As a student of adversity, I've been struck over the years by how some people with major challenges seem to draw strength from them. And I've heard the popular wisdom that that has to do with finding meaning. And for a long time, I thought the meaning was out there, some great truth waiting to be found.
Als student van tegenspoed viel het mij door de jaren heen op hoe sommige mensen uit grote tegenslagen kracht leken te putten. Vaak hoorde ik de populaire wijsheid dat dat te maken had met zin vinden. Lang dacht ik dat die zin bestond, dat ergens de grote waarheid voor het grijpen lag.
But over time, I've come to feel that the truth is irrelevant. We call it "finding meaning," but we might better call it "forging meaning."
Maar na verloop van tijd kwam ik tot het besef dat de waarheid irrelevant is. Wij noemen het zin vinden, maar we kunnen het misschien beter ‘zin smeden’ noemen.
My last book was about how families manage to deal with various kinds of challenging or unusual offspring. And one of the mothers I interviewed, who had two children with multiple severe disabilities, said to me, "People always give us these little sayings like, 'God doesn't give you any more than you can handle.' But children like ours are not preordained as a gift. They're a gift because that's what we have chosen."
Mijn laatste boek ging over hoe families omgingen met diverse soorten tegenslagen of niet-alledaagse nakomelingen. Een van de moeders die ik interviewde, had twee kinderen met een meervoudige ernstige handicap. Ze zei: ”Mensen komen altijd aandragen met uitspraken als: 'God geeft je niet meer te dragen dan je aankan,' maar kinderen als de onze zijn niet als geschenk bedoeld. Ze zijn een geschenk, omdat wij er hebben voor gekozen.”
We make those choices all our lives. When I was in second grade, Bobby Finkel had a birthday party and invited everyone in our class but me. My mother assumed there had been some sort of error, and she called Mrs. Finkel, who said that Bobby didn't like me and didn't want me at his party. And that day, my mom took me to the zoo and out for a hot fudge sundae. When I was in seventh grade, one of the kids on my school bus nicknamed me "Percy," as a shorthand for my demeanor. And sometimes, he and his cohort would chant that provocation the entire school bus ride, 45 minutes up, 45 minutes back: "Percy! Percy! Percy! Percy!" When I was in eighth grade, our science teacher told us that all male homosexuals develop fecal incontinence because of the trauma to their anal sphincter. And I graduated high school without ever going to the cafeteria, where I would have sat with the girls and been laughed at for doing so, or sat with the boys, and been laughed at for being a boy who should be sitting with the girls.
Wij maken heel ons leven lang van die keuzes. Toen ik in de tweede klas zat, gaf Bobby Finkel een verjaardagsfeestje. Iedereen van onze klas was uitgenodigd, behalve ik. Mijn moeder veronderstelde dat het een vergissing was, en belde naar mevrouw Finkel. Die zei dat Bobby mij niet leuk vond en mij niet op zijn feestje wilde. Die dag nam mijn moeder me mee naar de dierentuin. En ik kreeg ook nog een ijsje met warme chocoladesaus. In de zevende klas bedacht een van de kinderen op mijn schoolbus me met de bijnaam ‘Percy’ omwille van mijn manier van doen. Soms scandeerden hij en zijn aanhang de hele rit lang, 45 minuten heen en 45 minuten terug: “Percy! Percy! Percy! Percy!" In de achtste klas vertelde de wetenschapsleraar dat alle mannelijke homoseksuelen fecale incontinentie ontwikkelen vanwege verwondingen aan de anale sluitspier. Ik studeerde af aan de middelbare school zonder ooit naar de cafetaria te gaan. Daar zou ik bij de meisjes hebben gezeten en erom uitgelachen zijn, of bij de jongens en uitgelachen omdat ik een jongen was die bij de meisjes hoorde.
I survived that childhood through a mix of avoidance and endurance. What I didn't know then and do know now, is that avoidance and endurance can be the entryway to forging meaning. After you've forged meaning, you need to incorporate that meaning into a new identity. You need to take the traumas and make them part of who you've come to be, and you need to fold the worst events of your life into a narrative of triumph, evincing a better self in response to things that hurt.
Ik overleefde die kindertijd door een mix van vermijden en uithouden. Wat ik toen niet wist, en nu wel, is dat vermijden en uithouden het portaal naar het smeden van zin kan zijn. Na zin te hebben gesmeed, moet je die zin opnemen in een nieuwe identiteit. Je moet de trauma’s een deel laten zijn van wie je geworden bent. Je moet de ergste gebeurtenissen in je leven omvormen tot een verhaal van triomf, om tot een beter zelfbeeld te komen als reactie op de dingen die je pijn deden.
One of the other mothers I interviewed when I was working on my book had been raped as an adolescent, and had a child following that rape, which had thrown away her career plans and damaged all of her emotional relationships. But when I met her, she was 50, and I said to her, "Do you often think about the man who raped you?" And she said, "I used to think about him with anger, but now only with pity." And I thought she meant pity because he was so unevolved as to have done this terrible thing. And I said, "Pity?" And she said, "Yes, because he has a beautiful daughter and two beautiful grandchildren, and he doesn't know that, and I do. So as it turns out, I'm the lucky one."
Een van de andere moeders die ik interviewde toen ik aan mijn boek werkte, was als puber verkracht. Ze had een kind van die verkrachting, waardoor haar carrièreplannen in het water vielen en al haar emotionele relaties beschadigd raakten. Toen ik haar ontmoette, was ze 50. Ik zei tegen haar: “Denkt u vaak aan de man die u verkrachtte?” Ze zei: ”Ik dacht altijd met woede aan hem, maar nu alleen nog met medelijden.” Ik dacht dat ze medelijden bedoelde omdat hij zo achterlijk was om deze verschrikkelijke daad te begaan. Ik zei: ”Medelijden?” Ze zei: ”Ja, want hij heeft een prachtige dochter en twee prachtige kleinkinderen en hij weet het niet, en ik wel. Dus ben ik de gelukkige.”
Some of our struggles are things we're born to: our gender, our sexuality, our race, our disability. And some are things that happen to us: being a political prisoner, being a rape victim, being a Katrina survivor. Identity involves entering a community to draw strength from that community, and to give strength there, too. It involves substituting "and" for "but" -- not "I am here but I have cancer," but rather, "I have cancer and I am here."
Met een aantal gegevenheden zijn we geboren: ons geslacht, onze seksualiteit, ons ras, onze handicap. Sommige overkomen ons: politiek gevangene zijn, verkracht worden, Katrina overleven. Identiteit houdt deelhebben aan een gemeenschap in om kracht te putten uit die gemeenschap, en daar ook sterkte te geven. Het gaat om het vervangen van ‘maar’ door ‘en’ - niet: ”Ik ben hier, maar ik heb kanker.” maar eerder: ”Ik heb kanker en ik ben hier.”
When we're ashamed, we can't tell our stories, and stories are the foundation of identity. Forge meaning, build identity. Forge meaning and build identity. That became my mantra. Forging meaning is about changing yourself. Building identity is about changing the world. All of us with stigmatized identities face this question daily: How much to accommodate society by constraining ourselves, and how much to break the limits of what constitutes a valid life? Forging meaning and building identity does not make what was wrong right. It only makes what was wrong precious.
Als we beschaamd zijn, kunnen we onze verhalen niet vertellen, en verhalen vormen de basis van identiteit. Zin smeden, identiteit opbouwen. Zin smeden en identiteit opbouwen. Dat werd mijn mantra. Zin smeden gaat over het veranderen van jezelf. Identiteit opbouwen gaat over het veranderen van de wereld. Ieder van ons met gestigmatiseerde identiteiten wordt dagelijks met deze vraag geconfronteerd: hoever moeten we de samenleving tegemoet komen door onszelf te beperken, en hoever gaan we grenzen doorbreken om een waardevol leven te kunnen leiden? Zin smeden en identiteit opbouwen maakt niet goed wat er mis was. Het maakt alleen kostbaar wat er mis was.
In January of this year, I went to Myanmar to interview political prisoners, and I was surprised to find them less bitter than I'd anticipated. Most of them had knowingly committed the offenses that landed them in prison, and they had walked in with their heads held high, and they walked out with their heads still held high, many years later. Dr. Ma Thida, a leading human rights activist who had nearly died in prison and had spent many years in solitary confinement, told me she was grateful to her jailers for the time she had had to think, for the wisdom she had gained, for the chance to hone her meditation skills. She had sought meaning and made her travail into a crucial identity. But if the people I met were less bitter than I'd anticipated about being in prison, they were also less thrilled than I'd expected about the reform process going on in their country. Ma Thida said, "We Burmese are noted for our tremendous grace under pressure, but we also have grievance under glamour." She said, "And the fact that there have been these shifts and changes doesn't erase the continuing problems in our society that we learned to see so well while we were in prison."
In januari van dit jaar ging ik in Myanmar politieke gevangenen interviewen. Ze waren minder verbitterd dan ik verwachtte. De meesten hadden welbewust de overtredingen begaan die hen in de gevangenis brachten. Ze waren met opgeheven hoofd binnengegaan, en ze kwamen vele jaren later met nog steeds opgeheven hoofd naar buiten. Dr Ma Thida, een vooraanstaand mensenrechtenactivist, was bijna gestorven in de gevangenis en had vele jaren in eenzame opsluiting doorgebracht. Ze vertelde me dat ze haar cipiers dankbaar was voor de tijd die ze had gehad om na te denken, voor de wijsheid die ze had opgedaan, voor de kans om haar meditatievaardigheden aan te scherpen. Zij had zin gezocht en maakte haar dwangarbeid tot een cruciale identiteit. Maar als de mensen die ik ontmoette over hun gevangenschap minder verbitterd waren dan ik had verwacht, waren ze ook minder in hun nopjes dan ik had verwacht over het lopende hervormingsproces in hun land. Ma Thida zei: "Wij, Birmezen, zijn gekend om onze onverstoordheid onder druk, maar we hebben ook bedenkingen als het ons goed gaat. Het feit dat deze verschuivingen en veranderingen hebben plaatsgevonden, wist de aanhoudende problemen in onze samenleving niet uit. Daar hebben we een klare kijk op gekregen terwijl we in de gevangenis zaten.”
I understood her to be saying that concessions confer only a little humanity where full humanity is due; that crumbs are not the same as a place at the table. Which is to say, you can forge meaning and build identity and still be mad as hell.
Ik begreep dat ze wilde zeggen dat toegevingen alleen maar een beetje menselijkheid verlenen, terwijl we recht hebben op volledige menselijkheid. Kruimels zijn niet hetzelfde als een plaats aan tafel. Je kunt zin smeden en identiteit opbouwen en toch enorm kwaad blijven.
I've never been raped, and I've never been in anything remotely approaching a Burmese prison. But as a gay American, I've experienced prejudice and even hatred, and I've forged meaning and I've built identity, which is a move I learned from people who had experienced far worse privation than I've ever known. In my own adolescence, I went to extreme lengths to try to be straight. I enrolled myself in something called "sexual surrogacy therapy," in which people I was encouraged to call doctors prescribed what I was encouraged to call exercises with women I was encouraged to call surrogates, who were not exactly prostitutes but who were also not exactly anything else.
Ik werd nooit verkracht en ik heb nog nooit iets meegemaakt dat ook maar lijkt op een Birmaanse gevangenis, maar als Amerikaanse homo heb ik vooroordelen en zelfs haat ervaren, heb ik zin gesmeed en identiteit opgebouwd. Dat is een zet die ik leerde van mensen die veel erger ontberingen hadden meegemaakt dan ik ooit heb gekend. In mijn eigen puberteit ging ik tot het uiterste om te proberen ‘normaal’ te zijn. Ik schreef me in in een zogenaamde seksuele-surrogaattherapie, waarin mensen die ik dokters moest noemen mij voorschreven wat ik oefeningen moest noemen met vrouwen die ik surrogaten moest noemen. Het waren niet echt prostituees, maar ze waren ook niet echt iets anders.
(Laughter)
(Gelach)
My particular favorite was a blonde woman from the Deep South who eventually admitted to me that she was really a necrophiliac, and had taken this job after she got in trouble down at the morgue.
Mijn favoriete was een blonde vrouw uit het Diepe Zuiden die uiteindelijk aan mij toegaf dat ze eigenlijk een necrofiele was. Ze had de baan aangenomen nadat ze in de problemen was gekomen in het lijkenhuis.
(Laughter)
(Gelach)
These experiences eventually allowed me to have some happy physical relationships with women, for which I'm grateful. But I was at war with myself, and I dug terrible wounds into my own psyche.
Door deze ervaringen kon ik uiteindelijk wat gelukkige fysieke relaties hebben met vrouwen, waarvoor ik dankbaar ben, maar ik was in oorlog met mezelf, en dat sloeg vreselijke wonden in mijn psyche.
We don't seek the painful experiences that hew our identities, but we seek our identities in the wake of painful experiences. We cannot bear a pointless torment, but we can endure great pain if we believe that it's purposeful. Ease makes less of an impression on us than struggle. We could have been ourselves without our delights, but not without the misfortunes that drive our search for meaning. "Therefore, I take pleasure in infirmities," St. Paul wrote in Second Corinthians, "for when I am weak, then I am strong."
We zoeken de pijnlijke ervaringen die onze identiteit bepalen niet op, maar we zoeken onze identiteit in de nasleep van die pijnlijke ervaringen. Zinloze kwelling verdragen we niet, maar we kunnen veel pijn verduren als we geloven dat ze een doel heeft. Gemak maakt minder indruk op ons dan strijd. We konden onszelf zijn geweest zonder onze geneugten, maar niet zonder onze tegenslagen die onze zoektocht naar zin voortstuwen. “Daarom vind ik welbehagen in zwakheden,” schreef Paulus in 2 Korintiërs, “want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.”
In 1988, I went to Moscow to interview artists of the Soviet underground. I expected their work to be dissident and political. But the radicalism in their work actually lay in reinserting humanity into a society that was annihilating humanity itself, as, in some senses, Russian society is now doing again. One of the artists I met said to me, "We were in training to be not artists but angels."
In 1988 ging ik naar Moskou om kunstenaars te interviewen van de Sovjet-ondergrondse, en ik verwachtte dat hun werk dissident en politiek zou zijn. Maar het radicalisme dat ze in hun werk legden, bestond in het terugbrengen van menselijkheid in een samenleving die menselijkheid zelf aan het vernietigen was, zoals, in zekere zin, de Russische samenleving dat nu weer doet. Een van de kunstenaars zei tegen me: “We werden niet tot kunstenaars, maar tot engelen opgeleid.”
In 1991, I went back to see the artists I'd been writing about, and I was with them during the putsch that ended the Soviet Union. And they were among the chief organizers of the resistance to that putsch. And on the third day of the putsch, one of them suggested we walk up to Smolenskaya. And we went there, and we arranged ourselves in front of one of the barricades, and a little while later, a column of tanks rolled up. And the soldier on the front tank said, "We have unconditional orders to destroy this barricade. If you get out of the way, we don't need to hurt you. But if you won't move, we'll have no choice but to run you down." The artist I was with said, "Give us just a minute. Give us just a minute to tell you why we're here." And the soldier folded his arms, and the artist launched into a Jeffersonian panegyric to democracy such as those of us who live in a Jeffersonian democracy would be hard-pressed to present. And they went on and on, and the soldier watched. And then he sat there for a full minute after they were finished and looked at us, so bedraggled in the rain, and said, "What you have said is true, and we must bow to the will of the people. If you'll clear enough space for us to turn around, we'll go back the way we came." And that's what they did. Sometimes, forging meaning can give you the vocabulary you need to fight for your ultimate freedom.
In 1991 ging ik terug om die kunstenaars weer te zien. Ik was bij hen tijdens de putsch die de Sovjet-Unie beëindigde. Ze behoorden tot de voornaamste organisatoren van de weerstand tijdens die putsch. Op de derde dag van de putsch, stelde een van hen voor om naar Smolenskaya te gaan. We gingen ernaartoe en stelden ons op voor een van de barricades. Een tijdje later kwam een kolonne tanks aangerold. De soldaat op de eerste tank zei: "We hebben onvoorwaardelijke bevelen om deze barricade op te ruimen. Als jullie weggaan, hoeven we jullie geen pijn te doen, maar als je niet weggaat, hebben we geen andere keuze dan jullie omver te rijden.” De kunstenaars zeiden: "Geef ons één minuut. Geef ons één minuut om je te vertellen waarom we hier zijn.” De soldaat kruiste zijn armen, en de kunstenaar stak een Jeffersoniaanse lofrede op de democratie af zoals wij, die in een Jeffersoniaanse democratie leven, er moeilijk een zouden kunnen afsteken. Ze gingen maar door, de soldaat keek toe en bleef een volle minuut zitten nadat ze klaar waren. Hij zat ons helemaal verregend aan te kijken, en zei: ”Wat je zegt, is waar. We moeten buigen voor de wil van het volk. Als je genoeg plaats maakt om te draaien, gaan we terug vanwaar we gekomen zijn.” En dat deden ze. Soms kan het smeden van zin je de woordenschat geven die je nodig hebt om te vechten voor je ultieme vrijheid.
Russia awakened me to the lemonade notion that oppression breeds the power to oppose it. And I gradually understood that as the cornerstone of identity. It took identity to rescue me from sadness. The gay rights movement posits a world in which my aberrances are a victory. Identity politics always works on two fronts: to give pride to people who have a given condition or characteristic, and to cause the outside world to treat such people more gently and more kindly. Those are two totally separate enterprises, but progress in each sphere reverberates in the other. Identity politics can be narcissistic. People extol a difference only because it's theirs. People narrow the world and function in discrete groups without empathy for one another. But properly understood and wisely practiced, identity politics should expand our idea of what it is to be human. Identity itself should be not a smug label or a gold medal, but a revolution.
Rusland maakte me duidelijk dat onderdrukking de macht kweekt om je ertegen te verzetten. Langzamerhand zag ik dat als de hoeksteen van identiteit. Identiteit was nodig om mij te redden van verdriet. De homobeweging roept een wereld op waarin mijn afwijkingen een overwinning zijn. Identiteitspolitiek werkt altijd op twee fronten: om trots te geven aan mensen met een bepaald kenmerk en om de buitenwereld zulke mensen zachter en vriendelijker te laten behandelen. Dat zijn twee totaal verschillende doelen, maar vooruitgang in de ene sfeer weerklinkt in de andere. Identiteitspolitiek kan narcistisch zijn. Mensen hemelen een verschil op alleen omdat het van hen is. Mensen vernauwen de wereld en functioneren in discrete groepen zonder empathie voor elkaar. Maar goed begrepen en verstandig beoefend, moet identiteitspolitiek ons idee uitbreiden van wat mens zijn inhoudt. Identiteit zelf mag geen zelfvoldaan label of een gouden medaille zijn, maar een opstand.
I would have had an easier life if I were straight, but I would not be me. And I now like being myself better than the idea of being someone else, someone who, to be honest, I have neither the option of being nor the ability fully to imagine. But if you banish the dragons, you banish the heroes, and we become attached to the heroic strain in our own lives. I've sometimes wondered whether I could have ceased to hate that part of myself without gay pride's technicolor fiesta, of which this speech is one manifestation.
Ik zou het makkelijker hebben gehad als ik hetero was, maar ik zou ik niet zijn, en nu ben ik liever mezelf dan het idee iemand anders te zijn geweest. Iemand waarvan ik, om eerlijk te zijn, noch de mogelijkheid heb het te zijn noch de mogelijkheid heb het me voor te stellen. Maar als je de draken verbant, verban je ook de helden, en we houden allemaal wel van wat heroïek in ons leven. Ik heb me wel eens afgevraagd of ik had kunnen ophouden om dat deel van mezelf te haten zonder het kleurrijk feest van de Gay Pride, waarvan deze toespraak een uiting is.
(Laughter)
Vroeger dacht ik dat ik volwassen zou zijn
I used to think I would know myself to be mature when I could simply be gay without emphasis. But the self-loathing of that period left a void, and celebration needs to fill and overflow it, and even if I repay my private debt of melancholy, there's still an outer world of homophobia that it will take decades to address. Someday, being gay will be a simple fact, free of party hats and blame. But not yet. A friend of mine who thought gay pride was getting very carried away with itself, once suggested that we organize Gay Humility Week.
als ik gewoonweg zonder meer homo kon zijn, maar de zelfhaat van die periode liet een leegte, en de viering moet die opvullen en doen overlopen. Zelfs als ik mijn privé-schuld van melancholie terugbetaal, blijft er nog een buitenwereld van homofobie waarmee nog decennialang valt af te rekenen. Ooit zal homo zijn iets alledaags zijn, vrij van feestmutsen en schuld, maar nu nog niet. Een vriend van me die vond dat Gay Pride ('homotrots') een beetje doordraafde, suggereerde dat we eens
(Laughter)
een 'homo-nederigheidsweek' zouden organiseren.
(Applause)
(Gelach) (Applaus)
It's a great idea.
Het is een geweldig idee,
(Laughter)
maar de tijd is er nog niet rijp voor.
But its time has not yet come.
(Laughter)
(Gelach)
And neutrality, which seems to lie halfway between despair and celebration, is actually the endgame.
De neutraliteit halverwege tussen wanhoop en feest is eigenlijk het eindspel.
In 29 states in the US, I could legally be fired or denied housing for being gay. In Russia, the anti-propaganda law has led to people being beaten in the streets. Twenty-seven African countries have passed laws against sodomy. And in Nigeria, gay people can legally be stoned to death, and lynchings have become common. In Saudi Arabia recently, two men who had been caught in carnal acts were sentenced to 7,000 lashes each, and are now permanently disabled as a result. So who can forge meaning and build identity? Gay rights are not primarily marriage rights, and for the millions who live in unaccepting places with no resources, dignity remains elusive. I am lucky to have forged meaning and built identity, but that's still a rare privilege. And gay people deserve more, collectively, than the crumbs of justice.
In 29 staten van de VS kan ik wettelijk ontslagen worden of huisvesting geweigerd worden vanwege mijn homo-zijn. In Rusland heeft de anti-propagandawet ertoe geleid dat mensen op straat in elkaar worden geslagen. 27 Afrikaanse landen hebben wetten tegen sodomie, en in Nigeria kunnen homo's legaal doodgestenigd worden, en zijn lynchpartijen alledaagse kost. In Saoedi-Arabië werden onlangs twee mannen betrapt op seksuele omgang. Ze werden veroordeeld tot elk 7.000 zweepslagen en zijn daardoor nu blijvend gehandicapt. Wie kan zin smeden en identiteit opbouwen? Homorechten zijn niet in de eerste plaats huwelijksrechten, en voor de miljoenen die op onverdraagzame plaatsen wonen, zonder middelen, blijft waardigheid een verre droom. Ik heb het geluk gehad zin te hebben gesmeed en identiteit opgebouwd, maar dat is nog steeds een zeldzaam voorrecht, en homoseksuele mensen verdienen beter dan kruimels van rechtvaardigheid.
And yet, every step forward is so sweet. In 2007, six years after we met, my partner and I decided to get married. Meeting John had been the discovery of great happiness and also the elimination of great unhappiness. And sometimes, I was so occupied with the disappearance of all that pain, that I forgot about the joy, which was at first the less remarkable part of it to me. Marrying was a way to declare our love as more a presence than an absence.
En toch is elke stap vooruit zo zoet. In 2007, zes jaar na onze ontmoeting, besloten mijn partner en ik om te trouwen. John ontmoeten was de ontdekking van groot geluk en ook de eliminatie van groot ongeluk. Soms was ik zo bezig met het verdwijnen van al die pijn dat ik de vreugde vergat, waar ik in eerste instantie minder mee bezig was. Trouwen is een manier om onze liefde te verklaren als eerder een aanwezigheid dan een afwezigheid.
Marriage soon led us to children, and that meant new meanings and new identities -- ours and theirs. I want my children to be happy, and I love them most achingly when they are sad. As a gay father, I can teach them to own what is wrong in their lives, but I believe that if I succeed in sheltering them from adversity, I will have failed as a parent. A Buddhist scholar I know once explained to me that Westerners mistakenly think that nirvana is what arrives when all your woe is behind you, and you have only bliss to look forward to. But he said that would not be nirvana, because your bliss in the present would always be shadowed by the joy from the past. Nirvana, he said, is what you arrive at when you have only bliss to look forward to and find in what looked like sorrows the seedlings of your joy. And I sometimes wonder whether I could have found such fulfillment in marriage and children if they'd come more readily, if I'd been straight in my youth or were young now, in either of which cases this might be easier. Perhaps I could. Perhaps all the complex imagining I've done could have been applied to other topics. But if seeking meaning matters more than finding meaning, the question is not whether I'd be happier for having been bullied, but whether assigning meaning to those experiences has made me a better father. I tend to find the ecstasy hidden in ordinary joys, because I did not expect those joys to be ordinary to me.
Het huwelijk leidde ons snel naar kinderen, wat nieuwe zingeving en nieuwe identiteiten betekende, zowel voor ons als voor hen. Ik wil dat mijn kinderen gelukkig zijn, en houden van ze is het pijnlijkst als ze verdriet hebben. Als homovader kan ik ze leren om te gaan met wat er tegen draait in hun leven, maar ik geloof dat als ik hen altijd zou behoeden voor tegenspoed, ik als ouder zou hebben gefaald. Een boeddhistische geleerde legde me ooit uit dat Westerlingen ten onrechte denken dat nirvana komt als al je verdriet achter je ligt en je alleen maar gelukzaligheid hebt te verwachten. Maar hij zei dat dat geen nirvana zou zijn, want je zaligheid in het heden zou altijd worden overschaduwd door de vreugde van het verleden. Nirvana, zei hij, is wat je bereikt als je alleen maar gelukzaligheid hebt om naar uit te kijken en in wat leek op verdriet de kiemen van je vreugde vindt. Ik vraag me soms af of ik dit geluk in het huwelijk en de kinderen had kunnen vinden als het gemakkelijker was gegaan, als ik in mijn jeugd hetero was geweest of nu jong was. In beide gevallen was het misschien makkelijker geweest. Misschien wel. Misschien kon al dat complexe verbeelden dan worden toegepast op andere onderwerpen. Maar als zin zoeken belangrijker is dan zin vinden, dan is de vraag niet of ik gelukkiger zou zijn geweest door te zijn gepest, maar wel of het toekennen van zin aan die ervaringen me een betere vader zou hebben gemaakt. Ik ben geneigd om extase te zoeken in alledaagse vreugden, want ik had niet verwacht dat die vreugden voor mij waren weggelegd.
I know many heterosexuals who have equally happy marriages and families, but gay marriage is so breathtakingly fresh, and gay families so exhilaratingly new, and I found meaning in that surprise.
Ik ken veel heteroseksuelen die even gelukkige huwelijken en gezinnen hebben, maar het homohuwelijk is zo adembenemend fris en homoseksuele gezinnen zijn zo meeslepend nieuw, dat ik zin vond in dat onverwachte.
In October, it was my 50th birthday, and my family organized a party for me. And in the middle of it, my son said to my husband that he wanted to make a speech. And John said, "George, you can't make a speech. You're four."
In oktober was het mijn 50ste verjaardag en mijn familie gaf een feest voor mij. Terwijl het bezig was zei mijn zoon tegen mijn man dat hij een toespraak wilde houden, en John zei: "George, je kunt geen speech geven. Je bent vier.”
(Laughter)
(Gelach)
"Only Grandpa and Uncle David and I are going to make speeches tonight." But George insisted and insisted, and finally, John took him up to the microphone, and George said very loudly, "Ladies and gentlemen! May I have your attention, please?" And everyone turned around, startled. And George said, "I'm glad it's daddy's birthday. I'm glad we all get cake. And Daddy, if you were little, I'd be your friend."
“Alleen opa, oom David en ik gaan vanavond toespraken houden.” Maar George bleef aandringen, en ten slotte bracht John hem naar de microfoon, en George zei heel luid, “Dames en heren, mag ik uw aandacht, alstublieft.” Iedereen draaide zich verbaasd om. George zei: “Ik ben blij met papa's verjaardag. Ik ben blij dat we allemaal taart krijgen. En papa, als je nog klein was, zou ik je vriend willen zijn.”
(Gasp)
And I thought -- (Applause) Thank you. I thought that I was indebted even to Bobby Finkel, because all those earlier experiences were what had propelled me to this moment, and I was finally unconditionally grateful for a life I'd once have done anything to change.
Ik dacht - Dank je wel. Ik dacht dat ik nu zelfs bij Bobby Finkel in het krijt stond. Al die eerdere ervaringen hadden naar dit moment geleid, en ik was eindelijk onvoorwaardelijk dankbaar voor een leven waarvoor ik ooit alles zou hebben gedaan om het te veranderen.
The gay activist Harvey Milk was once asked by a younger gay man what he could do to help the movement, and Harvey Milk said, "Go out and tell someone." There's always somebody who wants to confiscate our humanity. And there are always stories that restore it. If we live out loud, we can trounce the hatred, and expand everyone's lives.
Een jongere homoseksuele man vroeg eens aan de homo-activist Harvey Milk wat hij kon doen om de beweging te helpen, en Harvey Milk zei: “Kom ervoor uit en vertel het iemand.” Er is altijd wel iemand die ons onze menselijkheid wil afnemen, en er zijn altijd verhalen die het weer goed maken. Als we ervoor uitkomen, kunnen we de haat verslaan en ieders leven zinvoller maken.
Forge meaning. Build identity. Forge meaning. Build identity. And then invite the world to share your joy.
Zin smeden. Identiteit opbouwen. Zin smeden. Identiteit opbouwen. En dan de wereld uitnodigen om deel te hebben aan je vreugde.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank je. (Applaus)
(Applause)
Dank je. (Applaus)
Thank you.
(Applause)
Thank you.
Dank je. (Applaus)
(Applause)