The attacking infantry advances steadily, their elephants already having broken the defensive line. The king tries to retreat, but enemy cavalry flanks him from the rear. Escape is impossible. But this isn’t a real war– nor is it just a game. Over the roughly one-and-a-half millennia of its existence, chess has been known as a tool of military strategy, a metaphor for human affairs, and a benchmark of genius.
De aanvallende infanterie komt gestaag dichterbij. De olifanten hebben de verdedigingslinie doorbroken. De koning wil vluchten, maar de cavalerie omsingelt hem. Ontsnappen is onmogelijk. Maar dit is geen echte oorlog. En ook niet zomaar een spel. Gedurende de 1500 jaar na het ontstaan, is het schaakspel bekend komen te staan als instrument voor militaire strategie, een metafoor voor menselijke handelingen en een maatstaf voor begaafdheid.
While our earliest records of chess are in the 7th century, legend tells that the game’s origins lie a century earlier. Supposedly, when the youngest prince of the Gupta Empire was killed in battle, his brother devised a way of representing the scene to their grieving mother. Set on the 8x8 ashtapada board used for other popular pastimes, a new game emerged with two key features: different rules for moving different types of pieces, and a single king piece whose fate determined the outcome. The game was originally known as chaturanga– a Sanskrit word for "four divisions." But with its spread to Sassanid Persia, it acquired its current name and terminology– "chess," derived from "shah," meaning king, and “checkmate” from "shah mat," or “the king is helpless.”
De eerste gegevens van het schaakspel dateren uit de 7e eeuw, maar volgens de legende is het spel een eeuw eerder ontstaan. Verondersteld wordt dat toen de jongste Gupta-prins sneuvelde, zijn broer voor hun rouwende moeder een voorstelling van de scène maakte. Op een ashtapadabord met 8x8 velden, dat al voor andere spellen werd gebruikt, ontstond een nieuw spel waarin twee elementen centraal stonden: verschillende regels voor het verplaatsen van verschillende stukken, en één koning, wiens lot de uitkomst bepaalde. Het spel werd oorspronkelijk 'chaturanga' genoemd. Dat is Sanskriet voor 'vier divisies'. Door de verspreiding naar het Sassanidische Rijk kreeg het de huidige naam en terminologie: 'schaken' - afgeleid van 'shah' voor koning en 'schaakmat' van 'shah mat', ofwel: 'de koning is hulpeloos.'
After the 7th century Islamic conquest of Persia, chess was introduced to the Arab world. Transcending its role as a tactical simulation, it eventually became a rich source of poetic imagery. Diplomats and courtiers used chess terms to describe political power. Ruling caliphs became avid players themselves. And historian al-Mas’udi considered the game a testament to human free will compared to games of chance.
Na de islamitische verovering van Perzië in de 7e eeuw, werd het schaakspel ingevoerd in de Arabische wereld. Het diende niet alleen meer als een tactisch instrument, maar werd nu ook een rijke bron van poëtisch beeldmateriaal. Diplomaten en hovelingen beschreven politieke macht met schaaktermen. Regerende kaliefen werden zelf fanatieke schakers. De historicus al-Mas'udi zag het spel als een eerbetoon aan de vrije wil -- dit in contrast tot kansspelen.
Medieval trade along the Silk Road carried the game to East and Southeast Asia, where many local variants developed. In China, chess pieces were placed at intersections of board squares rather than inside them, as in the native strategy game Go. The reign of Mongol leader Tamerlane saw an 11x10 board with safe squares called citadels. And in Japanese shogi, captured pieces could be used by the opposing player.
In de middeleeuwen bereikte het spel via de zijderoute Oost- en Zuidoost-Azië, waar vele lokale varianten ontstonden. In China werden de schaakstukken geplaatst op het snijpunt van de bordvelden in plaats van erin, zoals in het lokale strategiespel Go. De Mongoolse leider Tamerlane gebruikte een bord met 11x10 velden met veilige velden die 'citadel' werden genoemd.
But it was in Europe that chess began to take on its modern form. By 1000 AD, the game had become part of courtly education. Chess was used as an allegory for different social classes performing their proper roles, and the pieces were re-interpreted in their new context. At the same time, the Church remained suspicious of games. Moralists cautioned against devoting too much time to them, with chess even being briefly banned in France.
In het Japanse shogi kon de tegenstander de geslagen stukken gebruiken. Maar de moderne vorm van schaken ontstond in Europa. Rond 1000 na Christus was het spel onderdeel van een hoofse opvoeding. Het schaakspel werd gebruikt als een allegorie voor verschillende sociale klassen die hun eigen rol uitvoerden. De stukken werden aangepast op basis van de nieuwe context. In die tijd was de kerk wantrouwig tegenover spellen. Moralisten waarschuwden dat hier niet te veel tijd aan mocht worden besteed.
Yet the game proliferated, and the 15th century saw it cohering into the form we know today. The relatively weak piece of advisor was recast as the more powerful queen– perhaps inspired by the recent surge of strong female leaders. This change accelerated the game’s pace, and as other rules were popularized, treatises analyzing common openings and endgames appeared. Chess theory was born.
Het schaakspel werd zelfs kort verboden in Frankrijk. Maar het spel bleef opkomen en in de 15e eeuw kreeg het de vorm zoals we die nu kennen. De relatief zwakke adviseur werd vervangen door de krachtigere dame, mogelijk vanwege de recente opkomst van sterke vrouwelijke leiders. Deze aanpassing versnelde het spel en doordat andere regels populairder werden, verschenen er artikelen met analyses van gangbare openingen en eindspelen.
With the Enlightenment era, the game moved from royal courts to coffeehouses. Chess was now seen as an expression of creativity, encouraging bold moves and dramatic plays. This "Romantic" style reached its peak in the Immortal Game of 1851, where Adolf Anderssen managed a checkmate after sacrificing his queen and both rooks.
Zo ontstond de schaaktheorie. De Verlichting bracht het spel van koningshuizen naar cafés. Schaken werd een uitdrukking van creativiteit. Brutale zetten en spectaculaire tactieken voerden nu de boventoon. Deze stijl bereikte zijn hoogtepunt in de onsterfelijke partij in 1851. Adolf Anderssen wist zijn tegenstander schaakmat te zetten
But the emergence of formal competitive play in the late 19th century meant that strategic calculation would eventually trump dramatic flair. And with the rise of international competition, chess took on a new geopolitical importance. During the Cold War, the Soviet Union devoted great resources to cultivating chess talent, dominating the championships for the rest of the century. But the player who would truly upset Russian dominance was not a citizen of another country but an IBM computer called Deep Blue. Chess-playing computers had been developed for decades, but Deep Blue’s triumph over Garry Kasparov in 1997 was the first time a machine had defeated a sitting champion.
door zijn dame en beide torens te offeren. Maar de opkomst van officiële wedstrijden aan het einde van de 19e eeuw zorgde ervoor dat strategische berekening de voorkeur kreeg boven spektakel. Door de toenemende competitie kreeg het schaakspel een nieuwe, geopolitieke rol. Tijdens de Koude Oorlog investeerde de Sovjet Unie stevig in het ontwikkelen van schaaktalent en domineerde daarmee de kampioenschappen de rest van de eeuw. Maar de speler die een einde maakte aan de Russische dominantie, was geen burger van een ander land maar een IBM-computer genaamd Deep Blue. Schaakcomputers werden al tientallen jaren ontwikkeld, maar Deep Blue won van Garry Kasparov in 1997 en was de eerste machine die een regerend kampioen versloeg.
Today, chess software is capable of consistently defeating the best human players. But just like the game they’ve mastered, these machines are products of human ingenuity. And perhaps that same ingenuity will guide us out of this apparent checkmate.
Tegenwoordig lukt het schaaksoftware keer op keer te winnen van de beste menselijke schakers. Maar net als het spel dat ze meester zijn, zijn deze machines producten van menselijke vindingrijkheid. En wellicht zal die vindingrijkheid ons helpen het schaakmat te ontlopen.