A tourist is backpacking through the highlands of Scotland, and he stops at a pub to get a drink. And the only people in there is a bartender and an old man nursing a beer. And he orders a pint, and they sit in silence for a while. And suddenly the old man turns to him and goes, "You see this bar? I built this bar with my bare hands from the finest wood in the county. Gave it more love and care than my own child. But do they call me MacGregor the bar builder? No." Points out the window. "You see that stone wall out there? I built that stone wall with my bare hands. Found every stone, placed them just so through the rain and the cold. But do they call me MacGregor the stone wall builder? No." Points out the window. "You see that pier on the lake out there? I built that pier with my bare hands. Drove the pilings against the tide of the sand, plank by plank. But do they call me MacGregor the pier builder? No. But you fuck one goat ... "
Een toerist is op reis met de rugzak door het hoogland van Schotland, en hij stopt bij een café om iets te drinken. De enige aanwezigen zijn een barman en een oude man die een biertje drinkt. Hij bestelt een glas bier, en ze zitten daar even te zwijgen. Opeens draait de oude man zich naar hem en zegt: "Zie je dit café? Ik heb het gebouwd met mijn blote handen met het beste hout dat er is. Ik heb het meer liefde en zorg gegeven dan mijn eigen kind. Maar noemen ze mij MacGregor de cafébouwer? Nee." Hij wijst uit het raam. "Zie je die stenen muur daar? Ik heb die stenen muur met mijn blote handen gebouwd. Ik heb elke steen gezocht, en plaatste ze bij regen en koude. Maar noemen ze mij MacGregor de stenenmuurbouwer? Nee." Hij wijst uit het raam. "Zie je die steiger bij het meer daar? Ik heb die steiger met mijn blote handen gebouwd. Ik heb het paalwerk in het zand geplaatst, tegen het tij, plank voor plank. Maar noemen ze mij MacGregor de steigerbouwer? Nee. Maar je naait één geit ... "
(Laughter)
(Gelach)
Storytelling -- (Laughter) is joke telling. It's knowing your punchline, your ending, knowing that everything you're saying, from the first sentence to the last, is leading to a singular goal, and ideally confirming some truth that deepens our understandings of who we are as human beings. We all love stories. We're born for them. Stories affirm who we are. We all want affirmations that our lives have meaning. And nothing does a greater affirmation than when we connect through stories. It can cross the barriers of time, past, present and future, and allow us to experience the similarities between ourselves and through others, real and imagined.
Verhalen vertellen -- (Gelach) is moppen vertellen. Je moet de clou kennen, je einde, weten dat alles wat je zegt, van de eerste tot de laatste zin leidt naar één doel, en ons een waarheid vertelt die ons begrip vergroot van wie we zijn als menselijke wezens. We houden allemaal van verhalen. We zijn ervoor gemaakt. Verhalen bevestigen ons wie we zijn. We willen allemaal bevestiging dat ons leven zin heeft. En niets geeft een betere bevestiging dan wanneer we verbinding maken met verhalen. Het kan de grenzen van tijd overschrijden, verleden, heden en toekomst, en laat ons toe om de gelijkenissen tussen ons te ondervinden via anderen, echt en ingebeeld.
The children's television host Mr. Rogers always carried in his wallet a quote from a social worker that said, "Frankly, there isn't anyone you couldn't learn to love once you've heard their story." And the way I like to interpret that is probably the greatest story commandment, which is "Make me care" -- please, emotionally, intellectually, aesthetically, just make me care. We all know what it's like to not care. You've gone through hundreds of TV channels, just switching channel after channel, and then suddenly you actually stop on one. It's already halfway over, but something's caught you and you're drawn in and you care. That's not by chance, that's by design.
Mr. Rogers, de presentator van het kinderprogramma, had altijd een uitspraak van een maatschappelijk werker in zijn portefeuille die zei: "Eerlijk, er is niemand die je niet zou kunnen leren liefhebben zodra je hun verhaal hebt gehoord." De manier waarop ik dat graag interpreteer, is waarschijnlijk het beste verhaalgebod: "Zorg dat ik erom geef" -- alsjeblieft, emotioneel, intellectueel, esthetisch, zorg gewoon dat ik erom geef. We weten allemaal hoe het is om er niet om te geven. Je hebt al naar honderden kanalen gezapt, gewoon zappen van kanaal naar kanaal, en opeens stop je bij een programma. Het is al over de helft, maar iets heeft je gepakt, je bent erin getrokken en je geeft erom. Dat is niet toevallig, het is met opzet.
So it got me thinking, what if I told you my history was story, how I was born for it, how I learned along the way this subject matter? And to make it more interesting, we'll start from the ending and we'll go to the beginning. And so if I were going to give you the ending of this story, it would go something like this: And that's what ultimately led me to speaking to you here at TED about story.
Dus dacht ik: als ik nu eens vertelde dat mijn geschiedenis een verhaal was, hoe ik ervoor gemaakt was, hoe ik geleidelijk dit onderwerp heb geleerd? Om het interessanter te maken, zullen we bij het einde starten en geleidelijk naar het begin gaan. Als ik jullie het einde van het verhaal zou geven, zou het dit zijn: "Dat is wat uiteindelijk leidde tot hier voor jullie spreken op TED over verhalen."
And the most current story lesson that I've had was completing the film I've just done this year in 2012. The film is "John Carter." It's based on a book called "The Princess of Mars," which was written by Edgar Rice Burroughs. And Edgar Rice Burroughs actually put himself as a character inside this movie, and as the narrator. And he's summoned by his rich uncle, John Carter, to his mansion with a telegram saying, "See me at once." But once he gets there, he's found out that his uncle has mysteriously passed away and been entombed in a mausoleum on the property.
De meest recente verhaalles die ik gehad heb, was de afwerking van de film die ik juist gemaakt heb, in 2012. De film heet "John Carter", gebaseerd op het boek "De prinses van Mars," dat geschreven is door Edgar Rice Burroughs. Burroughs plaatste zichzelf in deze film als een personage, en als verteller. Hij werd opgeroepen door zijn rijke oom, John Carter, naar zijn landhuis met een telegram dat zei: "Kom nu naar me toe." Maar als hij daar aankomt, komt hij te weten dat zijn oom mysterieus is overleden en begraven was in een praalgraf op het domein.
(Video) Butler: You won't find a keyhole. Thing only opens from the inside. He insisted, no embalming, no open coffin, no funeral. You don't acquire the kind of wealth your uncle commanded by being like the rest of us, huh? Come, let's go inside.
(Video) Butler: Je zal geen sleutelgat vinden. De deur opent aan de binnenzijde. Hij stond erop, geen balseming, geen open kist, geen begrafenis. Rijkdom zoals die van je oom kan je niet verwerven door zoals wij allemaal te zijn, he? Laten we binnengaan.
AS: What this scene is doing, and it did in the book, is it's fundamentally making a promise. It's making a promise to you that this story will lead somewhere that's worth your time. And that's what all good stories should do at the beginning, is they should give you a promise. You could do it an infinite amount of ways. Sometimes it's as simple as "Once upon a time ... " These Carter books always had Edgar Rice Burroughs as a narrator in it. And I always thought it was such a fantastic device. It's like a guy inviting you around the campfire, or somebody in a bar saying, "Here, let me tell you a story. It didn't happen to me, it happened to somebody else, but it's going to be worth your time." A well told promise is like a pebble being pulled back in a slingshot and propels you forward through the story to the end.
AS: Wat deze scene doet, ook in het boek, is fundamenteel een belofte doen. Het doet een belofte aan jou dat dit verhaal je zal leiden naar een plaats die je tijd waard is. Wat alle goeie verhalen in het begin moeten doen, is een belofte maken. Je kan het op oneindig veel manieren doen. Soms is het zo eenvoudig als "Er was eens ... " Deze Carter-boeken hadden altijd Edgar Rice Burroughs als verteller. Ik vond dat altijd een fantastisch idee. Het lijkt op een man die je uitnodigt bij het kampvuur, of iemand die in een café zegt: "Laat me je iets vertellen. Ik maakte het niet mee, maar iemand anders, maar het is je tijd waard." Een goed vertelde belofte is zoals een kiezel die in een katapult wordt getrokken en je vooruitslingert door het verhaal naar het einde.
In 2008, I pushed all the theories that I had on story at the time to the limits of my understanding on this project.
In 2008 bracht ik alle theorieën die ik toen over vertellen had, tot het uiterste van mijn kennis bij dit project.
(Video) (Mechanical Sounds) ♫ And that is all ♫ ♫ that love's about ♫ ♫ And we'll recall ♫ ♫ when time runs out ♫ ♫ That it only ♫ (Laughter)
(Video) (Mechanische geluiden) ♫ En dat is alles ♫ ♫ waarover liefde gaat ♫ ♫ En we zullen het merken ♫ ♫ wanneer de tijd om is ♫ ♫ Dat het alleen ♫ (Gelach)
AS: Storytelling without dialogue. It's the purest form of cinematic storytelling. It's the most inclusive approach you can take. It confirmed something I really had a hunch on, is that the audience actually wants to work for their meal. They just don't want to know that they're doing that. That's your job as a storyteller, is to hide the fact that you're making them work for their meal. We're born problem solvers. We're compelled to deduce and to deduct, because that's what we do in real life. It's this well-organized absence of information that draws us in. There's a reason that we're all attracted to an infant or a puppy. It's not just that they're damn cute; it's because they can't completely express what they're thinking and what their intentions are. And it's like a magnet. We can't stop ourselves from wanting to complete the sentence and fill it in.
AS: Vertellen zonder dialoog. Het is de puurste vorm van filmisch vertellen. Het is de meest inclusieve benadering die je kan kiezen. Het bevestigde iets dat ik al heel lang op aanvoelde, namelijk dat het publiek wil werken voor zijn eten. Ze willen gewoon niet weten dat ze dat doen. Je werk van verteller is het verbergen van het feit dat je hen doet werken voor hun eten. We zijn geboren probleemoplossers. We zijn gemaakt om af te leiden en te onderzoeken, want dat is wat we in het echte leven doen. Het is dit goedgeorganiseerde gebrek aan informatie dat ons aantrekt. Er is een reden waarom we allemaal houden van kinderen of puppy's. Niet alleen omdat ze verdomd schattig zijn, maar omdat ze niet volledig kunnen uitdrukken wat ze denken en wat hun bedoelingen zijn. Het lijkt op een magneet. We kunnen de drang niet weerstaan om de zin af te maken en in te vullen.
I first started really understanding this storytelling device when I was writing with Bob Peterson on "Finding Nemo." And we would call this the unifying theory of two plus two. Make the audience put things together. Don't give them four, give them two plus two. The elements you provide and the order you place them in is crucial to whether you succeed or fail at engaging the audience. Editors and screenwriters have known this all along. It's the invisible application that holds our attention to story. I don't mean to make it sound like this is an actual exact science, it's not. That's what's so special about stories, they're not a widget, they aren't exact. Stories are inevitable, if they're good, but they're not predictable.
Ik begon deze manier van vertellen pas echt te begrijpen toen ik met Bob Peterson "Finding Nemo" schreef. We noemden dit de eengemaakte theorie van 2+2. Laat het publiek dingen bij elkaar brengen. Geef hen niet 4 maar geef hen 2+2. De elementen die je voorziet en de volgorde waarin je ze plaatst zijn beslissend voor slagen of mislukken in het verbinden van het publiek. Redacteurs en scenarioschrijvers wisten dit al lang. Het is een onzichtbare toepassing die onze aandacht voor verhalen vasthoudt. Mijn bedoeling is niet om het te laten klinken alsof het een exacte wetenschap is, want dat is het niet. Dat is er zo speciaal aan verhalen, het zijn geen gadgets, ze zijn niet exact. Verhalen zijn onvermijdelijk, als ze goed zijn, maar niet voorspelbaar.
I took a seminar in this year with an acting teacher named Judith Weston. And I learned a key insight to character. She believed that all well-drawn characters have a spine. And the idea is that the character has an inner motor, a dominant, unconscious goal that they're striving for, an itch that they can't scratch. She gave a wonderful example of Michael Corleone, Al Pacino's character in "The Godfather," and that probably his spine was to please his father. And it's something that always drove all his choices. Even after his father died, he was still trying to scratch that itch. I took to this like a duck to water. Wall-E's was to find the beauty. Marlin's, the father in "Finding Nemo," was to prevent harm. And Woody's was to do what was best for his child. And these spines don't always drive you to make the best choices. Sometimes you can make some horrible choices with them.
Ik volgde een cursus dit jaar bij acteerdocent Judith Weston. Ik heb iets belangrijks over personages geleerd. Ze geloofde dat alle goedgetekende personages een ruggengraat hebben. Het idee is dat het personage een innerlijke motor heeft, een dominant, onbewust doel waar ze naar streven, jeuk waar ze niet aan kunnen krabben. Ze gaf een fantastisch voorbeeld van Michael Corleone, Al Pacino's personage in "The Godfather". Zijn ruggengraat was waarschijnlijk om zijn vader te behagen. Het is iets dat zijn keuzes altijd bepaald had. Na de dood van zijn vader probeerde hij nog steeds de jeuk te krabben. Ik fixeerde me hierop zoals een eend op water. Die van Wall-E was om de schoonheid te vinden. Die van Marlin, de vader in "Finding Nemo", was om schade tegen te gaan. Die van Woody was om te doen wat het beste was voor zijn kind. Deze ruggengraten laten je niet altijd de beste keuzes maken. Soms maak je er heel slechte keuzes door.
I'm really blessed to be a parent, and watching my children grow, I really firmly believe that you're born with a temperament and you're wired a certain way, and you don't have any say about it, and there's no changing it. All you can do is learn to recognize it and own it. And some of us are born with temperaments that are positive, some are negative. But a major threshold is passed when you mature enough to acknowledge what drives you and to take the wheel and steer it. As parents, you're always learning who your children are. They're learning who they are. And you're still learning who you are. So we're all learning all the time. And that's why change is fundamental in story. If things go static, stories die, because life is never static.
Ik heb het geluk dat ik kinderen heb. Door te kijken hoe mijn kinderen opgroeien, geloof ik er sterk in dat je geboren bent met temperament, dat je geprogrammeerd bent, dat je er geen vat op hebt, dat er niets aan te veranderen is. Al wat je kan doen, is het leren herkennen en het bezitten. Sommigen zijn geboren met positief temperament, sommigen met negatief temperament. Maar een belangrijke grens is overschreden wanneer je volwassen genoeg bent om te weten te komen wat je vooruitstuwt en het stuur te nemen en het te besturen. Als ouders leer je altijd wie je kinderen zijn. Zij leren wie ze zijn. Je bent nog steeds aan het leren wie je zelf bent. We zijn allemaal de hele tijd aan het leren. Dat is waarom verandering fundamenteel is in verhalen. Als dingen statisch worden, gaan verhalen ten onder, omdat het leven nooit statisch is.
In 1998, I had finished writing "Toy Story" and "A Bug's Life" and I was completely hooked on screenwriting. So I wanted to become much better at it and learn anything I could. So I researched everything I possibly could. And I finally came across this fantastic quote by a British playwright, William Archer: "Drama is anticipation mingled with uncertainty." It's an incredibly insightful definition.
In 1998 was ik klaar met het schrijven van "Toy Story" en "A Bug's Life" en ik was volledig in de ban van het scenarioschrijven. Ik wilde er veel beter in worden en leerde alles wat ik kon. Ik onderzocht alles wat mogelijk was. Eindelijk kwam ik deze fantastische uitspraak tegen van een Britse toneelschrijver, William Archer: "Drama is voorgevoel vermengd met onzekerheid." Het is een definitie met ongelooflijk veel inzicht.
When you're telling a story, have you constructed anticipation? In the short-term, have you made me want to know what will happen next? But more importantly, have you made me want to know how it will all conclude in the long-term? Have you constructed honest conflicts with truth that creates doubt in what the outcome might be? An example would be in "Finding Nemo," in the short tension, you were always worried, would Dory's short-term memory make her forget whatever she was being told by Marlin. But under that was this global tension of will we ever find Nemo in this huge, vast ocean?
Wanneer je een verhaal vertelt, heb je dan een voorgevoel opgebouwd? In het kort, heb je gezorgd dat ik wil weten wat er verder zal gebeuren? Belangrijker: heb je gezorgd dat ik wil weten hoe het allemaal zal samenkomen op lange termijn? Heb je eerlijke conflicten opgebouwd met eerlijkheid die twijfel creëert over wat de afloop zou kunnen zijn? Een voorbeeld zou "Finding Nemo" kunnen zijn. In de korte spanning was je altijd bezorgd: zou Dory's korte-termijngeheugen haar doen vergeten wat Marlin haar gezegd had? Maar daarnaast was ook de algemene spanning: zouden we Nemo ooit vinden in deze reusachtige, uitgestrekte oceaan?
In our earliest days at Pixar, before we truly understood the invisible workings of story, we were simply a group of guys just going on our gut, going on our instincts. And it's interesting to see how that led us places that were actually pretty good. You've got to remember that in this time of year, 1993, what was considered a successful animated picture was "The Little Mermaid," "Beauty and the Beast," "Aladdin," "Lion King." So when we pitched "Toy Story" to Tom Hanks for the first time, he walked in and he said, "You don't want me to sing, do you?" And I thought that epitomized perfectly what everybody thought animation had to be at the time. But we really wanted to prove that you could tell stories completely different in animation.
In onze begindagen op Pixar, voor we echt de onzichtbare werking van een verhaal begrepen, waren we gewoon een groep mannen die op ons lef en instinct afgingen. Het is interessant om te weten hoe dat ons plaatsen opleverde die redelijk goed waren. Je moet weten dat in die tijd, 1993, de modellen voor succesvolle animatiefilms "De kleine zeemeermin," "Belle en het Beest," "Alladin," "De Leeuwenkoning" waren. Toen we "Toy Story" voor het eerst aan Tom Hanks voorstelden, kwam hij binnen en zei: "Je wil toch niet dat ik zing?" Ik dacht dat dat perfect belichaamde wat iedereen dacht dat animatie moest zijn, toentertijd. Maar we wilden bewijzen dat je verhalen helemaal anders kon vertellen met animatie.
We didn't have any influence then, so we had a little secret list of rules that we kept to ourselves. And they were: No songs, no "I want" moment, no happy village, no love story. And the irony is that, in the first year, our story was not working at all and Disney was panicking. So they privately got advice from a famous lyricist, who I won't name, and he faxed them some suggestions. And we got a hold of that fax. And the fax said, there should be songs, there should be an "I want" song, there should be a happy village song, there should be a love story and there should be a villain. And thank goodness we were just too young, rebellious and contrarian at the time. That just gave us more determination to prove that you could build a better story. And a year after that, we did conquer it. And it just went to prove that storytelling has guidelines, not hard, fast rules.
We hadden toen geen invloed, dus we hadden een kleine geheime lijst met regels die we onder ons hielden. Dit waren ze: geen liedjes, geen "ik wil"-moment, geen gelukkig dorp, geen liefdesverhaal. De ironie is dat, in het beginjaar, ons verhaal helemaal niet werkte. En Disney panikeerde. Ze kregen privé-advies van een beroemde tekstschrijver, ik noem geen naam, en hij faxte hen een paar suggesties. We kregen een kopie van die fax. In de fax stond dat er liedjes moesten zijn, er een "ik wil"-liedje moet zijn, een liedje over een gelukkig dorp, een liefdesverhaal en een slechterik. Gelukkig waren we toen te jong, te rebels en te tegendraads. Dat gaf ons meer motivatie om te bewijzen dat je een beter verhaal kon bouwen. Een jaar later bewezen we het. Dit toonde aan dat er richtlijnen zijn voor verhalenvertellen, geen harde, snelle regels.
Another fundamental thing we learned was about liking your main character. And we had naively thought, well Woody in "Toy Story" has to become selfless at the end, so you've got to start from someplace. So let's make him selfish. And this is what you get.
We leerden ook een ander fundamenteel ding: over je hoofdpersonage leuk vinden. We dachten naïef dat Woody in Toy Story op het einde onbaatzuchtig moest worden, dus je moest ergens starten. Laten we hem egoïstisch maken. Dit is wat je bekomt.
(Voice Over) Woody: What do you think you're doing? Off the bed. Hey, off the bed! Mr. Potato Head: You going to make us, Woody? Woody: No, he is. Slinky? Slink ... Slinky! Get up here and do your job. Are you deaf? I said, take care of them. Slinky: I'm sorry, Woody, but I have to agree with them. I don't think what you did was right. Woody: What? Am I hearing correctly? You don't think I was right? Who said your job was to think, Spring Wiener?
(Voice-over) Woody: Wat ben je daar aan het doen? Uit het bed. Hey, uit het bed! Mr. Aardappelhoofd: Ga je ons dwingen, Woody? Woody: Nee, hij gaat dat doen. Slinky? Slink ... Slinky! Kom hier en doe wat je moet doen. Ben je doof? Ik zei, reken af met hen. Slinky: Sorry, Woody, maar ik moet het eens zijn met hen. Ik vind het niet juist wat je gedaan hebt. Woody: Wat? Hoor ik wel goed? Denk je dat ik geen gelijk had? Wie zei dat het jouw taak was om te denken, Spring Wiener?
AS: So how do you make a selfish character likable? We realized, you can make him kind, generous, funny, considerate, as long as one condition is met for him, is that he stays the top toy. And that's what it really is, is that we all live life conditionally. We're all willing to play by the rules and follow things along, as long as certain conditions are met. After that, all bets are off. And before I'd even decided to make storytelling my career, I can now see key things that happened in my youth that really sort of opened my eyes to certain things about story.
AS: Hoe maak je een egoïstisch personage aantrekkelijk? We realiseerden ons dat je hem vriendelijk kon maken, gul, grappig, attent, zolang hij aan één voorwaarde voldoet, namelijk dat hij het topspeelgoed blijft. Het is echt zo dat we allemaal met voorwaarden leven. We volgen allemaal de regels en andere dingen, zolang bepaalde voorwaarden voldaan zijn. Daarna is het gedaan met wedden. Voordat ik besloten had om van vertellen mijn beroep te maken, kan ik nu dingen zien die in mijn jeugd gebeurd zijn die mijn ogen geopend hebben over bepaalde aspecten van verhalen.
In 1986, I truly understood the notion of story having a theme. And that was the year that they restored and re-released "Lawrence of Arabia." And I saw that thing seven times in one month. I couldn't get enough of it. I could just tell there was a grand design under it -- in every shot, every scene, every line. Yet, on the surface it just seemed to be depicting his historical lineage of what went on. Yet, there was something more being said. What exactly was it? And it wasn't until, on one of my later viewings, that the veil was lifted and it was in a scene where he's walked across the Sinai Desert and he's reached the Suez Canal, and I suddenly got it.
In 1986 begreep ik dat een verhaal een thema heeft. Dat was het jaar waarin ze "Lawrence of Arabia" herstelden en opnieuw uitbrachten. Ik zag die film 7 keer in één maand. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Ik kon zien dat er groots design achter zat -- in elk shot, elke scène, elke lijn. Maar aan de oppervlakte leek het zijn historische afstamming te verbeelden bij wat er gebeurde. Er werd nog iets gezegd. Maar wat was het? Het was pas bij één van mijn latere keren dat de sluier werd opgelicht. Het was in een scène waar hij door de Sinai-woestijn liep en hij het Suez-kanaal bereikte, en ik het opeens begreep.
(Video) Boy: Hey! Hey! Hey! Hey! Cyclist: Who are you? Who are you?
(Video) Jongen: Hey! Hey! Hey! Fietser: Wie ben je? Wie ben je?
AS: That was the theme: Who are you? Here were all these seemingly disparate events and dialogues that just were chronologically telling the history of him, but underneath it was a constant, a guideline, a road map. Everything Lawrence did in that movie was an attempt for him to figure out where his place was in the world. A strong theme is always running through a well-told story.
AS: Dat was het thema: wie ben je? Hier had je al die schijnbaar verscheiden gebeurtenissen en dialogen die chronologisch zijn verhaal vertelden, maar eronder was het een constante, een richtlijn, een wegenkaart. Alles wat Lawrence in die film deed, was uitzoeken waar zijn plaats in deze wereld was. Er loopt altijd een sterk thema door een goed verteld verhaal.
When I was five, I was introduced to possibly the most major ingredient that I feel a story should have, but is rarely invoked. And this is what my mother took me to when I was five.
Toen ik 5 was, werd ik voorgesteld aan mogelijk het belangrijkste ingrediënt dat een verhaal naar mijn mening moet hebben, maar dat zelden gebruikt wordt. Dit is waar mijn moeder me naartoe bracht toen ik 5 was.
(Video) Thumper: Come on. It's all right. Look. The water's stiff. Bambi: Yippee! Thumper: Some fun, huh, Bambi? Come on. Get up. Like this. Ha ha. No, no, no.
(Video) Stampertje: Komaan. Het is oké. Kijk. Het water is hard. Bambi: Joepie! Stampertje: Leuk hé, Bambi? Komaan. Sta recht. Zo. Haha. Nee, nee, nee.
AS: I walked out of there wide-eyed with wonder. And that's what I think the magic ingredient is, the secret sauce, is can you invoke wonder. Wonder is honest, it's completely innocent. It can't be artificially evoked. For me, there's no greater ability than the gift of another human being giving you that feeling -- to hold them still just for a brief moment in their day and have them surrender to wonder. When it's tapped, the affirmation of being alive, it reaches you almost to a cellular level. And when an artist does that to another artist, it's like you're compelled to pass it on. It's like a dormant command that suddenly is activated in you, like a call to Devil's Tower. Do unto others what's been done to you. The best stories infuse wonder.
AS: Ik ging naar buiten, mijn ogen wijd open van verwondering. Het magische ingrediënt, naar mijn mening, de geheime saus, is dat je verwondering kan gebruiken. Verwondering is eerlijk en onschuldig. Het kan niet artificieel worden opgeroepen. Voor mij is er geen beter vermogen dat de gave van een ander menselijk wezen dat je dat gevoel geeft -- om hen vast te houden voor een kort moment van hun dag, zodat ze zich aan verwondering overgeven. Wanneer het aangeboord wordt, de bevestiging van het in leven zijn, bereikt het je op een bijna cellulair niveau. Wanneer een artiest dit bij een andere artiest doet, lijkt het alsof je gedwongen wordt om het door te geven. Het is als een sluimerend bevel dat plots in je geactiveerd wordt, zoals een oproep aan de Duivelstoren. Doe aan anderen wat aan jou gedaan is. De beste verhalen wekken verwondering op.
When I was four years old, I have a vivid memory of finding two pinpoint scars on my ankle and asking my dad what they were. And he said I had a matching pair like that on my head, but I couldn't see them because of my hair. And he explained that when I was born, I was born premature, that I came out much too early, and I wasn't fully baked; I was very, very sick. And when the doctor took a look at this yellow kid with black teeth, he looked straight at my mom and said, "He's not going to live." And I was in the hospital for months. And many blood transfusions later, I lived, and that made me special.
Toen ik 4 jaar oud was, had ik een levendige herinnering aan het vinden van 2 littekens van speldenprikken op mijn enkel. Ik vroeg aan mijn vader wat ze waren. Hij zei dat ze overeenkwamen met het paar op mijn hoofd, maar dat ik die niet kon zien door mijn haar. Hij legde uit dat ik te vroeg geboren was, dat ik er veel te vroeg uitgekomen was, en dat ik niet volledig af was; ik was heel, heel ziek. Toen de dokter dit gele kind met zwarte tanden bekeek, keek hij strak naar mijn moeder en zei: "Hij zal het niet overleven." Ik verbleef maandenlang in het ziekenhuis. Vele bloedtransfusies later overleefde ik het en dat maakte mij speciaal.
I don't know if I really believe that. I don't know if my parents really believe that, but I didn't want to prove them wrong. Whatever I ended up being good at, I would strive to be worthy of the second chance I was given.
Ik weet niet of ik dit echt geloof. Ik weet niet of mijn ouders dit echt geloven, maar ik wilde hen geen ongelijk geven. Waar ik ook goed in zou zijn, ik zou ernaar streven om die tweede kans waard te zijn.
(Video) (Crying) Marlin: There, there, there. It's okay, daddy's here. Daddy's got you. I promise, I will never let anything happen to you, Nemo.
(Video) (Wenend) Marlin: Toe maar. Het is oké, papa is hier. Papa heeft je vast. Ik beloof je dat ik je niets zal laten gebeuren, Nemo.
AS: And that's the first story lesson I ever learned. Use what you know. Draw from it. It doesn't always mean plot or fact. It means capturing a truth from your experiencing it, expressing values you personally feel deep down in your core. And that's what ultimately led me to speaking to you here at TEDTalk today.
AS: En dat is de eerste les over verhalen die ik ooit geleerd heb. Gebruik wat je weet. Put eruit. Het betekent niet altijd een plot of een feit. Het betekent de waarheid vatten van je ervaring, de waarden uitdrukken die je zelf voelt, diep in je hart. Dat is wat uiteindelijk tot deze lezing leidde hier op TED vandaag.
Thank you.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)