van PTSS-risico een aanpassing is, is nog speculatief, maar ik vind het betekenisvol. Het zou betekenen dat, zelfs voor de geboorte, moeders hun kinderen waarschuwen dat het een ruige wereld is daarbuiten en hen waarschuwen: "Wees voorzichtig."
Let me be clear. Fetal origins research is not about blaming women for what happens during pregnancy. It's about discovering how best to promote the health and well-being of the next generation. That important effort must include a focus on what fetuses learn during the nine months they spend in the womb. Learning is one of life's most essential activities, and it begins much earlier than we ever imagined.
Ik wil nog eens duidelijk stellen dat het onderzoek naar foetale oorsprong niet bedoeld is om vrouwen te beschuldigen voor wat gebeurt tijdens hun zwangerschap. Het gaat erom te ontdekken hoe de gezondheid en het welbevinden van de volgende generatie kunnen bevorderd worden. Deze belangrijke inspanning moet een focus hebben op wat foetussen leren gedurende de negen maanden die ze doorbrengen in de baarmoeder. Leren is een van de meest essentiële activiteiten van het leven en het begint veel vroeger dan we ons ooit voorgesteld hebben.
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)