When people think about cities, they tend to think of certain things. They think of buildings and streets and skyscrapers, noisy cabs. But when I think about cities, I think about people. Cities are fundamentally about people, and where people go and where people meet are at the core of what makes a city work. So even more important than buildings in a city are the public spaces in between them. And today, some of the most transformative changes in cities are happening in these public spaces.
Wanneer mensen aan steden denken, zijn ze geneigd aan bepaalde dingen te denken. Ze denken aan gebouwen en straten, aan wolkenkrabbers en rumoerige taxi's. Maar wanneer ik aan steden denk, denk ik aan mensen. Steden gaan fundamenteel over mensen. Waar mensen gaan en waar mensen elkaar treffen, vormt de kern van wat een stad laat werken. Dus, nog belangrijker dan gebouwen in een stad, zijn de openbare ruimtes er tussenin. Vandaag de dag, gebeuren de meest transformatieve veranderingen in steden in deze openbare ruimtes.
So I believe that lively, enjoyable public spaces are the key to planning a great city. They are what makes it come alive. But what makes a public space work? What attracts people to successful public spaces, and what is it about unsuccessful places that keeps people away? I thought, if I could answer those questions, I could make a huge contribution to my city. But one of the more wonky things about me is that I am an animal behaviorist, and I use those skills not to study animal behavior but to study how people in cities use city public spaces.
Ik geloof dat levendige, gezellige, openbare ruimtes de sleutel zijn tot het ontwerp van een geweldige stad. Zij zijn het die haar tot leven brengen. Maar wat maakt een openbare ruimte succesvol? Wat trekt mensen naar succesvolle openbare ruimtes en waardoor blijven mensen weg uit mislukte ruimtes? Ik dacht dat als ik deze vragen kon beantwoorden, ik een grote bijdrage kon leveren aan mijn stad. Maar een van de meer aparte dingen over mij is, dat ik gedragsbioloog ben en ik gebruik die vaardigheden niet om dieren te bestuderen, maar om te bestuderen hoe mensen in steden gebruik maken van openbare ruimtes.
One of the first spaces that I studied was this little vest pocket park called Paley Park in midtown Manhattan. This little space became a small phenomenon, and because it had such a profound impact on New Yorkers, it made an enormous impression on me. I studied this park very early on in my career because it happened to have been built by my stepfather, so I knew that places like Paley Park didn't happen by accident. I saw firsthand that they required incredible dedication and enormous attention to detail. But what was it about this space that made it special and drew people to it? Well, I would sit in the park and watch very carefully, and first among other things were the comfortable, movable chairs. People would come in, find their own seat, move it a bit, actually, and then stay a while, and then interestingly, people themselves attracted other people, and ironically, I felt more peaceful if there were other people around. And it was green. This little park provided what New Yorkers crave: comfort and greenery. But my question was, why weren't there more places with greenery and places to sit in the middle of the city where you didn't feel alone, or like a trespasser? Unfortunately, that's not how cities were being designed.
Een van de eerste ruimtes die ik heb bestudeerd was een miniparkje, Paley Park in het midden van Manhattan. Deze kleine ruimte werd een klein fenomeen en omdat het zo 'n diepe impact op New Yorkers had, maakte het een enorme indruk op mij. Ik bestudeerde dit park vroeg in mijn carrière, omdat het door mijn stiefvader was gemaakt. Dus wist ik dat plekken zoals Paley Park niet zomaar ontstaan. Ik zag met mijn eigen ogen dat ze ongelooflijke toewijding vereisen en grote aandacht voor detail. Maar wat maakte deze ruimte bijzonder, en trok mensen erheen? Ik ben in het park gaan zitten en heb aandachtig gekeken. Het eerste dat me opviel, waren de comfortabele, losse stoelen. Mensen kwamen en zochten hun eigen stoel, verplaatsten het een stukje en bleven even hangen. Dan was het boeiende dat die mensen andere mensen aantrokken, en ironisch genoeg voelde ik me rustiger, als er andere mensen in de buurt waren. En het was groen. Dit parkje gaf de New Yorkers wat ze begeerden: comfort en groen. Maar mijn vraag was, waarom waren er niet meer plaatsen met groen en zitgelegenheid midden in de stad, waar je je niet alleen, of een indringer voelde? Helaas is dat niet hoe steden werden ontworpen.
So here you see a familiar sight. This is how plazas have been designed for generations. They have that stylish, Spartan look that we often associate with modern architecture, but it's not surprising that people avoid spaces like this. They not only look desolate, they feel downright dangerous. I mean, where would you sit here? What would you do here? But architects love them. They are plinths for their creations. They might tolerate a sculpture or two, but that's about it. And for developers, they are ideal. There's nothing to water, nothing to maintain, and no undesirable people to worry about. But don't you think this is a waste? For me, becoming a city planner meant being able to truly change the city that I lived in and loved. I wanted to be able to create places that would give you the feeling that you got in Paley Park, and not allow developers to build bleak plazas like this. But over the many years, I have learned how hard it is to create successful, meaningful, enjoyable public spaces. As I learned from my stepfather, they certainly do not happen by accident, especially in a city like New York, where public space has to be fought for to begin with, and then for them to be successful, somebody has to think very hard about every detail.
Dus, hier zie je een bekend beeld. Dit is hoe pleinen al generaties lang worden ontworpen. Zij hebben dat stijlvolle, Spartaanse uiterlijk, dat wij vaak associëren met moderne architectuur, maar het is niet verrassend dat mensen zulke ruimtes vermijden. Ze zien er niet alleen troosteloos uit, ze voelen gewoonweg onveilig aan. Ik bedoel, waar kun je hier zitten? Wat zou je hier doen? Maar architecten houden hiervan. Het zijn voetstukken voor hun creaties. Misschien tolereren zij wat sculpturen, maar dat is alles. En voor ontwikkelaars zijn ze ideaal. Er is niets om water te geven, om te onderhouden en er zijn geen ongewenste mensen, om zich druk over te maken. Maar denk je niet dat dit zonde is? Voor mij betekende een stedenbouwkundige worden, in staat zijn om de stad, waar ik woonde en van hield, werkelijk te veranderen. Ik wilde ruimtes creëren die je het gevoel van Paley Park zouden geven. Niet ontwikkelaars kille pleinen als deze laten aanleggen. Maar door de jaren heen heb ik geleerd hoe moeilijk het is om succesvolle, betekenisvolle, gezellige openbare ruimtes te creëren. Zoals ik van mijn stiefvader heb geleerd, ontstaan ze niet vanzelf. Vooral niet in een stad als New York, waar je openbare ruimte al moet bevechten. En om te zorgen dat ze succesvol zijn, moet iemand over elk detail heel goed nadenken.
Now, open spaces in cities are opportunities. Yes, they are opportunities for commercial investment, but they are also opportunities for the common good of the city, and those two goals are often not aligned with one another, and therein lies the conflict.
Open ruimtes in steden zijn een kans. Ja, ze zijn een kans voor commerciële investeringen, maar ze zijn ook een kans voor het gemeenschappelijk goed van de stad, en die twee doelen zitten vaak niet op een lijn, en daarin ligt het conflict. De eerst kans die ik had om te vechten
The first opportunity I had to fight for a great public open space was in the early 1980s, when I was leading a team of planners at a gigantic landfill called Battery Park City in lower Manhattan on the Hudson River. And this sandy wasteland had lain barren for 10 years, and we were told, unless we found a developer in six months, it would go bankrupt. So we came up with a radical, almost insane idea. Instead of building a park as a complement to future development, why don't we reverse that equation and build a small but very high-quality public open space first, and see if that made a difference. So we only could afford to build a two-block section of what would become a mile-long esplanade, so whatever we built had to be perfect. So just to make sure, I insisted that we build a mock-up in wood, at scale, of the railing and the sea wall. And when I sat down on that test bench with sand still swirling all around me, the railing hit exactly at eye level, blocking my view and ruining my experience at the water's edge.
voor een geweldige openbare ruimte was in de vroege jaren '80, toen ik een team van planners leidde van een gigantische stortplaats, Battery Park City in Lower Manhattan aan de Hudson River. Deze zanderige woestenij lag al tien jaar braak. Als we binnen een half jaar geen ontwikkelaar vonden, ging het failliet. Dus kwamen wij met een radicaal, bijna krankzinnig idee: in plaats van een park aan te leggen, als aanvulling op toekomstige ontwikkelingen, keren we het om en bouwen we eerst een kleine, maar kwalitatief hoogstaande openbare ruimte en kijken of dat een verschil maakt. We konden ons slechts een gebied van twee blokken veroorloven, van wat een anderhalve kilometer lange esplanade zou worden, dus wat we gingen bouwen moest perfect zijn. Voor de zekerheid stond ik erop dat we een proefmodel zouden bouwen in hout, op ware grootte, van de reling en de beschoeiing. Toen ik op die testbank ging zitten, met nog zand om me heen wervelend, was de reling precies op ooghoogte, wat mijn zicht blokkeerde en mijn ervaring verpestte aan de rand van het water. Zo zie je maar, details maken echt het verschil.
So you see, details really do make a difference. But design is not just how something looks, it's how your body feels on that seat in that space, and I believe that successful design always depends on that very individual experience. In this photo, everything looks very finished, but that granite edge, those lights, the back on that bench, the trees in planting, and the many different kinds of places to sit were all little battles that turned this project into a place that people wanted to be.
Design is niet alleen maar hoe iets eruit ziet, het is ook hoe je lichaam voelt op die zitplaats in die ruimte. Ik geloof dat succesvol design altijd afhangt van die zeer individuele ervaring. Op deze foto, ziet alles er zeer afgewerkt uit, maar die granieten rand, die lichten, de rugleuning op dat bankje, de bomen en planten en de vele verschillende soorten zitplaatsen, het waren allemaal kleine veldslagen, waardoor dit project een plek opleverde, waar mensen wilden zijn.
Now, this proved very valuable 20 years later when Michael Bloomberg asked me to be his planning commissioner and put me in charge of shaping the entire city of New York. And he said to me on that very day, he said that New York was projected to grow from eight to nine million people. And he asked me, "So where are you going to put one million additional New Yorkers?"
Dit bleek twintig jaar later erg waardevol, toen Michael Bloomberg mij vroeg om zijn hoofdplanoloog te zijn en mij de leiding gaf over het vormgeven van de hele stad New York. Diezelfde dag zei hij me dat New York naar verwachting ging groeien van acht naar negen miljoen mensen. En hij vroeg me: "Waar ga jij een miljoen nieuwe New Yorkers onderbrengen?" Nou, ik had geen idee.
Well, I didn't have any idea. Now, you know that New York does place a high value on attracting immigrants, so we were excited about the prospect of growth, but honestly, where were we going to grow in a city that was already built out to its edges and surrounded by water? How were we going to find housing for that many new New Yorkers? And if we couldn't spread out, which was probably a good thing, where could new housing go? And what about cars? Our city couldn't possibly handle any more cars.
Je weet dat New York veel belang hecht aan het aantrekken van immigranten, dus we waren enthousiast over het vooruitzicht op groei, maar eerlijk, waar moesten we groeien in een stad die al uit zijn voegen barst en door water wordt omringd? Hoe gingen we huisvesting vinden voor zoveel nieuwe New Yorkers? En als we niet konden uitbreiden, wat waarschijnlijk goed was, waar kwamen dan de nieuwe woningen? En auto's? Onze stad kon onmogelijk meer auto's verwerken. Dus wat konden we doen?
So what were we going to do? If we couldn't spread out, we had to go up. And if we had to go up, we had to go up in places where you wouldn't need to own a car. So that meant using one of our greatest assets: our transit system. But we had never before thought of how we could make the most of it. So here was the answer to our puzzle. If we were to channel and redirect all new development around transit, we could actually handle that population increase, we thought. And so here was the plan, what we really needed to do: We needed to redo our zoning -- and zoning is the city planner's regulatory tool -- and basically reshape the entire city, targeting where new development could go and prohibiting any development at all in our car-oriented, suburban-style neighborhoods. Well, this was an unbelievably ambitious idea, ambitious because communities had to approve those plans.
Als we niet konden uitbreiden, moesten we de hoogte in. Dat moesten we dan doen op plaatsen waar je geen auto nodig zou hebben. Dus moesten we een van onze grootste troeven inzetten: ons vervoersysteem. Maar we hadden nog nooit nagedacht, hoe hier het meeste uit te halen. Dit was de oplossing voor onze puzzel. Als we alle nieuwbouw zouden aanpassen aan het vervoerssysteem dan konden we de bevolkingsgroei aan. Dachten we. Dus hier was het plan, wat we echt moesten doen: we moesten ons bestemmingsplan aanpassen -- het regelgevende gereedschap van een stedenbouwkundige -- en eigenlijk de gehele stad omvormen, door te bepalen waar nieuwe bebouwing kon komen en door alle bouw te verbieden in onze auto-georiënteerde, voorstedelijke buurten. Dit was een ongelooflijk ambitieus idee. Ambitieus, omdat gemeenschappen die plannen moesten goedkeuren.
So how was I going to get this done? By listening. So I began listening, in fact, thousands of hours of listening just to establish trust. You know, communities can tell whether or not you understand their neighborhoods. It's not something you can just fake. And so I began walking. I can't tell you how many blocks I walked, in sweltering summers, in freezing winters, year after year, just so I could get to understand the DNA of each neighborhood and know what each street felt like. I became an incredibly geeky zoning expert, finding ways that zoning could address communities' concerns. So little by little, neighborhood by neighborhood, block by block, we began to set height limits so that all new development would be predictable and near transit. Over the course of 12 years, we were able to rezone 124 neighborhoods, 40 percent of the city, 12,500 blocks, so that now, 90 percent of all new development of New York is within a 10-minute walk of a subway. In other words, nobody in those new buildings needs to own a car.
Dus hoe moest ik dit voor elkaar krijgen? Door te luisteren. Dus ik begon te luisteren. Duizenden uren heb ik geluisterd, alleen om vertrouwen te vestigen. Gemeenschappen hebben door, of jij hun buurt begrijpt, of niet. Dat is niet iets wat je kunt veinzen. En dus begon ik te lopen. Ik heb zoveel gelopen, in snikhete zomers, in vrieskoude winters, jaar in, jaar uit, alleen zodat ik het DNA van elke wijk kon begrijpen en wist hoe elke straat aanvoelde. Ik werd een ongelooflijk 'geeky' expert in zonering, en zocht manieren waarop herbestemming problemen van gemeenschappen kon oplossen. Dus beetje bij beetje, van buurt tot buurt, van blok tot blok, begonnen wij hoogtegrenzen te bepalen, zodat alle nieuwe ontwikkelingen voorspelbaar zou zijn en in de buurt van vervoer. In de loop van twaalf jaar zijn wij in staat geweest, om 124 buurten, 40 procent van de stad, 12.500 blokken opnieuw te bestemmen, zodat nu 90 procent van alle nieuwe ontwikkelingen in New York op tien minuten lopen van een metrostation liggen. Met andere woorden, niemand in die nieuwe gebouwen hoeft een auto te hebben.
Well, those rezonings were exhausting and enervating and important, but rezoning was never my mission. You can't see zoning and you can't feel zoning. My mission was always to create great public spaces. So in the areas where we zoned for significant development, I was determined to create places that would make a difference in people's lives. Here you see what was two miles of abandoned, degraded waterfront in the neighborhoods of Greenpoint and Williamsburg in Brooklyn, impossible to get to and impossible to use. Now the zoning here was massive, so I felt an obligation to create magnificent parks on these waterfronts, and I spent an incredible amount of time on every square inch of these plans. I wanted to make sure that there were tree-lined paths from the upland to the water, that there were trees and plantings everywhere, and, of course, lots and lots of places to sit. Honestly, I had no idea how it would turn out. I had to have faith. But I put everything that I had studied and learned into those plans.
Dat herbestemmen was uitputtend en enerverend en belangrijk, maar herbestemming was nooit mijn missie. Je kunt bestemmingsplannen niet zien of voelen. Mijn missie was altijd, om geweldige openbare ruimtes te creëren. Dus in de gebieden die wij voor veel ontwikkeling hadden bestemd, was ik vastbesloten om plekken te creëren die een verschil in het leven van mensen zouden maken. Hier zie je, wat eens drie kilometer verlaten, vervallen oever was, in de buurten Greenpoint en Williamsburg in Brooklyn. Onbereikbaar en onbruikbaar. Hier was een enorme herbestemming, dus voelde ik mij verplicht om prachtige parken aan deze oevers te creëren en heb ongelooflijk veel tijd besteed aan elke vierkante centimeter van deze plannen. Ik wilde er voor zorgen dat er beboste paden naar het water leidden dat er overal bomen en planten kwamen en natuurlijk héél véél plekken om te zitten. Ik had eerlijk gezegd geen idee hoe het zou uitpakken. Ik moest erin geloven. Maar ik heb alles wat ik had gestudeerd en geleerd in die plannen gestopt. Toen kwam de opening
And then it opened, and I have to tell you, it was incredible. People came from all over the city to be in these parks. I know they changed the lives of the people who live there, but they also changed New Yorkers' whole image of their city. I often come down and watch people get on this little ferry that now runs between the boroughs, and I can't tell you why, but I'm completely moved by the fact that people are using it as if it had always been there.
en ik moet je zeggen: het was ongelooflijk. Mensen kwamen uit alle hoeken van de stad om in deze parken te zijn. Ik weet dat ze het leven hebben veranderd van de mensen die er wonen, maar ook het hele beeld dat New Yorkers van hun stad hebben. Ik zie er vaak mensen op deze kleine veerboot stappen, die nu tussen de stadsdelen vaart. Ik kan niet uitleggen waarom, maar het raakt me diep dat mensen die gebruiken alsof hij er altijd is geweest.
And here is a new park in lower Manhattan. Now, the water's edge in lower Manhattan was a complete mess before 9/11. Wall Street was essentially landlocked because you couldn't get anywhere near this edge. And after 9/11, the city had very little control. But I thought if we went to the Lower Manhattan Development Corporation and got money to reclaim this two miles of degraded waterfront that it would have an enormous effect on the rebuilding of lower Manhattan. And it did. Lower Manhattan finally has a public waterfront on all three sides.
En hier is een nieuw park in Lower Manhattan. De oever in Lower Manhattan was vóór 11 september 2001 een grote puinhoop. Wall Street was ingesloten door land want deze oever was onbereikbaar. En na 11 september had de gemeente nog maar weinig invloed. Ik dacht: als we van de Lower Manhattan Development Corporation geld kregen om deze drie kilometer verpauperde oever op te knappen, zou dat een enorm effect hebben op de wederopbouw van Lower Manhattan. En dat gebeurde ook. Lower Manhattan heeft eindelijk een openbare oever aan drie zijden. Ik hou echt van dit park.
I really love this park. You know, railings have to be higher now, so we put bar seating at the edge, and you can get so close to the water you're practically on it. And see how the railing widens and flattens out so you can lay down your lunch or your laptop. And I love when people come there and look up and they say, "Wow, there's Brooklyn, and it's so close."
Weet je, relingen moeten nu hoger zijn, dus hebben we barkrukken aan de rand gezet, en je kunt zo dicht bij het water komen, dat je er bijna op bent. Zie hoe de reling breder en platter wordt, zodat je je lunch of laptop erop kunt leggen. En ik hou ervan als mensen er komen en opkijken en ze zeggen: "Wauw, daar is Brooklyn en het is zo dichtbij." Dus, wat is het geheim?
So what's the trick? How do you turn a park into a place that people want to be? Well, it's up to you, not as a city planner but as a human being. You don't tap into your design expertise. You tap into your humanity. I mean, would you want to go there? Would you want to stay there? Can you see into it and out of it? Are there other people there? Does it seem green and friendly? Can you find your very own seat?
Hoe maak je van een park een plek waar mensen willen zijn? Nou, het is aan jou, niet als stedenbouwkundige, maar als mens. Je hoeft niet te grijpen naar je designexpertise. Je gebruikt je menselijkheid. Ik bedoel, zou jij daar zelf naartoe willen gaan? Zou je daar willen blijven? Kun je het zien liggen, is er uitzicht? Zijn er andere mensen? Lijkt het groen en vriendelijk? Kun jij je eigen stoel vinden?
Well now, all over New York City, there are places where you can find your very own seat. Where there used to be parking spaces, there are now pop-up cafes. Where Broadway traffic used to run, there are now tables and chairs. Where 12 years ago, sidewalk cafes were not allowed, they are now everywhere. But claiming these spaces for public use was not simple, and it's even harder to keep them that way.
Nu zijn er in heel New York City plekken waar jij jouw stoel kunt vinden. Waar vroeger parkeerplekken waren, zijn nu pop-up café's. Waar eerst verkeer was op Broadway, staan nu tafels en stoelen. Waar twaalf jaar geleden terrassen niet waren toegestaan, zijn ze nu overal. Maar deze ruimtes opeisen voor algemeen gebruik was niet simpel en het is nog moeilijker om ze zo te houden.
So now I'm going to tell you a story about a very unusual park called the High Line. The High Line was an elevated railway. (Applause) The High Line was an elevated railway that ran through three neighborhoods on Manhattan's West Side, and when the train stopped running, it became a self-seeded landscape, a kind of a garden in the sky. And when I saw it the first time, honestly, when I went up on that old viaduct, I fell in love the way you fall in love with a person, honestly. And when I was appointed, saving the first two sections of the High Line from demolition became my first priority and my most important project. I knew if there was a day that I didn't worry about the High Line, it would come down. And the High Line, even though it is widely known now and phenomenally popular, it is the most contested public space in the city. You might see a beautiful park, but not everyone does. You know, it's true, commercial interests will always battle against public space. You might say, "How wonderful it is that more than four million people come from all over the world to visit the High Line." Well, a developer sees just one thing: customers. Hey, why not take out those plantings and have shops all along the High Line? Wouldn't that be terrific and won't it mean a lot more money for the city? Well no, it would not be terrific. It would be a mall, and not a park. (Applause) And you know what, it might mean more money for the city, but a city has to take the long view, the view for the common good. Most recently, the last section of the High Line, the third section of the High Line, the final section of the High Line, has been pitted against development interests, where some of the city's leading developers are building more than 17 million square feet at the Hudson Yards. And they came to me and proposed that they "temporarily disassemble" that third and final section. Perhaps the High Line didn't fit in with their image of a gleaming city of skyscrapers on a hill. Perhaps it was just in their way. But in any case, it took nine months of nonstop daily negotiation to finally get the signed agreement to prohibit its demolition, and that was only two years ago.
Nu ga ik je een verhaal vertellen over een zeer ongebruikelijk park, The High Line. The High Line was een verhoogde spoorweg. (Applaus) The High Line was een verhoogde spoorweg die door drie buurten liep op West-Manhattan. Toen de trein niet meer reed, werd het een zelf-gezaaid landschap, een soort van tuin in de lucht. En toen ik het de eerste keer zag, werkelijk toen ik die oude viaduct opging, werd ik verliefd, zoals je verliefd wordt op een persoon, eerlijk. En toen ik werd benoemd, werd het redden van de eerste twee delen van The High Line mijn eerste prioriteit en mijn belangrijkste project. Ik wist dat als ik me één dag geen zorgen zou maken over de High Line hij neergehaald zou worden. En hoewel The High Line nu alom bekend is, en enorm populair, is het de meest omstreden openbare ruimte in de stad. Je ziet wellicht een prachtig park, maar niet iedereen ziet dat. Het is waar: commerciële belangen zullen altijd strijden tegen openbare ruimte. Je zou kunnen zeggen: "Hoe geweldig, meer dan vier miljoen mensen uit de hele wereld komen The High Line bezoeken." Een ontwikkelaar ziet maar één ding: klanten. Hé, waarom deze beplanting niet weghalen en overal winkels neerzetten? Zou dat niet geweldig zijn en veel geld opleveren voor de stad? Nou nee, het zou niet geweldig zijn. Het zou een winkelcentrum zijn en geen park. (Applaus) Het kan misschien meer geld voor de stad opleveren, maar een stad moet naar de lange termijn kijken, naar het algemeen welzijn. Meest recent werd het laatste, derde deel van The High Line, afgezet tegen commerciële belangen. Enkele van de voornaamste projectontwikkelaars van de stad bebouwen ruim 17 miljoen vierkante meter op de Hudson Yards. Ze stelden mij voor, dat derde en laatste deel "tijdelijk uit elkaar te halen". Misschien pastte The High Line niet in hun beeld van een glanzende stad van wolkenkrabbers op een heuvel. Misschien stond het gewoon in de weg. In elk geval waren negen maanden non-stop dagelijkse onderhandelingen nodig, voor de ondertekende overeenkomst die de sloop verbiedt, en dat was pas twee jaar geleden. Het maakt niet uit hoe populair
So you see, no matter how popular and successful a public space may be, it can never be taken for granted. Public spaces always -- this is it saved -- public spaces always need vigilant champions, not only to claim them at the outset for public use, but to design them for the people that use them, then to maintain them to ensure that they are for everyone, that they are not violated, invaded, abandoned or ignored. If there is any one lesson that I have learned in my life as a city planner, it is that public spaces have power. It's not just the number of people using them, it's the even greater number of people who feel better about their city just knowing that they are there. Public space can change how you live in a city, how you feel about a city, whether you choose one city over another, and public space is one of the most important reasons why you stay in a city.
en succesvol een openbare ruimte is, hij is nooit vanzelfsprekend. Openbare ruimtes hebben altijd - hier is het gered - openbare ruimtes hebben altijd waakzame kampioenen nodig, niet alleen om ze aanvankelijk op te eisen voor openbaar gebruik, maar ook om ze te ontwerpen voor de mensen die ze gebruiken, en vervolgens om te verzekeren dat ze voor iedereen zijn, dat ze niet worden beschadigd, binnengedrongen, verlaten, of genegeerd. Als ik één les heb geleerd in mijn leven als stedenbouwkundige, is het dat openbare ruimtes kracht hebben. Het gaat niet alleen om hoeveel mensen ze gebruiken, het gaat om het nog grotere aantal mensen, dat zich beter voelt over hun stad enkel door te weten dat ze er zijn. De openbare ruimte kan veranderen hoe je in een stad woont, hoe jij je voelt over een stad, of je een stad verkiest boven een andere en de openbare ruimte is een van de belangrijkste redenen waarom je in een stad blijft.
I believe that a successful city is like a fabulous party. People stay because they are having a great time.
Ik geloof dat een succesvolle stad net als een geweldig feest is. Mensen blijven, omdat ze het geweldig naar hun zin hebben.
Thank you.
Dank je wel.
(Applause) Thank you. (Applause)
(Applaus) Dank je wel. (Applaus)