Ah yes, those university days, a heady mix of Ph.D-level pure mathematics and world debating championships, or, as I like to say, "Hello, ladies. Oh yeah." Didn't get much sexier than the Spence at university, let me tell you.
Oh ja, die mooie tijd op de universiteit, met een onstuimige mix van echte wiskundigen op professor-niveau, en wereldkampioenschappen in debatteren, of, zoals ik graag zeg: "Hallo dames. Oh ja." Het werd niet sexyer dan De Spence, op de universiteit. Het werd niet sexyer dan De Spence, op de universiteit.
It is such a thrill for a humble breakfast radio announcer from Sydney, Australia, to be here on the TED stage literally on the other side of the world. And I wanted to let you know, a lot of the things you've heard about Australians are true. From the youngest of ages, we display a prodigious sporting talent. On the field of battle, we are brave and noble warriors. What you've heard is true. Australians, we don't mind a bit of a drink, sometimes to excess, leading to embarrassing social situations. (Laughter) This is my father's work Christmas party, December 1973. I'm almost five years old. Fair to say, I'm enjoying the day a lot more than Santa was.
Het is zo fantastisch voor een bescheiden ontbijtradio-presentator, uit Sydney, Australië, om hier op het TED-podium te staan. Letterlijk aan de andere kant van de wereld. Veel van de dingen die jullie hoorden over Australiërs, zijn waar. Veel van de dingen die jullie hoorden over Australiërs, zijn waar. Al op hele jonge leeftijd, laten we fantastisch talent voor sport zien. Op het strijdtoneel zijn we moedige en nobele strijders. Wat jullie gehoord hebben, is waar. Australiërs vinden een drankje niet erg, Wat jullie gehoord hebben, is waar. Australiërs vinden een drankje niet erg, wat soms tot gênante situaties leidt. (Gelach) Dit is het kerstfeest op mijn vaders werk in december 1973. Ik ben bijna 5. Eerlijk gezegd heb ik meer plezier dan de Kerstman.
But I stand before you today not as a breakfast radio host, not as a comedian, but as someone who was, is, and always will be a mathematician. And anyone who's been bitten by the numbers bug knows that it bites early and it bites deep.
Ik sta hier vandaag, niet als een ontbijtradio-presentator, niet als een komiek, maar als iemand die wiskundige is, was en zal blijven. Iedereen die met het getallenvirus is besmet, weet dat je het jong krijgt en dat het diep gaat.
I cast my mind back when I was in second grade at a beautiful little government-run school called Boronia Park in the suburbs of Sydney, and as we came up towards lunchtime, our teacher, Ms. Russell, said to the class, "Hey, year two. What do you want to do after lunch? I've got no plans." It was an exercise in democratic schooling, and I am all for democratic schooling, but we were only seven. So some of the suggestions we made as to what we might want to do after lunch were a little bit impractical, and after a while, someone made a particularly silly suggestion and Ms. Russell patted them down with that gentle aphorism, "That wouldn't work. That'd be like trying to put a square peg through a round hole."
Ik denk terug aan de tijd dat ik in de tweede klas zat, van een mooie kleine openbare lagere school, Boronia Park, in een voorstad van Sydney. Toen het bijna lunchtijd was, zei onze juffrouw, mevrouw Russel: Toen het bijna lunchtijd was, zei onze juffrouw, mevrouw Russel: "Zeg, tweede klas. Wat willen jullie na de lunch doen? Ik heb geen plannen." Het was een oefening in democratisch onderwijs. Ik ben voor democratisch onderwijs, maar we waren maar zeven jaar oud. Sommige ideeën die we hadden om na de lunch te doen waren niet zo praktisch. Na een tijdje had iemand wel een heel dom idee, dat door mw. Russel de kop werd ingedrukt met de aardige woorden: "Dat kan niet. Dat zou hetzelfde zijn als proberen een vierkant blok in een rond gat te stoppen."
Now I wasn't trying to be smart. I wasn't trying to be funny. I just politely raised my hand, and when Ms. Russell acknowledged me, I said, in front of my year two classmates, and I quote, "But Miss, surely if the diagonal of the square is less than the diameter of the circle, well, the square peg will pass quite easily through the round hole." (Laughter) "It'd be like putting a piece of toast through a basketball hoop, wouldn't it?"
Nu probeerde ik niet om slim te zijn. Ik probeerde ook niet grappig te zijn. Ik stak beleefd mijn hand op en toen ik het woord kreeg, zei ik: Ik stak beleefd mijn hand op en toen ik het woord kreeg, zei ik voor al mijn klasgenootjes, en ik citeer: "Maar juffrouw, als de diagonaal van het vierkant kleiner is dan de diameter van de cirkel, dan gaat het vierkante blok makkelijk door het ronde gat." (Gelach) "Dat is hetzelfde als een boterham door een basketring gooien."
And there was that same awkward silence from most of my classmates, until sitting next to me, one of my friends, one of the cool kids in class, Steven, leaned across and punched me really hard in the head. (Laughter) Now what Steven was saying was, "Look, Adam, you are at a critical juncture in your life here, my friend. You can keep sitting here with us. Any more of that sort of talk, you've got to go and sit over there with them."
Toen viel er diezelfde ongemakkelijke stilte. Toen viel er diezelfde ongemakkelijke stilte. Totdat een van mijn vriendjes, een van de populaire kinderen, Steven, opzij boog en me heel hard tegen mijn hoofd stompte. (Gelach) Dat was Stevens manier om te zeggen: "Kijk Adam, je staat op een beslissende kruising in je leven. Je kunt hier bij ons blijven zitten. Maar als je vaker zo praat, dan moet je daar zitten, bij hen." Maar als je vaker zo praat, dan moet je daar zitten, bij hen."
I thought about it for a nanosecond. I took one look at the road map of life, and I ran off down the street marked "Geek" as fast as my chubby, asthmatic little legs would carry me.
Ik dacht er een nanoseconde over na. Ik keek goed naar mijn levenspad, en rende naar de 'nerd-straat', zo hard als ik met mijn dikke astmatische beentjes rennen kon.
I fell in love with mathematics from the earliest of ages. I explained it to all my friends. Maths is beautiful. It's natural. It's everywhere. Numbers are the musical notes with which the symphony of the universe is written. The great Descartes said something quite similar. The universe "is written in the mathematical language." And today, I want to show you one of those musical notes, a number so beautiful, so massive, I think it will blow your mind.
Ik werd al heel jong verliefd op wiskunde. Ik legde het al mijn vrienden uit. Wiskunde is mooi. Het is natuurlijk. Het is overal. Getallen zijn als muzieknoten, waarmee de symfonie van het universum geschreven is. De grote Descartes zei iets soortgelijks. Het universum "is geschreven in de taal van de wiskunde". Vandaag wil ik een van deze noten laten zien. Een getal zo mooi, zo enorm, dat ik denk dat jullie ervan ondersteboven zijn.
Today we're going to talk about prime numbers. Most of you I'm sure remember that six is not prime because it's 2 x 3. Seven is prime because it's 1 x 7, but we can't break it down into any smaller chunks, or as we call them, factors. Now a few things you might like to know about prime numbers. One is not prime. The proof of that is a great party trick that admittedly only works at certain parties.
We gaan het vandaag hebben over priemgetallen. De meesten van jullie weten nog wel dat zes geen priemgetal is, omdat het 2 x 3 is. Zeven is een priemgetal omdat het 1 x 7 is, en we het niet in kleinere stukken kunnen hakken, in factoren, zoals we dat noemen. Een paar feitjes die misschien leuk zijn om te weten. Eén is geen priemgetal. Het bewijs ervoor is een fantastische truc op een feestje, dat, ik geef het toe, alleen op sommige feestjes werkt.
(Laughter)
(Gelach)
Another thing about primes, there is no final biggest prime number. They keep going on forever. We know there are an infinite number of primes due to the brilliant mathematician Euclid. Over thousands of years ago, he proved that for us. But the third thing about prime numbers, mathematicians have always wondered, well at any given moment in time, what is the biggest prime that we know about?
Een ander feit is dat er geen grootste priemgetal bestaat. Het gaat altijd maar door. We weten dat het aantal priemgetallen oneindig is, dankzij de briljante wiskundige Euclides. Hij bewees dat meer dan tweeduizend jaar geleden. Het derde feit over priemgetallen dat wiskundigen zich altijd afgevraagd hebben, dat wiskundigen zich altijd afgevraagd hebben: wat is het grootste priemgetal dat we kennen?
Today we're going to hunt for that massive prime. Don't freak out. All you need to know, of all the mathematics you've ever learned, unlearned, crammed, forgotten, never understood in the first place, all you need to know is this: When I say 2 ^ 5, I'm talking about five little number twos next to each other all multiplied together, 2 x 2 x 2 x 2 x 2. So 2 ^ 5 is 2 x 2 = 4, 8, 16, 32. If you've got that, you're with me for the entire journey. Okay? So 2 ^ 5, those five little twos multiplied together. (2 ^ 5) - 1 = 31. 31 is a prime number, and that five in the power is also a prime number. And the vast bulk of massive primes we've ever found are of that form: two to a prime number, take away one. I won't go into great detail as to why, because most of your eyes will bleed out of your head if I do, but suffice to say, a number of that form is fairly easy to test for primacy. A random odd number is a lot harder to test. But as soon as we go hunting for massive primes, we realize it's not enough just to put in any prime number in the power. (2 ^ 11) - 1 = 2,047, and you don't need me to tell you that's 23 x 89. (Laughter) But (2 ^ 13) - 1, (2 ^ 17) - 1 (2 ^ 19) - 1, are all prime numbers. After that point, they thin out a lot.
Vandaag gaan we op zoek naar dat enorme priemgetal. Niet bang worden nu. Het enige dat je moet weten van alle wiskunde, die je ooit aanleerde, afleerde, instampte , vergat of nooit begreep, die je ooit aanleerde, afleerde, instampte , vergat of nooit begreep, het enige wat je moet weten, is dit: als ik zeg twee tot de vijfde macht, dan heb ik het over vijf tweetjes op een rij, met elkaar vermenigvuldigd, 2 x 2 x 2 x 2 x 2. 2 ^ 5 gaat zo: 2, 4, 8, 16, 32. 2 ^ 5 gaat zo: 2, 4, 8, 16, 32. Als jullie dat snappen, dan kun je me de hele weg volgen. Goed? Dus 2 ^ 5, die vijf tweetjes met elkaar vermenigvuldigd. (2 ^ 5) - 1 = 31. 31 is een priemgetal en die vijf in de macht is ook een priemgetal. Het merendeel van de enorme priemgetallen die we ooit hebben gevonden, zien er zo uit: 2 tot de macht priemgetal, en trek er 1 af. Ik zal niet in detail uitleggen waarom, want je ogen rollen uit je hoofd als ik dat doe, dus ik zeg alleen dat een getal dat er zo uitziet, makkelijk getest kan worden. Een willekeurig oneven getal is moeilijker om te testen. Zodra we gaan zoeken naar enorme priemgetallen, realiseren we ons dat het niet genoeg is, om gewoon ieder priemgetal tot een macht te verheffen. (2 ^ 11) - 1 = 2.047 en ik hoef jullie niet te vertellen dat het 23 x 89 is. (Gelach) Maar (2 ^ 13) - 1, (2 ^ 17) - 1 en (2 ^ 19) - 1, zijn allemaal priemgetallen. Na dat punt, dunnen ze erg uit.
And one of the things about the search for massive primes that I love so much is some of the great mathematical minds of all time have gone on this search. This is the great Swiss mathematician Leonhard Euler. In the 1700s, other mathematicians said he is simply the master of us all. He was so respected, they put him on European currency back when that was a compliment.
In de zoektocht naar enorme priemgetallen houd ik ervan dat sommige van de beste wiskundigen in de geschiedenis deze zoektocht hebben gemaakt. Dit is de grote Zwitserse wiskundige Leonhard Euler. In de 18e eeuw zeiden andere wiskundigen dat hij de meester van ons allemaal was. Hij werd zo gerespecteerd, dat ze hem op Europees geld zetten, toen dat nog een compliment was.
(Laughter)
(Gelach)
Euler discovered at the time the world's biggest prime: (2 ^ 31) - 1. It's over two billion. He proved it was prime with nothing more than a quill, ink, paper and his mind.
Euler ontdekte toen het grootste priemgetal: (2 ^ 31) -1 Meer dan 2 miljard. Hij bewees dat het een priemgetal was, met niet meer dan een ganzenveer, inkt, papier en zijn hersens.
You think that's big. We know that (2 ^ 127) - 1 is a prime number. It's an absolute brute. Look at it here: 39 digits long, proven to be prime in 1876 by a mathematician called Lucas. Word up, L-Dog.
Jullie denken dat het groot is. We weten dat (2 ^127) -1 een priemgetal is. Het is beestachtig. Kijk: 39 cijfers lang, en in 1876 bewezen als priemgetal, door de wiskundige Lucas. Wow, L-man.
(Laughter)
(Gelach)
But one of the great things about the search for massive primes, it's not just finding the primes. Sometimes proving another number not to be prime is just as exciting. Lucas again, in 1876, showed us (2 ^ 67) - 1, 21 digits long, was not prime. But he didn't know what the factors were. We knew it was like six, but we didn't know what are the 2 x 3 that multiply together to give us that massive number.
Een van de beste dingen in de zoektocht naar priemgetallen is niet alleen er een vinden. Soms is bewijzen dat iets geen priemgetal is, net zo opwindend. Weer Lucas leerde ons in 1876 dat (2 ^ 67) - 1, 21 cijfers lang, geen priemgetal was. Maar hij wist niet wat de factoren waren. We wisten dat het iets als 6 was, maar niet wat we moesten vermenigvuldigen We wisten dat het iets als 6 was, maar niet wat we moesten vermenigvuldigen om aan dat enorme getal te komen.
We didn't know for almost 40 years until Frank Nelson Cole came along. And at a gathering of prestigious American mathematicians, he walked to the board, took up a piece of chalk, and started writing out the powers of two: two, four, eight, 16 -- come on, join in with me, you know how it goes -- 32, 64, 128, 256, 512, 1,024, 2,048. I'm in geek heaven. We'll stop it there for a second. Frank Nelson Cole did not stop there. He went on and on and calculated 67 powers of two. He took away one and wrote that number on the board. A frisson of excitement went around the room. It got even more exciting when he then wrote down these two large prime numbers in your standard multiplication format -- and for the rest of the hour of his talk Frank Nelson Cole busted that out. He had found the prime factors of (2 ^ 67) - 1. The room went berserk -- (Laughter) -- as Frank Nelson Cole sat down, having delivered the only talk in the history of mathematics with no words. He admitted afterwards it wasn't that hard to do. It took focus. It took dedication. It took him, by his estimate, "three years of Sundays."
Meer dan 40 jaar hebben we moeten wachten, totdat Frank Nelson op het toneel verscheen. Voor een verzameling prestigieuze Amerikaanse wiskundigen, liep hij naar het bord, pakte een krijtje, en begon de machten van 2 uit te schrijven: 2, 4, 8, 16 -- doe mee, jullie weten hoe het gaat -- 32, 64, 128, 256, 512, 1024, 2048. Ik ben in 'nerd'-hemel. Laten we hier even stoppen. Frank Nelson Cole stopte hier niet. Hij ging door en door en berekende 67 machten van twee. Hij trok er 1 vanaf en schreef dat getal op het bord. Er ontstond een euforisch gevoel in de ruimte. Het werd nog spannender toen hij deze twee grote priemgetallen opschreef als een vermenigvuldiging -- Het werd nog spannender toen hij deze twee grote priemgetallen opschreef als een vermenigvuldiging -- en gedurende de rest van het uur lepelde Frank Nelson Cole dat op. Hij had de factoren van het priemgetal gevonden, van (2 ^ 67) -1. De mensen werden gek -- (Gelach) -- toen Frank Nelson Cole ging zitten, nadat hij de enige speech in de wiskundegeschiedenis had gehouden, zonder een woord te zeggen. Hij gaf achteraf toe dat het niet zo moeilijk was geweest. Het had concentratie gekost en toewijding. Het kostte hem, naar schatting, "drie jaar aan zondagen".
But then in the field of mathematics, as in so many of the fields that we've heard from in this TED, the age of the computer goes along and things explode. These are the largest prime numbers we knew decade by decade, each one dwarfing the one before as computers took over and our power to calculate just grew and grew.
Maar toen kwam in de wiskundewereld, zoals in vele werelden waar we in deze TED over gehoord hebben, het computertijdperk en het explodeerde. Dit zijn de grootste priemgetallen die we kenden, decennium na decennium, en met ieder getal werd het vorige kleiner. Computers grepen de macht en ons vermogen om te rekenen, nam alleen maar toe.
This is the largest prime number we knew in 1996, a very emotional year for me. It was the year I left university. I was torn between mathematics and media. It was a tough decision. I loved university. My arts degree was the best nine and a half years of my life.
Dit is het grootste priemgetal dat we in 1996 kenden, voor mij een heel emotioneel jaar. Het was het jaar dat ik van de universiteit kwam. Ik werd heen en weer geslingerd tussen wiskunde en de media. Het was een moeilijke beslissing. Ik hield van studeren. Mijn universitaire titel vertegenwoordigde de beste negen-en-half jaar van mijn leven.
(Laughter)
(Gelach)
But I came to a realization about my own ability. Put simply, in a room full of randomly selected people, I'm a maths genius. In a roomful of maths Ph.Ds, I'm as dumb as a box of hammers. My skill is not in the mathematics. It is in telling the story of the mathematics.
Ik werd me bewust van mijn eigen kunnen. Simpel gezegd, in een kamer vol willekeurige mensen, ben ik een wiskunde-genie. In een kamer vol met wiskunde professoren, ben ik zo dom als een doos met hamers. Mijn kunst ligt niet in de wiskunde. Het ligt in het vertellen van het verhaal van de wiskunde.
And during that time, since I've left university, these numbers have got bigger and bigger, each one dwarfing the last, until along came this man, Dr. Curtis Cooper, who a few years ago held the record for the largest ever prime, only to see it snatched away by a rival university. And then Curtis Cooper got it back. Not years ago, not months ago, days ago. In an amazing moment of serendipity, I had to send TED a new slide to show you what this guy had done.
Sinds ik van de universiteit af ben, werden de getallen groter en groter, ieder nieuw getal vermorzelde het vorige. werden de getallen groter en groter, ieder nieuw getal vermorzelde het vorige. Totdat deze man voorbij kwam, Dr. Curtis Cooper. Hij had een paar jaar geleden het record van het grootste priemgetal ooit. Totdat het afgepakt werd door een rivaliserende universiteit. Toen kreeg Curtis Cooper het terug. Geen jaren, geen maanden, maar een paar dagen geleden. In een verbazingwekkende samenloop van omstandigheden moest ik TED een nieuwe dia sturen, om jullie te laten zien wat deze man gedaan had.
I still remember -- (Applause) -- I still remember when it happened. I was doing my breakfast radio show. I looked down on Twitter. There was a tweet: "Adam, have you seen the new largest prime number?" I shivered -- (Laughter) -- contacted the women who produced my radio show out in the other room, and said "Girls, hold the front page. We're not talking politics today. We're not talking sport today. They found another megaprime." The girls just shook their heads, put them in their hands, and let me go my own way.
Ik kan het me nog herinneren -- (Applaus) -- wanneer het gebeurde. Ik deed mijn ochtendprogramma. Ik keer naar Twitter en er was een tweet: "Adam, heb je het nieuwe grootste priemgetal gezien?" Ik huiverde -- (Gelach) -- en contacteerde de dames van de productie in de ruimte naast mij en zei: "Dames, wacht met de titel. We gaan het niet over politiek hebben vandaag. Niet over sport. Er is een nieuw megapriemgetal ontdekt." De dames schudden alleen hun hoofd, lieten het hangen en mij mijn gang gaan.
It's because of Curtis Cooper that we know, currently the largest prime number we know, is 2 ^ 57,885,161. Don't forget to subtract the one. This number is almost 17 and a half million digits long. If you typed it out on a computer and saved it as a text file, that's 22 meg. For the slightly less geeky of you, think about the Harry Potter novels, okay? This is the first Harry Potter novel. This is all seven Harry Potter novels, because she did tend to faff on a bit near the end. (Laughter) Written out as a book, this number would run the length of the Harry Potter novels and half again. Here's a slide of the first 1,000 digits of this prime. If, when TED had begun, at 11 o'clock on Tuesday, we'd walked out and simply hit one slide every second, it would have taken five hours to show you that number. I was keen to do it, could not convince Bono. That's the way it goes.
Het is dankzij Curtis Cooper dat we weten, dat dit nu het grootste priemgetal is, 2 ^ 57.885.161. Vergeet niet de 1 eraf te halen. Dit getal is bijna 17,5 miljoen cijfers lang. Als je het zou uittypen en zou opslaan als een tekstbestand, dan zou het 22 MB zijn. Voor de wat mindere nerds, denk aan de Harry Potter-boeken. Dit is het eerste boek. Dit zijn alle zeven boeken, want ze werd wat langdradig op het eind. (Gelach) Als je het zou uitschrijven, dan zou dit getal anderhalf keer zo lang zijn. Als je het zou uitschrijven, dan zou dit getal anderhalf keer zo lang zijn. Dit zijn de eerste 1000 cijfers van dit priemgetal. Als we, vanaf het moment dat TED begon, dinsdag om 11 uur iedere seconde een nieuwe dia hadden laten zien, dan zou het vijf uur geduurd hebben om jullie dat getal te laten zien. Ik wilde graag, maar ik kon Bono niet overtuigen. Zo gaat dat.
This number is 17 and a half thousand slides long, and we know it is prime as confidently as we know the number seven is prime. That fills me with almost sexual excitement. And who am I kidding when I say almost?
Dit getal is 17-duizend en een halve dia lang. En we weten net zo zeker dat het een priemgetal is, als dat we weten dat zeven een priemgetal is. Ik word hier bijna geil van. Wie hou ik voor de gek als ik bijna zeg?
(Laughter)
(Gelach)
I know what you're thinking: Adam, we're happy that you're happy, but why should we care? Let me give you just three reasons why this is so beautiful.
Ik weet wat jullie denken: Adam, we zijn blij dat jij blij bent, maar wat kan ons dat schelen? Laat me drie redenen noemen.
First of all, as I explained, to ask a computer "Is that number prime?" to type it in its abbreviated form, and then only about six lines of code is the test for primacy, is a remarkably simple question to ask. It's got a remarkably clear yes/no answer, and just requires phenomenal grunt. Large prime numbers are a great way of testing the speed and accuracy of computer chips.
Ten eerste, ik zei het al, moet je, om een computer te vragen of iets een priemgetal is, het in de afgekorte versie intypen, met ongeveer zes regels code, om het priemgetal te testen. Dat is een hele eenvoudige vraag. Het geeft een duidelijk ja of nee antwoord, en heeft alleen een fenomenaal rekenvermogen nodig. Grote priemgetallen zijn een fantastische manier om de snelheid en nauwkeurigheid van chips te testen.
But secondly, as Curtis Cooper was looking for that monster prime, he wasn't the only guy searching. My laptop at home was looking through four potential candidate primes myself as part of a networked computer hunt around the world for these large numbers. The discovery of that prime is similar to the work people are doing in unraveling RNA sequences, in searching through data from SETI and other astronomical projects. We live in an age where some of the great breakthroughs are not going to happen in the labs or the halls of academia but on laptops, desktops, in the palms of people's hands who are simply helping out for the search.
Ten tweede, toen Curtis Cooper naar dat waanzinnige priemgetal op zoek was, was hij niet de enige. Mijn laptop thuis onderzocht zelf ook vier kandidaat-priemgetallen, Mijn laptop thuis onderzocht zelf ook vier kandidaat-priemgetallen, als onderdeel van een wereldwijde zoektocht van een computernetwerk naar deze grote getallen. De ontdekking van dat priemgetal lijkt op het werk van het ontrafelen van de RNA-sequenties, of van het doorzoeken van SETI-gegevens en andere astronomische projecten. We leven in een tijd waarin de grootste ontdekkingen, niet gedaan worden in laboratoria of collegebanken, maar op laptops en desktops, van mensen die gewoon helpen zoeken. van mensen die gewoon helpen zoeken.
But for me it's amazing because it's a metaphor for the time in which we live, when human minds and machines can conquer together. We've heard a lot about robots in this TED. We've heard a lot about what they can and can't do. It is true, you can now download onto your smartphone an app that would beat most grandmasters at chess.
Ik vind het zo bijzonder, omdat het een metafoor is, voor de tijd waarin we leven. Waarin mensen en machines samen dingen kunnen veroveren. We hebben bij deze TED veel gehoord over robots. Over wat ze wel en niet kunnen. Het is waar dat je een app kunt downloaden, waarmee je de meeste schaakgrootmeesters kunt verslaan.
You think that's cool. Here's a machine doing something cool. This is the CubeStormer II. It can take a randomly shuffled Rubik's Cube. Using the power of the smartphone, it can examine the cube and solve the cube in five seconds.
Jullie denken dat dat geweldig is. Dit is een machine die iets geweldigs doet. Dit is de Kubus-veroveraar II. Het kan een willekeurige Rubiks kubus, met het vermogen van een smartphone, onderzoeken en oplossen, in vijf seconden.
(Applause)
(Applaus)
That scares some people. That excites me. How lucky are we to live in this age when mind and machine can work together?
Het maakt sommige mensen bang. Ik word er opgewonden van. Is het niet fantastisch om in deze tijd te leven, waarin hersens en machines samen kunnen werken?
I was asked in an interview last year in my capacity as a lower-case "c" celebrity in Australia, "What was your highlight of 2012?" People were expecting me to talk about my beloved Sydney Swans football team. In our beautiful, indigenous sport of Australian football, they won the equivalent of the Super Bowl. I was there. It was the most emotional, exciting day. It wasn't my highlight of 2012. People thought it might have been an interview I'd done on my show. It might have been a politician. It might have been a breakthrough. It might have been a book I read, the arts. No, no, no. It might have been something my two gorgeous daughters had done. No, it wasn't. The highlight of 2012, so clearly, was the discovery of the Higgs boson. Give it up for the fundamental particle that bequeaths all other fundamental particles their mass.
Vorig jaar werd mij gevraagd, als een kleine bekende Australiër: "Wat was je mooiste moment van 2012." Iedereen verwachtte dat ik iets zou zeggen over mijn geliefde Sydney Swans footballteam. In onze mooie, inheemse sport van Australisch football wonnen zij het equivalent van de Super Bowl. Ik was erbij. Het was de meest emotionele, opwindende dag. Maar het was niet mijn hoogtepunt uit 2012. Mensen dachten dat het misschien een interview was. Een politicus, een doorbraak. Misschien een boek dat ik las, kunst. Nee, nee, en nog eens nee. Het hadden mijn mooie dochters kunnen zijn. Nee, zij waren het niet. Het hoogtepunt van 2012 was de ontdekking van het Higgs-deeltje. Graag jullie applaus voor het fundamentele deeltje, dat alle andere deeltjes hun massa geeft.
(Applause)
(Applaus)
And what was so gorgeous about this discovery was 50 years ago Peter Higgs and his team considered one of the deepest of all questions: How is it that the things that make us up have no mass? I've clearly got mass. Where does it come from? And he postulated a suggestion that there's this infinite, incredibly small field stretching throughout the universe, and as other particles go through those particles and interact, that's where they get their mass. The rest of the scientific community said, "Great idea, Higgsy. We've got no idea if we could ever prove it. It's beyond our reach." And within just 50 years, in his lifetime, with him sitting in the audience, we had designed the greatest machine ever to prove this incredible idea that originated just in a human mind.
Wat er zo mooi aan deze ontdekking was, dat Peter Higgs en zijn team 50 jaar geleden een van de meest ingewikkelde vragen stelde: hoe komt het dat de deeltjes waarvan we gemaakt zijn, geen massa hebben? Hoe kan dat? Hij stelde dat er een heel klein stukje was, in het universum, en als andere deeltjes hierdoor gaan en door interactie hun massa krijgen. De rest van de wetenschap zei: "Goed idee, Higgsy. We weten niet of we het ooit kunnen bewijzen. Het is buiten ons bereik." Binnen 50 jaar, in zijn leven, met hem in het publiek, hadden we de beste machine ooit gemaakt, om dit ongelooflijke idee te bewijzen dat uit een gewone menselijke geest ontsproten was,
That's what is so exciting for me about this prime number. We thought it might be there, and we went and found it. That is the essence of being human. That is what we are all about. Or as my friend Descartes might put it, we think, therefore we are.
Dat vind ik zo opwindend aan dit priemgetal. We dachten dat het er kon zijn. We gingen zoeken en vonden het. Dat is de essentie van het mens-zijn. Dat is waar het om draait. Of, zoals mijn vriend Descartes zei: "Wij denken, dus we bestaan."
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)